Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019
CiteertitelSubsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpSubsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019
Externe bijlagenRIS303590 bijlage 1 RIS303590 bijlage 2

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-10-201901-07-201906-10-2020nieuwe regeling

01-10-2019

gmb-2019-241316

RIS303590 BOW/2019.152

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019

Algemene toelichting

 

Als gevolg van het rekenkamerrapport “Eerlijk Delen’’ RIS 297663) moet in subsidieregelingen het concrete doel van de subsidie en het daaraan gerelateerde maatschappelijke doel uit gemeentelijk beleid worden opgenomen. Ten behoeve van het primair onderwijs wordt daarom de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019 vastgesteld en de subsidieregeling integrale plannen Den Haag 2016 ingetrokken. Het gaat om verschillende soorten subsidies die allen bijdragen aan het realiseren van de ambities uit de Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”.

 

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014,

  • -

    artikel 1.6 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019,

 

besluit vast te stellen de volgende Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019:

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Definities

 

- ASV

Algemene subsidieverordening Den Haag 2014;

- activiteitenprogramma:

programma met beschrijving van activiteiten en een begroting voor de duur van één kalenderjaar en dat onderdeel is van een lopend meerjarenprogramma;

- boekingssite

CultuurSchakel:

de website die door CultuurSchakel is ingericht voor het boeken van culturele activiteiten ten behoeve van het cultuuronderwijs;

- college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

- basisschool:

basisschool als bedoeld in artikel 1 van de wet op het primair onderwijs;

- brede buurtschool

activiteiten:

activiteiten die extra of verrijkend zijn ten opzichte van het reguliere onderwijsaanbod, in de vorm van:

a. een educatief, cursorisch naschools aanbod, dat gericht is op bepaalde vak- of vormingsgebieden; of

b. een verrijkt onderwijsaanbod onder schooltijd, waarbij samengewerkt wordt met één of meerdere scholen of brede buurtschoolpartners;

- buitenschoolse opvang:

buitenschoolse opvang als bedoeld in artikel 1, onder c van het Besluit kwaliteit kinderopvang;

- culturele activiteiten:

activiteiten ten behoeve van het onderwijs in de vorm van museumlessen, bezoeken aan tentoonstellingen en schoolvoorstellingen binnen een school of op een locatie in de stad;

- extra leertijd:

het aanbod van extra lessen of activiteiten buiten de reguliere schooltijden;

- Haagse Sporttuin:

voorziening waarbij scholen, sportverenigingen en andere (sport)partners uit de buurt in samenwerking naschoolse sportprogramma’s aanbieden in wijken waar nauwelijks sportverenigingen zijn gehuisvest;

- hbo-coach:

een hbo-gediplomeerde medewerker met kennis van en ervaring met de ontwikkeling van het jonge kind, die de pedagogisch medewerkers begeleidt bij en coacht op het realiseren van voorschoolse educatie met een hoge kwaliteit;

- hbo-er op de groep:

een hbo-gediplomeerde medewerker of een leerkracht van de basisschool met kennis en ervaring op het gebied van het jonge kind, die samen met één leidster van de voorschool de voorschoolse educatie uitvoert;

- HEA:

Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”;

- IKC:

integraal kindcentrum, zijnde een centrum waarin school en kinderopvang of peuteropvang als één organisatie samenwerken aan de optimale en brede ontwikkeling van 0- tot 13-jarige kinderen;

- instelling voor primair

Onderwijs

rechtspersoon als bedoeld in artikel 17, 17d, 47, 48 of 55 van de wet op het primair onderwijs;

- integraal plan:

een meerjarig beleidsplan waarop een jaarlijks activiteitenplan wordt gebaseerd met een integrale beschrijving per onderdeel aan welke HEA-ambities en doelen het bijdraagt en dat tevens de verbinding bevat met het onderwijskundig beleid als beschreven in het schoolplan of instellingsplan;

- intensieve leertijd:

intensief onderwijs dat (groepen) leerlingen tijdens reguliere schooltijden krijgen om taalontwikkeling te stimuleren, waarbij sprake is van extra personele inzet bovenop de reguliere formatie;

- kenniswerkplaats:

een samenwerking tussen ten minste vier scholen en een hogeschool, universiteit of onderzoeksinstelling, die in de praktijk onderzoek doen of kennis of leerprogramma’s ontwikkelen voor de lespraktijk op scholen in een grote stad;

- kindercentrum:

kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang;

- LKP:

leerkansenprofiel;

- leerkansenprofiel:

6 uur onderwijstijdverlenging per week, verplicht voor leerlingen in de leerjaren die meedoen aan het leerkansenprofiel;

- lerend netwerk:

een netwerk waarin groepen leerkrachten of teams van een school samenwerken met groepen leerkrachten of teams van andere scholen om op basis van een bepaalde taak, functie of doel met elkaar kennis en ervaringen uitwisselen over hun dagelijkse praktijk;

- meerjarenprogramma:

integraal programma van activiteiten gericht op het realiseren van een of meer van de doelen uit de HEA waarin meerdere partijen met elkaar kunnen samenwerken;

- OA:

Onderwijsachterstand;

- OA schoolscore:

score van een school op zwaarte onderwijsachterstanden, conform de berekeningen door het Centraal Bureau voor de Statistiek, uitgaande van de meest recente cijfers, zonder toepassing van de drempel, te vinden op: https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2019/07/achterstandsscores-per-school-2018;

- onderwijstijdverlenging:

uitbreiding van de wettelijk verplichte onderwijstijd op grond van artikel 165 Wet op het primair onderwijs, die een school die LKP aanbiedt, dient te verzorgen;

- ontwikkeling tot

wereldburger:

leerlingen leren over zichzelf in verhouding tot de wereld om hen heen. Er is aandacht voor het globale aspect in de ontwikkeling van sociale en maatschappelijke competenties, het leren over diversiteit in politiek, cultuur, normen en waarden, het leren samen te leven en werken, een eigen mening te vormen en die van anderen te respecteren;

- RSO:

Richtlijn voor Sportdeelname Onderzoek; gestandaardiseerd onderzoek om de frequentie, sporttak, sportvorm, organisatievorm en accommodatiebenutting van grote bevolkingsgroepen in kaart te brengen en die ook wordt gebruikt in het Nationale Sportonderzoek;

- schakelklas:

een vorm van intensieve of extra leertijd, bestemd voor leerlingen die aantoonbaar onder hun cognitieve niveau presteren omdat ze een grote achterstand in de Nederlandse taal hebben, waarbij deze leerlingen in een aparte en kleinere groep gedurende één volledig schooljaar intensief taalonderwijs wordt aangeboden, zodat zij (een groot deel van) hun achterstand inlopen;

- school voor speciaal

onderwijs:

school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een school voor voortgezet speciaal onderwijs;

- schoolplan:

schoolplan zoals bedoeld in artikel 12 van de Wet op het primair onderwijs;

