Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Protocol Agressie tegen politieke ambtsdragers van de gemeente Roosendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProtocol Agressie tegen politieke ambtsdragers van de gemeente Roosendaal
CiteertitelProtocol Agressie tegen politieke ambtsdragers van de gemeente Roosendaal
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-09-2019Nieuwe regeling

19-09-2019

gmb-2019-230257

Tekst van de regeling

Intitulé

Protocol Agressie tegen politieke ambtsdragers van de gemeente Roosendaal

 

De raad van de gemeente Roosendaal;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2019;

 

BESLUIT

Vast te stellen de volgende Protocol Agressie tegen politieke ambtsdragers van de gemeente Roosendaal

 

 

Inleiding

 

Democratische waarden als vrijheid van meningsuiting moeten te allen tijde gewaarborgd blijven als voorwaarde voor het politiek functioneren. Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers, (burgemeester, wethouders en raadsleden) maar ook burgerraadsleden, is onacceptabel. Dit protocol benoemt de rollen en de stappen die in voorkomende gevallen worden gezet.

Emotioneel en grensoverschrijdend gedrag

Onder emotioneel gedrag wordt verstaan dat een burger op een emotionele manier begrip vraagt voor zijn (persoonlijke) situatie, kritiek geeft op de regels of op het beleid van de gemeente, of bijvoorbeeld boos is over een beslissing van de gemeente. Emotioneel gedrag is vaak van korte duur en laat zich corrigeren of bijbuigen.

Dit gedrag kan zich als volgt manifesteren;

 

  • A)

    Zeuren, klagen, begrip vragen, uitzondering vragen.

  • B)

    Kritiek op de organisatie, de regels of het beleid.

 

Grensoverschrijdend gedrag is: aanhoudend emotioneel gedrag, aanhoudende boosheid of het aanhoudend uiten van beledigingen en gedrag dat - nadat de burger erop is aangesproken - niet verandert of juist verergert.

 

Het gedrag is gericht op:

 

  • het teweegbrengen van onlustgevoelens, bijvoorbeeld door belediging, bedreigingen, intimidaties, impliciete uitspraken;

  • het op verstoren van de orde of op ontoelaatbare wijze beïnvloeden van de taakuitoefening;

  • het veroorzaken van pijn, letsel of schade;

  • het verkrijgen van iets dat men wel wil.

 

Dit gedrag kan zich als volgt manifesteren;

 

  • C)

    Kritiek op de persoon, treiteren, uitlokken, schelden, intimideren of beledigen.

  • D)

    Agressie in alle vormen van (dreigen met) geweld, wapens laten zien, emotioneel chanteren of aanhoudend A,B,C.

 

Onder agressie wordt in navolging van de zogenaamde Eenduidige landelijke afspraken (ELA) verstaan: Lichamelijke en verbale agressie, belaging, intimidatie en bedreiging gepleegd in of door omstandigheden die verband houden met de uitvoering van de publieke taak. Dit kan gepaard gaan met beschadiging van goederen. Onder agressie wordt in dit protocol ook verstaan ieder gebruik van geweld. Dit protocol is afgestemd met het agressieprotocol voor ambtenaren van de gemeente Roosendaal om de uniformiteit te waarborgen.

 

1. Basisafspraak

 

De basisafspraak is dat de individuele politieke ambtsdrager grensoverschrijdend gedrag vanwege zijn of haar functie altijd intern bespreekbaar maakt, meldt en vervolgens de vastgelegde handelswijze in dit protocol volgt.

 

De afspraken zijn erop gericht regie te voeren zodra er sprake is van grensoverschrijdend gedrag tegen politieke ambtsdragers. Nazorg verlenen aan het slachtoffer, regie op het nemen van dader maatregelen en maatregelen nemen om herhaling te voorkomen.

Waar in dit protocol wordt gesproken over college- en/of raadsleden wordt ook verstaan oud-raadsleden en burgerraadsleden voor zover grensoverschrijdend gedrag betrekking heeft op hun functioneren als (voormalig) raadslid, respectievelijk op politieke werkzaamheden zoals het optreden als woordvoerder in commissievergaderingen.

 

2. Melden van grensoverschrijdend gedrag

 

Grensoverschrijdend gedrag wordt altijd eerst intern besproken en gemeld.

 

  • Raadsleden bespreken en melden incidenten bij de griffier en/of agressie coördinator. Deze zorgen voor de eerste opvang en het in gang zetten van vervolgstappen. De griffier en/of agressie coördinator stelt onverwijld de burgemeester op de hoogte van de melding.

