Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent de Subsidieregeling Fonds (de Subsidieregeling Fonds Delft 2040 gemeente Delft 2019) |
Citeertitel | de Subsidieregeling Fonds Delft 2040 gemeente Delft 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-10-2019 | nieuwe regeling | 25-06-2019 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Agenda Delft 2040: De Agenda Delft 2040 betreft de ambities van de gemeente Delft. Om van Delft een toonaangevende technologische kennisstad te maken, waar het goed wonen, werken en verblijven is. Een stad die gebruik maakt van duurzame energie, die staat voor het merk ‘Delft’, én optimaal bereikbaar is. Waar bezoekers genieten van de rijke historie en cultuur. Een stad die ‘bouwt’ aan een evenwichtig woningaanbod en passende voorzieningen.
Hoofdstuk 2 Subsidie Fonds Delft 2040
Artikel 7 Indiening aanvraag en beslistermijn
Een subsidieaanvraag kan het gehele jaar worden ingediend, na een door de gemeenteraad genomen positief besluit op de ingediende businesscase. In deze businesscase is het realiseren (van een deel) van de activiteiten door middel van subsidie opgenomen. In de businesscase die de besluitvormingsroute ingaat, is daarom al een concept subsidieaanvraag bijgevoegd.
Bij de aanvraag overlegt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:
een business case waarin een sluitende begroting en een realistisch dekkingsplan voor de kosten en opbrengsten van deze activiteiten is opgenomen. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
Het subsidiebeleid van de gemeente Delft is vastgelegd in de Algemene subsidieverordening gemeente Delft 2018 (ASV 2018). Gebruikmakend van artikel 3 van de ASV 2018, is de subsidieregeling Fonds Delft 2040 opgesteld. Artikel 3 geeft het college van burgemeester en wethouders (college) de bevoegdheid nadere regels vast te stellen waarin wordt geregeld welke activiteiten subsidiabel zijn, wie subsidie kunnen krijgen, welke verplichtingen gelden voor de subsidieontvanger, hoe de hoogte van de subsidiebedragen wordt berekend en hoe de subsidie wordt betaald.
De Subsidieregeling Fonds Delft 2040 is opgesteld om aan Initiatieven die passen binnen de opgaven van Agenda Delft 2040 een subsidie te kunnen verstrekken.
Algemene wet bestuursrecht eist dat in een wettelijk voorschrift zoals een bepaling in een verordening of subsidieregeling, wordt omschreven voor welke activiteiten subsidie kan worden verleend (artikel 4:23, eerste lid). Daar is in de Subsidieregeling aandacht aan besteed. Ook is omschreven welke procedure wordt gevolgd bij het behandelen van subsidieaanvragen. Een subsidieregeling bevat algemeen verbindende voorschriften en heeft als voordeel ten opzichte van beleidsregels dat er verplichtingen voor de aanvragers en ontvangers in kunnen worden opgenomen. Daarnaast kunnen ze zo nodig snel worden gewijzigd, omdat het college het bevoegde bestuursorgaan is
De Subsidieregeling is gebaseerd op artikel 3, tweede lid, van de ASV 2018. De ASV 2018 is van toepassing op de subsidies die op grond van de Subsidieregeling worden verleend. De ASV 2018 stelt bijvoorbeeld eisen aan de indiening van aanvragen en beslistermijnen. Die eisen zijn dus niet opgenomen in de Subsidieregeling, tenzij er in de regeling vanaf wordt geweken. Dat mag alleen wanneer de ASV 2018 die mogelijkheid biedt.
Voor zover nodig lichten we hieronder per artikel toe op welke manier we de regels uitleggen.
Hoofdstuk 2 Subsidie Fonds Delft 2040
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Subsidies vanuit Fonds Delft 2040 worden verleend aan acitiviteiten in businesscases die een bijdrage leveren aan de opgaven van de Agenda Delft 2040.
Alleen rechtspersonen kunnen een subsidie krijgen. Bij uitzondering kan het college hiervan afwijken.
Artikel 4 Voorwaarden subsidies
Wanneer een businesscase is ingediend, wordt beoordeeld of aan de voorwaarden wordt voldaan voor een bijdrage vanuit het fonds aan de hand van de volgende criteria:
Het college en de raad beoordelen of een businesscase in voldoende mate voldoet aan de criteria. Bij de businesscase zit ook de concept subsidieaanvraag. Na een positief raadsbesluit op de businesscase zal het college de subsidieaanvraag conform besluiten.
Als een subsidieplafond is vastgesteld, dan moet een subsidie worden geweigerd wanneer verstrekking zou leiden tot overschrijding van het plafond. Het subsidieplafond is het bedrag dat in een bepaald subsidietijdvak maximaal beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies op grond van een wettelijk voorschrift (zoals de Subsidieregeling) voor een bepaalde activiteit.
Het kan voorkomen dat het laatste geld dat beschikbaar is, niet voldoende is om een subsidieaanvraag volledig toe te kennen. Als het college vindt dat het bedrag te laag is om de activiteiten uit te voeren, dan wordt de subsidie geweigerd. Alleen wanneer het college het aannemelijk vindt dat de activiteit met het beschikbare restbedrag zal worden uitgevoerd, verleent het de subsidie.
De ontvangers van een subsidie zullen de wensen m.b.t. social return meekrijgen. Het wordt niet verplicht gesteld.
De wensen met betrekking tot social return zijn richting de aanvrager:
Voor bedragen meer dan € 100.000,- wordt gevraagd 5% van het subsidiebedrag te besteden aan social return: het inzetten van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij het uitvoeren van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt ontvangen. Doel van de verplichting is deze mensen meer kansen op (vast) werk te bieden. Doelgroepen zijn bijvoorbeeld jongeren met een beperking, langdurig werklozen, maar ook leerlingen van een beroepsopleiding. Het kan zijn dat een subsidieontvanger meer of betere mogelijkheden ziet om dit doel langs andere weg te bereiken, bijvoorbeeld door af te spreken dat hij leveranciers zal betrekken die met de doelgroep werken