- schoolsportclub:

voorziening op een (speciale) school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs waardoor leerlingen die niet kunnen deelnemen aan het reguliere sportaanbod, wekelijks via school kunnen sporten en bewegen in clubverband en leren hoe een sportvereniging werkt;

- schoolsportcoördinator PO:

vakleerkrachten lichamelijke opvoeding die naast het verzorgen van bewegingsonderwijs verantwoordelijk zijn voor de coördinatie en deels uitvoering van het naschoolse sportaanbod, in samenwerking met derden;

- schoolveiligheid:

de omgeving in en om school is zodanig dat leerlingen in een fysieke en sociaal veilige omgeving kunnen leren en ontwikkelen;

- speciale school voor

basisonderwijs:

een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

- urban education:

onderwijs waarin rekening wordt gehouden met specifieke grote

stadskenmerken en daaruit voortvloeiende aandachtspunten bij de ontwikkeling van kinderen. Dit betreft: grote diversiteit in kinderen en ouders op het gebied van taal en cultuur en grote diversiteit in de stad van aanbod en mogelijkheden;

- vakantieschool:

extra leertijd voor basisschoolleerlingen gedurende één of meerdere weken in de schoolvakantie waarbij de taalontwikkeling van de leerlingen centraal staat;

- vve koppel:

een school en een voorschoolse voorziening die met elkaar samenwerken en een gezamenlijk onderwijskundig beleid voeren;

- weekendschool:

extra leertijd voor basisschoolleerlingen in het weekend, specifiek gericht op het verbeteren van de cognitieve leerprestaties.

 

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in de artikelen 2:1, 3:1:1, 3:2:1, 4:1:1, 5:1:1, 5:2:1, 5:3:1, 5:4:1, 5:5:1, 5:6:1, 5:7:1, 5:8:1, 5:9:1, 5:10:1, 5:11:1, 5:12:1, 5:13:1 en 5:14:1 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doelgroep

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in deze subsidieregeling wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen voor primair onderwijs ten behoeve van basisscholen.

 

Artikel 1:4 Aanvraag

  • 1.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 wordt de aanvraag om subsidie elektronisch ingediend via het onderwijsloket met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    De subsidieaanvraag dient aan te sluiten bij de visie en doelen van de HEA en heeft bij voorkeur ook een verbinding met de visie, strategie en activiteitenplanning als verwoord in het schoolplan van de betrokken scholen.

  • 3.

    De aanvraag en de bijbehorende bijlagen worden zoveel mogelijk op een voor openbaarmaking geschikte manier en op een voor het algemeen publiek toegankelijke wijze opgesteld.

 

Artikel 1:5 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 ingediend in een van de volgende perioden:

    a. 15 juni tot en met 15 september in het jaar voorafgaand aan het jaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden;

    b. 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden, tot 31 maart in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden;

    c. 1 oktober tot en met 15 november in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd zullen plaatsvinden;

    d. 1 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden, tot en met 31 oktober in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid onder a. geldt voor het kalenderjaar 2020 als indieningsperiode de periode van 24 juli 2019 tot en met 1 oktober 2019.

 

Artikel 1:6 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 op een subsidieaanvraag als bedoeld in:

  • a. artikel 1:5 eerste lid onder a en c uiterlijk op 15 februari in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft;

  • b. artikel 1:5 eerste lid onder b en d binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

 

Artikel 1:7 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking kosten voor zover zij geen betrekking hebben op activiteiten die door het Rijk worden bekostigd.

  • 2.

    Voor zover niet anders bepaald in deze subsidieregeling komen voor subsidie uitsluitend in aanmerking de redelijk gemaakte kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in deze regeling.

 

Artikel 1:8 Verschuiven inzet middelen.

  • 1.

    De subsidieontvanger mag met overschotten op de verleende subsidie tussen schoollocaties en activiteiten schuiven binnen de ambities en doelen als volgt:

    a. voor subsidie verstrekt op grond van hoofdstuk 2 tussen de activiteiten uit een activiteitenprogramma;

    b. voor subsidie verstrekt op grond van hoofdstuk 3 tussen de locaties waarvoor de subsidie is verleend;

    c. voor subsidie verstrekt op grond van hoofdstuk 4 tussen de locaties waarvoor de subsidie is verleend;

    d. voor subsidie verstrekt op grond van de paragrafen 5:9 en 5:10 en 5:12 tot en met 5:14 tussen de activiteiten en de locaties waarvoor subsidie is verleend;

    e. voor subsidie verstrekt op grond van de paragrafen 5:1 tot en met 5: 8 en 5:11 tussen de locaties waarvoor de subsidie is verleend;

  • 2.

    Voor zover de subsidieontvanger gebruik maakt van de mogelijkheid tot schuiven met middelen als bedoeld in het eerste lid dienen alle activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel te zijn uitgevoerd.

 

Artikel 1:9 Verplichtingen

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    a. de subsidieontvanger deelt ervaringen en stelt ontwikkelde producten kosteloos ter beschikking aan andere organisaties;

    b. de subsidieontvanger werkt mee aan het onderzoek van de op grond van artikel 27 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 aangewezen toezichthouder; en

    c. de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;

  • 2.

    Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 15 tot en met 18 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, kunnen aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen worden opgelegd:

    a. de subsidieontvanger neemt deel aan stedelijke bijeenkomsten om ervaringen en kennis te delen; en

    b. de subsidieontvanger werkt mee aan schoolbezoeken ter verkrijging van inzicht in de gesubsidieerde activiteiten en de aansluiting op het reguliere onderwijs.

 

Artikel 1:10 Subsidieplafonds

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 juli het subsidieplafond, voor het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft, vast voor subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 3:1:1, 3:2:1, 5:1:1, 5:2:1, 5:3:1, 5:4:1, 5:5:1, 5:6:1, 5:7:1, 5:8:1, 5:9:1, 5:10:1, 5:11:1, 5:12:1, 5:13:1 en 5:14:1.

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 oktober het subsidieplafond, voor het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft, vast voor subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 2:1 en 4:1:1.

 

Artikel 1:11 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd als:

  • a. naar het oordeel van het college de subsidie niet of onvoldoende bijdraagt aan de realisatie van de ambities in de HEA;

  • b. naar het oordeel van het college uit de aanvraag onvoldoende blijkt dat de subsidie bijdraagt aan het bereiken van de door de school in het integraal plan aangegeven doelen en de daaraan gerelateerde ambities en doelen uit de HEA;

  • c. de aanvraag niet tijdig is ingediend en deze niet reeds op grond daarvan buiten behandeling is gesteld.

 

Hoofdstuk 2. Bekostiging programma’s via de Haagse Onderwijskamers

 

Artikel 2:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een activiteitenprogramma waarover één van de Haagse Onderwijskamers heeft geadviseerd, op de wijze als bepaald in de Overlegverordening Haagse Onderwijskamers 2014.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd wordt toegelicht in het activiteitenprogramma als bedoeld in het eerste lid en heeft een relatie met een van de ambities in de HEA.

