Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019 |
Citeertitel | Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019 |
Externe bijlagen | RIS303590 bijlage 1 RIS303590 bijlage 2 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-10-2019 | 01-07-2019 | 06-10-2020 | nieuwe regeling | 01-10-2019 | RIS303590 BOW/2019.152 |
Als gevolg van het rekenkamerrapport “Eerlijk Delen’’ RIS 297663) moet in subsidieregelingen het concrete doel van de subsidie en het daaraan gerelateerde maatschappelijke doel uit gemeentelijk beleid worden opgenomen. Ten behoeve van het primair onderwijs wordt daarom de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019 vastgesteld en de subsidieregeling integrale plannen Den Haag 2016 ingetrokken. Het gaat om verschillende soorten subsidies die allen bijdragen aan het realiseren van de ambities uit de Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
besluit vast te stellen de volgende Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
programma met beschrijving van activiteiten en een begroting voor de duur van één kalenderjaar en dat onderdeel is van een lopend meerjarenprogramma; | |
de website die door CultuurSchakel is ingericht voor het boeken van culturele activiteiten ten behoeve van het cultuuronderwijs; | |
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag; | |
basisschool als bedoeld in artikel 1 van de wet op het primair onderwijs; | |
activiteiten die extra of verrijkend zijn ten opzichte van het reguliere onderwijsaanbod, in de vorm van: a. een educatief, cursorisch naschools aanbod, dat gericht is op bepaalde vak- of vormingsgebieden; of b. een verrijkt onderwijsaanbod onder schooltijd, waarbij samengewerkt wordt met één of meerdere scholen of brede buurtschoolpartners; | |
buitenschoolse opvang als bedoeld in artikel 1, onder c van het Besluit kwaliteit kinderopvang; | |
activiteiten ten behoeve van het onderwijs in de vorm van museumlessen, bezoeken aan tentoonstellingen en schoolvoorstellingen binnen een school of op een locatie in de stad; | |
het aanbod van extra lessen of activiteiten buiten de reguliere schooltijden; | |
voorziening waarbij scholen, sportverenigingen en andere (sport)partners uit de buurt in samenwerking naschoolse sportprogramma’s aanbieden in wijken waar nauwelijks sportverenigingen zijn gehuisvest; | |
een hbo-gediplomeerde medewerker met kennis van en ervaring met de ontwikkeling van het jonge kind, die de pedagogisch medewerkers begeleidt bij en coacht op het realiseren van voorschoolse educatie met een hoge kwaliteit; | |
een hbo-gediplomeerde medewerker of een leerkracht van de basisschool met kennis en ervaring op het gebied van het jonge kind, die samen met één leidster van de voorschool de voorschoolse educatie uitvoert; | |
Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”; | |
integraal kindcentrum, zijnde een centrum waarin school en kinderopvang of peuteropvang als één organisatie samenwerken aan de optimale en brede ontwikkeling van 0- tot 13-jarige kinderen; | |
rechtspersoon als bedoeld in artikel 17, 17d, 47, 48 of 55 van de wet op het primair onderwijs; | |
een meerjarig beleidsplan waarop een jaarlijks activiteitenplan wordt gebaseerd met een integrale beschrijving per onderdeel aan welke HEA-ambities en doelen het bijdraagt en dat tevens de verbinding bevat met het onderwijskundig beleid als beschreven in het schoolplan of instellingsplan; | |
intensief onderwijs dat (groepen) leerlingen tijdens reguliere schooltijden krijgen om taalontwikkeling te stimuleren, waarbij sprake is van extra personele inzet bovenop de reguliere formatie; | |
een samenwerking tussen ten minste vier scholen en een hogeschool, universiteit of onderzoeksinstelling, die in de praktijk onderzoek doen of kennis of leerprogramma’s ontwikkelen voor de lespraktijk op scholen in een grote stad; | |
kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang; | |
