Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tiel

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tiel houdende regels omtrent rechtspositie (Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden Tiel 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Tiel houdende regels omtrent rechtspositie (Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden Tiel 2019)
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en commissieleden Tiel 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden- en commissieleden 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 96, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet
  5. artikel 97 van de Gemeentewet
  6. artikel 98 van de Gemeentewet
  7. artikel 99 van de Gemeentewet
  8. artikel 3.1.1, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  9. artikel 3.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  10. artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  11. artikel 3.1.8, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  12. artikel 3.1.9, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  13. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  14. artikel 3.3.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  15. artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  16. artikel 3.4.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  17. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-10-201901-01-2019nieuwe regeling

18-09-2019

gmb-2019-237934

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tiel houdende regels omtrent rechtspositie (Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden Tiel 2019)

De raad van de gemeente Tiel;

 

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 16 juli 2019;

 

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening: “Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Tiel 2019

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • b.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • c.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend. De hoogte van de toelage wordt vastgesteld bij het besluit van de gemeenteraad om een onderzoekscommissie in te stellen. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1.3., eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, bedraagt de toelage niet meer dan maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van €120,- per maand.

Artikel 3. Reiskosten woon-werkverkeer raads- en commissieleden

Voor het reizen van en naar het gemeentehuis ten behoeve van het bijwonen van de raadsvergaderingen en raadsactiviteiten, wordt maandelijks een vaste vergoeding woon- werkverkeer verstrekt van € 0,19 per kilometer. Uitgaande van een gemiddeld bezoek aan het gemeentehuis van 2 dagen per week, wordt de hoogte van de vergoeding als volgt berekend: (2/5 x 214) 85,6 dagen x …. aantal kilometers x € 0,19 = €……. netto vergoeding op jaarbasis. Voor de vaste vergoeding per maand wordt de uitkomst gedeeld door 12.

Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

  • 1.

    Een raadslid ontvangt gedurende de uitoefening van zijn functie maandelijks een bedrag waarmee voorzieningen getroffen kunnen worden ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. Het totaalbedrag per jaar is gelijk aan de vergoeding voor de werkzaamheden voor een maand, zoals bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

Artikel 6. Nadere regels niet- partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan een niet partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Kosten voor scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komen altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 4.

    Het presidium beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 7. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 8. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 9. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 10. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden zo snel mogelijk na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden plaatsvindt in de maand volgend op de maand waarin de declaratie is ingediend.

Artikel 11. Intrekking vigerende verordening

De Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden- en commissieleden 2012 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van de “Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Tiel 2019.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Tiel 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Tiel, 18 september 2019,

De griffier,

De voorzitter,

Toelichting verordening rechtspositie raads- en commissieleden Tiel 2019

 

Algemeen deel

 

Wettelijke regelingen

In de wet en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. In de Gemeentewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van raads- en commissieleden alsmede de financiële voorzieningen moet worden geregeld bij of krachtens de wet ( AMvB en ministeriele regeling). Deze nadere regeling is vastgelegd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. In de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers zijn de (onkosten) vergoedingen nader uitgewerkt.

 

In deze verordening zijn alleen bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van raadsleden en leden van gemeentelijke commissies zover die niet dwingend geregeld zijn in hogere wet- en regelgeving. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Bij de laatste moderniserings- en harmoniseringsoperatie, betreffende de rechtspositiebesluiten voor decentrale politieke ambtsdragers zijn er wederom een aantal bepalingen imperatief in hogere wet- en regelgeving vastgelegd. De overweging hierbij is dat het bestuurlijk wenselijk is om de voorzieningen zoals vergoedingen, tegemoetkomingen en andere rechtspositionele aanspraken voor decentrale politieke ambtsdragers dwingendrechtelijk in hogere wet- en regelgeving vast te leggen om politieke discussies te voorkomen. Dit betekent dat er voor gemeenten minder ruimte is om lokaal bij verordening van wettelijke regelingen af te wijken.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

Dit betreft de toelagen voor raadsleden die lid zijn van een onderzoekscommissie en andere bijzondere commissie. De Gemeentewet biedt de mogelijkheid om een onderzoekscommissie (raadsenquête) in te stellen. In Tiel is tot op heden geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Mocht het daar ooit van komen, dan kan op basis van artikel 2 een extra toelage worden toegekend aan raadsleden die lid zijn van een dergelijke commissie. De hoogte van die extra toelage wordt vastgesteld bij het besluit om een onderzoekscommissie in te stellen.

Voor de leden van een andere bijzondere commissie kan op dezelfde wijze als een vertrouwenscommissie en rekenkamerfunctie een vergoeding worden toegekend. In het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers is namelijk geregeld dat raadsleden die zitting hebben in een rekenkamercommissie of vertrouwenscommissie, een toelage van €120,00 bruto per maand ontvangen (voor de duur van de werkzaamheden).

