Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent subsidie (Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid en voorschoolse voorzieningen gemeente Delft) |
Citeertitel | Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid en voorschoolse voorzieningen gemeente Delft |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2020 | artikel 6, 24, 25, 26 | 30-06-2020 | 4302831 | ||
15-10-2019 | 09-07-2020 | nieuwe regeling | 01-10-2019 |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende subsidieregels omtrent onderwijsachterstandenbeleid en voorschoolse voorzieningen.
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Delft;
Gelet op de Wet kinderopvang en de artikelen 165, 166 en 167 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 3, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening gemeente Delft;
Besluit vast te stellen de Subsidieregeling onderwijsachterstandenbeleid en voorschoolse voorzieningen gemeente Delft.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze subsidieregeling verstaat onder:
VVE-programma: een erkend programma waarin op een gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek, en sociaal- emotionele ontwikkeling voor zover dit programma is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI);
Artikel 2 Toepasselijkheid ASV Delft
De ASV Delft is van toepassing, tenzij daarvan in deze subsidieregeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doelstelling subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is het bevorderen van gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle Delftse peuters en basisschool leerlingen door:
Artikel 4 (Rijks)middelen en verdeelregels
Naast de structurele gemeentelijke middelen voor de basisvoorziening peuterplaatsen krijgen gemeenten financiële middelen van het Rijk om goed onderwijsachterstanden- beleid te voeren. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is onderdeel van het onderwijsachterstandenbeleid. Daarnaast ontvangen gemeenten middelen voor het vergroten van de toegankelijkheid van kinderopvang voor alle peuters waarvan de ouders géén recht hebben op een kinderopvangtoeslag.
De middelen die de gemeente Delft in een begrotingsjaar voor deze bestedingsdoelen ontvangt, bepalen de financiële bandbreedte van deze subsidieregeling.
De verdeling van de budgetten vindt plaats via een rangschikking als het college meer aanvragen ontvangt dan dat er aan subsidiebudget beschikbaar is. Van alle aanvragen die tijdig en volledig zijn ingediend, bepaalt het college de rangschikking aan de hand van criteria. De aanvraag die het hoogst scoort komt bovenaan. Het college geeft een lagere rangschikking aan de aanvragen die minder goed scoren.
Hoofdstuk 2 Voorschoolse voorzieningen
Artikel 7 Subsidiabele activiteiten
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor een gecombineerd aanbod van peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen waarbij sprake is van:
Artikel 9 Berekening subsidiebedrag
Het college berekent het maximale subsidiebedrag per peuter of doelgroeppeuter naar rato van de plaatsingsperiode. Dit doet het college als volgt:
Artikel 10 Vaststelling en inning ouderbijdrage
De houder past de inkomensafhankelijke ouderbijdrage toe voor de ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.
Voor het bepalen van de hoogte van het inkomen worden de meest recente inkomensverklaringen gebruikt van beide ouders, bij een éénoudergezin de inkomensverklaring van een ouder. Bij een inkomenswijziging van meer dan 10% meldt de ouder dit bij de houder en levert een nieuwe inkomensverklaring in. Bij sterke afwijking van het inkomen of wanneer ouders geen inkomensverklaringen kunnen overleggen, kan gebruik worden gemaakt van aanvullende documenten zoals een salarisstrook, uitkeringsspecificatie, verklaring schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat het inkomen structureel is, en in ieder geval geldt voor de maand voorafgaand aan plaatsing.
Bij de rangschikking van aanvragen voor (VVE-) peuterplaatsen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 en artikel 7, geven burgemeester en wethouders voorrang op volgorde van onderstaande prioritering:
Houders die niet eerder subsidie van de gemeente Delft ontvingen voor (VVE)-peuterplaatsen krijgen een inspectie binnen 8 weken na de aanvraag. Tijdens dit onderzoek beoordeelt GGD-Haaglanden of houder voldoet aan de voorwaarden in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Blijkt uit het inspectierapport dat de houder niet aan alle kwaliteitseisen VVE voldoet, dan komt deze niet in aanmerking voor subsidie.
Artikel 13 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 6 lid 2 van de ASV Delft overlegt houder bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken:
In aanvulling op artikel 9 van de ASV Delft kan het college weigeren subsidie te verlenen indien er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
Artikel 15 Aanvullende verplichtingen van de subsidie ontvanger
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en artikel 11 van de ASV Delft, zijn aan de subsidie bedoeld in artikel 7 subsidiabele activiteiten, de volgende verplichtingen verbonden:
Artikel 16 Aanvullende voorwaarden betreffende kindercentrum
Naast de inschrijving in het LRK als VVE- locatie kan subsidie voor VVE uitsluitend worden verstrekt als een kindercentrum voldoet aan de volgende voorwaarden:
Pedagogische medewerkers zijn VVE- gecertificeerd en gecertificeerd voor het werken met het kindvolgsysteem KIJK. Invalkrachten die maximaal 14 dagen invallen, hoeven niet aan deze voorwaarden te voldoen. Nieuw in te zetten personeel dat structureel op een groep wordt ingezet moet de VVE- en KIJK opleiding binnen 1 jaar hebben afgerond.
