Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemert-Bakel

Beleidsregel hoogte bijzondere bijstand 18- tot en met 20 jarigen niet in een inrichting verblijvend Gemert-Bakel 2019 (richtlijn B079)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemert-Bakel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel hoogte bijzondere bijstand 18- tot en met 20 jarigen niet in een inrichting verblijvend Gemert-Bakel 2019 (richtlijn B079)
CiteertitelBeleidsregel hoogte bijzondere bijstand 18 – tot en met 20 jarigen niet in een inrichting verblijvend Gemert-Bakel 2019 (richtlijn B079)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 12 van de Wet werk en bijstand
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-10-201903-04-2021nieuwe regeling

17-09-2019

gmb-2019-237884

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel hoogte bijzondere bijstand 18- tot en met 20 jarigen niet in een inrichting verblijvend Gemert-Bakel 2019 (richtlijn B079)

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gemert-Bakel,

 

Gelet op het bepaalde in artikel 12 en 35 van de Participatiewet;

BESLUIT

 

  • 1.

    De beleidsregel hoogte bijzondere bijstand 18- tot en met 20 jarigen niet in een inrichting verblijvend (richtlijn B079) Gemert-Bakel 2019 vast te stellen.

  • 2.

    De beleidsregel hoogte bijzondere bijstand 18- tot en met 20 jarigen niet in een inrichting verblijvend ( B079) Gemert-Bakel 2016 in te trekken.

De beleidsregel bijzondere bijstand 18- t/m 20 jarigen niet in een inrichting verblijvend (B079 handboek Schulinck) is als volgt:

Omschrijving van de kosten

Indien en voor zover een persoon van 18, 19 of 20 jaar die niet in een inrichting verblijft hogere bestaanskosten heeft dan waarin zijn bijstandsnorm voorziet, en indien de middelen van zijn ouders ontoereikend zijn of hij redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders niet te gelde kan maken, kan het college op grond van artikel 12 Participatiewet aanvullend bijzondere bijstand verlenen.

Doelgroep: jong meerderjarigen

De 18- tot en met 20-jarige die geen of onvoldoende beroep kan doen op zijn ouders voor de noodzakelijke kosten van het bestaan, komt in aanmerking voor (aanvullende) bijzondere bijstand voor de kosten van levensonderhoud. Een 18- tot en met 20-jarige kan in ieder geval geen of onvoldoende beroep op de zorgplicht van de ouders doen als:

 

  • a.

    de onderhoudsplichtige ouder of ouders zijn overleden;

  • b.

    de jongere in het kader van de Jeugdwet buiten het gezinsverband van de ouder of ouders is geplaatst;

  • c.

    de ouders onvindbaar of niet bereikbaar zijn;

  • d.

    er sprake is van een ernstig verstoorde relatie met de ouder(s).

Een aanvraag voor bijzondere bijstand voor levensonderhoud voor jong meerderjarigen wordt, analoog aan artikel 41 lid 4 Participatiewet, niet eerder ingediend dan vier weken na datum melding en wordt niet eerder dan vier weken na die melding door het college in behandeling genomen.

Hoogte bijzondere bijstand

De algemene bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar wordt – mits voldaan aan de voorwaarden – zodanig aangevuld met bijzondere bijstand voor levensonderhoud, dat de hoogte van de totale bijstandsuitkering (norm algemene bijstand + bijzondere bijstand op grond van artikel 12 Participatiewet) nooit méér kan bedragen dan de bijstandsuitkering die in een vergelijkbare situatie zou gelden voor personen van 21 jaar of ouder.

Verlaging

Het college ziet aanleiding om de bijzondere bijstand lager vast te stellen indien er sprake is van:

  • kostendeling;

  • ontbrekende woonlasten;

  • recente beëindiging van een opleiding.

Het bedrag van de verlaging wordt op de bijzondere bijstand in mindering gebracht.

Vorm bijstand

De bijzondere bijstand wordt “om niet” verleend.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 september 2019

Het college van burgemeester en wethouders