Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Kader Werkzaamheden Tramweg |
Citeertitel | Kader Werkzaamheden Tramweg (KWT) 815C1053 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-09-2019 | 02-07-2019 | Nieuwe regeling | 02-07-2019 |
In het Kader Werkzaamheden Tramweg (KWT) zijn specifieke regels opgenomen voor de arbeidsveiligheid bij het werken in of nabij de railinfra van de tramweg in de provincie Utrecht, in het bijzonder voor het voorkomen dan wel beheersen van aanrijdgevaar door tramverkeer1 en elektrocutiegevaar bij werkzaamheden. Het KWT beschrijft de geldende regels op de tramweg provincie Utrecht vanaf het voorbereiden en plannen van werkzaamheden tot en met de daadwerkelijke uitvoering en afronding van het werk. Het KWT geldt voor iedereen die betrokken is bij:
Werkzaamheden in of nabij de railinfra van de tramweg die de verkeersveiligheid op de tramweg kunnen aantasten, zoals werkzaamheden waarbij werkobjecten binnen de gevarenzone van de spanningsvoerende delen van de tramweg kunnen komen of de bovenleiding zich binnen het valbereik van tijdelijke bouwwerken bevindt;
Het Normenkader Veilig Werken (NVW) [ref. 1] stelt voor de railinfrabranche de kaders voor het organiseren van de arbeidsveiligheid in relatie tot aanrijdgevaar en elektrocutiegevaar. Het Voorschrift Veilig Werken Tram (VVW-Tram) [ref. 2] is een verdere vertaling van het NVW in concrete regels voor het werken op trambanen. Het KWT is een nadere uitwerking voor het tramsysteem van provincie Utrecht. Plaatsing van het KWT is als volgt:
Het KWT omvat de geldende artikelen van het VVW-Tram en specifieke regels en procedures in de provincie Utrecht. Het KWT is leesbaar zonder kennis van bovenliggende normen en kaders.
Artikelen in het KWT die uit het VVW-Tram komen zijn herkenbaar aan de blauwe tekst. De blauw-witte nummering komt overeen met de paragraaf nummering uit het VVW-Tram.
Vergunningen om wijzigingen (of grote projecten) uit te voeren op of in de buurt van het spoor, die de veiligheid van het tramsysteem kunnen beïnvloeden, behoren niet tot de scope van het KWT. Voor wijzigingen aan het tramsysteem en projecten in de nabijheid van het tramsysteem is een aparte vergunning van provincie Utrecht (PU) nodig. Voor meer informatie hierover, zie [ref. 4].
Waar in het vervolg van dit document ‘werken op de tramweg’ staat, wordt ook bedoeld het werken op, aan, in of nabij de tramweg.
Voor werkzaamheden die onder het KWT vallen, werkt provincie Utrecht met erkende werkplekbeveiligingsbedrijven [ref. 14].
Dit document is opgebouwd vanuit een werkfasering:
Voor het werken op de tramweg is een werkvergunning nodig. Hierover meer in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 0 gaat in op bijzondere omstandigheden op de tramweg die kunnen voorkomen. In hoofdstuk 6 de richtlijnen die provincie Utrecht hanteert bij afwijkingen en overtredingen.
Bijlage 1 geeft de gebruikte afkortingen en begrippen in dit document. Bijlage 2 gaat in op de startkwalificaties van veiligheidspersoneel. Bijlage 3 geeft een overzicht van de gebruikte verkeerstekens en seinen bij provincie Utrecht.
Bijlage 4 en Bijlage 5 beschrijven de gehanteerde “maatregelen aanrijdgevaar” en onderliggende stappen die per maatregel genomen moeten worden bij provincie Utrecht. Bijlage 6 en Bijlage 7 sluiten af met de huisregels van provincie Utrecht en een stroomschema voor een snelle check of en welk veiligheidsregime gebruikt moet worden.
2 Voorschriften betreffende voorbereiding van het werk
Dit document dient u aan te leveren bij de trambaanbeheerder voor toetsing wanneer u werk uitvoert, waarbij de veiligheid en exploitatie van het tramsysteem mogelijk gehinderd kan worden.
BLVC staat voor Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie. De werkzaamheden aan de traminfrastructuur vinden plaats in de openbare ruimte en zijn van invloed op de bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid van de directe omgeving. Daarom is het noodzakelijk om duidelijke afspraken te maken over de bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens de werkzaamheden
Het doel van BLVC-maatregelen is in beginsel om de hinder voor de omgeving, OV-reizigers en de weggebruikers, zowel objectief als in de beleving van de belanghebbenden, zo klein mogelijk te laten zijn.
