| Overheidsorganisatie | Gemeente Uitgeest |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening voorzieningenfonds |
| Citeertitel | Verordening voorzieningenfonds |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp | overig |
Deze versie van de 'Verordening voorzieningenfonds' is de vierde wijziging van de oorspronkelijke 'Verordening voorzieningenfonds' vastgesteld bij raadsbesluit van 27-08-1998, nummer 98/60.
Datum inwerkingtreding is bij benadering ingevuld.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 22-06-2006 | 01-01-2006 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 01-06-2006 De Uitgeester, 14-06-2006 | nummer 06/41 |
VERORDENING VOORZIENINGENFONDS
Verordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 augustus 1998, nummer, 98/60, in werking getreden op 1 januari 1998.
Gebaseerd op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht.
1e wijziging: bij Raadsbesluit d.d. 16 december 1999, nummer 99/129, in werking getreden met ingang van 1 januari 2000.
2e wijziging bij Raadsbesluit d.d. 27 november 2003, nummer 03/95, in werking getreden met ingang van 1 januari 2004.
3e wijziging bij Raadsbesluit van 27 april 2006, nummer 06/17, in werking getreden met terugwerkende kracht op 1 januari 2006.
4e wijziging bij Raadsbesluit van 1 juni 2006, nummer 06/41, in werking getreden met terugwerkende kracht op 1 januari 2006.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
het fonds: Het Gemeentelijk Voorzieningenfonds Uitgeest;
burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest;
inwoner: de persoon die is opgenomen in het persoonsregister van de gemeente Uitgeest en aldaar ook feitelijk verblijft;
subsidie: de uit het fonds te verstrekken bijdrage;
doelgroep: inwoners aangewezen op een inkomen dat gelijk is aan of minder is dan 120% van de bijstandsnorm van het betreffende type huishouding en met een vermogen, niet zijnde vermogen gebonden in de door aanvrager en zijn gezin bewoonde woning, beneden het vrij te laten bescheiden vermogen zoals genoemd in artikel 54 1e lid van de Algemene bijstandswet;
deelname maatschappelijk verkeer: het gebruik maken van of deelnemen aan voorzieningen met een sociaal/cultureel, recreatief of educatief karakter.
Uit het fonds wordt aan inwoners behorende tot de doelgroep een subsidie verstrekt voor de kosten van deelname aan het maatschappelijk verkeer.
Uit het fonds wordt aan inwoners behorende tot de doelgroep een subsidie verstrekt voor de kosten van tot hun huishouding behorende schoolgaande kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar welke leeftijd wordt bepaald op 1 augustus van het betreffende jaar.
Indien een derde de aanvraag indient, dient de instemming van de aanvrager te blijken of redelijker¬wijs te blijken.
Het bureau sociale zaken en huisvesting stelt de aanvrager en/of de belanghebbende, zo nodig in de gelegenheid de aanvraag toe te lichten.
De aanvraag dient te geschieden op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.
De aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 2 moet zijn ingediend in de maand januari volgend op het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
De hoogte van de subsidie in de in artikel 2 lid 1 bedoelde kosten bedraagt maximaal € 110,-- per inwoner per kalenderjaar.
De hoogte van de subsidie in de in artikel 2 lid 2 bedoelde kosten bedraagt € 125,-- per schoolgaand kind per kalenderjaar.
Burgemeester en wethouders nemen binnen 6 weken na datum van ontvangst van de aanvraag om een subsidie een beslissing.
Een beslissing op de aanvraag wordt schriftelijk met redenen omkleed aan de aanvrager medegedeeld. De beslissing vermeldt tevens de mogelijkheid van het indienen van bezwaarschrift tegen de beslissing, alsmede de termijn waarbinnen een bezwaarschrift moet worden ingediend.
Een aanvraag om een subsidie wordt, behalve op grond van hetgeen uit voorgaande artikelen voortvloeit en behoudens het bepaalde in artikel 11 geweigerd indien:
De aanvrager niet behoort tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 1, sub e.;
De aanvrager in het desbetreffende kalenderjaar reeds de maximale subsidie uit het fonds is verleend;
Burgemeester en wethouders kunnen bij een met redenen omkleed besluit bepalen dat een toegekende subsidie dient te worden terugbetaald indien de aanvrager onjuiste en/of onvolledige gegevens heeft verstrekt en een subsidie als gevolg daarvan ten onrechte is toegekend.
Burgemeester en wethouders brengen jaarlijks over het voorafgaande jaar verslag uit aan de gemeenteraad omtrent de uitvoering van deze verordening.
De betaling van de subsidie zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 geschiedt na overlegging van de betalingsbewijzen van de kosten waarin om een bijdrage wordt gevraagd door overmaking op een door aanvrager op te geven bank- of girorekening.
De betaling van de subsidie zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 geschiedt binnen twee weken nadat door burgemeester en wethouders is besloten tot toekenning van de subsidie door overmaking op een door aanvrager op te geven bank- of girorekening.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de subsidie betaalbaar te stellen voordat de kosten waarin om een bijdrage wordt gevraagd, zijn gemaakt.
Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van de verordening nadere voorschriften geven.
In gevallen waarin deze Verordening niet voorziet en waarin het afwijzen van de aanvraag om een subsidie een bijzondere hardheid zou betekenen voor aanvrager zijn burgemeester en wethouders bevoegd in bijzonde¬re gevallen af te wijken van het bepaalde in artikel 2 en artikel 3 lid 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening voorzieningenfonds ".
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.