6 uur onderwijstijdverlenging per week, verplicht voor leerlingen in de leerjaren die meedoen aan het leerkansenprofiel; | |
een netwerk waarin groepen leerkrachten of teams van een school samenwerken met groepen leerkrachten of teams van andere scholen om op basis van een bepaalde taak, functie of doel met elkaar kennis en ervaringen uitwisselen over hun dagelijkse praktijk; | |
integraal programma van activiteiten gericht op het realiseren van een of meer van de doelen uit de HEA waarin meerdere partijen met elkaar kunnen samenwerken; | |
score van een school op zwaarte onderwijsachterstanden, conform de berekeningen door het Centraal Bureau voor de Statistiek, uitgaande van de meest recente cijfers, zonder toepassing van de drempel, te vinden op: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2019/07/achterstandsscores-per-school-2018; | |
uitbreiding van de wettelijk verplichte onderwijstijd op grond van artikel 165 Wet op het primair onderwijs, die een school die LKP aanbiedt, dient te verzorgen; | |
leerlingen leren over zichzelf in verhouding tot de wereld om hen heen. Er is aandacht voor het globale aspect in de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke competenties, het leren over diversiteit in politiek, cultuur, normen en waarden, het leren samen te leven en werken, een eigen mening te vormen en die van anderen te respecteren; | |
Richtlijn voor Sportdeelname Onderzoek; gestandaardiseerd onderzoek om de frequentie, sporttak, sportvorm, organisatievorm en accommodatiebenutting van grote bevolkingsgroepen in kaart te brengen en die ook wordt gebruikt in het Nationale Sportonderzoek; | |
een vorm van intensieve of extra leertijd, bestemd voor leerlingen die aantoonbaar onder hun cognitieve niveau presteren omdat ze een grote achterstand in de Nederlandse taal hebben, waarbij deze leerlingen in een aparte en kleinere groep gedurende één volledig schooljaar intensief taalonderwijs wordt aangeboden, zodat zij (een groot deel van) hun achterstand inlopen; | |
school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een school voor voortgezet speciaal onderwijs; | |
schoolplan zoals bedoeld in artikel 12 van de Wet op het primair onderwijs; | |
voorziening op een (speciale) school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs waardoor leerlingen die niet kunnen deelnemen aan het reguliere sportaanbod, wekelijks via school kunnen sporten en bewegen in clubverband en leren hoe een sportvereniging werkt; | |
vakleerkrachten lichamelijke opvoeding die naast het verzorgen van bewegingsonderwijs verantwoordelijk zijn voor de coördinatie en deels uitvoering van het naschoolse sportaanbod, in samenwerking met derden; | |
de omgeving in en om school is zodanig dat leerlingen in een fysieke en sociaal veilige omgeving kunnen leren en ontwikkelen; | |
een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs; | |
onderwijs waarin rekening wordt gehouden met specifieke grote stadskenmerken en daaruit voortvloeiende aandachtspunten bij de ontwikkeling van kinderen. Dit betreft: grote diversiteit in kinderen en ouders op het gebied van taal en cultuur en grote diversiteit in de stad van aanbod en mogelijkheden; | |
extra leertijd voor basisschoolleerlingen gedurende één of meerdere weken in de schoolvakantie waarbij de taalontwikkeling van de leerlingen centraal staat; | |
een school en een voorschoolse voorziening die met elkaar samenwerken en een gezamenlijk onderwijskundig beleid voeren; | |
extra leertijd voor basisschoolleerlingen in het weekend, specifiek gericht op het verbeteren van de cognitieve leerprestaties. |
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in de artikelen 2:1, 3:1:1, 3:2:1, 4:1:1, 5:1:1, 5:2:1, 5:3:1, 5:4:1, 5:5:1, 5:6:1, 5:7:1, 5:8:1, 5:9:1, 5:10:1, 5:11:1, 5:12:1, 5:13:1 en 5:14:1 bedoelde activiteiten.
Subsidie voor activiteiten als bedoeld in deze subsidieregeling wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen voor primair onderwijs ten behoeve van basisscholen.
Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 ingediend in een van de volgende perioden:
a. 15 juni tot en met 15 september in het jaar voorafgaand aan het jaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden;
b. 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden, tot 31 maart in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden;
c. 1 oktober tot en met 15 november in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd zullen plaatsvinden;
d. 1 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden, tot en met 31 oktober in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden.
Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 op een subsidieaanvraag als bedoeld in:
Artikel 1:7 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Artikel 1:8 Verschuiven inzet middelen.
De subsidieontvanger mag met overschotten op de verleende subsidie tussen schoollocaties en activiteiten schuiven binnen de ambities en doelen als volgt:
a. voor subsidie verstrekt op grond van hoofdstuk 2 tussen de activiteiten uit een activiteitenprogramma;
b. voor subsidie verstrekt op grond van hoofdstuk 3 tussen de locaties waarvoor de subsidie is verleend;
c. voor subsidie verstrekt op grond van hoofdstuk 4 tussen de locaties waarvoor de subsidie is verleend;
d. voor subsidie verstrekt op grond van de paragrafen 5:9 en 5:10 en 5:12 tot en met 5:14 tussen de activiteiten en de locaties waarvoor subsidie is verleend;
e. voor subsidie verstrekt op grond van de paragrafen 5:1 tot en met 5: 8 en 5:11 tussen de locaties waarvoor de subsidie is verleend;
Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de subsidieontvanger deelt ervaringen en stelt ontwikkelde producten kosteloos ter beschikking aan andere organisaties;
b. de subsidieontvanger werkt mee aan het onderzoek van de op grond van artikel 27 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 aangewezen toezichthouder; en
c. de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;
Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, kunnen aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen worden opgelegd:
a. de subsidieontvanger neemt deel aan stedelijke bijeenkomsten om ervaringen en kennis te delen; en
b. de subsidieontvanger werkt mee aan schoolbezoeken ter verkrijging van inzicht in de gesubsidieerde activiteiten en de aansluiting op het reguliere onderwijs.
Het college stelt jaarlijks voor 1 juli het subsidieplafond, voor het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft, vast voor subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:1:1, 3:2:1, 5:1:1, 5:2:1, 5:3:1, 5:4:1, 5:5:1, 5:6:1, 5:7:1, 5:8:1, 5:9:1, 5:10:1, 5:11:1, 5:12:1, 5:13:1 en 5:14:1.
Artikel 1:11 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd als:
Hoofdstuk 2. Bekostiging programma’s via de Haagse Onderwijskamers
In aanvulling op artikel 1:3 kan subsidie ook worden verstrekt aan een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs.
Artikel 2:3 Aanvullende weigeringsgrond
In aanvulling op artikel 1: 11 wordt subsidie voor een programma als bedoeld in artikel 2:1 geweigerd als het meerjarenprogramma en het activiteitenprogramma van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft niet is voorzien van een positief advies van de toepasselijke Haagse Onderwijskamer.
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 2:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder c.
Hoofdstuk 3. Ambitie 2 “Voldoende, bekwame en innoverende onderwijsprofessionals”
Paragraaf 3.1 Subsidie “Onderwijsprofessionals en urban education”
Artikel 3:1:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 3:1:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van een lerend netwerk of kenniswerkplaats betreffende:
Artikel 3:1:3 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal € 50.000,-- per kalenderjaar.
Artikel 3:1:4 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in de volgende door het college vastgestelde volgorde, totdat het subsidieplafond is bereikt:
a. allereerst aanvragen betreffende lerende netwerken en kenniswerkplaatsen die hun derde uitvoeringsjaar ingaan;
b. daarna aanvragen betreffende lerende netwerken en kenniswerkplaatsen die hun tweede uitvoeringsjaar ingaan;
c. daarna aanvragen betreffende lerende netwerken of kenniswerkplaatsen die nog moeten starten.
Artikel 3:1:5 Aanvraagvereiste
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager een afschrift van een samenwerkingsovereenkomst waarin ten minste is geregeld dat:
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 3:1:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
Paragraaf 3:2 Subsidie “Stimulering onderwijsbevoegdheid voor LKP-vakleerkrachten”
Artikel 3:2:2 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal € 1.750,-- per LKP-vakleerkracht per kalenderjaar en wordt gedurende maximaal twee jaren verstrekt.
