Organisatie | Nuenen, Gerwen en Nederwetten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Beschut werk gemeente Nuenen 2019 |
Citeertitel | Beleidsregels Beschut werk gemeente Nuenen 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Beleidsregels Beschut werk gemeente Nuenen 2019 |
Niet van toepassing
artikel 10b van de Participatiewet
Niet van toepassing
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2019 | Nieuwe regeling | 03-09-2019 | Corsanummer 2019.13016 |
Belanghebbende die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en/of aanpassingen van de werkplek nodig hebben dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt. De belanghebbende moet wel enige mate van arbeidsvermogen hebben en de indicatie Beschut werk.
Artikel 3 Advisering door het UWV
Artikel 4 Besluit indicatie Beschut werk
Artikel 5 Plaatsingstraject Beschut werk
Wanneer de loonwaarde van belanghebbende op de werkplek vanuit het plaatsingstraject lager dan 30% is, kan er, i.p.v. een verlenging, een nieuw plaatsingstraject van maximaal 6 maanden worden ingezet. Voorwaarde hiervoor is dat er een reëel perspectief is op een hogere loonwaarde op een nieuwe werkplek.
Artikel 6 Dienstbetrekking Beschut werk
Artikel 7 Loonkostensubsidie Beschut werk
Artikel 8 Voorzieningen Beschut werk
Artikel 9 Aantal dienstbetrekkingen Beschut werk en volgorde van plaatsing
De persoon, bedoeld in het vorige lid, krijgt voorrang op personen met een indicatie van latere datum, tenzij het beschikbare beschut werk niet aansluit bij de arbeidsmogelijkheden van deze persoon. In dat geval wordt het beschut werk aangeboden aan de eerstvolgende persoon, bij wie het beschut werk wel aansluit op diens arbeidsmogelijkheden.
Artikel 10 Wijziging in indicatie beschut werk
Wanneer gedurende het plaatsingstraject of tijdens de dienstbetrekking beschut werk blijkt dat geïndiceerde minder dan 30% loonwaarde heeft of mogelijk niet (langer) voldoet aan de criteria zoals opgenomen in het besluit Beschut werk, kan het college een nieuw advies Beschut werk aan het UWV aanvragen.
Indien uit het nieuwe advies Beschut werk blijkt dat belanghebbende geen indicatie Beschut werk meer heeft, zal het college een nieuw besluit nemen waarbij wordt aangegeven dat belanghebbende niet langer tot de doelgroep Beschut werk behoort. Het college kan dan bezien welke andere mogelijkheden voor participatie er zijn.
Artikel 11 Plaatsing na ontslag wegens misdragingen
Wanneer na afloop van deze periode geen beschut werk beschikbaar is omdat het aantal te realiseren beschutte werkplekken al is gerealiseerd, wordt deze persoon op de wachtlijst geplaatst, bedoeld in artikel 9 lid 1. In afwijking van artikel 9 lid 2 wordt zijn rangorde op deze wachtlijst bepaald door de datum van het ontslag.
Tijdens de periode, zoals bedoeld in het eerste lid, kan aan deze persoon een passende gedragstraining, dan wel aanvullende ondersteuning, begeleiding of andere voorziening worden aangeboden die de kans op herhaling van misdragingen kan voorkomen of beperken en de kans op arbeidsinschakeling vergroot. Een dergelijke voorziening wordt aangemerkt als een voorziening bedoeld in artikel 10 lid 1 van de wet.
Het college kan in bijzonder gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
Beschut werk is een verplichting vanuit de Participatiewet. Gemeenten hebben echter zelf de bevoegdheid om er een nadere invulling aan te geven. Dit gebeurt door middel van deze beleidsregels. Het is voor burgers van belang om te weten onder welke voorwaarden beschut werk wordt toegekend.
Hieronder staan enkel de artikelen die een nadere toelichting vereisen.
Artikel 2 Doelgroep Beschut werk
Tot de doelgroep Beschut werk behoren mensen met arbeidsvermogen die (nog) niet in een regulieren baan kunnen werken, ook niet met extra begeleiding en ondersteuning. Zij hebben uitsluitend in een beschutte omgeving en onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. Het gaat om mensen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanig hoge mate van (structurele) begeleiding en/of aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat niet van een werkgever mag worden verwacht dat hij deze mensen in dienst neemt, ook niet met extra voorzieningen van gemeente of UWV. Dit onderscheidt de doelgroep Beschut werk van de doelgroep voor de banenafspraak.