De pedagogisch medewerkers worden ondersteund door een HBO-coach. Een HBO-coach wordt zowel tijdens als buiten openingstijden voor totaal tenminste 0,2 uur per dagdeel per pedagogisch medewerker ingezet (40 weken). Als de HBO-coach tijdens openingsuren coacht, dan is hij/zij boventallig aanwezig. Dit houdt in dat de aanwezigheid van de HBO-coach niet noodzakelijk is om aan de wettelijk verplichte beroepskracht leidster-kindratio te voldoen.
Artikel 17 Verantwoording van de subsidie
In aanvulling van het gestelde in hoofdstuk 4 van de ASV Delft verlangt het college van de subsidie ontvanger:
Indien uit de tussentijdse verantwoording conform lid 2 blijkt dat het aantal geplaatste peuters 20% of meer afwijkt van het in de beschikking vermelde aantal, vindt een heroverweging van de subsidie plaats. Mocht de heroverweging leiden tot een wijziging van de subsidieverlening, dan ontvangt de subsidie ontvanger een gewijzigd besluit.
Artikel 18 Vaststelling van de subsidie
In aanvulling van het gestelde in hoofdstuk 4 van de ASV Delft vindt de vaststelling van de subsidie plaats op basis van het daadwerkelijke gebruik van peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen.
De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van het werkelijk aantal kinderen dat gedurende een jaar of een gedeelte van het jaar gebruik heeft gemaakt van de peuterplaatsen en VVE-peuterplaatsen, het geldende uurtarief en het aantal uren dat per peuter gebruik is gemaakt. De gefactureerde ouderbijdragen worden hierop in mindering gebracht.
Hoofdstuk 3 Onderwijsachterstandenbeleid gemeente Delft
Artikel 19 Subsidiabele activiteiten
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor activiteiten die gericht zijn op de ontwikkeling, coördinatie, uitvoering en/of kwaliteitsverbetering van activiteiten die:
Bij de rangschikking van de aanvragen voor subsidie in het kader van onderwijsachterstandenbeleid zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 en artikel 19, geven burgemeester en wethouders voorrang op volgorde van onderstaande prioritering:
Subsidies voor activiteiten genoemd in artikel 20 kunnen worden aangevraagd door de schoolbesturen van Delftse OAB-scholen, de openbare bibliotheek in Delft en/of andere organisaties met aantoonbaar professionele expertise op het gebied van taaleducatie, leesbevordering of andere activiteiten die de taalontwikkeling van Delftse peuters en leerlingen in het basisonderwijs kunnen versterken.
Aldus besloten in de vergadering van het College d.d. [datum],
Burgemeester en wethouders van Delft,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
de burgemeester,
Mr. J. Krul
de secretaris.
Bijlage 1. Verklaring “geen recht op kinderopvangtoeslag”
De gegevens in deze aanvraag op naam van de ouder/verzorger die geen inkomen heeft.
………………………………………………………..…………………………….……………….
……………………………………………………………….……………………….…………..
Straatnaam, huisnummer + toevoeging :
…………………………………….……………………………………………….
…………………………………………………………….……………………………………………..
U hoeft alleen de gegevens in te vullen van het kind dat gaat deelnemen aan kinderopvang
……………………………………………………………………………………………….………
……………………………………………………………………………………………………………
_______________________________________________________________________
Hierbij verklaar ik geen recht te hebben op de kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang 1 . Dit verklaar ik door de bijgevoegde inkomensverklaring (voorheen IB60 formulier) en eventuele andere aanvullende bewijsstukken. De inkomensverklaring kunt u gratis downloaden bij de Belastingdienst of opvragen via de BelastingTelefoon 0800 - 0543.
De bijgevoegde inkomensverklaring van de Belastingdienst heeft betrekking op het meest recent voltooide kalenderjaar. In de periode tussen 1 januari en 1 juni is echter de inkomensverklaring van het daaraan voorafgaande jaar voldoende 2 .
Tevens verklaar ik hierbij (maak uw keuze door het juiste vakje aan te kruisen):
(bij 2 ouders) een van ons beiden werkt/studeert niet en heeft geen recht op kinderopvangtoeslag 3 en verzoeken daarom in aanmerking te komen voor gesubsidieerde kinderopvang
(bij één ouder) ik werk/studeer niet en kan geen aanspraak maken op kinderopvangtoeslag 3 en verzoek daarom in aanmerking te komen voor gesubsidieerde kinderopvang
Ik weet dat het onjuist invullen van dit formulier strafbaar is. Ik verklaar ermee bekend te zijn dat mijn gegevens aan de gemeente Delft worden verstrekt en door de gemeente op juistheid kunnen worden gecontroleerd bij andere personen en instanties. Ik weet dat wijzigingen die het recht op een subsidiebijdrage kunnen beïnvloeden, onmiddellijk moeten worden doorgegeven aan de instelling waar de kinderopvang bezocht wordt, onder overlegging van bewijsstukken.