In de Ontwerpfase (O) wordt een BLVC-plan Ontwerpfase door de opdrachtgever opgesteld. In het geval van de contractvorm UAV-GC (Design & Construct) is de opdrachtnemer zelf verantwoordelijk voor het opstellen van het BLVC-plan Ontwerpfase. Dit is het resultaat van een inventarisatie van eisen van interne en externe belanghebbenden voor deze aspecten. In het BLVC-plan Ontwerpfase staan ook deels maatregelen. De eisen dienen nader ingevuld te worden door de Opdrachtnemer tijdens de Uitvoeringsfase.
In de Uitvoeringsfase (U) stelt de opdrachtnemer een BLVC-plan Uitvoeringsfase, op basis van het BLVC-plan Ontwerpfase, op. Hierin geeft de opdrachtnemer aan welke maatregelen worden getroffen om tegemoet te komen aan de gestelde BLVC-eisen. De plannen dienen getoetst te worden door de trambaanbeheerder. Tijdens de daadwerkelijke uitvoering wordt het werk hierop gecontroleerd door een BLVC-coördinator van de opdrachtgever of een onafhankelijke derde.
Wanneer u werkzaamheden uitvoert aan objecten (assets), die naderhand in beheer komen bij provincie Utrecht, dient u een V&G-dossier aan te leveren ter toetsing.
In het V&G-dossier staan alle bouwkundige en technische kenmerken en kenmerken van de inrichting of outillage van het bouwwerk/de installatie die van belang zijn voor de veiligheid en gezondheid van werkenden.
In de risico-inventarisatie voor het verrichten van activiteiten aan het bouwwerk/de installatie, moet met alle (relevante) aspecten uit het V&G-dossier rekening worden gehouden.
Het V&G-dossier wordt vastgesteld2 door de trambaanbeheerder. De trambaanbeheerder is verantwoordelijk voor het V&G-dossier vanaf het in beheer nemen van het bouwwerk/installatie. Het is het basisveiligheidsdocument voor de uitvoering van activiteiten aan het tramsysteem. Het V&G-dossier vormt de basis voor de V&G-plannen.
Wanneer u werkzaamheden uitvoert aan het tramsysteem, heeft u voor de werkzaamheden een V&G-plan Ontwerpfase ontvangen. In het geval van de contractvorm UAV-GC is de opdrachtnemer zelf verantwoordelijk voor het opstellen van het V&G-plan Ontwerpfase. In dat geval dient u het V&G-plan Ontwerpfase aan te leveren ter toetsing bij de trambaanbeheerder.
Het V&G-plan Ontwerpfase is gebaseerd op het V&G-dossier van de opdrachtnemer, aangevuld met de restrisico’s die gedurende het ontwerpproces niet zijn geëlimineerd.
Een V&G-plan Ontwerpfase3 dient, voor zover bekend, ten minste te bevatten:
Wanneer u werkzaamheden uitvoert aan het tramsysteem, dient u een V&G-plan Uitvoeringsfase aan te leveren ter toetsing bij de trambaanbeheerder.
De opdrachtnemer is er verantwoordelijk voor dat het V&G-plan Uitvoeringsfase wordt opgesteld. Het V&G-plan Uitvoeringsfase bevat onder andere de onderbouwing van de veilige uitvoering van de werkzaamheden.
De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor het aantonen dat de werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen worden volgens de AHS en de verwachte risico’s bij de werkzaamheden in combinatie met de gevarenzone en de gekozen maatregelen tegen aanrijd- en elektrocutiegevaar geëlimineerd of beheerst zijn.
Het V&G-plan Uitvoeringsfase is gebaseerd op het goedgekeurde V&G-dossier dat de opdrachtgever ter beschikking heeft gesteld, aangevuld met het goedgekeurde V&G-plan Ontwerpfase (indien van toepassing). Het dient binnen de kaders te blijven van het V&G-dossier.
Een V&G-plan Uitvoeringsfase bouwt voort op de informatie in het V&G-dossier / V&G-plan Ontwerpfase. Het dient ten minste te bevatten:
Plan Veilige Berijdbaarheid Ontwerpfase
Wanneer u werkzaamheden uitvoert aan het tramsysteem, heeft u voor de werkzaamheden een Plan Veilige Berijdbaarheid Ontwerpfase ontvangen. In het geval van de contractvorm UAV-GC (Design & Construct) bent u zelf verantwoordelijk voor het opstellen van het Plan Veilige Berijdbaarheid Ontwerpfase. In dat geval dient u het Plan Veilige Berijdbaarheid Ontwerpfase aan te leveren ter toetsing bij de trambaanbeheerder.
