Overheidsorganisatie | Gemeente Uitgeest |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Marktgeld Uitgeest 2014 |
Citeertitel | Verordening Marktgeld Uitgeest 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belasting |
Datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Vervangt de Verordening Precariobelasting 2013, vastgesteld bij Raadsbesluit R2012.0067 van 10 december 2012 welke wordt ingetrokken per 1 januari 2014 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Gemeentewet, art. 229
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2013 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 09-12-2013 De Uitgeester, 18-12-2013 | R2013.0079 | |
21-12-2012 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 10-12-2012 De Uitgeester, 19-12-2012 | R2012.0067 | |
17-11-2011 | 31-12-2012 | nieuwe regeling | 03-11-2011 De Uitgeester, 16-11-2011 | R2011.0073 | |
11-11-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 04-11-2010 De Uitgeester, 10-11-2010 | R2010.0089 |
Verordening Marktgeld Uitgeest 2014.
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
Deze verordening verstaat onder:
markt: de warenmarkt, die wordt gehouden op donderdagen van 09.00 uur tot 13.00 uur;
standplaats: de op en voor de duur van de markt aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;
vaste standplaats: een standplaats die voor onbepaalde tijd wordt toegewezen;
dagplaats: een standplaats, die per marktdag wordt toegewezen;
marktmeester: de daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangestelde persoon en zijn plaatsvervanger(s).
Gedeelten van de in deze verordening te noemen eenheden, hetzij van tijd of maten, worden voor de toepassing van deze verordening voor gehelen gerekend.
Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven ter zake van het standplaats innemen dan wel standplaats hebben op de markt.
Het marktgeld bedraagt per strekkende meter per marktdag ` € 1,60
Het minimumbedrag aan marktgeld bedraagt per marktdag € 5,40
In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 bedraagt het marktgeld voor een standwerker per marktdag € 5,30
Het marktgeld wordt geheven van degene die standplaats heeft ingenomen, en bij gebreke van deze van degene die recht heeft op de standplaats.
Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende bon of nota waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.
Het college van burgemeester en wethouders stellen het model van de in het eerste lid bedoelde bon of nota vast.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden worden betaald zodra een marktplaats is toegewezen dan wel op het moment dat de gedagtekende bon of nota wordt afgegeven.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgelden.
De “Verordening Marktgeld Uitgeest 2013” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Marktgeld Uitgeest 2014”.