  • Wethouders bespreken en melden incidenten bij de (loco)gemeentesecretaris en/of agressie coördinator. Deze zorgen voor de eerste opvang en het in gang zetten van vervolgstappen. De (loco)gemeentesecretaris en/of agressie coördinator stelt onverwijld de burgemeester op de hoogte van de melding.

  • De burgemeester meldt een incident bij de (loco)gemeentesecretaris. De griffier en agressie coördinator worden hiervan direct op de hoogte gebracht.

 

Alle meldingen worden door de griffier en/of agressie coördinator geregistreerd in het Zaaksysteem van de gemeente Roosendaal. Meldingen in het Zaaksysteem zijn vertrouwelijk en niet toegankelijk en zichtbaar door onbevoegde personen. Op grond van artikel 10 en 11 WOB ligt de privacy van gevoelige zaken vast. Documenten kunnen doorgestuurd worden bijvoorbeeld naar een advocaat maar dan worden de persoonlijke gegevens weggelakt/gehaald.

 

Grensoverschrijdend gedrag kan strafbaar zijn. Het is van groot belang dat van mogelijk strafbaar gedrag zo snel mogelijk aangifte wordt gedaan. Bij deze aangifte wordt de privacy van het slachtoffer zo veel mogelijk beschermd. Zo is het domicilie Stadserf 1 en bestaat de mogelijkheid tot het anoniem aangifte te doen.

 

Het registreren van incidenten geeft inzicht in de aard, de vorm en mogelijke toename of afname van incidenten binnen de gemeente Roosendaal en is de basis voor de te nemen (preventieve) maatregelen. Het registreren van incidenten is ook belangrijk voor het, mogelijk later, aangifte doen bij de politie en voor het verhalen van mogelijke schade. Verder borgt dit de zorgvuldige stappen die genomen moeten worden.

Enkele voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag die strafbaar kunnen zijn:

  • beledigingen, (doods)bedreigingen uiten (ook op social media)

  • bedreiging met represailles, bedreigen (van familieleden) en uitvoeren van dreigementen,

  • schoppen, spugen en andere fysieke agressie,

  • letsel toebrengen of materiele schade veroorzaken en gedrag dat anderen in gevaar brengt.

 

  • 1.

    Een bedreigd college- of raadslid meldt altijd elke vorm van agressie aan de griffier en/of agressie coördinator. Zij informeren elkaar onverwijld.

  • 2.

    De griffier en/of agressie coördinator informeert direct de burgemeester over deze melding.

  • 3.

    De burgemeester informeert het OM en politie hier zo spoedig mogelijk over.

  • 4.

    De burgemeester agendeert elke melding van bedreiging of agressie jegens een raadslid in de eerstvolgende vergadering met OM en politie (lokale driehoek).

  • 5.

    Zo spoedig mogelijk na de melding volgt een gesprek met het bedreigde raadslid en een daartoe gespecialiseerde politieambtenaar die vaststelt of er sprake is van strafbare feiten.

    • 5.1

      Als er geen sprake is strafbare feiten dan is het altijd mogelijk contact op te nemen met de griffier en/of agressie coördinator. Na het contact wordt bepaald of en wat er nodig is. Via de agressie coördinator kan maatwerk geleverd worden ook als er zorg nodig/noodzakelijk is. Na het contact kan ook duidelijk worden dat er verder geen nazorg of anderszins nodig is.

  • 6.

    Als er sprake is van strafbare feiten doet in alle gevallen met welnemen van de betrokkene, de gerechtigd vertegenwoordiger van de gemeente daarvan aangifte waarbij materiele en immateriële schade altijd wordt verhaald als de dader bekend is.

  • 7.

    Over de aangifte wordt niet gecommuniceerd tenzij het betreffende raadslid daarmee instemt ten behoeve van het onderzoek.

  • 8.

    Het betreffende college – of raadslid wordt juridisch als benadeelde beschouwd.

  • 9.

    Het betrokken college- of raadslid verleent als benadeelde volledige medewerking aan het politieonderzoek.

     

3. Maatregelen

 

Na iedere interne melding wordt besproken welke maatregelen naar de agressor worden genomen. Daarbij zijn de agressie coördinator en een jurist van de gemeente beschikbaar voor ondersteuning.