 

Artikel 3 Reiskosten woon- werkverkeer raads- en commissieleden

Raads- en commissieleden hebben recht op een vergoeding reiskosten woon- werkverkeer. Het gaat hierbij om de reis van het woonadres naar het gemeentehuis. Door te kiezen voor een vaste maandelijkse vergoeding wordt een arbeidsintensieve verwerking bij variabele vergoeding op declaratiebasis voorkomen. De uitbetaling van de vaste vergoeding is gebaseerd op het gemiddeld aantal dagencriterium (maximaal 214 dagen per jaar) dat de Belastingdienst hanteert voor de vergoeding woon- werkverkeer aan ambtenaren.

 

Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

Ingevolge artikel 96, in samenhang met artikel 97, van de Gemeentewet kunnen kosten voor (dienst)reizen buiten het grondgebied van de gemeente alleen op basis van een verordening van de gemeenteraad worden vergoed. In deze bepaling is bij verordening geregeld dat raads- en commissieleden een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente kunnen krijgen ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur. Onder reizen “buiten de gemeentegrenzen” kunnen ook de buitenlandse dienstreizen worden geschaard. De naar redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten voor dienstreizen in het buitenland, die door of vanwege de gemeente zijn georganiseerd komen ook voor vergoeding in aanmerking. De vergoeding voor noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten is niet nader ingevuld en is een lokale aangelegenheid per gemeente. Omdat in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers verder geen eigen vergoedingsregeling is opgenomen, is aansluiting gezocht bij de vergoedingsregelingen voor wethouders.

 

Artikel 5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

Raadsleden zijn vaak een significant deel van de werkweek voor de gemeenteraad bezig en kunnen daardoor vaak in hun hoofdfunctie minder pensioen opbouwen. Raadsleden hebben bovendien niet allemaal een hoofdfunctie in loondienst. In artikelen 3.1.9 is daarom de grondslag gecreëerd om bij verordening te bepalen dat de raadsleden een bedrag per jaar ontvangen ter hoogte van één maandbedrag van hun vergoeding voor de werkzaamheden, waarmee zij voorzieningen kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. Dit bedrag zal in maandelijkse termijnen worden uitgekeerd gedurende het uitoefenen van de functie.

 

Artikel 6. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

Voor raads- en commissieleden is expliciet bepaald dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste kunnen worden gebracht van de gemeente. Partijpolitieke scholing komt niet voor vergoeding door de gemeente in aanmerking. De inhoud van de scholing is bepalend of deze al dan niet partijpolitiek georiënteerd is. Wanneer scholing verzorgd wordt door een politieke partij betekent dat niet automatisch dat de scholing partijpolitiek georiënteerd is.

Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de scholingskosten, moet gemotiveerd worden dat het gaat om functiegerichte scholing. Scholing is functiegericht als zij beoogde voor de functie benodigde kennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Scholing is partijpolitiek georiënteerd als zij geheel of gedeeltelijk tot doel heeft betrokkene op te leiden in het gedachtengoed van de desbetreffende partij. Onder scholingskosten wordt verstaan de cursus- en lesgelden, de kosten van het studiemateriaal, examen- en diplomakosten en de aanschafkosten van verplicht gesteld studiemateriaal , alsmede reis- en verblijfkosten in het kader van de opleiding.

Overigens kan de gemeente zelf ook scholing (laten) verzorgen. Ook die lasten komen ten laste van de gemeente.

 

Artikel 7. Informatie- en communicatievoorzieningen

Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raadslid, wethouder of de burgemeester voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking. Ook commissieleden kunnen aanspraak maken op ICT-middelen op grond van art. 3.4.4 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan een smartphone een computer en de daarbij behorende (internet)abonnementen. Er mag slechts één computer verstrekt worden. Geadviseerd wordt te verstrekken op basis van een bruikleenovereenkomst. Een computer is een desktop, laptop, tablet- of minicomputer. Een smartphone is niet te kwalificeren als computer.

 

Artikel 8. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

In het kader van de werkkostenregeling op grond van artikel 31 Wet op de Loonbelasting 1964 zijn een aantal vergoedingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de verordening aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De gemeente draagt in dat geval de loonbelasting, waardoor de vergoeding belastingvrij (netto) aan de politieke ambtsdrager kan worden overgemaakt. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover bij de politieke ambtsdragers loonbelasting worden ingehouden. In het kader van de werkkostenregeling kan in de financiële administratie worden aangegeven of een verstrekking of vergoeding onder de gerichte vrijstellingen, intermediaire kosten of onder de nihil-waarderingen valt.

Gemeenten mogen daarnaast een verstrekking of vergoeding in de vrije ruimte - tot 1,2% fiscale loonsom - onderbrengen zonder fiscale consequenties. Indien de grens van 1,2% wordt overschreden, zal de gemeente 80% eindheffing moeten betalen.

 

Artikel 9, 10 Betaling vaste vergoedingen & betaling en declaratie van onkosten

Het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers regelen wanneer de vergoedingen en onkosten betaald moeten worden aan raads- en commissieleden. Daar waar geen expliciete termijn is genoemd, kunnen deze artikelen uitkomst bieden. De betaling van onkosten kan worden voorgeschoten uit eigen middelen, later gedeclareerd worden of de factuur wordt rechtstreeks naar de gemeente verstuurd. Hierbij gaat de voorkeur uit naar rechtstreeks facturering bij de gemeente. Raads- en commissieleden declareren hun kosten bij de griffier.