Organisatie | Papendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels artikel 13b Opiumwet |
Citeertitel | Beleidsregels artikel 13b Opiumwet |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-09-2019 | nieuwe regeling | 12-08-2019 |
Op grond van artikel 2 en 3 Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I (harddrugs) en lijst II (softdrugs), dan wel aangewezen krachtens artikel 3a lid 5 Opiumwet, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren, aanwezig te hebben en te vervaardigen.
Op grond van artikel 13b, eerste lid, Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I en, of, II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is en indien een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid onder 3, of artikel 11a Opiumwet voorhanden is.
Op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht wordt door vaststelling van deze beleidsregels invulling gegeven aan de bevoegdheid van de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet.
Artikel 2 Uitgangspunten van het beleid
Handhaving overtreding artikel 13b Opiumwet
Bij de aanwezigheid van een middel, zoals genoemd in lijst I en/of lijst II van de Opiumwet, in een pand die groter is dan een hoeveelheid voor eigen gebruik, is in beginsel aannemelijk dat hier sprake is van een handelshoeveelheid bestemd voor verkoop, aflevering of verstrekking.
Artikel 5 Handhavingsrichtlijn
Bij de toepassing van de bevoegdheid uit artikel 13b van de Opiumwet legt de burgemeester de maatregel op zoals weergegeven in de onderstaande handhavingsrichtlijn:
Artikel 6 Geldigheidstermijn overtreding
Indien dezelfde overtreding binnen drie jaar wederom wordt geconstateerd, volgt de volgende stap uit het stappenplan. Indien er een tijdsverloop van meer dan drie jaar zit tussen de laatste overtreding en een nieuwe, wordt het stappenplan van de handhavingsrichtlijn weer vanaf de eerste constatering gevolgd. De verjaringstermijn van drie jaar geldt tussen iedere stap uit het stappenplan en vanaf het moment dat de overtreding is geconstateerd.
Artikel 7 Vervangende woonruimte
In beginsel wordt bij het sluiten van een woning geen vervangende woonruimte aangeboden.
Indien wordt beslist om over te gaan tot sluiting zal in beginsel 24 uur voor een lokaal en 48 uur voor een woning, na bekendmaking van de last onder bestuursdwang, worden overgegaan tot sluiting.
Toelichting beleidsregels artikel 13b Opiumwet
De gemeente Papendrecht staat voor een krachtige aanpak van de illegale handel in soft- en harddrugs. De burgemeester treedt vanuit het oogpunt van de openbare orde en veiligheid en het algemeen maatschappelijk belang dan ook streng op tegen illegale handel in drugs. Vanuit het strafrecht wordt opgetreden tegen de verdachte, hiermee wordt de locatie echter niet geraakt. Bestuursrechtelijk zijn er opties om over te gaan tot handhaving om op te treden tegen de locatie. Het kan gaan om zowel koop- als huurwoningen, bedrijfspanden of voor publiek toegankelijke lokalen, zoals openbare inrichtingen. Met een sluiting wordt een locatie weggenomen waar criminele activiteiten plaatsvinden. Hiermee wordt een barrière opgeworpen en wordt het criminele ondernemingsproces verstoord. Bovendien wordt met een dergelijke sluiting een sterk signaal afgegeven.
Voor de bestuursrechtelijke handhaving van de verboden genoemd in artikel 2 en artikel 3 Opiumwet, is artikel 13b Opiumwet opgenomen. Op basis van artikel 13b Opiumwet heeft de burgemeester de bevoegdheid een last onder bestuursdwang op te leggen indien in woningen of lokalen, dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig is. Bij de aanwezigheid van een hoeveelheid drugs in een pand die groter is dan een hoeveelheid voor eigen gebruik, is in beginsel aannemelijk dat die drugs bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking, indien het tegendeel niet aannemelijk wordt gemaakt. De enkele ontkenning dat de drugs bestemd waren om te worden verhandeld, is daartoe onvoldoende.
Ook panden waarin geen handelshoeveelheid drugs wordt aangetroffen, maar waarvan het aannemelijk is dat deze gebruikt worden ten behoeve van de productie en/of handel in drugs, kunnen worden gesloten op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Daarnaast is sinds 1 januari 2019 artikel 13b Opiumwet verruimd met het voorhanden hebben van voorwerpen of stoffen als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder sub 3, of artikel 11a Opiumwet.
