Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen 2019 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Groningen 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-10-2019 | 01-10-2019 | Nieuwe regeling | 25-09-2019 | 136169-2019 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
Artikel 2 De door het college noodzakelijk te achten vervoersvoorziening
Wanneer het college een vervoersvoorziening toekent, verwacht zij van de ouders een eigen bijdrage als de ouders slechts voor een deel recht hebben op vergoeding van de vervoerskosten. De hoogte van deze eigen bijdrage hangt af van wat daarover is geregeld in deze verordening. Als de eigen bijdrage niet of niet helemaal door de ouders wordt betaald vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening. Dat gebeurt ook als de ouders te laat betalen.
Artikel 3 Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Ouders kunnen een vervoersvoorziening aanvragen voor het bezoeken van een school die verder weg ligt van de woning dan een andere school van dezelfde onderwijssoort. Dit kan alleen als de ouders schriftelijk verklaren dat zij grote bezwaren hebben tegen de richting van het onderwijs van de scholen waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4 De afstand tussen de woning en school
Het college kent aan de ouders van de leerlingen een vergoeding toe als:
de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school voor het speciaal onderwijs meer dan drie kilometer bedraagt, uitgezonderd de scholen voor voortgezet onderwijs van cluster 4 van de Regionaal Expertise Centra (voorheen scholen voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen en Pedologisch Instituut);
Artikel 5 Toekenning vervoersvoorziening
Het college bepaalt de manier, het tijdstip van de verstrekking of de uitbetaling en de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.
Artikel 7 Doorgeven van veranderingen
Als de ouders niet voldoen aan wat er in het eerste lid staat, en er sprake is van een verandering volgens het tweede lid en er daardoor ten onrechte een vervoersvoorziening is toegekend, dan vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening meteen. Het college kan daarna opnieuw een vervoersvoorziening toekennen en deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Artikel 8 Peildatum leeftijd leerling
Voor het toekennen van een vervoersvoorziening op basis van artikel 13 geldt de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.
Als de leerling een vergoeding voor reiskosten ontvangt vanuit een andere regeling, dan wordt dit bedrag in mindering gebracht op de vergoeding van de vervoersvoorziening.
§ 2 Bepalingen over het vervoer van leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 14 Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
In het geval dat aangepast vervoer is toegekend, verwacht het college dat de ouders minimaal één keer per week op een vast dagdeel of vaste dagdelen de leerling zelf naar school brengen of van school halen. Hiervoor hebben zij recht op een vergoeding van de kilometerprijs zoals bepaald in artikel 15. In deze situaties vergoedt het college de kosten van het aangepast vervoer voor maximaal 9 dagdelen in de week.
Artikel 15 Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Als ouders toestemming volgens het vorige lid hebben, dan vergoedt het college aan de ouders:
die recht hebben op een vergoeding op basis van het openbaar vervoer, een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behalve als de leerling kan fietsen. In dat geval vergoedt het college een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets volgens de Reisregeling binnenland; of
Als ouders toestemming hebben volgens lid 1, dan vergoedt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto volgens de Reisregeling binnenland, behalve in situaties volgens het vierde lid. In dat geval vergoedt het college aan de ouders de kosten van het vervoer van één leerling.
Als het college het vervoer zelf verzorgt of laat verzorgen, in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen, dan betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage. Deze eigen bijdrage is gelijk aan de kosten van het openbaar vervoer over de afstand volgens artikel 12. Dit geldt alleen als het verzamelinkomen van de ouders meer bedraagt dan € 26.550,-.
De kosten voor openbaar vervoer uit het eerste en tweede lid, betreffen de kosten die redelijkerwijs zouden worden gemaakt over de afstand volgens artikel 12. Dit geldt ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die de leerling kan krijgen.
Het bedrag van € 26.550,- uit het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2020 jaarlijks aangepast. Dit gebeurt aan de hand van de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar. Het bedrag wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van € 450,-.
Artikel 17 Financiële draagkracht
Als het college het vervoer zelf verzorgt of laat verzorgen in plaats van een vergoeding, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, dan betalen de ouders een extra bijdrage. Deze bijdrage is afhankelijk van de financiële draagkracht.
Het verzamelinkomen in het derde lid, wordt met ingang van 1 januari 2020 jaarlijks aangepast. Dit gebeurt aan de hand van de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar. Het bedrag wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van € 500,-.
De eigen bijdragen in het derde lid worden met ingang van 1 januari 2020 jaarlijks aangepast. Dit gebeurt aan de hand van de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar. De bedragen worden naar beneden afgerond op een veelvoud van € 5,-.
§ 3 Bepalingen over het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
Artikel 18 Algemene bepalingen over het vervoer van leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs
In deze paragraaf verstaan we onder school:
Artikel 19 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding en vervoer per fiets
Wanneer een leerling een school bezoekt volgens artikel 18, vergoedt het college de kosten van het openbaar vervoer van de leerling én de begeleider als de leerling door een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken.
Artikel 20 Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
In het geval dat aangepast vervoer is toegekend, verwacht het college dat de ouders minimaal één keer per week op een vast dagdeel of vaste dagdelen de leerling zelf naar school brengen of van school halen. Hiervoor hebben zij recht op een vergoeding van de kilometerprijs zoals bepaald in artikel 21. In deze situaties vergoedt het college de kosten van het aangepast vervoer voor maximaal 9 dagdelen in de week.
Artikel 21 Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Als ouders toestemming hebben voor het bepaalde in lid 1, dan vergoedt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, of laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behalve het bepaalde in het vierde lid. In dit geval vergoedt het college aan de ouders de kosten van het vervoer van één leerling.
§ 4 Bepalingen over weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 22 Toekenning vervoersvoorziening voor het weekeinde en de vakantie aan in de gemeente wonende ouders
Het college kan volgens het bepaalde in deze paragraaf op aanvraag een vervoersvoorziening vergoeden voor het weekeinde- en vakantievervoer van de leerling. De leerling verblijft met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin.
Artikel 23 Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie
Het college vergoedt aan de ouders een vervoersvoorziening voor het weekeindevervoer van de leerling. Het gaat om de eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug. De weekeinden mogen niet vallen binnen de schoolvakanties volgens lid 2.
Het college vergoedt aan de ouders een vervoersvoorziening voor het vakantievervoer van de leerling. Het gaat om de eenmaal per schoolvakantie gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug. De schoolvakantie moet minimaal twee dagen duren en voorkomen in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
Als aan een leerling een vervoersvoorziening is verstrekt in de vorm van aangepast of openbaar vervoer, dan moet de leerling de aanwijzingen over de orde, rust, veiligheid en een goede bedrijfsgang opvolgen. Deze aanwijzingen moeten door de vervoerder duidelijk zijn gemaakt. Het op tijd aanwezig zijn van de leerling bij het afhalen door de vervoerder valt hier ook onder.
Als een leerling bij herhaling agressief gedrag vertoont of op een andere manier de orde in het voertuig verstoort kan het college de leerling tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen. Dit geldt ook wanneer de leerling de veiligheid van het voertuig of inzittenden in gevaar brengt of de aanwijzingen van de vervoerder niet opvolgt. Dit geldt ook wanneer bij herhaling of zonder opgave niemand aanwezig is om de leerling ’s middags op te vangen.
Artikel 25 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 26 Afwijken van bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening. Het college kan daarbij advies vragen aan deskundigen.