Organisatie | Rijswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Rijswijk 2020 |
Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Rijswijk 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Algemene Subsidieverordening Rijswijk 2020 |
https://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2019-10-01#Hoofdstuk4_Titeldeel4.2
artikel 149 van de Gemeentewet
Gemeentewet art 149
AWB titel 4.2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Algemene Subsidieverordening Rijswijk 2020 | 24-09-2019 | 18.035582 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 3 Bevoegdheden college
Het college is bevoegd subsidieregelingen vast te stellen binnen de kaders van de algemene subsidieverordening en de door de raad vastgestelde beleidskaders. Hierin kan onder andere worden bepaald welke activiteiten en/of doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe invulling gegeven wordt aan artikel 2 lid c, en hoe de subsidie wordt aangevraagd en berekend.
Het college kan naast de in de Algemene wet Bestuursrecht genoemde gevallen (art.4:35) een subsidieaanvraag afwijzen, indien:
Artikel 11 Besluit tot vaststelling
Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet conform de termijn in deze verordening of de van toepassing zijnde subsidieregeling is ingediend, stelt het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend, dan wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld.
Bij een ambtshalve vaststelling kan het college de aanvrager verplichten om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden en verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen twaalf weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.
Aldus besloten door de Raad van de gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 24 september 2019
de griffier,
A.J. Schipperheijn
de voorzitter,
drs. M.J. Bezuijen
Toelichting Algemene Subsidieverordening Rijswijk 2020
De meeste subsidies doorlopen de volgende stappen voor activiteiten in jaar t:
1) Indienen aanvraag door ontvanger (t-1)
2) Beoordelen en toekennen aanvraag door verstrekker (t-1)
3) Uitvoeren activiteiten door aanvrager (t)
4) Indienen verantwoording / aanvraag tot vaststelling door ontvanger (t+1)
5) Beoordelen en vaststellen subsidie door verstrekker (t+1)
De belangrijkste verantwoordelijkheden zijn
1) Aanleveren van alle voor besluitvorming benodigde informatie (hoofdstuk 3)
2) Voldoen aan besluit en verplichtingen (hoofdstuk 3+4)
1) Duidelijke communicatie over de benodigde informatie (m.n. artikel 2, 4 t/m 7, 9, 12)
2) Volledige en heldere formulering van besluiten (artikel 10 en 11)
Opzet/doel van deze verordening
Deze verordening gaat uit van een strikte scheiding tussen beleid (de inhoud oftewel de ‘wat’ vraag) en de uitvoering hiervan via subsidiëring (het proces oftewel de ‘hoe’ vraag). Op deze manier is de ASV niet onderhevig aan wijzigingen van beleid van de gemeente of wet- en regelgeving van het rijk.
Gezien de pluriformiteit / verscheidenheid van de subsidie-ontvangers en activiteiten, bevat deze verordening zo min mogelijk dwingende bepalingen. Wanneer een situatie ontstaat die niet in de verordening is opgenomen, bepaalt het college de te volgen lijn. Indien nodig wordt de raad geïnformeerd en/of worden dergelijke situaties opgenomen in een subsidieregeling (zie artikel 3).
De verleningsbeschikking is het belangrijkste (sturings)document voor subsidiëring van het college. De keuze voor een technische, korte en wendbare/flexibele verordening betekent dat het belang van een volledig, juist en controleerbaar besluit tot verlening sterk toeneemt. De ruimte in de verordening om iedere subsidieontvanger en te subsidiëren activiteit ‘op maat’ te bedienen, betekent dat de behandelend ambtenaar een grotere verantwoordelijkheid heeft om in het besluit de juiste (beoordelings)grondslagen en uitvoerings- en verantwoordingseisen op te nemen.
Artikel 1 Europees staatssteunkader
Wanneer activiteiten gesubsidieerd worden die op de markt in concurrentie worden aangeboden, gelden de Europese staatssteunkaders. De meeste subsidie-ontvangers zullen hier niet mee te maken hebben. De gemeente mag ondernemingen over een periode van 3 belastingjaren maximaal € 200.000 subsidie verlenen (zogeheten de-minimus steun, zie artikel 6 lid b sub 5).
Dit artikel kadert de te subsidiëren activiteiten in. De activiteiten dienen het door de gemeente vastgestelde beleid te ondersteunen (lid a), en ten goede te komen aan de ingezetenen van de gemeente (lid b). Indien gewenst kan voor activiteiten waar een subsidie niet voor nodig is besloten worden (delen van) de verordening toe te passen.
Artikel 3 Bevoegdheden college
De door het college van burgemeesters en wethouders gemandateerde ambtenaren zijn belast met de uitvoering van de verordening binnen de kaders hiervan. Eventuele subsidieregelingen kunnen alleen een verdere inperking zijn van deze kaders en niet een bredere toepassing ervan. In navolging van de lijn van de ASV (zie onder ‘opzet/doel’) stelt het college een ‘subsidieregeling’ vast als een procesmatige/technische uitwerking van de ASV. Dit in tegenstelling tot ‘beleidsregels’, die het college vaststelt als nadere beleidsinhoudelijke uitwerking van het betreffende beleid. Een fictief voorbeeld. Er kan in incidentele gevallen afgeweken worden van de verordening, met name wanneer toepassing van de volledige verordening het doel voorbij schiet of het initiatief onmogelijk maakt. Het streven is om bij de 1e aanvraag af te wijken, en daarna de reguliere procedure te volgen.