 

Artikel 2:2 Doelgroep

In aanvulling op artikel 1:3 kan subsidie ook worden verstrekt aan een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs.

 

Artikel 2:3 Aanvullende weigeringsgrond

In aanvulling op artikel 1: 11 wordt subsidie voor een programma als bedoeld in artikel 2:1 geweigerd als het meerjarenprogramma en het activiteitenprogramma van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft niet is voorzien van een positief advies van de toepasselijke Haagse Onderwijskamer.

 

Artikel 2:4 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 2:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder c.

 

Hoofdstuk 3. Ambitie 2 “Voldoende, bekwame en innoverende onderwijsprofessionals”

 

Paragraaf 3.1 Subsidie “Onderwijsprofessionals en urban education”

 

Artikel 3:1:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor deelname van leerkrachten en schoolleiders aan een lerend netwerk of kenniswerkplaats over urban education.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd, is dat professionals van elkaar kunnen leren en met elkaar kunnen innoveren.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 2 van de HEA.

 

Artikel 3:1:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 3:1:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van een lerend netwerk of kenniswerkplaats betreffende:

  • a. projectcoördinatie; en

  • b. inhuur bij derden van expertise en begeleiding.

 

Artikel 3:1:3 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 50.000,-- per kalenderjaar.

 

Artikel 3:1:4 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in de volgende door het college vastgestelde volgorde, totdat het subsidieplafond is bereikt:

    a. allereerst aanvragen betreffende lerende netwerken en kenniswerkplaatsen die hun derde uitvoeringsjaar ingaan;

    b. daarna aanvragen betreffende lerende netwerken en kenniswerkplaatsen die hun tweede uitvoeringsjaar ingaan;

    c. daarna aanvragen betreffende lerende netwerken of kenniswerkplaatsen die nog moeten starten.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat niet alle aanvragen binnen één categorie kunnen worden gehonoreerd door het bereiken van het subsidieplafond, stelt het college de onderlinge rangorde van de aanvragen binnen die categorie vast door middel van loting.

 

Artikel 3:1:5 Aanvraagvereiste

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager een afschrift van een samenwerkingsovereenkomst waarin ten minste is geregeld dat:

  • a. aan het netwerk of de kenniswerkplaats door ten minste vier scholen wordt deelgenomen;

  • b. in het netwerk of de kenniswerkplaats tenminste voor drie jaar wordt deelgenomen;

  • c. de subsidieaanvrager de verantwoordelijkheid draagt om namens de samenwerkingspartners de subsidie aan te vragen, te ontvangen en te verantwoorden;

  • d. ten onrechte betaalde subsidiegelden kunnen worden teruggevorderd bij de subsidieontvanger.

 

Artikel 3:1:6 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 3:1:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Paragraaf 3:2 Subsidie “Stimulering onderwijsbevoegdheid voor LKP-vakleerkrachten”

 

Artikel 3:2:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het volgen van een opleiding door LKP- vakleerkrachten die strekt tot het verkrijgen van een onderwijsbevoegdheid voor het primair onderwijs.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd, is dat de kwaliteit en professionaliteit van LKP-onderwijs verhoogd wordt.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 2 van de HEA.

 

Artikel 3:2:2 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 1.750,-- per LKP-vakleerkracht per kalenderjaar en wordt gedurende maximaal twee jaren verstrekt.

 

Artikel 3:2:3 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in de volgende door het college vastgestelde volgorde, totdat het subsidieplafond is bereikt:

    a. allereerst aanvragen betreffende LKP-vakleerkrachten voor wie nog niet eerder subsidie als bedoeld in artikel 3:2:1 is aangevraagd;

    b. daarna aanvragen betreffende LKP-vakleerkrachten voor wie subsidie als bedoeld in artikel 3:2:1 voor het tweede jaar wordt aangevraagd.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat niet alle aanvragen binnen één categorie kunnen worden gehonoreerd door het bereiken van het subsidieplafond, stelt het college de onderlinge rangorde van de aanvragen binnen die categorie vast door middel van loting.

 

Artikel 3:2:4 Aanvraagvereisten

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager bewijs:

  • a. dat de LKP vakleerkracht nog geen onderwijsbevoegdheid heeft voor lesgeven in het primair onderwijs;

  • b. dat de LKP vakleerkracht geen gebruik maakt van de Rijkssubsidieregeling voor zij- instroom;

  • c. dat de LKP vakleerkracht een door de overheid erkende opleiding volgt die een onderwijsbevoegdheid geeft in het basisonderwijs of een eerste- of tweedegraads- bevoegdheid in het voortgezet onderwijs; en

  • d. dat de subsidieaanvrager de kosten van de LKP-opleiding betaalt.

 

Artikel 3:2:5 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 3:2:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 3:2:6 Verplichtingen

In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de verplichting te zorgen dat de LKP vakleerkracht:

  • a. in dienst is van de subsidieontvanger dan wel in dienst treedt binnen drie maanden nadat de subsidie is verleend; en

  • b. ten minste acht lesuren per week verzorgt op een of meer LKP-scholen in Den Haag.

 

Hoofdstuk 4. Ambitie 3 “Leren samenleven op school”

 

Paragraaf 4:1 Subsidie “Ontwikkelen sociaal en maatschappelijke competenties en wereldburgerschap”

 

Artikel 4:1:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten gericht op:

    a. het vergroten van de sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen in het kader van wereldburgerschap;

    b. het vergroten van kennis over de geschiedenis van Nederland, de Nederlandse staatsinrichting, de inrichting van de Europese unie en de rol van de leerling(burger) daarin;

    c. de ontwikkeling van waarden en normen met respect voor culturele en levensbeschouwelijke diversiteit.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd, is dat kinderen zich in een veilig schoolklimaat kunnen ontwikkelen tot wereldburger.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 3 “Leren samenleven op school” in de HEA.

 

Artikel 4:1:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4:1:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van:

  • a. het organiseren van bijeenkomsten in en buiten school voor het bevorderen van ontmoeting en kennisuitwisseling;

  • b. organisatie en uitvoering van activiteiten, workshops en trainingen, gericht op vergroting van kennis.

 

Artikel 4:1:3 Hoogte subsidie

Voor activiteiten als bedoeld in artikel 4:1:1 bedraagt de subsidie per school maximaal € 15.000,-- per kalenderjaar.

 

Artikel 4:1:4 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld en volledig is beoordeeld.

  • 3.

    Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Artikel 4:1:5 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 4:1:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder b.

 

Hoofdstuk 5. Ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving”

 

Paragraaf 5:1 Subsidie “Ontwikkeling Haagse integrale kindcentra”

 

Artikel 5:1:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de start en ontwikkeling van een IKC.

  • 2.