Artikel 3:2:3 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in de volgende door het college vastgestelde volgorde, totdat het subsidieplafond is bereikt:
a. allereerst aanvragen betreffende LKP-vakleerkrachten voor wie nog niet eerder subsidie als bedoeld in artikel 3:2:1 is aangevraagd;
b. daarna aanvragen betreffende LKP-vakleerkrachten voor wie subsidie als bedoeld in artikel 3:2:1 voor het tweede jaar wordt aangevraagd.
Artikel 3:2:4 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager bewijs:
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 3:2:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de verplichting te zorgen dat de LKP vakleerkracht:
Hoofdstuk 4. Ambitie 3 “Leren samenleven op school”
Paragraaf 4:1 Subsidie “Ontwikkelen sociaal en maatschappelijke competenties en wereldburgerschap”
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten gericht op:
a. het vergroten van de sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen in het kader van wereldburgerschap;
b. het vergroten van kennis over de geschiedenis van Nederland, de Nederlandse staatsinrichting, de inrichting van de Europese unie en de rol van de leerling(burger) daarin;
c. de ontwikkeling van waarden en normen met respect voor culturele en levensbeschouwelijke diversiteit.
Artikel 4:1:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4:1:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van:
Voor activiteiten als bedoeld in artikel 4:1:1 bedraagt de subsidie per school maximaal € 15.000,-- per kalenderjaar.
Artikel 4:1:4 Wijze van verdeling
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 4:1:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder b.
Hoofdstuk 5. Ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving”
Paragraaf 5:1 Subsidie “Ontwikkeling Haagse integrale kindcentra”
De doelen die met de verstrekte subsidie worden nagestreefd zijn:
a. een basisschool en een kindercentrum en eventueel andere partijen werken samen volgens een gezamenlijke pedagogische en educatieve visie;
b. het personeel van de verschillende partners werkt, onder één inhoudelijke aansturing, als één team en maakt optimaal gebruik van elkaars expertise;
c. de samenwerkende partners stemmen inhoudelijk en organisatorisch programma’s en activiteiten op elkaar af zodat doorgaande leer- en ontwikkelingslijnen ontstaan en zij dagarrangementen realiseren voor ouders en leerlingen die dit wensen;
d. de samenwerkende partners realiseren een gezamenlijke zorgstructuur en een gezamenlijk ouderbeleid.
Artikel 5:1:3 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 5:1:1 uitsluitend in aanmerking de volgende kosten:
Artikel 5:1:4 Hoogte van de subsidie
Artikel 5:1:5 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in de volgende door het college vastgestelde volgorde, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:
a. allereerst aanvragen ten behoeve van IKC’s in het tweede, derde of vierde jaar van de IKC vorming;
Artikel 5:1:6 Aanvraagvereiste
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager een afschrift van een samenwerkingsovereenkomst waarin ten minste is geregeld dat:
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:1:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
Paragraaf 5:2 Subsidie “Culturele activiteiten”
Artikel 5:2:2 Hoogte van de subsidie
Voor activiteiten als bedoeld in artikel 5:2:1 bedraagt de maximale subsidie:
Artikel 5:2:3 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:2:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
Paragraaf 5:3 Subsidie “Schoolsportclub”
In aanvulling op artikel 1:3 kan subsidie als bedoeld in artikel 5:3:1 ook worden verstrekt aan een instelling voor primair onderwijs ten behoeve van een school voor speciaal basisonderwijs of een instelling met een school voor speciaal onderwijs.
Artikel 5:3:3 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 5:3:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van:
Artikel 5:3:4 Hoogte van de subsidie
Een subsidie als bedoeld in artikel 5:3:1 bedraagt maximaal € 20.000,00 per school per jaar.