Het Plan Veilige Berijdbaarheid Ontwerpfase dient te voldoen aan [ref. 12].
Plan Veilige Berijdbaarheid Uitvoeringsfase
Wanneer u werkzaamheden uitvoert aan het tramsysteem, dient u een Plan Veilige Berijdbaarheid Uitvoeringsfase aan te leveren ter toetsing bij de trambaanbeheerder. Het Plan Veilige Berijdbaarheid Ontwerpfase dient te voldoen aan [ref. 12].
Onder het borgen van veilige berijdbaarheid [ref. 12] wordt verstaan:
Het zodanig beheersen van (projectmatige) werkzaamheden aan of in de directe omgeving (onder, boven of naast) van de railinfrastructuur dat de veiligheidsrisico’s (kans en effect) voor reizigers en trampersoneel aanvaardbaar laag zijn tijdens de werkzaamheden naast in exploitatie zijnde railinfrastructuur en/of na uitvoering van de werkzaamheden bij ingebruikname van de nieuwe/gewijzigde infrastructuur en/of naastgelegen railinfrastructuur.
Het Plan Veilige Berijdbaarheid Ontwerpfase dient ten minste de beheersmaatregelen te bevatten ter voorkoming van de volgende risico’s:
Aantasting functionaliteit van kritische veiligheidsvoorzieningen voor vluchten (bijv. vluchtroutes of vluchtwegverlichting), hulpverlening (bijv. bereikbaarheid of bluswatervoorziening) of gevolgbeperking van calamiteiten (bijv. calamiteitendetectie of ventilatie) tijdens (indien relevant) en na de uitvoering van werkzaamheden.
In geval er ten behoeve van de projectmatige werkzaamheden een Projectkwaliteitsplan door de opdrachtnemer opgesteld dient te worden zal in het Projectkwaliteitsplan een relatie moeten worden gelegd met het Plan Veilige Berijdbaarheid Uitvoeringsfase (en het V&G-plan Uitvoeringsfase).
In overleg tussen projecten en de trambaanbeheerder dienen eventuele locatie specifieke eisen voor veilige berijdbaarheid overeengekomen te worden.
De Projectmanager borgt dat door de opdrachtnemer(s) aantoonbaar aan de locatie- en projectspecifieke eisen vanuit de trambaanbeheerder voldaan wordt.
Aan het werken op en in nabijheid van het tramsysteem zijn risico’s verbonden met betrekking tot aanrijdgevaar door trams (gevarenzone), aanrijdgevaar door wegverkeer [ref. 8]. en elektrocutie (gevarenzone-EV). Werkzaamheden die uitgevoerd worden buiten de gevarenzone en de gevarenzone-EV moeten rekening houden met het onbedoeld betreden van de gevarenzone en/of gevarenzone-EV, zie ook artikel 2.13.
Op de vrije baan en de remise ligt de grens van de gevarenzone (zone A) op 2,25m vanuit het hart van het spoor. Op de haltes is de gevarenzone het gebied tot en met het blindengeleidingsprofiel. Bij ontbreken van het blindengeleidingsprofiel geldt 2,25m tot hart van het spoor als gevarenzone. Zie Figuur 1.
Naast de gevarenzone zijn er zones (zone B en C) waarbij een verhoogd risico aanwezig is tot aanrijdgevaar door trams, zie Figuur 1. De afmetingen van de zone B en C gelden ook voor de tramhaltes.
Activiteiten die in de zones B en C worden uitgevoerd, dienen middels een RI&E beoordeeld te worden ter bepaling van de maatregel aanrijdgevaar, zie ook artikel 2.9 en 2.10.
Figuur 1 – Gevarenzone (zone A), zone B en zone C. Links: vrije baan en remise Rechts: haltes.
4.12 Bij hijs- of heiwerkzaamheden in de omgeving van de trambaan, waarbij de hijskraan of heistelling bij omvallen binnen de gevarenzone van de bovenleiding kan komen, bepaalt de installatieverantwoordelijke of de werkzaamheden onder spanning of spanningsloos worden uitgevoerd en of de hijskraan of heistelling geaard of aan de retourstroominstallatie verbonden moet worden.