 

Al naar gelang de ernst van het grensoverschrijdend gedrag (en als sprake is van herhaald gedrag) kan de gemeente:

 

  • de persoon oproepen voor een (orde‐ of herstel) gesprek met een daartoe aangewezen vertegenwoordiger van de gemeente over het ongewenste gedrag;

  • de persoon verwijderen uit een gebouw/van een terrein;

  • de persoon mondeling of schriftelijk waarschuwen;

  • tijdelijk) de dienstverlening beperken of (tijdelijk) de toegang ontzeggen tot de gemeentelijke gebouwen. De burgemeester en de college- en/of raadsleden zijn te allen tijde bevoegd een burger te verzoeken een gebouw te verlaten en mondeling de toegang tot een gebouw te ontzeggen. De schriftelijke ontzegging voor een bepaalde tijd is een besluit van de burgemeester. Als hier geen gevolg aan wordt gegeven dan wordt de politie direct in kennis gesteld en is er sprake van een strafbaar feit (huisvredebreuk) waarvan aangifte zal volgen;

  • het voorval melden bij de politie (als het gedrag niet strafbaar is, maar wel grensoverschrijdend, kan melding worden gedaan bij de politie, zodat het incident in ieder geval bekend is bij de politie.);

  • aangifte doen bij de politie;

  • andere maatregelen treffen, afhankelijk van de omstandigheden.

 

Maatregelen kunnen worden toegepast na iedere (interne) melding. Ook als wordt besloten dat van een incident melding of aangifte wordt gedaan bij de politie. De maatregelen die door de gemeente worden genomen jegens de agressor worden zo mogelijk meteen bij het doen van aangifte of bij de melding aan de politie doorgegeven en anders zo spoedig mogelijk na het nemen van deze maatregelen. Belangrijk is dat de maatregel kort na het voorval wordt genomen.

 

4. Noodgevallen en alarmering beveiliging

 

Wanneer zich een noodgeval voordoet, belt de bedreigde altijd 112 en geeft aan waar hij/zij zich bevindt en (indien mogelijk) wat de situatie is.

Tijdens een noodgeval in het raadhuis wordt naast 112 ook altijd het interne noodnummer, 0165 579 777 gebeld. Dit nummer is tevens de lijn naar de Bedrijfshulpverlening (BHV). De receptie/bode/beveiliging belt dan eveneens 112 en alarmeert het Hoofd BHV. Opvang en begeleiding van de hulpdiensten wordt dan verzorgd door de BHV/bode/beveiliging.

Zolang de dreiging duurt en de bedreigde niet weg kan komen, staat de eigen veiligheid van het slachtoffer voorop. De bedreigde geeft de agressor zijn zin en laat dit uit houding en gedrag blijken.

Het slachtoffer probeert kalm te blijven en de bedreiger niet te provoceren en weg te komen. .

Het slachtoffer draagt zo mogelijk zorg voor alle informatie die kan leiden tot een snelle aanhouding van de verdachte.

5. Follow-up na melding en/of aangifte bij de politie

 

  • De Hoofdofficier van Justitie wordt, door tussenkomst van de beleidsmedewerker Bewaken, Beveiligen en Crisisbeheersing – Arrondissementsparket Zeeland – West-Brabant, door de politie op de hoogte gesteld bij een dreigingsmelding en/of een aangifte.

  • Bij dreiging tegen een persoon ligt de verantwoordelijkheid voor de beslissing over het treffen van beveiligingsmaatregelen, in het kader van de strafrechtelijke handhaving en het bewaken en beveiligen, bij de Hoofdofficier van Justitie en doet de politie voorstellen over de te nemen maatregelen (artikel 1 lid 2 Politiewet, aanwijzing beveiliging van personen, objecten en diensten).

  • Als de burgemeester zelf onderwerp is van dreiging, blijft de Hoofdofficier van Justitie verantwoordelijk en kan worden overlegd met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Als de burgemeester slachtoffer is, wordt tevens de Commissaris van de Koning op de hoogte gesteld.

  • Als het te verwachten effect en de aard van de gebeurtenis op het terrein van de openbare orde ligt, dan maakt de burgemeester zo nodig gebruik van zijn bevoegdheden op grond van de Gemeentewet. - Aanvullende beveiligingsmaatregelen worden in goed overleg tussen gemeente, politie en OM getroffen en uitgevoerd.

  • De politie voert maatregelen in de openbare ruimte uit (surveillance, cameratoezicht).

  • De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van bijzondere maatregelen aan de woning in het kader van (be)dreiging en maatregelen die noodzakelijk zijn vanwege specifieke omstandigheden en risico’s en eventueel herstel na afloop van de dreiging.

  • De Arbeidsinspectie wordt binnen 24 uur gewaarschuwd door de burgemeester of door de griffier als sprake is van een ernstig incident waarbij een politieke ambtsdrager lichamelijk of geestelijk letsel oploopt, in het ziekenhuis moet worden opgenomen, blijvende schade overhoudt aan de gezondheid of overlijdt aan de gevolgen.

  • De (loco)gemeentesecretaris en/of de griffier zorgen voor terugkoppeling aan de betrokkenen en aan de Gemeenteraad over de strafrechtelijke vervolging en de resultaten daarvan.