Artikel 5:3:5 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:
a. eerst de aanvragen ten behoeve van sportclubs waarvoor al twee of meer jaren voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd subsidie is verstrekt;
b. daarna de aanvragen ten behoeve van sportclubs die gericht zijn op wijken, waarin sprake is van een lage sportdeelname en veel gezondheidsproblemen op grond van de RSO.
Artikel 5:3:6 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:
a. een sportplan met begroting, waarin beschreven staat hoe de schoolsportclub wordt georganiseerd, welke activiteiten er plaatsvinden, welke scholen en sportverenigingen worden bereikt en hoeveel leerlingen extra bereikt worden. Ook wordt de relatie met de inzet van de schoolsportcoördinator in het plan weergegeven;
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:3:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
Paragraaf 5:4 Subsidie “Schoolsportcoördinator”
Artikel 5:4:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
In aanvulling op artikel 1:7 komen voor r subsidie als bedoeld in artikel 5:4:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van de inzet van de vakleerkracht lichamelijke opvoeding voor zijn taken als schoolsportcoördinator.
Voor activiteiten als bedoeld in artikel 5:4:1 wordt per school ten hoogste 10 uur per week gesubsidieerd tegen een uurtarief van ten hoogste € 28,28.
Artikel 5:4:4 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:
a. eerst de aanvragen ten behoeve van sportplannen waarvoor al twee of meer jaren voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd subsidie is verstrekt;
b. daarna de aanvragen verstrekt voor sportplannen gericht op wijken, waarin sprake is van een lage sportdeelname als geconstateerd op grond van de RSO.
Artikel 5:4:5 Aanvraagvereiste
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager het ingevulde sportschema zoals opgenomen op www.schoolsportcoördinator.nl.
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:4:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de taken van de schoolsportcoördinator worden uitgevoerd door een vakleerkracht lichamelijke opvoeding, tenzij het college toestemming heeft gegeven hiervan af te wijken;
b. de vakleerkracht lichamelijke opvoeding geeft alle leerlingen van groep 3 tot en met 8 minimaal 2 maal per week lichamelijke opvoeding;
c. de extra uren van de schoolsportcoördinator leiden tot eenzelfde aantal extra uren sport en bewegen, berekend ten opzichte van de door de Inspectie van het Onderwijs gegeven uitgangspunten voor het aantal uren lichamelijke opvoeding;
d. de school maakt gebruik van het aanbod van jeugdsportcoördinatoren, tenzij het college toestemming heeft gegeven hiervan af te wijken; en
e. een school met leerkansenprofiel zet de uren schoolsportcoördinator in om:
- onder schooltijd een derde uur sport- of bewegingsonderwijs door een vakleerkracht lichamelijke opvoeding te realiseren; of
- aanvullend op de reguliere schooltijd, inclusief LKP, een naschools sport- en bewegingsprogramma te organiseren.
Paragraaf 5:5 Subsidie “Haagse Sporttuinen”
Artikel 5:5:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 5:5:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van:
Artikel 5:5:3 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal € 123.830,00 per school per jaar.
Artikel 5:5:4 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:
a. eerst de aanvragen ten behoeve van sporttuinen waarvoor al twee of meer jaren voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd subsidie is verstrekt;
b. daarna de aanvragen voor sporttuinen gericht op wijken, waarin sprake is van een lage sportdeelname als geconstateerd op grond van de RSO.
Artikel 5:5:5 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:5:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
Paragraaf 5:6 Subsidie ‘Schoolveiligheid’
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten gericht op het vergroten van schoolveiligheid op het terrein van:
a. weerbaarheidstrainingen voor leerlingen op het gebied van identiteitsontwikkeling, veilig gebruik van media en voorlichting over onderwerpen als sexting, pesten en cyberpesten, seksuele diversiteit of radicalisering;
b. professionalisering van schoolmedewerkers op het terrein van schoolveiligheid.
Artikel 5:6:2 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal € 5.000,-- per school per kalenderjaar.
