Organisatie | Papendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019 |
Citeertitel | Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-09-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 23-04-2019 |
gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
overwegende dat door de landelijke harmonisatie rechtspositie politieke ambtsdragers en de totstandkoming van een nieuw Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de daarbij behorende Regeling rechtspositie politieke ambtsdragers is het noodzakelijk dat een nieuwe Regeling rechtspositie burgemeester en wethouder wordt vastgesteld;
Artikel 1. Definitiebepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. college: college van burgemeester en wethouders.
b. burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.
c. secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.
b. wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 3. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders
Artikel 4. Informatie- en communicatievoorzieningen
De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 5. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 6. Betaling en declaratie van onkosten