Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel bestuurlijke boete BRP (basisregistratie personen). |
Citeertitel | Beleidsregel bestuurlijke boete BRP |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
https://wetten.overheid.nl/BWBR0033715/2019-02-03
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-09-2019 | Beleidsregel bestuurlijke boete BRP | 10-09-2019 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;
gezien het voorstel van 10 september 2019;
gelet op het bepaalde in artikel 4.17 van de wet basisregistratie personen en titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende, dat het wenselijk is om burgers aan te zetten tot het nakomen van verplichten die de Wet basisregistratie personen aan hen oplegt, om fraude en andere onwenselijke gedragingen rondom die verplichtingen te voorkomen en te bestrijden,
overwegende dat het wenselijk is om de kwaliteit van de gegevens over de ingeschrevenen in de Basisregistratie personen verder te verhogen,
overwegende dat het wenselijk is om de uitvoering van het handhavingsinstrument van de bestuurlijke boete uit artikel 4.17 van de Wet basisregistratie personen voor de gemeente Venlo in een beleidsregel vast te leggen,
vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel bestuurlijke boete BRP (basisregistratie personen) Venlo
De boete heeft ten doel de burger te bewegen alsnog te voldoen aan zijn verplichtingen, zoals genoemd in de artikelen 2.38, 2.39, 2.40 vijfde lid, 2.43 t/m 2.47, 2.50, 2.51 en 2.52 van de wet.
Het ontbreken van verwijtbaarheid wordt in beginsel niet aangenomen, in de volgende situaties waarin de overtreder:
stelt langere tijd niet in staat te zijn geweest zijn belangen te behartigen, doordat hij tijdelijk niet op het adres zegt te wonen. Dit geldt ook in geval van tijdelijk verblijf in het buitenland, tijdelijk verblijf in een instelling voor de gezondheidszorg, een instelling op het gebied van kinderbescherming of een penitentiaire instelling;
aangemerkt wordt als gelegenheidsgever in de zin van sub g van dit artikel en stelt dat de andere persoon niet langer op het adres woont, terwijl hij niet aantoont dat de andere persoon recentelijk verhuisd is naar een ander adres of vertrokken is naar het buitenland en daarvan nog niet binnen de wettelijke termijn als bedoeld in artikel 2.39 en 2.43 van de wet aangifte heeft gedaan.
Artikel 6 Valsheid in geschrifte
Indien er sprake is van valsheid in geschrifte kan niet direct een bestuurlijke boete worden opgelegd. Conform artikel 5:44 Algemene wet bestuursrecht wordt de overtreding eerst aan het Openbaar Ministerie (OM) voorgelegd. Afhankelijk van de reactie van het OM kan alsnog een bestuurlijke boete worden opgelegd.
Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden en afwijkingsbevoegdheid
In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.