Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Reimerswaal

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Reimerswaal 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieReimerswaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Reimerswaal 2019
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Reimerswaal 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 96 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-06-2024artikel 3, 5, 8

28-05-2024

gmb-2024-240815

19.002947
01-10-201906-06-2024nieuwe regeling

24-09-2019

gmb-2019-237134

19.002947

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Reimerswaal 2019

De raad van de gemeente Reimerswaal;

 

Gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

Gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad;

 

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

 

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Reimerswaal 2019

 

 

 

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

b. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

c. raadslid: lid van de gemeenteraad.

d. fractieondersteuner: persoon die werkzaamheden verricht voor een van de fracties uit de raad en door de betreffende fractie bij de griffie formeel is aangemeld als medewerker; e.e.a. zoals geregeld in artikel 1 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Reimerswaal 2019

 

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie

Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 250 per maand. De toelage is per jaar nooit hoger dan driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

 

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

1. Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed:

a. De kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

b. Bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;

2. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

3. Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

4. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de fractievoorzitter.

2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

3. De vergoeding van de scholing vindt plaats uit het fractiebudget. De fractie kan een maximale vergoeding per jaar voor scholing van een raads- of commissielid vaststellen.

4. De fractievoorzitter beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

 

Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen (ICT-middelen)

1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie ICT-middelen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

2. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde ICT-middelen in bij de gemeente. Overname van een ICT-middel is mogelijk als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a.

    De gemeente is bereid het ICT-middel af te stoten;

  • b.

    Het ICT-middel is door of namens de gemeente geschoond met speciale software in overeenstemming met de vastgestelde Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) die sinds 1 januari 2019 geldt (Stcrt. 26526);

  • c.

    Het raads- of commissielid betaalt de gemeente de resterende waarde in het economische verkeer van het ICT-middel.

 

Artikel 5. Informatie en communicatievoorzieningen (ICT-middelen)

Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raadslid voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke ICT-middelen ter beschikking.

 

De gemeente verstrekt ICT-middelen in bruikleen aan de politieke ambtsdrager omdat dit noodzakelijk gereedschap is voor het vervullen van de politieke functie. Het fiscale noodzakelijkheidscriterium vereist dat dit digitale gereedschap bij aftreden of ontslag weer door de ambtsdrager wordt ingeleverd bij de gemeente. Dit geeft de gemeente ook de mogelijkheid om dit ICT-middel te schonen. Als het middel is geschoond, dan is het aan de gemeente of het dit desbetreffende ICT-middel wil hergebruiken. Als dat niet zo is, dan kan de gemeente ambtsdragers de mogelijkheid bieden het ICT-middel over te nemen. Dit overnemen is dus geen recht van de ambtsdrager maar het gevolg van een keuze van de gemeente. De circulaire “overname ICT na ambtstermijn decentrale politieke ambtsdragers, 2022-0000173050, 29 maart 2022” vereist - in het geval dat de gemeente bereid is het ICT-middel af te stoten - dat de gemeente ervoor zorgt dat het ICT-middel door of namens de gemeente is geschoond met speciale software volgens Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Verder dient de ambtsdrager voor het overnemen van het ICT-middel op grond van de circulaire een vergoeding te betalen. Deze vergoeding dient gelijk te zijn aan de resterende waarde van het ICT-middel in het economisch verkeer.

Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Artikel 7 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

 

Artikel 8 Betaling en declaratie van onkosten

1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

a. betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, of

b. betaling vooruit uit eigen middelen

2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

4. De declaraties worden geaccordeerd door de voorzitter van de raad of de griffier.

5. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raadsleden binnen de eerstvolgende loonbetaling en voor commissieleden binnen veertien dagen na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

 

Artikel 9 Vergoeding fractieondersteuners

De fractieondersteuners ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de thema- en opinie-raad een vergoeding die gelijk is aan de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties vastgestelde vergoeding in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers voor gemeenten met een inwonersklasse van 20.001 – 50.000.

 

Artikel 10 Overige vergoedingen en voorzieningen fractieondersteuners

Ten aanzien van een fractieondersteuner zijn de artikelen 3, 4, 6 en 8 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 11 Intrekking oude verordening

De verordening rechtspositie wethouders, raads- en fractieondersteuners 2010, vastgesteld op 25 mei 2010, wordt ingetrokken.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt, behoudens artikel 3, terug tot en met 1 januari 2019. Artikel 3 treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Reimerswaal 2019.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Reimerswaal van 24 september 2019,