Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Uitgeest

Subsidieverordening 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Uitgeest
Officiële naam regelingSubsidieverordening 2007
CiteertitelSubsidieverordening 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Subsidieverordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 26-04-1977, sedertdien gewijzigd.

Ten aanzien van de subsidies, genoemd onder de artikelen E1 en E2 is een overgangstermijn van drie jaren vastgesteld, in die zin dat voor het jaar 2007 geldt dat verengingen die volgens de nieuwe verordening recht hebben op minder subsidie dan op grond van de oude verordening 1/3 van dit verschil minder ontvangen en in 2008 2/3 van dit verschil minder ontvangen, en dat voor het jaar 2007 geldt dat verenigingen die volgens de nieuwe verordening recht op meer subsidie hebben dan op grond van de oude verordening slechts 1/3 van dit verschil ontvangen en in 2008 2/3 van dit verschil ontvangen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:25
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:26
  3. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:27
  4. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:28

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200701-01-2016nieuwe regeling

26-01-2006

Dagblad Kennemerland, 13-07-2006.

nummer 06/03

Tekst van de regeling

SUBSIDIEVERORDENING 2007

Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit d.d. 26 januari 2006, nummer 06/03; deze verordening zal in werking treden met ingang van 1 januari 2007. Met ingang van 1 januari 2007 wordt de subsidieverordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 april 1977, sedertdien gewijzigd, ingetrokken.

HOOFDSTUK A. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel Al

  • 1.

    Aan de organisatie, die in beginsel voor een ieder toegankelijk is, gevestigd is in de Gemeente Uitgeest en werkzaam is ten behoeve van het algemeen welzijn, hetzij materieel hetzij ideëel, van inwoners der Gemeente Uitgeest, kan door de Gemeente Uitgeest subsidie verleend worden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen, welke activiteiten onder het algemeen welzijn als bedoeld in lid 1 vallen.

  • 3.

    Burgemeester en Wethouders kunnen aan de organisatie als bedoeld in lid 1, die niet in de Gemeente Uitgeest gevestigd is, subsidie verlenen, indien naar hun oordeel haar activiteiten in voldoende mate onder het algemeen welzijn als bedoeld in lid 1 vallen.

Artikel A2

  • 1.

    Ter uitwerking van het bepaalde in deze verordening kan de Gemeenteraad ten aanzien van nader te bepalen beleidsterreinen deelverordeningen vaststellen.

  • 2.

    Ter uitwerking van het bepaalde in deze verordening en de in lid 1 genoemde deelverordeningen kunnen Burgemeester en Wethouders beleidsregels vaststellen.

Artikel A3

Geen subsidie wordt verleend aan de organisatie die

  • a.

    uitsluitend of in hoofdzaak activiteiten ontplooit op staatkundig of godsdienstig terrein;

  • b.

    het maken van winst beoogt;

Artikel A4

Burgemeester en Wethouders kunnen, indien zij in een bepaald geval van mening zijn, dat een organisa¬tie in een zodanige financiële toestand verkeert, dat een gemeentelijk subsidie als overbodig moet wor¬den beschouwd, op deze grond de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren.

Artikel A5

  • 1.

    De subsidie wordt, voor zoveel in deze verordening niet anders bepaald, door Burgemeester en Wethouders vastgesteld als bijdrage in de werkelijke per subsidiejaar gedane uitgaven op grond van de door hen geaccepteerde rekening ervan, die ten minste moet bevatten een overzicht van de inkomsten en uitgaven.

  • 2.

    Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op de subsidies als bedoeld in de artikelen El, E2, E4 en E5.

  • 3.

    De subsidie kan worden verleend op andere wijze dan in geld.

Artikel A6

  • 1.

    De subsidie wordt, voor zoveel in deze verordening niet anders bepaald, slechts vastgesteld in de kosten, die voor een goede taakvervulling van hetgeen de organisatie blijkens haar statuten tot doel heeft noodzakelijk zijn.

  • 2.

    Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op de subsidies als bedoeld in de artikelen El, E2, E4 en E5.

Artikel A7

De subsidie wordt slechts vastgesteld voor zover in de begroting hiervoor bedragen zijn opgenomen.

Artikel A8

  • 1.

    De Gemeenteraad kan per kalenderjaar op grond van afdeling 4.2.2 van de Algemene wet bestuursrecht een bedrag vaststellen, dat maximaal beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies ter zake van nader te bepalen beleidsgebieden (het zogeheten plafond).

  • 2.

    De wijze van verdeling van het per beleidsgebied beschikbare bedrag wordt omschreven in het besluit tot vaststelling van het in lid 1 genoemd plafond.

Artikel A9

Het subsidiejaar, het jaar waarvoor de subsidie wordt verzocht respectievelijk wordt vastgesteld, is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel A10

  • 1.