    De doelen die met de verstrekte subsidie worden nagestreefd zijn:

    a. een basisschool en een kindercentrum en eventueel andere partijen werken samen volgens een gezamenlijke pedagogische en educatieve visie;

    b. het personeel van de verschillende partners werkt, onder één inhoudelijke aansturing, als één team en maakt optimaal gebruik van elkaars expertise;

    c. de samenwerkende partners stemmen inhoudelijk en organisatorisch programma’s en activiteiten op elkaar af zodat doorgaande leer- en ontwikkelingslijnen ontstaan en zij dagarrangementen realiseren voor ouders en leerlingen die dit wensen;

    d. de samenwerkende partners realiseren een gezamenlijke zorgstructuur en een gezamenlijk ouderbeleid.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:1:2 Doelgroep

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1:3 kan subsidie ook worden verstrekt aan een instelling voor primair onderwijs ten behoeve van een school voor speciaal basisonderwijs.

  • 2.

    Voor zover de instelling voor primair onderwijs de subsidie mede aanvraagt voor door Stichting Brede Buurtschool te verrichten activiteiten wordt dit deel rechtstreeks aan Stichting Brede Buurtschool beschikt.

 

Artikel 5:1:3 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 5:1:1 uitsluitend in aanmerking de volgende kosten:

  • a. tijdelijke extra personele inzet op de locatie;

  • b. tijdelijke inhuur van specifieke externe deskundigheid;

  • c. deskundigheidsbevordering en gezamenlijke studiedagen van personeel in relatie tot de ontwikkeling van een IKC.

 

Artikel 5:1:4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal € 30.000,00 per locatie.

  • 2.

    De subsidie wordt, per locatie, voor maximaal vier jaar verleend.

 

Artikel 5:1:5 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in de volgende door het college vastgestelde volgorde, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:

    a. allereerst aanvragen ten behoeve van IKC’s in het tweede, derde of vierde jaar van de IKC vorming;

    b. daarna aanvragen ten behoeve van nieuwe IKC’s.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat niet alle aanvragen binnen één categorie kunnen worden gehonoreerd door het bereiken van het subsidieplafond, stelt het college de onderlinge rangorde van de aanvragen binnen die categorie vast door middel van loting.

 

Artikel 5:1:6 Aanvraagvereiste

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager een afschrift van een samenwerkingsovereenkomst waarin ten minste is geregeld dat:

  • a. de subsidieaanvrager de verantwoordelijkheid draagt om namens de samenwerkingspartners de subsidie aan te vragen, te ontvangen en te verantwoorden;

  • b. ten onrechte betaalde subsidiegelden kunnen worden teruggevorderd bij de subsidieontvanger.

 

Artikel 5:1:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:1:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Paragraaf 5:2 Subsidie “Culturele activiteiten”

 

Artikel 5:2:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor culturele activiteiten die zijn opgenomen in de brochure ‘Vonk Cultuurbezoek voor basisscholen’ van CultuurSchakel en die via de boekingssite van Cultuurschakel worden geboekt.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd, is dat leerlingen kennis maken met een breed scala aan culturele activiteiten en hun interesse en talenten daarvoor worden gestimuleerd.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:2:2 Hoogte van de subsidie

Voor activiteiten als bedoeld in artikel 5:2:1 bedraagt de maximale subsidie:

  • a. € 5,75 per ingekochte culturele activiteit per leerling;

  • b. € 11,50 per twee of meer ingekochte culturele activiteiten per leerling.

 

Artikel 5:2:3 Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt: 

  • a. allereerst wordt het aantal leerlingen op alle scholen, waarvoor een aanvraag om subsidie is ingediend, bij elkaar opgeteld;

  • b. daarna wordt het totaal beschikbare bedrag gedeeld door het totaal aantal leerlingen als genoemd onder a., wat resulteert in een bedrag per leerling;

  • c. het subsidiebedrag per aanvrager is het bedrag per leerling, zoals bedoeld onder b, vermenigvuldigd met het aantal leerlingen op de scholen van de subsidieaanvrager.

 

Artikel 5:2:4 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:2:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Paragraaf 5:3 Subsidie “Schoolsportclub”

 

Artikel 5:3:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een schoolsportclub.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd, is dat leerlingen worden gestimuleerd en begeleid naar structurele sportdeelname en zo een gezonde leefstijl aanleren.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:3:2 Doelgroep

In aanvulling op artikel 1:3 kan subsidie als bedoeld in artikel 5:3:1 ook worden verstrekt aan een instelling voor primair onderwijs ten behoeve van een school voor speciaal basisonderwijs of een instelling met een school voor speciaal onderwijs.

 

Artikel 5:3:3 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 5:3:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van:

  • a. de extra inzet van de vakleerkracht Lichamelijk Opvoeding;

  • b. de inhuur van gespecialiseerde trainers met een maximum van € 40,00 per uur;

  • c. aanschaf van sportmaterialen;

  • d. promotie en bekendmaking;

  • e. vervoer van leerlingen naar de sportlocatie vice versa;

  • f. huur van buiten de school gelegen accommodaties.

 

Artikel 5:3:4 Hoogte van de subsidie

Een subsidie als bedoeld in artikel 5:3:1 bedraagt maximaal € 20.000,00 per school per jaar.

 

Artikel 5:3:5 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:

    a. eerst de aanvragen ten behoeve van sportclubs waarvoor al twee of meer jaren voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd subsidie is verstrekt;

    b. daarna de aanvragen ten behoeve van sportclubs die gericht zijn op wijken, waarin sprake is van een lage sportdeelname en veel gezondheidsproblemen op grond van de RSO.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat niet alle aanvragen binnen één categorie kunnen worden gehonoreerd door het bereiken van het subsidieplafond, stelt het college de onderlinge rangorde van de aanvragen binnen die categorie vast door middel van loting.

 

Artikel 5:3:6 Aanvraagvereisten

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:

  • a. een sportplan met begroting, waarin beschreven staat hoe de schoolsportclub wordt georganiseerd, welke activiteiten er plaatsvinden, welke scholen en sportverenigingen worden bereikt en hoeveel leerlingen extra bereikt worden. Ook wordt de relatie met de inzet van de schoolsportcoördinator in het plan weergegeven;

  • b. het onderdeel uit het integrale plan van de school waarin de school toelicht het belang van aandacht voor sport, bewegen en gezondheid en hoe dit past bij de doelgroep en de doelen van de brede school.

 

Artikel 5:3:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:3:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 5:3:8 Verplichtingen

In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de vakleerkracht lichamelijke opvoeding geeft alle leerlingen van groep 3 tot en met 8 minimaal 2 maal per week lichamelijke opvoeding;

  • b. het sporten vindt plaats direct na schooltijd;

  • c. het sporten vindt zo mogelijk plaats in de eigen school.

 

Paragraaf 5:4 Subsidie “Schoolsportcoördinator”

 

Artikel 5:4:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de kosten van een schoolsportcoördinator.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd, is dat leerlingen worden gestimuleerd en begeleid naar structurele sportdeelname en tegelijkertijd een gezonde leefstijl aanleren.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:4:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

In aanvulling op artikel 1:7 komen voor r subsidie als bedoeld in artikel 5:4:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van de inzet van de vakleerkracht lichamelijke opvoeding voor zijn taken als schoolsportcoördinator.