3 Voorschriften betreffende vergunning en aanvraag
Werkzaamheden die de exploitatie van de tramweg beïnvloeden worden minimaal 8 weken voor de werkzaamheden gemeld. Aan datum en tijd van de uitvoering kunnen door provincie Utrecht voorwaarden worden gesteld, voordat de werkzaamheden akkoord worden bevonden. Grootschalige onttrekkingen van de trambaan kunnen invloed hebben op de dienstregeling van busvervoer en/of bereikbaarheid van hulpdiensten. De beoordelingstermijn voor deze aanvraag is maximaal 20 weken en wordt per aanvraag apart beoordeeld en apart verstrekt.
Om werkzaamheden te verrichten in of nabij de gevarenzone van de tramweg is een werkvergunning nodig, zie ook Bijlage 7. De werkvergunningen kunnen worden aangevraagd door gecertificeerde erkende werkplekbeveiligingsbedrijven [ref. 14] via een werkaanvraag bij de Werkcoördinator van provincie Utrecht. Onvolledige aanvragen worden niet in behandeling genomen.
De Werkcoördinator geeft de werkvergunning namens provincie Utrecht af. De Werkcoördinator zorgt dat de juiste documenten bij de juiste partijen terechtkomen, minimaal 5 werkdagen voor werkuitvoering. Steekproefsgewijs toetst en beoordeelt provincie Utrecht werkvergunningen, veiligheid en werkproces.
De Werkcoördinator controleert of de aanvragen passen binnen het exploitatiemodel van de tramweg. Wanneer werkaanvragen overlappen in werklocatie en tijd of de spanningsloosstelling is groter dan de aangevraagde buitendienststelling, stemt de Werkcoördinator dit af met de partijen. Dit kan betekenen dat niet alles wat is aangevraagd wordt gehonoreerd. Het is daarom van belang bij aanvraag werklocatie en activiteit goed te benoemen.
Het kan voorkomen dat niet alle werkplekken qua locatie en tijd van elkaar gescheiden kunnen worden door de Werkcoördinator. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn dat railgebonden materieel van een werkploeg door het werkgebied van een andere werkploeg moet om zijn eigen werkplek te bereiken. Onder voorwaarde dat ploegen elkaar niet hinderen mogen zij zich maximaal 15 minuten per werkspoor in elkaars werkgebied bevinden, of een maximale hindertijd van 5 minuten per hindergeval.
Als meerdere aanvragen voor hetzelfde werkgebied zijn ingediend kunnen deze conflicteren met elkaar. De Werkcoördinator kan dan de conflicterende partijen verzoeken de aanvragen conflictvrij geografisch in te korten. Mocht dit onverhoopt niet mogelijk zijn dan mogen de partijen overgaan tot meeliften. In het geval dat de partijen niet tot een oplossing komen, dan kan geëscaleerd worden naar de trambaanbeheerder, zie ook [ref. 11].
Wanneer de definitieve werkvergunning is afgegeven, kan een aanvraag voor schakelopdracht worden ingediend. De schakelopdracht dient minimaal 7 dagen voor uitvoering van werkzaamheden ter goedkeuring te zijn ingediend bij de Installatieverantwoordelijke. Bij spoedaanvragen mag er afgeweken worden van de normale termijn van 7 dagen.
Per buitendienststelling kunnen meerdere schakelopdrachten worden afgegeven. Het werkgebied van de bijbehorende werkvergunning is groter of gelijk aan het gebied van de schakelopdracht, ter voorkoming dat trams onbedoeld spanning-aarde rijden. De spanningsloosstelling moet kleiner of gelijk zijn aan de gevraagde buitendienststelling.
Bij conflicterende schakelopdrachten wijst de Installatieverantwoordelijke, met inachtneming van de grootte van de spanningsloosstelling en de uit te voeren werkzaamheden, aan welke opdrachtnemer de schakelopdracht coördineert. De coördinerende partij heeft over alle partijen de verantwoordelijkheid met betrekking tot elektrocutiegevaar.
4 Voorschriften betreffende uitvoering van het werk
Alle werkenden dienen in bezit te zijn van een persoonlijk bewijs van toegang. Instructie en toets zijn te vinden via www.veiligheidtrambaanutrecht.nl.
Voor railvoertuigen die geen directe communicatielink hebben met de CVL geldt rijden op zicht met een maximum snelheid van 40 km/u. Op de remise geldt een afwijkende maximum snelheid van 20 km/u. Voor railvoertuigen met een directe communicatielink met de CVL, geldt als maximum snelheid de baanvaksnelheid.
Sporen op de remise zijn beide kanten op berijdbaar door railvoertuigen. Voor werkvoertuigen geldt een maximum snelheid van 20 km/u op het remiseterrein en 5 km/u afbuigend over de wissels.