    Onder het aantal leden wordt verstaan, het aantal actieve leden op 1 Januari van het jaar, voorafgaande aan het subsidiejaar, dat als contribuerend is ingeschreven en woonachtig is in de Gemeente Uitgeest.

  • 2.

    Onder het aantal jeugdleden wordt verstaan, het aantal actieve jeugdleden op 1 Januari van het jaar, voorafgaande aan het subsidiejaar, dat als contribuerend is ingeschreven, woonachtig is in de Gemeente Uitgeest en de leeftijd van 21 jaar op genoemde 1 Januari nog niet heeft bereikt.

  • 3.

    Iemand is in de gemeente Uitgeest woonachtig, indien hij als zodanig is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van deze gemeente.

Artikel A11

Onder het aantal producties wordt verstaan het aantal producties en/of voorstellingen, dat een organisatie in het jaar, voorafgaande aan het subsidiejaar heeft verzorgd c.q. gegeven.

Artikel A12

Indien wordt gesubsidieerd op basis van het aantal inwoners, wordt met dit aantal bedoeld het aantal inwoners, dat is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op 1 Januari van het jaar, voorafgaande aan het subsidiejaar

HOOFDSTUK B. DE PROCEDURE

Artikel B1

Een aanvraag om subsidie wordt voor 1 juni, voorafgaand aan het subsidiejaar, ingediend bij Burgemeester en Wethouders op een door dezen vastgesteld en verstrekt formulier.

Artikel B2

De aanvraag om een subsidie gaat vergezeld van:

  • a.

    de bescheiden genoemd in het formulier als bedoeld in artikel B1

  • b.

    een begroting, tenzij deze voor de berekening van het subsidie niet van belang is.

Artikel B3

  • 1.

    De begroting bevat een overzicht van de voor het subsidiejaar geraamde inkomst

Artikel B4

Indien voor het jaar, voorafgaande aan het subsidiejaar, geen subsidie werd aangevraagd, wordt naast de in artikel B2 genoemde bescheiden overgelegd:

  • a.

    een exemplaar van de geldende statuten en bij gebreke daarvan van de oprichtingsakte;

  • b.

    de laatst vastgestelde jaarrekening dan wel de balans en de staat van baten en lasten en bij gebreke daarvan een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvrage.

Artikel B5

Burgemeester en Wethouders kunnen in individuele gevallen ontheffing verlenen van een of meer in de artikelen B2 en B4 gestelde eisen, indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd, of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

HOOFDSTUK C. DE SUBSIDIEVERLENING

Artikel Cl

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders beslissen voor 15 november voorafgaande aan het subsidiejaar, op de subsidieaanvrage (de subsidieverlening).

  • 2.

    De beschikking tot subsidieverlening bevat:

    • a

      een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

    • b

      het subsidiebedrag;

    • c

      de eventueel opgelegde verplichtingen.

  • 3.

    De beschikking met betrekking tot subsidieverlening wordt voor 1 december voorafgaande aan het subsidiejaar verzonden.

Artikel C2

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kunnen de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a

      de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • b

      de aanvrager niet zal voldoen aan de, aan de subsidie verbonden, verplichtingen;

    • c

      de aanvrager niet op behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven;

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren:

    • a

      indien het aanvraagformulier onvolledig of onjuist is ingevuld;

    • b

      indien de gevraagde gegevens en over te leggen bescheiden niet of niet volledig zijn verstrekt.

Artikel C3

Burgemeester en Wethouders kunnen aan de beschikking tot subsidieverlening verplichtingen opleggen, die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel C4

  • 1.

    Indien op de subsidieaanvrage gunstig is beslist, wordt 80% van het subsidiebedrag als voorschot toegekend.

  • 2.

    De betaling van het voorschot vindt plaats in twee gelijke termijnen en wel per 1 januari en 1 juli van het subsidiejaar.

HOOFDSTUK D DE SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel D1

  • 1.

    De organisatie, die een positieve beschikking tot subsidieverlening heeft ontvangen, legt ter vaststelling van de subsidie voor 1 juni van het jaar, volgend op het subsidiejaar, een aanvraag tot vaststelling, vergezeld van de navolgende bescheiden, over:

    • a

      een vanwege het bestuur gewaarmerkt verslag van de verrichte activiteiten in het subsidiejaar;

    • b

      een vanwege het bestuur gewaarmerkte rekening van baten en lasten en een balans met een toelichting daarop.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen van een organisatie verlangen, dat een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393 Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek wordt overgelegd.

  • 3.

    Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van een of meer van de in lid 1 genoemde eisen, indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

Artikel D2

  • 1.

    Indien voor de in artikel D1, lid 1, genoemde termijn de aanvraag tot vaststelling niet is ingediend, kunnen Burgemeester en Wethouders de subsidieontvanger een termijn stellen, binnen dewelke de aanvraag moet zijn ingediend.