Artikel 5:6:3 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:
a. eerst subsidie wordt verstrekt ten behoeve van scholen die in de voorgaande vijf jaren geen subsidie hebben ontvangen voor schoolveiligheid;
b. daarna wordt subsidie verleend ten behoeve van overige scholen.
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:6:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
Paragraaf 5:7 Subsidie “Onderwijsbegeleiding”
Artikel 5:7:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Artikel 5:7:3 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie uit hoofde van het eerste plafond, geschiedt op de volgende wijze:
a. allereerst wordt het aantal leerlingen op alle scholen, waarvoor een aanvraag om subsidie is ingediend, bij elkaar opgeteld;
b. daarna wordt het totaal beschikbare bedrag gedeeld door het totaal aantal leerlingen als genoemd onder a., wat resulteert in een bedrag per leerling;
c. het subsidiebedrag per aanvrager is het bedrag per leerling, zoals bedoeld onder b, vermenigvuldigd met het aantal leerlingen op de scholen van de subsidieaanvrager.
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie uit hoofde van het tweede plafond, geschiedt op de volgende wijze:
a. het plafondbedrag wordt per school waarvoor een aanvraag om subsidie ingediend berekend naar rato van de voor de school geldende OA-schoolscore;
b. aan de instelling voor primair onderwijs staat maximaal het bedrag beschikbaar dat wordt gevormd door de optelling van de bedragen op grond het bepaalde onder a. voor alle tot die instelling voor primair onderwijs behorende scholen;
c. de instelling voor primair onderwijs mag bij de subsidieaanvraag met het beschikbaar bedrag als bedoeld onder b. schuiven tussen schoollocaties of bovenschools inzetten.
Artikel 5:7:4 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:7:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
Paragraaf 5:8 Subsidie “Brede buurtschool activiteiten op scholen zonder vve”
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor brede buurtschool activiteiten, gericht op:
a. het ontdekken en ontwikkelen van diverse talenten door leerlingen;
b. het opdoen van nieuwe, bredere of verdiepende kennis of ervaring door leerlingen;
c. versterking van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen;
In aanvulling op artikel 1:3 kan subsidie worden verstrekt aan een instelling voor primair onderwijs ten behoeve van een school voor speciaal basisonderwijs.
Artikel 5:8:3 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal € 8,00 per leerling per uur programma, exclusief de pauze, met een maximum van € 128,00 per groep per uur.
Artikel 5:8:4 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:
Artikel 5:8:5 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:8:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de verplichting om voor de brede buurtschoolactiviteiten bekwame (vak)leerkrachten in te zetten.
Paragraaf 5:9 Subsidie “Brede buurtschool activiteiten op vve-scholen”
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor brede buurtschool activiteiten, gericht op:
a. het ontdekken en ontwikkelen van diverse talenten door leerlingen;
b. het opdoen van nieuwe, bredere of verdiepende kennis of ervaring door leerlingen;
c. versterking van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen;
Artikel 5:9:3 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Artikel 5:9:4 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:9:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de verplichting om voor de brede buurtschoolactiviteiten bekwame (vak)leerkrachten in te zetten.
Paragraaf 5.10 Subsidie voor samenwerking doorgaande lijn vve-koppels
Artikel 5:10:3 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie als bedoeld in artikel 5:10:1 komen uitsluitend in aanmerking de kosten van:
Artikel 5:10:4 Hoogte van de subsidie
Artikel 5:10:5 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Artikel 5:10:6 Aanvraagvereiste
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager een afschrift van een samenwerkingsovereenkomst van het vve-koppel waarin de verdeling van werkzaamheden en de subsidiabele kosten is vermeld.
Artikel 5:10:7 Aanvraagtermijn
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:10:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
Paragraaf 5:11 Subsidie “Leerkansenprofiel”
Subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 5:11:1 wordt uitsluitend verstrekt indien de school een groot aantal leerlingen heeft met kenmerken van de doelgroep van onderwijsachterstandenbeleid en daarom door het college is aangewezen als leerkansenprofielschool.