Bij werkzaamheden op het remiseterrein moet, waar mogelijk, altijd 1 spoor berijdbaar zijn voor in- en uitgaand tramverkeer. Daarnaast gelden de regels van de gekozen “maatregel aanrijdgevaar”, tenzij anders vermeld.
5.4 Bij ploegleden die geen Nederlands spreken, zorgt de LWB-tram, VHM of GRW ervoor dat de veiligheidsinstructie wordt gegeven in hun moedertaal of een andere taal die ze machtig zijn. Mocht de veiligheidsinstructie niet gegeven kunnen worden in de moedertaal of een andere taal die ze machtig zijn dan mag de LWB-tram, VHM of GRW ploegleden weigeren de werkzaamheden te laten starten.
Opdrachtnemers zijn verantwoordelijk een archief aan te leggen van de gegeven veiligheidsinstructie waaronder minimaal de documenten, zoals in artikel 4.28 benoemd, aanwezig zijn. Het archief gaat minimaal 2 maanden terug. Ingevulde veiligheidsinstructies moeten binnen 24 uur aangeleverd kunnen worden bij de trambaanbeheerder provincie Utrecht.
4.3 De LWB-tram richt de werkplekbeveiliging in volgens de voorgeschreven maatregel, zie Tabel 1. Alle werkenden hebben aantoonbaar een veiligheidsinstructie ontvangen, zie ook artikel 4.28.
Wanneer er geen aanvullende werkplekbeveiligingsmaatregelen worden getroffen in C-regime (zie ook Tabel 1), mogen werkzaamheden alleen uitgevoerd worden binnen de gevarenzone met een minimale zichttijd van 15 seconden op de tram (15-secondenregel), zie ook Tabel 2.
Wanneer een tram wordt waargenomen:
Voor start van de werkzaamheden ontvangt de werkploeg of Alleengaande aantoonbaar een veiligheidsinstructie. In A- en B-regime is de LWB-tram verantwoordelijk voor het geven van de veiligheidsinstructie. In C-regime is de VHM of GRW verantwoordelijk voor het geven van de veiligheidsinstructie aan de ploeg. De Alleengaande heeft een veiligheidsinstructie ontvangen van de V&G-Coördinator Uitvoeringsfase van de opdrachtnemer. Een werkploeg mag zich nooit voor, tijdens of na de werkzaamheden opsplitsen als Alleengaande.
In de veiligheidsinstructie is minimaal opgenomen:
De werkvergunninghouder BD (A-regime) krijgt een tramdienst aantastende onregelmatigheid (TAO), als deze te laat het spoor vrij en onbelemmerd heeft terug gegeven aan de CVL. Onder te laat wordt verstaan, in dienst geven na de eindtijd die vermeldt staat in de uitgegeven werkvergunning. Hiervoor heft de provincie Utrecht sancties, zie ook Bijlage 6.
Opdrachtnemers dienen zelf contact op te nemen met de trambaanbeheerder van provincie Utrecht voor mogelijke herstart van de werkzaamheden. De trambaanbeheerder neemt bij herstart contact op met de CVL.
Wanneer een herstart binnen de looptijd van de werkvergunning niet mogelijk is, dient een nieuwe werkvergunning aangevraagd te worden.
Storingen aan infrastructuur of haltevoorzieningen worden binnen B- of C-regime opgelost. Alleen op de Uithoflijn kan bij storingen Beheerste Toelating Lokaal (BT-L) worden toegepast, zie Tabel 1 op bladzijde 18. Als de regels van het veiligheidsregime het niet toelaten dat de storing kan worden opgelost, dient artikel 5.2 te worden gebruikt.
Provincie Utrecht toetst of partijen tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden voldoen aan de veiligheidseisen (provincie Utrecht - huisregels, veiligheidsprocedures en werkvergunning in combinatie met onderliggende contractspecifieke eisen of voorschriften gesteld in de WijT-vergunning) en de wijze waarop ze die in de praktijk borgen. Provincie Utrecht volgt daarbij een risico-gebaseerde aanpak, afgestemd op de risico’s in betreffende RI&E’s en Veiligheids- & Gezondheidsplannen Uitvoeringsfase.