Artikel 3 Advisering door het UWV
Lid 2: het UWV verricht onderzoek naar de vraag of de persoon met arbeidsvermogen bij het verrichten van werkzaamheden is aangewezen op:
Dit zijn geen cumulatieve vragen, als minimaal een van de vragen bevestigend kan worden beantwoord, dan adviseert het UWV aan het college om vast te stellen dat de persoon behoort tot de doelgroep Beschut werk.
Het UWV hoeft geen onderzoek te verrichten als een onderzoek niet in het belang is van het UWV en de belanghebbende. Dit is zo in de volgende gevallen:
Indien het Besluit advisering Beschut Werk wordt gewijzigd dan prevaleert de meest recente versie en geldt deze van rechtswege voor deze beleidsregels. Er kan dus geen beroep worden gedaan op deze toelichting ingeval van strijdigheid met het Besluit advisering Beschut werk.
Artikel 5 Plaatsingstraject Beschut werk
Lid 1: er is gekozen voor 6 maanden plaatsingstraject, omdat binnen die periode de mogelijkheden voor een dienstbetrekking voor belanghebbende kunnen worden onderzocht. Het doel van het plaatsingstraject is namelijk het in beeld brengen van het arbeidspotentieel en om de loonwaarde te bepalen om te komen tot een dienstbetrekking.
Lid 2: het plaatsingstraject kan in uitzonderlijke situaties worden verlengd met 6 maanden. Voorbeelden van zulke situaties zijn:
- het plaatsingstraject is tijdelijk stopgezet of onderbroken, bijvoorbeeld i.v.m. ziekte van belanghebbende.
- belanghebbende krijgt een nieuwe werkplek voor een plaatsingstraject omdat de vorige werkplek geen dienstbetrekking in het vooruitzicht had. Er zal dan opnieuw moeten worden onderzocht wat de mogelijkheden voor belanghebbende zijn.
- geen passende beschut werkplek beschikbaar passend bij de mogelijkheden en begeleidingsbehoeften van geïndiceerde.
Lid 5: indien belanghebbende recht heeft op een uitkering in het kader van de Participatiewet of een andere uitkering, dan wordt het plaatsingstraject met behoud van deze uitkering doorlopen. Voor belanghebbenden zonder recht op een uitkering (de zogenoemde nuggers), geldt dat er geen inkomensvoorziening wordt geboden gedurende het plaatsingstraject. Indien belanghebbende recht heeft op een uitkering van het UWV, dan zal het UWV deze uitkering blijven verstrekken.
Lid 6: de loonwaardebepaling zal enkel plaatsvinden op een werkplek waar belanghebbende vooruitzicht heeft op een dienstbetrekking na het plaatsingstraject.
Lid 7: een voorbeeld waarbij direct een dienstverband Beschut werk kan worden ingezet is wanneer iemand zich meldt (bijv. vanuit praktijkonderwijs) die al stage loopt en een dienstbetrekking in het vooruitzicht heeft.
Het plaatsingstraject kan in zo een situatie worden overgeslagen.
Artikel 6 Dienstbetrekking Beschut werk
Lid 1: de arbeidsbetrekking is in lijn met de Wet werk en zekerheid (Wwz).
Lid 3: fulltime is zoals blijkt uit de cao van de desbetreffende werkgever of uit de gehanteerde omvang van het dienstverband bij werkpartners.
