Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpen aan den IJssel

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den Ijssel houdende regels omtrent gehandicaptenparkeerplaatsen (Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaats Krimpen aan den IJssel 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpen aan den IJssel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den Ijssel houdende regels omtrent gehandicaptenparkeerplaatsen (Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaats Krimpen aan den IJssel 2019)
CiteertitelBeleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaats Krimpen aan den IJssel 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994
  2. artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
  3. artikel 26 van de Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
  4. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-09-2019nieuwe regeling

10-09-2019

gmb-2019-232936

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den Ijssel houdende regels omtrent gehandicaptenparkeerplaatsen (Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaats Krimpen aan den IJssel 2019)

Inleiding

Het college van burgemeester en wethouders (hierna te noemen: het college) ontvangt regelmatig aanvragen voor een op kenteken gestelde, individuele gehandicaptenparkeerplaats.

Van rijkswege zijn geen regels gesteld die betrekking hebben op de beoordeling van een aanvraag van een individuele gehandicaptenparkeerplaats.

Het college stelt daarom beleidsregels vast waarin is vastgelegd hoe bij een dergelijke aanvraag wordt omgegaan met de afweging van belangen en de vaststelling van feiten. Dit biedt rechtszekerheid en rechtsgelijkheid aan zowel aanvragers als aan andere belanghebbenden.

 

Wettelijke grondslag

  • Wegenverkeerswet 1994 (artikel 18)

  • Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (artikel 12)

  • Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (artikel 26)

  • Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:81)

De aanwijzing en de intrekking van een individuele gehandicaptenparkeerplaats geschiedt middels een verkeersbesluit.

 

Tekst van de regeling

Het college besluit tot de vaststelling van de volgende beleidsregels:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    Individuele gehandicaptenparkeerplaats: de parkeerplaats die ten behoeve van een gehandicapte wordt aangewezen in de nabijheid van zijn/haar woning

  • b.

    Aanvrager: Degene die de aanvraag voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats indient

  • c.

    Bestuurder: de aanvrager van een individuele gehandicaptenparkeerplaats die zelf autorijdt

  • d.

    Passagier: de aanvrager van een individuele gehandicaptenparkeerplaats die niet zelf autorijdt

  • e.

    Loopafstand: De maximale afstand die de aanvrager, eventueel met gebruik van hulpmiddelen, te voet kan afleggen

  • f.

    Verkeerskundig onderzoek: Onderzoek naar de beschikbare parkeerruimte binnen de loopafstand van de aanvrager, gemeten vanaf de voordeur van de woning , alsmede onderzoek naar de verkeerstechnische en verkeersveiligheidsaspecten ter plaatse

  • g.

    Medisch advies: Advies van een bevoegde keuringsinstantie betreffende de maximale loopafstand en/of de medische situatie van de aanvrager

Artikel 2 Toetsingscriteria bestuurder

De aanvrager komt in aanmerking voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats indien:

  • Hij/zij is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie en woonachtig is op het adres ten behoeve waarvan de aanvraag is gedaan en

  • Hij/zij beschikt over een geldig rijbewijs en

  • (Het lease-of gebruikscontract van) de auto waarop de aanvraag betrekking heeft op naam staat van de aanvrager en

  • Hij/zij volgens het medisch advies redelijkerwijs niet in staat is om zelfstandig een loopafstand van meer dan 100 meter aan een stuk te overbruggen en

  • Uit verkeerskundig onderzoek is gebleken dat het mogelijk is om binnen de loopafstand van de aanvrager een individuele gehandicaptenparkeerplaats te realiseren. De plaats wordt ingericht op de dichtstbijzijnde geschikte bestaande parkeerplaats, gerekend vanaf de ingang van de woning van de aanvrager, waarbij indien mogelijk rekening wordt gehouden met diens voorkeur. De aanvraag van een individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt niet ingewilligd als er geen andere mogelijkheid is voor het inrichten daarvan dan op een afstand van meer dan 100 meter van de woning

Artikel 3 Toetsingscriteria passagier

De aanvrager komt in aanmerking voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats indien:

  • Hij/zij is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie en woonachtig is op het adres ten behoeve waarvan de aanvraag is gedaan en

  • De bestuurder van de auto waarop de aanvraag betrekking heeft de inwonende echtgeno(o)t(e), geregistreerde partner, huisgenoot of inwonend gezinslid is van de aanvrager en

  • (Het lease-of gebruikscontract van) de auto waarop de aanvraag betrekking heeft op naam staat van de aanvrager, de inwonende echtgeno(o)t(e), geregistreerde partner, huisgenoot of inwonend gezinslid van de aanvrager en