[ref. 1] Normenkader Veilig Werken, railAlert, www.railAlert.nl |
[ref. 2] Voorschrift Veilig Werken Tram, railAlert, www.railAlert.nl |
[ref. 3] Arbocatalogus, railAlert, www.railAlert.nl |
[ref. 4] Wijziging in buurt van Tramweg, provincie Utrecht, vigerend besluit Provinciaal blad van Utrecht |
[ref. 5] Railinframachines, keuring op lokaal spoor en HSL-Z, TSJ 37, TCVT, www.tcvt.nl |
[ref. 6] Lokale Risico Inventarisatie tekeningen, provincie Utrecht, opvraagbaar bij werkcoördinator |
[ref. 7] Handboek wegafzetting 96b, CROW, www.crow.nl |
[ref. 8] Best Practice Maatregelen wegverkeer bij werken aan de trambaan, www.railAlert.nl |
[ref. 9] Elektrotechnisch Veiligheidshandboek (EVH), provincie Utrecht, vigerend besluit Provinciaal blad van Utrecht |
[ref. 10] www.werkcoordinatietrambaanutrecht.nl |
[ref. 11] Meeliftregeling Provincie Utrecht, opvraagbaar bij werkcoördinator |
[ref. 12] Procedure Borgen Veilige Berijdbaarheid, provincie Utrecht, opvraagbaar bij werkcoördinator |
[ref. 13] Tram Seinreglement, provincie Utrecht, vigerend besluit Provinciaal blad van Utrecht |
[ref. 14] Lijst van Erkende Ondernemers, ProRail, www.ProRail.nl |
Bijlage 1 Afkortingen en begrippenlijst Provincie Utrecht
Bijlage 2 Veiligheidsfuncties en taakomschrijving
Een tramweg vereist andere kwalificaties van personeel dan werken op en in nabijheid van hoofdspoor. In deze bijlage zijn de functionarissen en bijbehorende taak- en functieomschrijvingen voor arbeidsveiligheid, zoals gebruikt voor de tramweg in de provincie Utrecht, verder uitgewerkt.
Functionarissen onder verantwoordelijkheid van opdrachtnemer zijn:
V&G-Coördinator Ontwerpfase (UAV-GC), V&G-Coördinator Uitvoeringsfase, Werkverantwoordelijke, Leider Werkplek Beveiliging-tram, Leider Lokale Veiligheid, Veiligheidsman, Grenswachter, Uitvoerder, Alleengaande, Ploegleider Bovenleiding en Gereedschapsmachinist.
Functionarissen onder verantwoordelijkheid van provincie Utrecht zijn:
Werkcoördinator, Installatieverantwoordelijke, Bedieningsdeskundige energievoorziening.
Werkvoorbereiding & Werkaanvraag
Veiligheid & Gezondheid Coördinator Ontwerpfase
De V&G-Coördinator Ontwerpfase is verantwoordelijk voor:
De taak van de V&G-Coördinator Ontwerpfase:
Opleidingsachtergrond van de V&G-Coördinator Ontwerpfase:
Veiligheid & Gezondheid Coördinator Uitvoeringsfase
De V&G-Coördinator Uitvoeringsfase is verantwoordelijk voor de werkvoorbereiding van de werkzaamheden, waaronder de risicoanalyse en toetsing van de veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van aanrijdgevaar door tram en elektrocutie.
De taak van de V&G-Coördinator Uitvoeringsfase:
Met behulp van de AHS opstellen van het V&G-(deel)plan Uitvoeringsfase en het actualiseren hiervan tijdens de uitvoering. Belangrijk onderdeel van het V&G-plan Uitvoeringsfase is het vaststellen welke documenten, instructies, e.d. nodig c.q. van belang zijn voor een goede, correcte en veilige uitvoering;
Opleidingsachtergrond van de V&G-Coördinator Uitvoeringsfase:
De Werkverantwoordelijke is verantwoordelijk voor:
De taak van de Werkverantwoordelijke:
Opleidingsachtergrond van de Werkverantwoordelijke:
De Werkcoördinator is verantwoordelijk voor de controle van werkaanvragen en afgifte van werkvergunningen.