 

Artikel 5:4:3 Hoogte subsidie

Voor activiteiten als bedoeld in artikel 5:4:1 wordt per school ten hoogste 10 uur per week gesubsidieerd tegen een uurtarief van ten hoogste € 28,28.

 

Artikel 5:4:4 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:

    a. eerst de aanvragen ten behoeve van sportplannen waarvoor al twee of meer jaren voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd subsidie is verstrekt;

    b. daarna de aanvragen verstrekt voor sportplannen gericht op wijken, waarin sprake is van een lage sportdeelname als geconstateerd op grond van de RSO.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat niet alle aanvragen binnen één categorie kunnen worden gehonoreerd door het bereiken van het subsidieplafond, stelt het college de onderlinge rangorde van de aanvragen binnen die categorie vast door middel van loting.

 

Artikel 5:4:5 Aanvraagvereiste

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager het ingevulde sportschema zoals opgenomen op www.schoolsportcoördinator.nl.

 

Artikel 5:4:6 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:4:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 5:4:7 Verplichtingen

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    a. de taken van de schoolsportcoördinator worden uitgevoerd door een vakleerkracht lichamelijke opvoeding, tenzij het college toestemming heeft gegeven hiervan af te wijken;

    b. de vakleerkracht lichamelijke opvoeding geeft alle leerlingen van groep 3 tot en met 8 minimaal 2 maal per week lichamelijke opvoeding;

    c. de extra uren van de schoolsportcoördinator leiden tot eenzelfde aantal extra uren sport en bewegen, berekend ten opzichte van de door de Inspectie van het Onderwijs gegeven uitgangspunten voor het aantal uren lichamelijke opvoeding;

    d. de school maakt gebruik van het aanbod van jeugdsportcoördinatoren, tenzij het college toestemming heeft gegeven hiervan af te wijken; en

    e. een school met leerkansenprofiel zet de uren schoolsportcoördinator in om:

    - onder schooltijd een derde uur sport- of bewegingsonderwijs door een vakleerkracht lichamelijke opvoeding te realiseren; of

    - aanvullend op de reguliere schooltijd, inclusief LKP, een naschools sport- en bewegingsprogramma te organiseren.

 

Paragraaf 5:5 Subsidie “Haagse Sporttuinen”

 

Artikel 5:5:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de kosten van een Haagse Sporttuin.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd, is dat leerlingen worden gestimuleerd en begeleid naar structurele sportdeelname en een gezonde leefstijl aanleren.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:5:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 5:5:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van:

  • a. de ureninzet van een projectleider;

  • b. de inhuur van gespecialiseerde trainers met een maximum van € 40,00 per uur;

  • c. aanschaf sportmaterialen;

  • d. promotie en bekendmaking;

  • e. een bijdrage van €15.000,00 voor de kosten voor beheer;

  • f. verzekeringen en abonnementen;

  • g. gas, water, licht en overige exploitatiekosten;

  • h. onroerende zaakbelasting.

 

Artikel 5:5:3 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 123.830,00 per school per jaar.

 

Artikel 5:5:4 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:

    a. eerst de aanvragen ten behoeve van sporttuinen waarvoor al twee of meer jaren voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd subsidie is verstrekt;

    b. daarna de aanvragen voor sporttuinen gericht op wijken, waarin sprake is van een lage sportdeelname als geconstateerd op grond van de RSO.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat niet alle aanvragen binnen één categorie kunnen worden gehonoreerd door het bereiken van het subsidieplafond, stelt het college de onderlinge rangorde van de aanvragen binnen die categorie vast door middel van loting.

 

Artikel 5:5:5 Aanvraagvereisten

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:

  • a. het plan van aanpak van de samenwerkende school of scholen, sportverenigingen en andere organisaties uit een wijk met betrekking tot een gevarieerd programma voor sport, bewegen en gezondheid en op het bieden van een alternatief voor lidmaatschap van reguliere sportverenigingen; en

  • b. een sportplan met begroting met beschrijving hoe zich dit verhoudt tot de inzet van de schoolsportcoördinator.

 

Artikel 5:5:6 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:5:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 5:5:7 Verplichtingen

In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. alle leerlingen van de deelnemende scholen hebben toegang tot het reguliere sportaanbod in de Sporttuin;

  • b. het sporten vindt plaats (direct) na schooltijd;

  • c. het aanbod omvat diverse sportmogelijkheden van zowel structurele aard als ook toernooien en evenementen;

  • d. de vakleerkracht lichamelijke opvoeding geeft alle leerlingen van groep 3 tot en met 8 minimaal 2 maal per week lichamelijke opvoeding;

  • e. het sporten vindt plaats in de Haagse Sporttuin;

  • f. bij de verantwoording wordt vermeld hoeveel extra leerlingen worden bereikt.

 

Paragraaf 5:6 Subsidie ‘Schoolveiligheid’

 

Artikel 5:6:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten gericht op het vergroten van schoolveiligheid op het terrein van:

    a. weerbaarheidstrainingen voor leerlingen op het gebied van identiteitsontwikkeling, veilig gebruik van media en voorlichting over onderwerpen als sexting, pesten en cyberpesten, seksuele diversiteit of radicalisering;

    b. professionalisering van schoolmedewerkers op het terrein van schoolveiligheid.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd, is dat leerlingen zich in een veilig schoolklimaat kunnen ontwikkelen tot competente en maatschappelijk betrokken burgers.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 3 “Leren samenleven op school” in de HEA.

 

Artikel 5:6:2 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 5.000,-- per school per kalenderjaar.

 

Artikel 5:6:3 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:

    a. eerst subsidie wordt verstrekt ten behoeve van scholen die in de voorgaande vijf jaren geen subsidie hebben ontvangen voor schoolveiligheid;

    b. daarna wordt subsidie verleend ten behoeve van overige scholen.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat niet alle aanvragen binnen één categorie kunnen worden gehonoreerd door het bereiken van het subsidieplafond, stelt het college de onderlinge rangorde van de aanvragen binnen die categorie vast door middel van loting.

 

Artikel 5:6:4 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:6:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Paragraaf 5:7 Subsidie “Onderwijsbegeleiding”

 

Artikel 5:7:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de kosten van onderwijsbegeleiding.

  • 2.

    Het resultaat dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd is dat de kwaliteit van het onderwijs en het onderwijsproces is verbeterd.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” en ambitie 1, onderdeel “Aandacht voor kinderen uit een kansarme omgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:7:2 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1:7 komen voor subsidie als bedoeld in artikel 5:7:1 uitsluitend in aanmerking de kosten van het adviseren en ondersteunen van scholen bij het uitvoeren van hun schoolbeleid betreffende:

    a. kwaliteitsborging;

    b. innovatie;

    c. zorg en leerlingondersteuning;

    d. individueel leerlingonderzoek; en

    e. leerlingbegeleiding in de school.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen kosten ter vervanging van onderwijsgevend of onderwijsondersteunend personeel of directie, zoals opgenomen in de reguliere formatie.

