Organisatie | Uitgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet Inburgering Uitgeest 2013 |
Citeertitel | Verordening Wet Inburgering Uitgeest 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | overig |
Deze verordening vervangt de Verordening Wet inburgering Uitgeest 2011, raadsbesluit d.d. 27-10-2011
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 31-01-2013 De Uitgeester, 13 februari 2013 | R2012.0074 | |
01-11-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 27-10-2011 De Uitgeester, 2 november 2011 | R2011.0052 | |
01-05-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 28-04-2011 De Uitgeester, 4 mei 2011 | R2011.0013 |
VERORDENING WET INBURGERING UITGEEST 2013
Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 31 januari 2013, gepubliceerd 13 februari 2013, in werking getreden met ingang van 1 januari 2013. De Verordening Wet inburgering 2011, vastgesteld bij Raadsbesluit van 27 oktober 2011, nummer R2011.0052, gepubliceerd d.d. 2 november 2011, in werking getreden met ingang van 1 november 2011 is met ingang van 1 januari 2013 ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op verzoeken die voor de datum zijn ingediend.
Gebaseerd op de bepalingen uit de Wet inburgering en van het Besluit inburgering.
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen
Het college wijst de volgende groepen inburgeringsplichtigen aan aan wie zij een inburgeringsvoorziening dient aan te bieden:
Artikel 6 De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget
Het college keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het volgen van een (duaal) inburgeringsprogramma goed, indien dit programma naar het oordeel van het college passend is om hem voor te bereiden op en toe te leiden naar het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, de kosten niet meer bedragen dan € 6.000,00 en de opleiding wordt verzorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan de volgende eisen:
Het college keurt het voorstel van de inburgeringsplichtige voor het volgen van een taalkennisvoorziening goed, indien deze voorziening naar het oordeel van het college passend is om hem de kennis van de Nederlandse taal te laten verwerven die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een middelbare beroepsopleiding op niveau 1 of 2, de kosten niet meer bedragen dan € 6.000,00 en de opleiding wordt ver¬zorgd door een inburgeringsbedrijf dat voldoet aan de volgende eisen:
Hoofdstuk 3. Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
Artikel 8 De procedure van het doen van een aanbod
Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.
Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete
Artikel 10 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt € 500,00 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7 van deze verordening.
Artikel 12 Voorzieningen door college
In gevallen die de uitvoering van de verordening betreffen en waarin deze niet voorziet, beslist het college voor zover dit mogelijk is binnen de door de verordening aangegeven grenzen.
Artikel 14 Overgangsbepalingen
De inburgeraars die voor 1 januari 2013 van de gemeente een aanbod hebben gekregen en dit vervolgens hebben geaccepteerd, krijgen alle kosten vergoed zoals vastgelegd in de Verordening Wet inburgering 2011.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering Uitgeest 2013.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Omwille van de leesbaarheid van de verordening wordt de term voorziening gehanteerd. Dit kan zowel een (duale) inburgeringsvoorziening zijn als een taalkennisvoorziening.
Het tweede lid geeft aan dat de omschrijvingen van de begrippen die worden gebruikt in respectievelijk de Wet inburgering, het Besluit inburgering en de Regeling inburgering ook van toepassing zijn op deze verordening.
Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars
De gemeente heeft als taak de inburgeringsplichtigen en de vrijwillige inburgeraars in haar gemeente goed te informeren over de rechten en plichten die voortvloeien uit de Wet inburgering.
Dit artikel in de verordening vormt de uitwerking van deze verplichting.
Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen
Vanaf 1 januari 2013 is het college alleen verplicht een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening aan te bieden aan asielgerechtigden en een inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren die voor 1 januari 2013 inburgeringsplichtig zijn geworden.
Artikel 4 De samenstelling van de voorziening
In de verordening dienen regels te worden gesteld met betrekking tot de vaststelling door het college van een passende voorziening, met in begrip van de totstandkoming en samenstelling daarvan.(artikel 19, vijfde lid, onderdeel b, WI). In dit artikel worden de kaders vastgesteld waarbinnen het college de opdracht heeft voor iedere inburgeringsplichtige die daarvoor in aanmerking komt, een op de persoon toegesneden voorziening samen te stellen.
In de verordening moeten regels worden gesteld die betrekking hebben op de inning van de eigen bijdrage van de inburgeringsplichtige door het college en de mogelijkheid van betaling in termijnen (artikel 23, derde lid, WI). De hoogte van de eigen bijdrage is vastgelegd in de wet en bedraagt € 270,00. Dit bedrag kan bij algemene maatregel van bestuur worden gewijzigd (artikel 23, tweede lid, WI).
In de verordening is gekozen voor betaling van de eigen bijdrage in ten hoogste 12 termijnen van € 22,50
Als de inburgeringsplichtige het examen heeft behaald heeft hij recht op een beloning gelijk aan de betaalde eigen bijdrage van € 270,00.
Artikel 6 De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget
Op grond van artikel 19, tweede lid, in combinatie met artikel 19a, tweede lid, WI kan het college de voorziening vaststellen in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget als de inburgeringsplichtige daarom verzoekt.
Op grond van het vijfde lid van artikel 19 WI moet de gemeenteraad bij verordening regels stellen over de procedure die door het college wordt gevolgd bij het behandelen van verzoeken om een persoonlijk inburgeringsbudget en de criteria die worden gehanteerd bij de toekenning van een persoonlijk inburgeringsbudget.
In de verordening is gekozen voor een schriftelijke en in tijd begrensde aanvraagprocedure. Op die manier wordt voorkomen dat ruis ontstaat omdat een trajectvoorstel uitblijft. De eisen die gesteld worden aan het inburgeringsbedrijf zijn erop gericht om de kwaliteit van het traject te waarborgen. De kosten zijn gerelateerd aan de gemiddelde rijksvergoeding per traject. Deze bedragen kunnen afhankelijk van de loon- en prijsontwikkelingen jaarlijks door het college worden aangepast.
Artikel 7 Opleggen van verplichtingen
Dit artikel vormt de uitwerking van artikel 23, derde lid, WI dat bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een voorziening is vastgesteld. Dit artikel delegeert de bevoegdheid aan het college om de verplichtingen die in het artikel worden genoemd aan inburgeringsplichtigen in het kader van een voorziening op te leggen. Het college legt in de beschikking tot de toekenning van de voorziening deze verplichtingen vast.
Dit artikel bevat enkele procedurele bepalingen die er voor moeten zorgen dat het doen van een aanbod op zorgvuldige wijze gebeurt. Dit is van belang omdat zo’n aanbod de start is van een procedure die – als het goed is – leidt tot een besluit tot het toekennen van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.
Artikel 9 De inhoud van de beschikking
Het besluit tot het toekennen van een voorziening is een beschikking. Dit betekent dat de inburgeringsplichtige de mogelijkheid heeft tegen dit besluit in bezwaar en beroep te gaan. In dit artikel wordt geregeld welke onderwerpen in ieder geval in de beschikking moeten worden neergelegd.
Artikel 10 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
Artikel 35 WI draagt de gemeenteraad op bij verordening de hoogte van de bestuurlijke boete vast te stellen die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd. In artikel 34 WI zijn voor de verschillende overtredingen de maximumbedragen van de bestuurlijke boete vastgelegd.
Artikel 11 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding
Dit artikel biedt het college de ruimte om bij herhaling van de overtreding een hogere boete op te leggen dan op grond van artikel 10 mogelijk is.