Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda houdende regels omtrent aanwijzing veiligheidsrisicogebied (Aanwijzing veiligheidsrisicogebied binnenstad 02)

De burgemeester van de gemeente Breda,

Overwegende:

• •

  dat de gemeenteraad van Breda op basis van artikel 151b Gemeentewet de burgemeester in artikel 2.73 van de Algemene plaatselijke verordening Breda 2018 de bevoegdheid heeft verleend om bij verstoringen van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied aan te wijzen, met inbegrip van de daarin gelegen voor publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied;

• •

  dat in het door de burgemeester aangewezen veiligheidsrisicogebied de officier de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 50 derde lid, 51 derde lid en artikel 52 derde lid van de Wet wapens en munitie kan toepassen;

• •

  dat een veiligheidsrisicogebied wordt gekenmerkt door een hoog risico op geweldsdelicten en dreigingen met (vuur)wapens en het daarbij gaat om een gebied dat naar bestemming of vast gebruik voor iedereen toegankelijk is;

• •

  dat daarbij gedacht kan worden aan gebieden waar zich concentraties van uitgaansgelegenheden bevinden die in de avond en nacht uit oogpunt van openbare orde en veiligheid een bijzondere gevaarzetting met zich mee brengen;

• •

  dat in het uitgaanscentrum en de daaraan grenzende straten gedurende de horecanachten (vooral op donderdag-, vrijdag- en zaterdagnacht) grote aantallen, vaak jeugdige, bezoekers aanwezig zijn, velen onder invloed van alcohol of andere genotsmiddelen geconcentreerd in een relatief klein gebied met veel smalle straten en deze combinatie een extra kans geeft op verstoringen van de openbare orde;

• •

  dat de informatie van de politie Zeeland-West-Brabant feiten en omstandigheden omschrijft waaruit blijkt dat in het door de politie omschreven gebied in korte tijd sprake is geweest van verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid en het gebruik van wapens;

• •

  dat deze incidenten een grote impact hebben op de veiligheidsbeleving in het algemeen en in het bijzonder van het uitgaanspubliek en het in de horeca werkend personeel;

• •

  dat het aanwijzen van dit gebied als veiligheidsrisicogebied en het daarmee kunnen toepassen van het instrument van preventief fouilleren kan worden ingezet om inzicht te krijgen op de vraag of de aanwezigheid van wapens in het uitgaan een probleem is.

• •

  dat de duur van de aanwijzing en de omvang van het gebied proportioneel wordt geacht in relatie tot het beoogde legitieme doel;

• •

  Dat in het driehoeksoverleg, als bedoeld in artikel 13 Politiewet, op 26 augustus 2019 de burgemeester met de officier van justitie overleg heeft gevoerd en daarbij in gezamenlijkheid is geoordeeld dat op grond van voornoemde feiten en omstandigheden het aangewezen gebied te kwalificeren als een veiligheidsrisicogebied.

Gelet op artikel 2.73 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 en artikel 151b van de Gemeentewet

Besluit