 

Artikel 5:7:3 Wijze van verdeling

  • 1.

    In afwijking van artikel 1:10 stelt het college voor subsidie uit hoofde van deze paragraaf twee plafonds vast.

  • 2.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie uit hoofde van het eerste plafond, geschiedt op de volgende wijze: 

    a. allereerst wordt het aantal leerlingen op alle scholen, waarvoor een aanvraag om subsidie is ingediend, bij elkaar opgeteld;

    b. daarna wordt het totaal beschikbare bedrag gedeeld door het totaal aantal leerlingen als genoemd onder a., wat resulteert in een bedrag per leerling;

    c. het subsidiebedrag per aanvrager is het bedrag per leerling, zoals bedoeld onder b, vermenigvuldigd met het aantal leerlingen op de scholen van de subsidieaanvrager.

  • 3.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie uit hoofde van het tweede plafond, geschiedt op de volgende wijze: 

    a. het plafondbedrag wordt per school waarvoor een aanvraag om subsidie ingediend berekend naar rato van de voor de school geldende OA-schoolscore;

    b. aan de instelling voor primair onderwijs staat maximaal het bedrag beschikbaar dat wordt gevormd door de optelling van de bedragen op grond het bepaalde onder a. voor alle tot die instelling voor primair onderwijs behorende scholen;

    c. de instelling voor primair onderwijs mag bij de subsidieaanvraag met het beschikbaar bedrag als bedoeld onder b. schuiven tussen schoollocaties of bovenschools inzetten.

 

Artikel 5:7:4 Aanvraagvereisten

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:

  • a. een beschrijving hoe de subsidie bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs en het onderwijsproces;

  • b. een beschrijving hoe de subsidie bijdraagt aan de professionele ontwikkeling van lesgevend personeel, ondersteunend personeel of management;

  • c. een onderbouwing hoe het na te streven maatschappelijke doel is gekoppeld aan ambitie 5 met een link naar ambitie 1 van de HEA.

 

Artikel 5:7:5 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:7:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Paragraaf 5:8 Subsidie “Brede buurtschool activiteiten op scholen zonder vve”

 

Artikel 5:8:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor brede buurtschool activiteiten, gericht op:

    a. het ontdekken en ontwikkelen van diverse talenten door leerlingen;

    b. het opdoen van nieuwe, bredere of verdiepende kennis of ervaring door leerlingen;

    c. versterking van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen;

    d. versterking van studievaardigheden van leerlingen.

  • 2.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:8:2 Doelgroep

In aanvulling op artikel 1:3 kan subsidie worden verstrekt aan een instelling voor primair onderwijs ten behoeve van een school voor speciaal basisonderwijs.

 

Artikel 5:8:3 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 8,00 per leerling per uur programma, exclusief de pauze, met een maximum van € 128,00 per groep per uur.

 

Artikel 5:8:4 Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt:

  • a. allereerst wordt het aantal leerlingen op alle scholen, waarvoor een aanvraag om subsidie is ingediend, bij elkaar opgeteld;

  • b. daarna wordt het totaal beschikbare bedrag gedeeld door het totaal aantal leerlingen als genoemd onder a., wat resulteert in een bedrag per leerling;

  • c. het subsidiebedrag per aanvrager is het bedrag per leerling, zoals bedoeld onder b, vermenigvuldigd met het aantal leerlingen op de scholen van de subsidieaanvrager.

 

Artikel 5:8:5 Aanvraagvereisten

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:

  • a. een beschrijving hoe de onderwijsinhoudelijke aansturing en kwaliteitsbewaking van de brede buurtschoolactiviteiten wordt gerealiseerd;

  • b. een beschrijving hoe de verbinding wordt gelegd tussen het reguliere onderwijsaanbod en de brede buurtschoolactiviteiten, zodat een samenhangend en elkaar versterkend geheel ontstaat.

 

Artikel 5:8:6 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:8:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 5:8:7 Verplichtingen

In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de verplichting om voor de brede buurtschoolactiviteiten bekwame (vak)leerkrachten in te zetten.

 

Paragraaf 5:9 Subsidie “Brede buurtschool activiteiten op vve-scholen”

 

Artikel 5:9:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor brede buurtschool activiteiten, gericht op:

    a. het ontdekken en ontwikkelen van diverse talenten door leerlingen;

    b. het opdoen van nieuwe, bredere of verdiepende kennis of ervaring door leerlingen;

    c. versterking van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen;

    d. versterking van studievaardigheden van leerlingen.

  • 2.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:9:2 Doelgroep

  • 1.

    In afwijking van artikel 1:3 wordt subsidie uitsluitend verstrekt ten behoeve van een school die deel uitmaakt van een vve-koppel.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1:3 kan subsidie worden verstrekt ten behoeve van een school voor speciaal basisonderwijs die deel uitmaakt van een vve-koppel.

 

Artikel 5:9:3 Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 5:9:4 Aanvraagvereisten

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:

  • a. een beschrijving hoe de onderwijsinhoudelijke aansturing en kwaliteitsbewaking van de brede buurtschoolactiviteiten wordt gerealiseerd;

  • b. een beschrijving hoe de verbinding wordt gelegd tussen het reguliere onderwijsaanbod en de brede buurtschoolactiviteiten, zodat een samenhangend en elkaar versterkend geheel ontstaat.

 

Artikel 5:9:5 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:9:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 5:9:6 Verplichtingen

In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de verplichting om voor de brede buurtschoolactiviteiten bekwame (vak)leerkrachten in te zetten.

 

Paragraaf 5.10 Subsidie voor samenwerking doorgaande lijn vve-koppels

 

Artikel 5:10:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op het gezamenlijk werken aan de kwaliteit en de doorgaande lijn in de educatie van kinderen bij de overstap van voorschoolse educatie naar basisschool.

  • 2.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:10:2 Doelgroep

  • 1.

    In afwijking van artikel 1:3 wordt subsidie uitsluitend verstrekt ten behoeve van een school die deel uitmaakt van een vve-koppel;

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1:3 kan subsidie worden verstrekt ten behoeve van een school voor speciaal basisonderwijs die deel uitmaakt van een vve-koppel.

 

Artikel 5:10:3 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie als bedoeld in artikel 5:10:1 komen uitsluitend in aanmerking de kosten van:

  • a. een intern begeleider van de school bij de voorschoolse educatie, ten behoeve van aansluiting van de ondersteuningsstructuur van de voorschoolse educatie op die van de basisschool;

  • b. extra uren voor pedagogisch medewerkers of leidsters van de voorschool voor overleg en afstemming met de leerkrachten en IB’er van de school;

  • c. extra uren voor het deelnemen aan scholing met het team van de basisschool;

  • d. extra uren voor leerkrachten van groep 1 en 2 van de basisschool voor overleg en afstemming met het kindercentrum over kwaliteitszorg vve.