Van uitvoering in afwijking van de verordening wordt jaarlijks verslag gedaan aan de gemeenteraad, zodat indien gewenst/nodig het beleid en/of de verordening kunnen worden aangepast.
De gemeenteraad stelt in de begroting – ter verwezenlijking van de gemeentelijke doelstellingen – bedragen beschikbaar ingedeeld naar (beleids)programma’s. Het college kan binnen (onderdelen van) deze programma’s een of meer financiële plafonds bepalen. Als hiervoor gekozen wordt worden de hieronder vallende subsidiepartners voordat zij hun aanvraag indienen op de hoogte gesteld van het plafond en de wijze van verdelen van subsidie wanneer het plafond overschreden wordt.
Artikel 5 Financiële bepalingen
Van iedere subsidieontvanger wordt verlangd dat deze de kosten van de te subsidiëren activiteiten op een stelselmatige en controleerbare wijze onderbouwt, en minimaal specificeert naar loonkosten, materiële kosten en overige kosten. De bepalingen onder lid c en d zullen veelal gelden voor de grotere subsidiepartners. Reservering van een overschot van de subsidie vereist altijd schriftelijke toestemming van het college.
Aanvragen dienen te beschrijven voor welke activiteiten subsidie aangevraagd wordt, wat hiermee wordt nagestreefd (in termen die passen bij betreffend beleidsterrein), en wat de meerwaarde is voor de ingezetenen van Rijswijk. Daarnaast dient er een financiële onderbouwing te zijn van de kosten en dekkingsbronnen hiervan (naast de gevraagde subsidie).
Voor de eerste aanvraag van een rechtspersoon zijn aanvullende stukken nodig (lid c).
Na afloop van (het boekjaar van) de gesubsidieerde activiteiten verantwoordt de ontvanger zich richting gemeente met een inhoudelijk (in hoeverre zijn de activiteiten uitgevoerd ) en financieel verslag. Daarnaast wordt verantwoord in hoeverre aan eventuele overige (procedurele) verplichtingen is voldaan, zoals in subsidieregeling of besluit tot verlening vermeld.
De subsidieaanvraag voor het komend jaar en de verantwoording van het afgelopen jaar dienen uiterlijk op 1 juli ingediend te worden, bij voorkeur gelijktijdig. De gemeente dient te besluiten binnen 12 weken vanaf het moment dat de aanvraag naar het oordeel van de behandelend ambtenaar volledig is. Voor incidentele initiatieven kan worden afgeweken van de indieningstermijnen in lid a en b.
De aanvraag kan geweigerd worden om diverse redenen in dit artikel benoemd. Een voorbeeld van weigering o.b.v. een wettelijke regeling is de Bibob toets (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 3). De bepalingen in dit artikel zijn niet allemaal zwart-wit, waardoor gedeeltelijke verlening vaak mogelijk is en volledige afwijzing niet vaak voor zal komen.
Lid f stelt dat kosten voor een jubileum niet subsidiabel zijn. Hiermee worden de kosten bedoeld die direct verband houden met de viering van het jubileum. Wanneer breed toegankelijke activiteiten georganiseerd worden ter gelegenheid van het jubileum, zijn deze niet uitgesloten.
Artikel 10 Besluit tot verlening
In het besluit tot verlening worden de reden, motivatie, berekening en voorwaarden voor de te verlenen subsidie vermeld. In sommige gevallen wordt een subsidie direct bij verlening vastgesteld, eventueel voorzien van de bepaling dat controle achteraf mogelijk is. Deze werkwijze biedt de mogelijkheid om (zeer) kleine initiatieven niet te belasten met onevenredige administratieve lasten, terwijl via de mogelijke controle achteraf de kans op misbruik laag gehouden wordt.
Artikel 11 Besluit tot vaststelling
De subsidie kan lager worden vastgesteld als de activiteiten niet of onvoldoende hebben plaatsgevonden, als de ontvanger zijn/haar verplichtingen onvoldoende is nagekomen of nagelaten heeft gegevens te verstrekken waardoor de subsidie niet of niet geheel zou zijn verleend. In dergelijke gevallen zal het vaststellingsbesluit eventueel onverschuldigde betalingen (door de subsidieontvanger teveel ontvangen subsidie) terugvorderen.
Artikel 12 Algemene verplichtingen
De subsidieontvanger dient te allen tijde de gemeente schriftelijk en/of per e-mail op de hoogte te stellen van wijzigingen in zijn/haar situatie die van invloed (hadden) kunnen zijn op de subsidieverlening of -vaststelling.
De verplichtingen in AwB artikel 4:71 gelden met name voor de per boekjaar verstrekte subsidies. Logischerwijs gelden voor zeer kleine en/of incidentele subsidies minder verplichtingen, veelal omdat deze simpelweg niet of in mindere mate zullen spelen bij kleine(re) organisaties en/of niet in verhouding staan tot het subsidiebedrag.
Subsidieontvangers moeten zich verzekeren tegen aansprakelijkheid en ongevallen. Voor werkgevers gelden sowieso Burgerlijk Wetboek 7:658 en 7:611. De kosten mogen in de aanvraag opgevoerd worden. Alle vrijwilligers (behalve politie- en brandweervrijwilligers en stagiairs) en mantelzorgers zijn verzekerd via de gemeente, zie de website van de gemeente en https://tinyurl.com/y42uj2pn.