Artikel 5:11:4 Hoogte van de subsidie
De subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 5:11:1 wordt berekend aan de hand van de in bijlage 1 vermelde rekenformule en bedraagt per school maximaal het bedrag als berekend conform deze rekenformule.
Artikel 5:11:5 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 1 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Artikel 5:11:6 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:
Artikel 5:11:7 Aanvraagtermijn
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:11:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
Paragraaf 5:12 Subsidie leertijd onderdeel schakelklas op vve-scholen
In afwijking van artikel 1:3 wordt subsidie uitsluitend verstrekt ten behoeve van een school die deel uitmaakt van een vve-koppel.
Artikel 5:12:3 Hoogte van de subsidie
De subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 5:12:1 bedraagt maximaal:
Artikel 5:12:4 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Artikel 5:12:5 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:
Artikel 5:12:6 Aanvraagtermijn
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:12:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
Paragraaf 5:13 Subsidie ‘weekendschool op vve-scholen’
Artikel 5:13:3 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal:
Artikel 5:13:4 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Artikel 5:13:5 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager beschrijving hoe het programma bijdraagt aan:
a. het inlopen van een achterstand in de basisvakken taal of rekenen;
b. het ontdekken en ontwikkelen van diverse talenten door leerlingen;
c. nieuwe, bredere of verdiepende kennis of ervaring door leerlingen;
d. de versterking van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen;
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager de overeenkomst of beschrijving van de samenwerking tussen de school en andere scholen in de wijk met betrekking tot:
1◦ de toelating en werving van leerlingen;
2◦ de organisatie en duur van de weekendschool;
3◦ of de school toegankelijk is voor leerlingen uit de wijk die van andere scholen afkomstig zijn;
4◦ de gezamenlijke begroting en de afgesproken verdeling;
b. hoe de onderwijsinhoudelijke aansturing en kwaliteitsbewaking van de weekendschool is geborgd;
c. hoe de verbinding is gelegd tussen het reguliere onderwijsaanbod en de weekendschool, zodat er een samenhangend en elkaar versterkend geheel ontstaat.
Artikel 5:13:6 Aanvraagtermijn
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:13:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
Paragraaf 5:14 Subsidie “Vakantieschool op vve-scholen”
Artikel 5:14:3 Hoogte van de subsidie
Artikel 5:14:4 Wijze van verdeling
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Artikel 5:14:5 Aanvraagvereisten
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager beschrijving hoe het programma bijdraagt:
a. aan het inlopen van een achterstand in de basisvakken taal of rekenen;
b. aan het ontdekken en ontwikkelen van diverse talenten door leerlingen;
c. nieuwe, bredere of verdiepende kennis of ervaring door leerlingen;
d. aan de versterking van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen;
e. aan de versterking van studievaardigheden van leerlingen.
In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager de overeenkomst of beschrijving van de samenwerking tussen de school en andere scholen in de wijk met betrekking tot:
1◦ de toelating en werving van leerlingen;
2◦ de organisatie en duur van de vakantieschool;
3◦ of de school toegankelijk is voor leerlingen uit de wijk die van andere scholen afkomstig zijn;
4◦ de gezamenlijke begroting en de afgesproken verdeling;
b. hoe de onderwijsinhoudelijke aansturing en kwaliteitsbewaking van de vakantieschool is geborgd;
c. hoe de verbinding is gelegd tussen het reguliere onderwijsaanbod en de vakantieschool, zodat er een samenhangend en elkaar versterkend geheel ontstaat.
Artikel 5:14:6 Aanvraagtermijn
Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:14:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.
In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
In afwijking van artikel 20, derde lid, onder b en artikel 20, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014:
a. vindt de verantwoording plaats als bijlage bij de jaarrekening;
b. wordt de jaarrekening ingericht overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; en
c. is de controleverklaring van een onafhankelijke accountant uitsluitend gericht op controle van de bijlage bij de jaarrekening als bedoeld onder a.
Het college kan een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van realisatie van een van de ambities uit de HEA leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Het college evalueert deze subsidieregeling ten minste eenmaal in de vier jaar.