  • 2.

    Indien na afloop van deze termijn geen aanvraag is ingediend, kan de subsidie ambtshalve worden vastgesteld.

Artikel D3

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders beschikken op de aanvraag om subsidievaststelling voor 15 november volgend op 1 juni, genoemd in artikel D1

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kunnen de beschikking, genoemd in lid 1, met ten hoogste twee maanden verdagen.

  • 3.

    Van de verdaging wordt voor de afloop van de in lid 1 genoemde termijn schriftelijk aan de organisatie mededeling gedaan.

Artikel D4

Binnen vier weken na de subsidievaststelling wordt de subsidie uitbetaald onder aftrek van de betaalde voorschotten.

Artikel D5

  • 1.

    Voor de subsidies, bedoeld in de artikelen El, E2 en E4 vinden de subsidieverlening en de subsidievaststelling tegelijk in één beschikking plaats.

  • 2.

    Indien lid 1 toepassing heeft gevonden, wordt het subsidiebedrag uitbetaald per 1 april van het subsidiejaar.

HOOFDSTUK E

Artikel E1

  • 1.

    De jaarlijkse subsidie voor sportverenigingen bedraagt het jaarlijks te bepalen bedrag per het aantal jeugdleden van de betreffende vereniging.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders bepalen welke verenigingen voor de toepassing van dit artikel als sportverenigingen in de zin van lid 1 worden aangemerkt.

Artikel E2

  • 1.

    De jaarlijkse subsidie voor culturele verenigingen bedraagt:

    • a

      het jaarlijks te bepalen bedrag per het aantal leden van de betreffende vereniging.

    • b

      het jaarlijks te bepalen bedrag per het aantal producties met een maximum van twee per jaar van de betreffende vereniging.

  • 2.

    Het totaal van de subsidies op grond van het bepaalde onder a bedraagt 1½ van het totaal aan subsi¬dies op grond van het bepaalde onder b.

  • 3.

    Burgemeester en Wethouders bepalen welke verenigingen voor de toepassing van dit artikel als culturele verenigingen in de zin van lid 1 worden aangemerkt.

Artikel E3

De jaarlijkse subsidie voor organisaties waarmee de Gemeente dan wel samenwerkende gemeenten een overeenkomst heeft c.q. hebben, dan wel zal c.q. zullen hebben, is het bedrag dat op grond van deze overeenkomst - eventueel als maximum - in de begroting is opgenomen.

Artikel E4

De jaarlijkse subsidie voor organisaties, niet vallende onder de artikelen El, E2 en E3, wordt als bedrag per organisatie in de begroting opgenomen.

Artikel E5

Jaarlijks kan in de begroting een bedrag worden opgenomen ten behoeve van subsidiering van organisaties, niet vallende onder de artikelen El, E2, E3 en E4.

Artikel E6

Indien de subsidieverlening en de subsidievaststelling tegelijkertijd in een beschikking plaatsvinden, wordt geen uitvoeringsovereenkomst gesloten en wordt de subsidie per 1 april van het subsidiejaar uitbetaald.

HOOFDSTUK F BIJZONDERE VORMEN VAN SUBSIDIE

Artikel F1

  • 1.

    Aan de organisatie, niet vallende onder artikel Al, kan in bijzondere omstandigheden subsidie worden verleend in de kosten van haar activiteiten.

Artikel F2

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kunnen een organisatie met of zonder rechtspersoonlijkheid een subsidie verstrekken voor een incidentele activiteit.

  • 2.

    Een incidenteel subsidie is een subsidie, verstrekt voor activiteiten met een eenmalig ofwel experimenteel karakter, dan wel verstrekt bij gelegenheid van jubilea of andere incidentele bijzondere gebeurtenissen.

Artikel F3

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kunnen een organisatie met of zonder rechtspersoonlijkheid een exploitatiesubsidie verlenen.

  • 2.

    Een exploitatiesubsidie is een jaarlijks terugkerend subsidie in bepaalde exploitatiekosten dan wel in het door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd exploitatietekort.

Artikel F4

Burgemeester en Wethouders kunnen een waarderingssubsidie verstrekken, waarmee zij willen aangeven bepaalde activiteiten van belang te vinden en waarbij het subsidiebedrag niet gerelateerd is aan de kosten van deze activiteiten.

Artikel F5

Burgemeester en Wethouders hebben, de bevoegdheid om in bijzondere gevallen van de in deze verordening opgenomen voorwaarden en regelen af te wijken, of nadere voorwaarden te stellen, indien naar hun oordeel hiervoor voldoende redenen bestaan.

Artikel F6

Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening 2007”.

Artikel F7

Deze verordening treedt in werking met ingang van het subsidiejaar 2007”.