Artikel 7 Loonkostensubsidie Beschut werk
Lid 1: voorwaarden voor een besluit tot loonkostensubsidie:
a. het plaatsingstraject is succesvol doorlopen als arbeidspotentieel en loonwaarde goed in beeld zijn;
b. als tijdens het plaatsingstraject geen signalen zijn om te twijfelen aan indicatie Beschut werk;
c. uitgangspunt moet minimaal 30% loonwaarde zijn. Hier kan van worden afgeweken, bijvoorbeeld in het volgende geval als geïndiceerde een loonwaarde van minder dan 30% heeft en de werkgever bereid is om toch een dienstbetrekking aan te bieden. De gemeente vergoedt nooit meer dan 70%;
Als een werkgever niet bereid is om geïndiceerde in dienst te nemen, omdat hij geen 30% loonwaarde bereikt, zal het plaatsingstraject verlengd worden. Hiermee wordt een hogere loonwaarde beoogd;
d. Er dient sprake te zijn van een geschikte werkplek bij een werkgever met een arbeidsovereenkomst, dus geen oriëntatiewerkplek;
e. ‘Niet langer uitkeringsafhankelijk’ heeft niet alleen betrekking op een uitkering van de Participatiewet, maar ook op een uitkering die vanuit het UWV wordt ontvangen. De doelgroep is tenslotte breder dan mensen met een uitkering op grond van de Participatiewet;
f. Indien belanghebbende een Wajong uitkering ontvangt, is het UWV verantwoordelijk voor de inzet van een jobcoach en loondispensatie. De gemeente is enkel verantwoordelijk voor het vinden van een dienstbetrekking als belanghebbende tot de doelgroep Beschut werk hoort.
Artikel 8 Voorzieningen Beschut werk
Voor werknemers met een arbeidsbeperking zijn voorzieningen beschikbaar. De voorziening moet noodzakelijk zijn om kunnen functioneren op de werkplek of in het bedrijf.
Lid 2: Denk bij een werkplekaanpassing aan een rolstoeloprit, aangepast toilet, elektrische deuren of een extra leuning bij de trap. Belanghebbenden met een Wajong-uitkering moeten zich melden bij het UWV. Belanghebbende met een arbeidsbeperking die onder de Participatiewet vallen, moeten zich melden bij de gemeente.
Lid 3: het is aan de werkgever om in de arbeidsovereenkomst zaken op te nemen ten aanzien van ziekte en als belanghebbende niet langer tot de doelgroep behoort. Er kunnen in overleg met de gemeente maatwerkafspraken worden gemaakt waarbij de gemeente een rol kan spelen bij de re-integratie wanneer belanghebbende ziek is.
Artikel 9 Aantal dienstbetrekkingen Beschut werk en de volgorde van plaatsing
Het Rijk bepaalt jaarlijks bij ministeriële regeling het aantal ten minste te realiseren dienstbetrekkingen Beschut werk per gemeente. Er is uitgegaan van een dienstverband van 31 uur per week. Dat wil zeggen dat de gemeente evenredig meer plekken moet realiseren bij dienstverbanden van minder dan 31 uur per week en evenredig minder werkplekken bij dienstverbanden van meer dan 31 uur.
De gemeente heeft ervoor gekozen om niet een hoger aantal te realiseren dienstbetrekkingen vast te stellen. Dit betekent dat er een wachtlijst kan ontstaan van personen die een indicatie Beschut werk hebben, maar voor wie niet direct een Beschut werkplek beschikbaar is. Het college heeft en houdt wel een verantwoordelijkheid naar deze personen.
Personen met een UWV-uitkering die op de wachtlijst staan, vallen in beginsel onder de verantwoordelijkheid van het UWV. De gemeente is dus niet verplicht om deze doelgroep die op de wachtlijst staat, een plaatsingstraject aan te bieden.
Artikel 10 Wijziging in indicatie beschut werk
Lid 2: indien mogelijk zal belanghebbende een alternatief worden aangeboden. Hierbij dient afstemming gezocht te worden met de consulenten Wmo om bijvoorbeeld mogelijkheden van dagbesteding te verkennen.
Lid 3: indien nodig zal belanghebbende een alternatief plaatsingstraject worden aangeboden. De termijn van lid 1 van dit artikel zal dan opnieuw gaan lopen. Als hetzelfde plaatsingstraject wordt voortgezet, zal er worden bezien of er aanvullende voorzieningen zoals jobcoaching nodig zijn. De termijn als genoemd in lid 1 van dit artikel zal niet opnieuw gaan lopen ingeval hetzelfde plaatsingstraject wordt voortgezet.
Artikel 11 Plaatsing na ontslag wegens misdragingen
Lid 1: bij ‘wegens misdragingen ontslagen’ moet men denken aan gedrag dat volgens de wetgever kan leiden tot een ontslag op slaande voet, zoals:
Aldus besloten in de openbare vergadering van het college op 3 september 2019,