Ondergetekende verklaart dat dit formulier naar waarheid is ingevuld zodat de gemeente kan vaststellen of hij/ zij recht heeft/hebben op een gesubsidieerd tarief voor de kinderopvang.
Handtekening: Plaats en datum :
Een ouder die geen recht heeft op de kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1. van de Wet Kinderopvang , kan bij gebruik van kinderopvang in aanmerking komen voor ‘de gemeentelijke regeling’. De ouder dient met deze ‘verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag’ en een inkomensverklaring van de belastingdienst aan de kinderopvang en aan de gemeente te verklaren dat ze geen recht heeft op kinderopvangtoeslag. De gemeente geeft dan een subsidie voor de kinderopvang, zodat de betreffende ouder een lager tarief in rekening gebracht krijgt voor de peuteropvang.
Kinderopvangtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang via de Belastingdienst. Of u in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag kunt u controleren op www.toeslagen.nl onder het kopje ‘Kan ik een toeslag krijgen?’.
Kinderopvangtoeslag vraagt u aan bij de Belastingdienst via www.toeslagen.nl. Hier kunt u ook een proefberekening maken.
Tegemoetkoming voor ouder(s)/verzorger(s) met een eigen onderneming
Zelfstandig ondernemers komen in aanmerking voor kinderopvangtoeslag volgens de Wet Kinderopvang . Ook de ouder, die zonder enige vergoeding arbeid verricht in de onderneming van de partner in de zin van art. 3.78 van de Wet Inkomstenbelasting 2001. Dit artikel gaat over de meewerkaftrek, die geldt als de partner tenminste 525 uur per jaar meewerkt. Als de man dus een onderneming heeft en de vrouw (of andersom) minimaal 525 uur per jaar meewerkt, voldoen ze beiden aan de criteria voor de Wet Kinderopvang, hebben ze dus recht op een tegemoetkoming van de Belastingdienst en kan er dus geen gebruikgemaakt worden van de ‘gemeentelijke regeling’.
Hoe kom ik in aanmerking voor ‘de gemeentelijke regeling’?
Een ouder/verzorger dient aan te tonen dat er geen recht is op de kinderopvangtoeslag.
Daarvan is bijvoorbeeld sprake als u niet allebei een inkomen heeft. U kunt dit aantonen door een inkomensverklaring (voorheen IB60 formulier) aan te vragen bij de Belastingdienst.
Voorwaarde hiervoor is wel dat u een belastingaangifte ingediend heeft.
Niet in alle gevallen blijkt uit de inkomensverklaring dat er geen sprake is van inkomen uit arbeid (bijv. in geval van een uitkering). In dat geval moet u aanvullende verklaring bewijsstukken geen recht op toeslag (zie blad 3) met de daarbij behorende bewijsstukken overleggen waaruit blijkt dat wel sprake is van inkomen maar niet van inkomen uit arbeid.
Wat is een Inkomensverklaring?
Een inkomensverklaring (voorheen IB60 formulier) is in feite bedoeld om andere (overheids)instanties, die geen inzage hebben in de inkomensgegevens van burgers, te informeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een woonstichting die wil weten hoeveel inkomen iemand heeft om vast te kunnen stellen of iemand voor een bepaalde huurwoning in aanmerking komt. Indien een belastingplichtige een beroep doet op een dergelijke inkomensafhankelijke regeling van een (overheids)instantie dan wenst zij een overzicht waarop de inkomensgegevens van de belastingplichtige staat. Hij kan zich in dit geval wenden tot de Belastingdienst met het verzoek een inkomensverklaring te ontvangen. De verklaring moet aangevraagd worden voor de ouder die geen inkomen heeft, maar deze moet dus wel, eventueel via de partner, een aangifte ingediend hebben. Indien u geen aangifte heeft gedaan en daarom geen inkomensverklaring kunt ontvangen kunt u overwegen alsnog aangifte te doen om een inkomensverklaring te verkrijgen.
Een overschrijding van het maximum aantal uren kinderopvang waarover men recht heeft op kinderopvangtoeslag (140% van de arbeidsuren van de minstwerkende ouder) geeft geen recht om deze "Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag" in te vullen. In de basis heeft men dan namelijk wel recht op kinderopvangtoeslag.
U kunt controleren of u recht heeft op kinderopvangtoeslag op www.toeslagen.nl onder het kopje ‘Kan ik een toeslag krijgen?’.
U kunt controleren of u recht heeft op kinderopvangtoeslag op www.toeslagen.nl onder het kopje ‘Kan ik een toeslag krijgen?’.