De taak van de Werkcoördinator:
Toetsen op overlap (conflictsignalering op werkplek en spanningsloosstelling), risico’s en stroomlijning van werkzaamheden in het geval dat er meerdere werkzaamheden op hetzelfde tijdstip gepland staan (meeliftregeling). Als de partijen er onderling niet uit komen dan escaleren naar provincie Utrecht;
Opleidingsachtergrond van de Werkcoördinator:
De installatieverantwoordelijke is verantwoordelijk voor:
De centrale verkeersleiding is verantwoordelijk voor:
De centrale verkeersleiding heeft als taken:
Opleidingsachtergrond van de centrale verkeersleiding:
Bedieningsdeskundige energievoorziening
De bedieningsdeskundige energievoorziening is verantwoordelijk voor:
De bedieningsdeskundige energievoorziening heeft als taken:
Opleidingsachtergrond van de bedieningsdeskundige energievoorziening:
Leider Werkplek Beveiliging tram
De LWB-tram is verantwoordelijk voor:
Opleidingsachtergrond van de LWB-tram:
Bij werkzaamheden met meerdere werkploegen en/of werklocaties kan de V&G-Coördinator Uitvoeringsfase besluiten extra Leiders Lokale Veiligheid in te zetten om de LWB-tram te ondersteunen. De Leiders Lokale Veiligheid krijgen tijdens de werkzaamheden hun instructies van de LWB-tram. De Leider Lokale Veiligheid is verantwoordelijk voor de veiligheid van de werkenden van zijn toegewezen werklocatie/werkploeg.
De Leider Lokale Veiligheid heeft als taken:
Opleidingsachtergrond van de Leider Lokale Veiligheid:
Opleidingsachtergrond van de VHM:
Opleidingsachtergrond van de GRW:
De Ploegleider Bovenleiding heeft als taken:
Opleidingsachtergrond van de Ploegleider Bovenleiding:
Opleidingsachtergrond van de Alleengaande:
De uitvoerder (leidinggevende op het werk) is verantwoordelijk voor:
Taken van de (hoofd-)uitvoerder:
Opleidingsachtergrond van de uitvoerder:
De trambestuurder is verantwoordelijk voor:
De taak van de trambestuurder:
Opleidingsachtergrond van de trambestuurder:
De gereedschapsmachinist is verantwoordelijk voor:
De taak van de Gereedschapsmachinist:
Opleidingsachtergrond van de Gereedschapsmachinist:
Voor taken/verantwoordelijkheden trambaanbeheerder, opdrachtgever en opdrachtnemer zie het vigerende Normenkader Veilig Werken.
Bijlage 3 Verkeerstekens en seinen
De volgende verkeerstekens en seinen zijn in gebruik bij provincie Utrecht, zie ook Tram Seinreglement [ref. 13].
Afbakening werkplek voor het tramverkeer
Een geluidssein wordt gegeven met een fluit of toeter.
Een lange toon duurt 2 tot 3 seconden, een korte toon duurt 1 seconde of korter.
Bijlage 4 Maatregelen aanrijdgevaar en toe te passen veiligheidsregimes
De werkplek is een bouwplaats en fysiek afgescheiden van het tramnetwerk. Het KWT is niet van toepassing, maar kan wel van toepassing worden verklaard. Het KWT is wel van toepassing bij de overgang van en naar buitendienst. | Geschikt voor langdurige of grootschalige werkzaamheden waarbij tramverkeer technisch onmogelijk is. | Maatregelen waardoor tramverkeer technisch niet mogelijk is. Bijvoorbeeld: tramspoor blokkeren door stopping of spoorstaven onderbreken. Passages van werklocatie door exploitatievoertuigen in overleg met werkploeg. | |||
Geschikt voor kortdurende (enkele uren) werkzaamheden waarbij het tramverkeer technisch onmogelijk of ongewenst is. Meestal ’s nachts toegepast of bij calamiteiten. Werkzaamheden waarbij (een deel van) de baan buitendienst is. | Maatregelen waardoor tramverkeer technisch niet mogelijk is. Bijvoorbeeld: tramspoor blokkeren door wissels klemmen of bovenleiding spanningsloos. Passages van werklocatie door van tevoren aangemelde werkzaamheden, waaronder exploitatievoertuigen binnen 15 minuten. | ||||
voorafgaande halte. Pas als na overleg met de VHM die bij de ploeg staat, is vastgesteld dat de ploeg uit het spoor is, laat de LWB-tram de tram doorrijden. | Geschikt voor werkzaamheden op vrije sneltrambaan waar de snelheden hoog zijn of het zicht beperkt en waarbij tramverkeer technisch niet belemmerd wordt en het spoor snel kan worden ontruimd. | ||||