 

Artikel 5:10:4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 5:10:1 bedraagt per kalenderjaar een vast bedrag van € 8.800,00 per lokaal voor voorschoolse educatie met een openstelling per jaar van minimaal 900 uren.

  • 2.

    Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 5:10:1 bedraagt per kalenderjaar een vast bedrag van € 4.400,00 per lokaal voor voorschoolse educatie met een openstelling per jaar tussen 470 en 900 uren.

 

Artikel 5:10:5 Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 5:10:6 Aanvraagvereiste

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager een afschrift van een samenwerkingsovereenkomst van het vve-koppel waarin de verdeling van werkzaamheden en de subsidiabele kosten is vermeld.

 

Artikel 5:10:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:10:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Paragraaf 5:11 Subsidie “Leerkansenprofiel”

 

Artikel 5:11:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het geven van leerkansenprofiel.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd is dat leerlingen hun onderwijsachterstand inlopen.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:11:2 Doelgroep

  • 1.

    In afwijking van artikel 1:3 wordt subsidie uitsluitend verstrekt ten behoeve van een vooraf door het college aangewezen school of school voor speciaal basisonderwijs.

  • 2.

    Voor zover de instelling voor primair onderwijs de subsidie mede aanvraagt voor door Stichting Brede Buurtschool te verrichten activiteiten wordt dit deel rechtstreeks aan Stichting Brede Buurtschool beschikt.

 

Artikel 5:11:3 Voorwaarden

Subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 5:11:1 wordt uitsluitend verstrekt indien de school een groot aantal leerlingen heeft met kenmerken van de doelgroep van onderwijsachterstandenbeleid en daarom door het college is aangewezen als leerkansenprofielschool.

 

Artikel 5:11:4 Hoogte van de subsidie

De subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 5:11:1 wordt berekend aan de hand van de in bijlage 1 vermelde rekenformule en bedraagt per school maximaal het bedrag als berekend conform deze rekenformule.

 

Artikel 5:11:5 Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 1 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 5:11:6 Aanvraagvereisten

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:

  • a. een beschrijving hoe de onderwijsinhoudelijke aansturing en kwaliteitsbewaking van LKP wordt gerealiseerd;

  • b. de verbinding wordt gelegd tussen het reguliere onderwijsaanbod en LKP, zodat een samenhangend en elkaar versterkend geheel ontstaat.

 

Artikel 5:11:7 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:11:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 5:11:8 Verplichtingen

In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. voor LKP worden pedagogisch en didactisch bekwame (vak)leerkrachten ingezet;

  • b. voor LKP wordt in de uren die specifiek gericht zijn op de basisvakken taal en rekenen worden bevoegde leerkrachten inzet;

  • c. binnen LKP is het stimuleren van de taalontwikkeling, rekenvaardigheid en sociaal- emotionele ontwikkeling een continue aandachtspunt;

  • d. binnen LKP is aandacht voor niet-cognitieve vakken, die de leefwereld van de leerlingen verbreden en meerwaarde hebben voor creativiteit, talent, persoonlijke groei en vorming en samen leren;

  • e. tussen de reguliere leerkrachten en de leerkrachten die het extra onderwijs verzorgen vindt pedagogisch didactische en programmatische afstemming plaats; en

  • f. cultuureducatie is onderdeel van het extra onderwijsaanbod.

 

Paragraaf 5:12 Subsidie leertijd onderdeel schakelklas op vve-scholen

 

Artikel 5:12:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aanbieden van een schakelklas.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd is dat leerlingen hun onderwijsachterstand inlopen.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:12:2 Doelgroep

In afwijking van artikel 1:3 wordt subsidie uitsluitend verstrekt ten behoeve van een school die deel uitmaakt van een vve-koppel.

 

Artikel 5:12:3 Hoogte van de subsidie

De subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 5:12:1 bedraagt maximaal:

  • a. € 44.000,00 voor een voltijdse schakelklas, waarin de leerlingen minimaal 880 uur per schooljaar les in de schakelklas krijgen;

  • b. € 22.000,00 voor een deeltijd schakelklas, waarin de leerlingen minimaal 440 uur per schooljaar en minimaal 4 dagdelen per week les in de schakelklas krijgen;

  • c. € 22.000,00 voor een groepjes-schakelklas, waarin de school in totaal minimaal 440 uur per schooljaar – voor kleine groepjes leerlingen en volgens een vast rooster - les in de schakelklas verzorgt;

  • d. € 15.500,00 voor een schakelklas, waarin de school na schooltijd in totaal minimaal 120 uur per schooljaar intensief taalonderwijs verzorgt.

 

Artikel 5:12:4 Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 5:12:5 Aanvraagvereisten

In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager:

  • a. een beschrijving hoe de onderwijsinhoudelijke aansturing en kwaliteitsbewaking van de schakelklas wordt gerealiseerd;

  • b. een beschrijving hoe de verbinding wordt gelegd tussen het reguliere onderwijsaanbod en de schakelklas, zodat een samenhangend en elkaar versterkend geheel ontstaat.

 

Artikel 5:12:6 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:12:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 5:12:7 Verplichtingen

In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de schakelklas wordt verzorgd door een bevoegde leerkracht;

  • b. in de schakelklas worden in de uren die specifiek gericht zijn op de basisvakken taal en rekenen bevoegde leerkrachten ingezet;

  • c. in de schakelklas is het stimuleren van de taalontwikkeling van leerlingen een continue aandachtspunt; en

  • d. vóór plaatsing van de leerlingen in de schakelklas is van ouders schriftelijk toestemming verkregen voor deelname aan de schakelklas.

 

Paragraaf 5:13 Subsidie ‘weekendschool op vve-scholen’

 

Artikel 5:13:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aanbieden van een weekendschool.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd is dat leerlingen hun onderwijsachterstand inlopen.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:13:2 Doelgroep

  • 1.

    In afwijking van artikel 1:3 wordt subsidie uitsluitend verstrekt ten behoeve van een school die deel uitmaakt van een vve-koppel.

  • 2.

    Voor zover de instelling voor primair onderwijs de subsidie mede aanvraagt voor door Stichting Brede Buurtschool te verrichten activiteiten wordt dit deel rechtstreeks aan Stichting Brede Buurtschool beschikt.

 

Artikel 5:13:3 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal:

  • a. € 11,00 per leerling per uur programma (exclusief pauze) voor de eerste 30 leerlingen;

  • b. € 8,50 per leerling per uur programma (exclusief pauze) voor de 31e en elke volgende leerling.