     

6. Nazorg

 

Nazorg is belangrijk, de politieke ambtsdragers – en indien nodig ook de directe familieleden en collega’s - kunnen er van uitgaan dat ze ondersteund worden tijdens en na het incident van agressie en geweld. De burgemeester vangt de wethouder op, de griffier de raadsleden en fractiemedewerkers. De burgemeester en griffier respectievelijk de (loco)gemeentesecretaris organiseren de benodigde hulp. Zij kunnen te allen tijde deskundigen om hulp vragen. De agressie coördinator, namens de gemeente Roosendaal, biedt de slachtoffers een steun in de rug om de gevolgen van het voorval te verwerken en zo gevolgen op de lange termijn te voorkomen.

De agressie coördinator neemt de verdere zorg over, een en ander in samenspraak met de griffier respectievelijk de (loco)gemeentesecretaris. De agressie coördinator kan de arbodienst of andere deskundigen inschakelen en het verdere proces regelen. Indien nodig kan hierbij professionele hulp worden ingeschakeld.

 

7. Communicatie

 

De burgemeester is ten overstaan van de gemeenteraad (al dan niet vertrouwelijk) woordvoerder als het gaat om bedreiging van één of meer wethouders of raadsleden.

De burgemeester kan zich desgewenst laten bijstaan door de Gebiedsofficier van Justitie. Als de burgemeester direct betrokken is, wordt in overleg met de burgemeester, de locoburgemeester en eventueel de Commissaris van de Koning de handelwijze bepaald.

 

Andere politieke ambtsdragers worden met instemming van het slachtoffer op de hoogte

gebracht van een incident, tijdens een collegevergadering, besloten presidiumoverleg.

Vertrouwelijkheid wordt daarbij in acht genomen. In het geval van voortdurende dreiging is het van groot belang dat niemand van de betrokkenen uitspraken doet die leiden tot verhoging van veiligheidsrisico’s.

Zodra er een strafrechtelijk onderzoek is begonnen ligt de woordvoering bij het OM. Communicatie en contacten met de pers worden overgelaten aan het OM in samenspraak met de communicatieadviseur van de Gemeente Roosendaal, Politie en de agressie coördinator. De adviseur van de gemeente stemt, over een eventuele communicatieboodschap bij een ernstige (be)dreiging, altijd af met de afdeling voorlichting van het Openbaar Ministerie. Getroffen (politionele) maatregelen in de publieke ruimte worden nooit naar de pers gecommuniceerd. Afspraken over woordvoering worden altijd in acht genomen.

 

8. Vertrouwenslijn

 

De Vertrouwenslijn helpt bestuurders bij vormen van ongewenst gedrag, zoals bedreiging, intimidatie en geweld. Meer dan de helft van de burgemeesters en wethouders krijgt te maken met bedreiging en intimidatie, zo blijkt uit cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Dat heeft natuurlijk een grote impact. Niet alleen op de politici zelf, maar ook op de familie en collega’s

Bedreiging en intimidatie laat niemand onberoerd. Dergelijk ongewenst gedrag tast ook, vaak onbewust, de manier waarop beslissingen in het werk tot stand komen aan. Onzekerheid over eventuele gevolgen maakt het lastig om de situatie met anderen te bespreken. Een isolement is vaak het gevolg. De Vertrouwenslijn is opgericht in opdracht van het Ministerie van BZK om bestuurders en politici bij te staan en te adviseren.

Er kan anoniem worden gebeld naar de Vertrouwenslijn op 0800 2800 200 (zeven dagen per week van 10.00 tot 17.00 uur). Voor persoonlijke - of zakelijke vragen kan er contact worden opgenomen via de kantoorlijn op 088 5543 218.

 

9. Schade, opvang en nazorg na incidenten

 

Het kan zijn dat er schade is geleden door de gemeente zelf, aan persoonlijke eigendommen van de betrokkene of dat er aanvullende kosten moeten worden gemaakt (bijvoorbeeld medische). Los van de vraag of de gemeente of de betrokkene verzekerd is voor de schade is het uitgangspunt is dat schade zoveel mogelijk wordt verhaald op de veroorzaker. In dit geval kan contact opgenomen worden met de medewerker verzekeringen van de gemeente Roosendaal.

 

Voor juridische ondersteuning kan men contact opnemen met de agressie coördinator. De coördinator kan via de juristen van de gemeente Roosendaal advies en hulp krijgen. Zij kunnen de benadeelde zo nodig bijstaan bij voeging ter terechtzitting. Slachtofferhulp kan hier ook een rol spelen.

 

10. Slotbepalingen

 

Deze regeling wordt aangehaald als: Protocol Agressie tegen politieke ambtsdragers van de gemeente Roosendaal

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 september 2019,

De griffier, de voorzitter,