rode vlag. De LWB-tram bevindt zich direct bij (voor) de ploeg en laat tram pas doorrijden als zijn ploeg uit het spoor is en de tram onbelemmerd kan passeren. | Alleen voor storingen op de (stads)trambaan Uithoflijn waarbij tramverkeer technisch niet belemmerd wordt en het spoor snel kan worden ontruimd. | ||||
Bij Gegarandeerde Waarschuwing (GW) worden tijdens het regulier vervoerproces, werkenden voor naderend tramverkeer op het werk- en/of nevenspoor gewaarschuwd door gecertificeerde waarschuwings-apparatuur4 | Geschikt voor werkzaamheden op de trambaan of waar het zicht beperkt is en waarbij tramverkeer technisch niet belemmerd wordt en de werkplek snel kan worden ontruimd (15-secondenregel, artikel 4.37). | Alleen overwegen met akoestische en visuele signalen mogen gebruikt worden als Gegarandeerde Waarschuwing. De juiste werking van de overweg als Gegarandeerde Waarschuwing dient direct voor aanvang van het werk getest te zijn. | |||
Fysieke barrières voorkomen dat medewerkers in de (eventueel verkleinde) gevarenzone van de tram komen. | Als werkzaamheden niet in maar nabij het spoor plaatsvinden. | ||||
De GRW ziet er op toe dat werkenden zich niet over de grens naar de gevarenzone (gaan) begeven. De GRW mag de medewerkers waarschuwen voor naderend tramverkeer. | Alleen voor eenvoudige kortdurende activiteiten en bij voldoende zichttijd (15-secondenregel, artikel 4.37). Om het direct en juist reageren van het personeel te borgen moet er in combinatie met GW altijd een GRW worden ingezet die corrigerend optreedt als werkenden niet volgens afspraak reageren op de waarschuwing van de GW-installatie. | ||||
De VHM let op naderend tramverkeer en waarschuwt de medewerkers zodat deze tijdig het spoor kunnen verlaten. | Alleen voor eenvoudige kortdurende activiteiten en bij voldoende zichtafstand (15-secondenregel, artikel 4.37). | ||||
Functionaris houdt zelf tramverkeer in de gaten en verlaat tijdig het spoor bij nadering tram. | Alleen voor zeer eenvoudige kortdurende activiteiten (bijvoorbeeld schouwen, blokjes in het spoor leggen) en bij voldoende zichtafstand (15-secondenregel, artikel 4.37). | Medewerker is aantoonbaar geïnstrueerd over risico's. |
Bijlage 5 Processtappen veiligheidsregimes
Deze bijlage beschrijft per veiligheidsregime de uit te voeren processtappen voor aanvang werk, werkuitvoering, spanningsloosstelling en einde werk.
De maatregel buiten bedrijf is niet apart opgenomen. Hanteer hiervoor de processtappen van de maatregel buitendienst, waarna de trambaanbeheerder of projectleider het spoor buiten bedrijf verklaart (en andersom na beëindiging van de buiten bedrijf stelling).
Kies voor het aanbrengen en verwijderen van de fysieke afscherming een passende maatregel.
Bijlage 6 Huisregels provincie Utrecht
De huisregels voor alle werkenden op of in de nabijheid van het tramsysteem zijn:
Vragen met betrekking tot uitgegeven werkvergunning
Neem contact op met V&G-Coördinator Uitvoeringsfase van opdrachtnemer.
Uitsluitend te gebruiken voor communicatie met de CVL tijdens de uitvoering van werkzaamheden bijvoorbeeld over geconstateerde gebreken langs de tramweg en in geval van calamiteiten en storingen.
Telefoonnummer CVL SUNIJ-lijn: 088-126 2272
Telefoonnummer CVL Uithoflijn: 088-126 2276
CVL is het centrale aanspreekpunt voor werken langs het spoor. Mochten er nog andere (specifieke) vragen zijn, dan zullen zij dit doorgeven aan provincie Utrecht.
Het KWT stelt geen extra regels in verband met werkgebonden gevaren, zoals fysieke belasting, trillingen en geluid. Voor deze werkzaamheden zijn de Arbocatalogi voor de railinfrabranche REF _Ref300133151 \r \h \* MERGEFORMAT [ref. 3] van toepassing. Het KWT stelt tijdens de werkuitvoering ook geen extra regels in verband met de gevaren voor reizigers en het publiek. De gevaren voor reizigers en het publiek maken onderdeel uit van het V&G-plan en de bijbehorende risico-inventarisatie, zie ook artikelen 2.9 en 2.10.
Overwegen mogen worden gebruikt als gegarandeerd-waarschuwingsmiddel (GW-middel). Voorwaarde hiervoor is dat het gebruik van de overweg is onderbouwd door een RI&E. Hierin dienen ten minste de volgende punten aan de orde te komen:
○ de activiteit die wordt uitgevoerd;
○ de afstand tot de overweg (≤ 25 mtr. buiten de overwegplaten) en de aankondigingstijd.