 

Artikel 5:13:4 Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 5:13:5 Aanvraagvereisten

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager beschrijving hoe het programma bijdraagt aan:

    a. het inlopen van een achterstand in de basisvakken taal of rekenen;

    b. het ontdekken en ontwikkelen van diverse talenten door leerlingen;

    c. nieuwe, bredere of verdiepende kennis of ervaring door leerlingen;

    d. de versterking van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen;

    e. de versterking van studievaardigheden van leerlingen.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager de overeenkomst of beschrijving van de samenwerking tussen de school en andere scholen in de wijk met betrekking tot:

    a. de afspraken over:

    1◦ de toelating en werving van leerlingen;

    2◦ de organisatie en duur van de weekendschool;

    3◦ of de school toegankelijk is voor leerlingen uit de wijk die van andere scholen afkomstig zijn;

    4◦ de gezamenlijke begroting en de afgesproken verdeling;

    b. hoe de onderwijsinhoudelijke aansturing en kwaliteitsbewaking van de weekendschool is geborgd;

    c. hoe de verbinding is gelegd tussen het reguliere onderwijsaanbod en de weekendschool, zodat er een samenhangend en elkaar versterkend geheel ontstaat.

 

Artikel 5:13:6 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:13:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 5:13:7 Verplichtingen

In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. voor de weekendschool worden bekwame leerkrachten inzet;

  • b. voor de weekendschool worden in de uren die gericht zijn op de basisvakken taal en rekenen bevoegde leerkrachten ingezet;

  • c. binnen de weekendschool is het stimuleren van de taalontwikkeling van leerlingen een continue aandachtspunt;

  • d. cultuureducatie is onderdeel van het extra onderwijsaanbod;

  • e. in de weekendschool wordt gebruik gemaakt van een evidence-based programma; en

  • f. de weekendschool wordt in groepen van maximaal 16 leerlingen gegeven.

 

Paragraaf 5:14 Subsidie “Vakantieschool op vve-scholen”

 

Artikel 5:14:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het geven van vakantieschool.

  • 2.

    Het doel dat met de verstrekte subsidie wordt nagestreefd is dat leerlingen hun onderwijsachterstand inlopen.

  • 3.

    De koppeling met het na te streven maatschappelijke doel is vastgelegd in ambitie 5 “Een brede leer- en ontwikkelomgeving” in de HEA.

 

Artikel 5:14:2 Doelgroep

  • 1.

    In afwijking van artikel 1:3 wordt subsidie uitsluitend verstrekt ten behoeve van een school die deel uitmaakt van een vve-koppel.

  • 2.

    Voor zover de instelling voor primair onderwijs de subsidie mede aanvraagt voor door Stichting Brede Buurtschool te verrichten activiteiten wordt dit deel rechtstreeks aan Stichting Brede Buurtschool beschikt.

 

Artikel 5:14:3 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 5:14:1 bedraagt ten hoogste:

    a. € 11,00 per leerling per uur programma (exclusief pauze) voor de eerste 60 leerlingen;

    b. € 8,50 per leerling per uur programma (exclusief pauze) voor de 61e tot en met de 119e leerling.

  • 2.

    Indien 120 of meer leerlingen deelnemen aan de vakantieschool, bedraagt de subsidie €11,00 per leerling per uur programma voor 50% van de leerlingen en € 8,50 per leerling per uur programma voor de overige 50% leerlingen.

 

Artikel 5:14:4 Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de door het college in bijlage 2 vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 5:14:5 Aanvraagvereisten

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager beschrijving hoe het programma bijdraagt:

    a. aan het inlopen van een achterstand in de basisvakken taal of rekenen;

    b. aan het ontdekken en ontwikkelen van diverse talenten door leerlingen;

    c. nieuwe, bredere of verdiepende kennis of ervaring door leerlingen;

    d. aan de versterking van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen;

    e. aan de versterking van studievaardigheden van leerlingen.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1:4 overlegt de aanvrager de overeenkomst of beschrijving van de samenwerking tussen de school en andere scholen in de wijk met betrekking tot:

    a. de afspraken over:

    1◦ de toelating en werving van leerlingen;

    2◦ de organisatie en duur van de vakantieschool;

    3◦ of de school toegankelijk is voor leerlingen uit de wijk die van andere scholen afkomstig zijn;

    4◦ de gezamenlijke begroting en de afgesproken verdeling;

    b. hoe de onderwijsinhoudelijke aansturing en kwaliteitsbewaking van de vakantieschool is geborgd;

    c. hoe de verbinding is gelegd tussen het reguliere onderwijsaanbod en de vakantieschool, zodat er een samenhangend en elkaar versterkend geheel ontstaat.

 

Artikel 5:14:6 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 5:14:1 wordt ingediend in de periode als bedoeld in artikel 1:5 eerste lid onder a.

 

Artikel 5:14:7 Verplichtingen

In aanvulling op artikel 1:9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. voor de vakantieschool worden bekwame leerkrachten inzet;

  • b. voor de vakantieschool worden in de uren die gericht zijn op de basisvakken taal en rekenen bevoegde leerkrachten ingezet;

  • c. binnen de vakantieschool is het stimuleren van de taalontwikkeling van leerlingen een continue aandachtspunt;

  • d. cultuureducatie is onderdeel van het extra onderwijsaanbod;

  • e. in de vakantieschool wordt gebruik gemaakt van een evidence-based programma;

  • f. de vakantieschool wordt in groepen van maximaal 16 leerlingen gegeven; en

  • g. aan de vakantieschool nemen ten minste 50 leerlingen deel.

 

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

 

Artikel 6:1 Verantwoording

  • 1.

    In aanvulling op artikel 19 en 20 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 kan de subsidieontvanger, die meerdere subsidies ontvangt uit hoofde van deze subsidieregeling, deze subsidies in één keer, ingedeeld naar hoofdstukken van deze subsidieregeling, verantwoorden.

  • 2.

    In afwijking van artikel 20, derde lid, onder b en artikel 20, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014:

    a. vindt de verantwoording plaats als bijlage bij de jaarrekening;

    b. wordt de jaarrekening ingericht overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; en

    c. is de controleverklaring van een onafhankelijke accountant uitsluitend gericht op controle van de bijlage bij de jaarrekening als bedoeld onder a.

 

Artikel 6:2 Hardheidsclausule

Het college kan een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van realisatie van een van de ambities uit de HEA leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 6:3 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling ten minste eenmaal in de vier jaar.

 

Artikel 6:4 Slotbepalingen

  • 1.

    De Subsidieregeling integrale plannen primair onderwijs en voorscholen Den Haag 2016 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De Subsidieregeling integrale plannen primair onderwijs en voorscholen Den Haag 2016 blijft van toepassing op aanvragen, en bezwaar- en beroepschriften die vóór de dag van inwerkingtreding van deze regelingen zijn ingediend.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin deze regeling is geplaatst en werkt terug tot 1 juli 2019.

  • 4.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019.

 

Den Haag, 1 oktober 2019

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de wnd. secretaris,

Dineke ten Hoorn Boer

 

de burgemeester,

Pauline Krikke