  • Hij/zij volgens het medisch advies redelijkerwijs niet in staat is om zelfstandig een loopafstand van meer dan 100 meter aan een stuk te overbruggen en het in verband met de geestelijke en/of lichamelijke vermogens van de aanvrager niet verantwoord is om hem/haar alleen te laten op straat of in de woning terwijl de auto wordt geparkeerd en

  • Uit verkeerskundig onderzoek is gebleken dat het mogelijk is om binnen de loopafstand van de aanvrager een individuele gehandicaptenparkeerplaats te realiseren. De plaats wordt ingericht op de dichtstbijzijnde geschikte bestaande parkeerplaats, gerekend vanaf de ingang van de woning van de aanvrager, waarbij indien mogelijk rekening wordt gehouden met diens voorkeur. De aanvraag van een individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt niet ingewilligd als er geen andere mogelijkheid is voor het inrichten daarvan dan op een afstand van meer dan 100 meter van de woning

Artikel 4 Uitzonderingen

De aanvrager komt niet in aanmerking voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats indien:

 

  • 1.

    Hij/zij de beschikking heeft over parkeergelegenheid op eigen terrein waaronder onder meer wordt begrepen een eigen oprit, garage(box) op eigen terrein en overige parkeergelegenheid op eigen erf of privéparkeerterrein bij de woning

  • 2.

    Hij/zij woonachtig is in een verzorgingstehuis, woon-zorgcomplex/zorgwoning

Artikel 5 Het inrichten van de individuele gehandicaptenparkeerplaats

  • 1.

    Het toewijzen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats geschiedt door middel van een verkeersbesluit

  • 2.

    De inrichting van de individuele gehandicaptenparkeerplaats geschiedt conform de richtlijnen van het CROW en met inachtneming van de landelijk geldende normen

  • 3.

    Het realiseren van de individuele gehandicaptenparkeerplaats vindt uiterlijk plaats binnen een maand na de dag waarop het verkeersbesluit onherroepelijk is geworden, maar niet eerder dan nadat de kosten die aan de aanvraag zijn verbonden zijn voldaan

  • 4.

    Indien het aanleggen van de parkeerplaats niet binnen de derde lid gestelde termijn kan gebeuren doet het college daarvan mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de termijn waarbinnen de parkeerplaats alsnog zal worden ingericht.

Artikel 6 Het opheffen van de individuele gehandicaptenparkeerplaats

Het besluit tot het toekennen van een individuele invalidenparkeerplaats kan worden ingetrokken indien:

  • 1.

    De aanvrager niet langer de feitelijke bestuurder is van het voertuig waarvoor de parkeerplaats is aangevraagd

  • 2.

    De aanvrager niet meer in het bezit is van een geldig rijbewijs

  • 3.

    De aanvrager niet langer de beschikking heeft over een auto die op zijn of haar naam staat of waarvoor hij/zij een lease- of gebruikscontract is aangegaan.

  • 4.

    De aanvrager niet meer woonachtig is op het adres ten behoeve waarvan de aanvraag is gedaan

  • 5.

    De aanvrager beschikking heeft gekregen over parkeergelegenheid op eigen terrein

  • 6.

    De mobiliteit van de aanvrager volgens het medisch advies zodanig is verbeterd dat hij of zij in staat mag worden geacht om zelfstandig een loopafstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen

  • 7.

    De aanvrager is overleden. De toekenning van een individuele gehandicaptenparkeerplaats is persoonsgebonden en gaat niet over op rechtsopvolgers.

Artikel 7 Mededelingsplicht

Degene aan wie een individuele gehandicaptenparkeerplaats is toegewezen is verplicht om aan het college mededeling te doen van:

 

  • Wijziging van het woonadres

  • Wijziging van het kenteken van de auto waarvoor de aanvraag is gedaan

  • Het inleveren of vervallen van het rijbewijs

  • Het niet langer gebruik maken van de auto waarvoor de aanvraag is gedaan

  • Het niet langer gebruik maken van de individuele gehandicaptenparkeerplaats

  • Het kunnen beschikken over parkeergelegenheid op eigen terrein

  • Een zodanige verbetering van de mobiliteit dat de aanvrager in staat mag worden geacht om zelfstandig een loopafstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen

Artikel 8 Kosten

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van de aanvraag zijn leges verschuldigd. Voor de hoogte hiervan wordt verwezen naar de gemeentelijke legesverordening.

  • 2.

    Voor het aanleggen van de gehandicaptenparkeerplaats is een privaatrechtelijke vergoeding verschuldigd ten bedrage van € 347,13. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die waarop zij zijn bekendgemaakt

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaats Krimpen aan den IJssel 2019

 

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel op

10 september 2019

de secretaris,

mr. A. Boele

de burgemeester,

M.W. Vroom