Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zederik

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en levensbesch. vormingsonderwijs

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZederik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening subsidiëring godsdienstonderwijs en levensbesch. vormingsonderwijs
CiteertitelVerordening subsidiëring godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs gemeente Zederik 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs, art. 50
  2. Wet op het primair onderwijs, art. 51
  3. Gemeentewet, art. 147
  4. Gemeentewet, art. 148

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-03-2009nieuwe regeling

28-05-2001

onbekend

-1.851.1A/B.0 ZED 4310

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en levensbesch. vormingsonderwijs

Geconsolideerde tekst van de regelingOnderwerp:Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs enlevensbeschouwelijk vormingsonderwijsgemeente Zederik.De Raad der gemeente Zederik;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 mei 2001;gelet op de artikelen 50 en 51 van de Wet op het Primair Onderwijs en de artikelen 147en 148van de gemeentewet;gelet op de Algemene Wet Bestuursrecht;b e s l u i t :vast te stellen de navolgende “Verordening regelende de subsidiëring vangodsdienstonderwijs en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op scholen voorbasisonderwijs in de gemeente Zederik”.

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder :Instellingen: kerkelijke gemeenten, plaatselijk kerken, rechtspersonen met volledigerechtsbevoegdheid die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doelstellen of organisaties op geestelijke grondslag die volledige rechtsbevoegdheid bezitten;Godsdienstonderwijs: het onderwijs zoals dat wordt gegeven door leraren daartoe aangewezendoor kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken of rechtspersonen met volledigerechtsbevoegdheid die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doelstellen;Levensbeschouwelijk vormingsonderwijs: het onderwijs zoals dat wordt gegeven door lerarendaartoe aangewezen door volledige rechtsbevoegdheid bezittende organisaties op geestelijkegrondslag;Scholen: scholen voor basisonderwijs in de gemeente Zederik. 

Artikel 2  

Burgemeester en wethouders kunnen aan instellingen een tegemoetkoming verlenen voor hetgeven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, hierna te noemen hetonderwijs, op scholen in de gemeente Zederik. 

Artikel 3  

Het onderwijs wordt gedurende de normale schooltijden in het schoolgebouw gegeven. 

Artikel 4  

Het onderwijs wordt alleen gegeven aan leerlingen waarvan de ouders, voogden of verzorgerszich daarmee vooraf akkoord hebben verklaard.

Artikel 5  

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het onderwijs alsmede de zorg dat het onderwijspedagogisch en didactisch verantwoord is, berust bij de instelling die dit onderwijs geeft of doetgeven.

Artikel 6  

  • 1.

    De met het geven van onderwijs belaste leraren onthouden zich van het voeren vanpropaganda voor enige kerkelijke c.q. politieke groepering of richting. 

  • 2.

    Zij gedragen zich naar de aanwijzingen door de directeur van de school te geven enverstrekken hem alle verlangde inlichtingen, teneinde de goede gang van het onderwijs aandie school te waarborgen 

Artikel 7  

Indien één van de leerkrachten van de school als leraar in de zin van deze verordening op deeigen school werkzaam is, bestaat geen recht op een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2. 

Artikel 8  

De in artikel 2 bedoelde tegemoetkoming wordt gegeven voor één wekelijks lesuur van tenminste45 minuten en bedraagt € 526,16 (ƒ 1.159,50) per school. Jaarlijks met ingang van 1 januari 2002zal de vergoeding worden aangepast aan het dan geldende salaris voor een vakleerkrachtbasisonderwijs. 

Artikel 9  

De tegemoetkoming wordt slechts toegekend voor zover het onderwijs minimaal aan één leerlingwordt gegeven. 

Artikel 10  

  • 1.

    De instellingen die in aanmerking willen komen voor de in artikel 2 bedoelde vergoedingdienen jaarlijks voor 1 februari een verzoek in. 

  • 2.

    In het verzoek wordt vermeld het aantal lesuren en het vermoedelijke aantal leerlingen, datde lessen zal bijwonen. 

Artikel 11  

Per kwartaal zal een voorschot met een maximum van een vierde gedeelte van de voorlopigtoegekende vergoeding, verstrekt kunnen worden. 

Artikel 12  

  • 1

    Binnen een maand na afloop van het schooljaar moet een opgave ingediend worden, waarbij– voor elke school afzonderlijk – de volgende gegevens vermeld moeten worden.

    • a.

      de naam van de leraar die belast geweest is met het geven van onderwijs;

    • b.

      het aantal lesuren dat is gegeven;

    • c.

      de dagen en uren waarop deze lesuren werden gegeven;

    • d.

      het aantal leerlingen dat de lessen heeft bijgewoond

Artikel 13  

  • 1.

    Aan de hand van de op grond van artikel 12 ingediende gegevens stellen burgemeester enwethouders de definitieve vergoeding vast 

  • 2.

    Betaalde voorschotten zullen met de definitieve vergoeding verrekend worden. 

Artikel 14  

De vergoeding mag noch middelijk nog onmiddellijk aan de school zelf ten goede komen en zalworden ingetrokken indien blijkt dat dit het geval is. 

Artikel 15  

Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften vaststellen ter uitvoering van dezeverordening. 

Artikel 16  

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders. 

Artikel 17  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2002; 

  • 2.

    Met ingang van deze datum vervalt de Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs enlevensbeschouwelijk vormingsonderwijs gemeente Zederik, vastgesteld door de raad van degemeente Zederik in zijn vergadering van 30 juni 1986 en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluitvan 20 december 1993. 

Artikel 18  

Deze verordening kan aangehaald worden als “Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs enlevensbeschouwelijk vormingsonderwijs gemeente Zederik 2001”. 

Aldus vastgesteld in de openbare vergade-ring van de raad van de gemeente Zederik,gehouden op 28 mei 2001.De secretaris,                              De voorzitter,