De beleidsregels artikel 13b Opiumwet maken inzichtelijk op welke manier de burgemeester voornemens is op te treden tegen illegale handel in en productie van drugs.
In dit artikel zijn de doelstellingen opgenomen van het beleid. Allereerst wordt met dit beleid inzichtelijk gemaakt op welke manier de burgemeester voornemens is te handhaven. Hiermee wordt voldaan aan het rechtszekerheidsbeginsel. Het geeft inwoners duidelijkheid over de handhavingsstrategie en het te voeren beleid. Hiermee wordt ook een signaal gegeven richting inwoners die eventueel overwegen om een overtreding te begaan op grond van de Opiumwet. Door handhavend op te treden op grond van artikel 13b Opiumwet wordt een woning dan wel een lokaal zichtbaar onttrokken aan het illegale circuit en zorgt ervoor dat de bekendheid van de woning dan wel lokaal als zijnde ‘drugspand’ wordt weggenomen. Daarnaast is het beleid bedoeld om de nadelige effecten van criminaliteit terug te dringen en het woon- en leefklimaat te verbeteren.
Artikel 2 Uitgangspunten van het beleid
In dit artikel is opgenomen wat de uitgangspunten zijn van het beleid. Het is een weergave van hoe gehandeld wordt bij de inzet van handhavingsmiddelen. In dit artikel is opgenomen dat bij een overtreding van de Opiumwet in beginsel wordt gehandhaafd middels een last onder bestuursdwang op grond van artikel 13b Opiumwet. In elke casus dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen. Dit kan ertoe leiden dat een ander handhavingsinstrument of een bestuurlijke waarschuwing een passender instrument is dan een last onder bestuursdwang. De feiten en omstandigheden waarop wordt gedoeld, zijn onder meer:
Mocht er sprake zijn van een situatie die zodanig spoedeisend is dat een besluit niet kan worden afgewacht dan kan een spoedsluiting worden opgelegd. In dergelijke gevallen wordt zo spoedig mogelijk na de sluiting alsnog een besluit bekend gemaakt. In beginsel is er geen mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen, afhankelijk van de situatie kan een mogelijkheid worden geboden om achteraf zienswijze in te dienen.
De burgemeester kan (in afwijking van de vorige paragrafen) ten nadele van een belanghebbende, bij zeer ernstige gevallen een stap overslaan of voor een langere of onbepaalde periode sluiten. Dit is in beginsel (maar niet uitsluitend) het geval als naast drugshandel/-voorbereiding ook sprake is van:
Een zich verplaatsend probleem. Bijvoorbeeld als al eerder in Papendrecht of daarbuiten een waarschuwing is gegeven, de huur is beëindigd of een woning of lokaal is gesloten en nu elders (in Papendrecht) sprake is van soft- dan wel harddrugshandel/-voorbereiding in een woning of lokaal van die persoon of waarbij die persoon is betrokken.
In dit artikel is opgenomen wat onder het begrip woning en lokaal wordt verstaan. In het bestemmingsplan wordt bepaald welke bestemming een locatie heeft. Verder blijkt uit het kadaster wie de eigenaar is van de woning dan wel het lokaal. Ook kan de basisregistratie persoonsgegevens en reisdocumenten worden geraadpleegd. Daarin is opgenomen wie zijn ingeschreven op dat adres. Een voor woning bestemde ruimte die niet gebruikt wordt als woning kan aangemerkt worden als lokaal.
Met de sluiting van een woning of lokaal is sprake van een maatregel die is gerelateerd aan het pand en niet aan de bewoner, huurder, gebruiker of eigenaar. Dit betekent dat een eventuele overdracht van het pand, of de komst van nieuwe huurders, niet van invloed is op het besluit tot sluiting. Het pand blijft gesloten.
De Opiumwet kent twee lijsten waarin een overzicht is opgenomen van middelen die vallen onder het bereik van de Opiumwet. Lijst I van de Opiumwet is een overzicht van middelen die vallen onder de noemer harddrugs, denk daarbij aan middelen zoals heroïne, cocaïne en XTC. In lijst II van de Opiumwet zijn middelen opgenomen die vallen onder de noemer softdrugs, het meest bekende middel van deze lijst is hennep.
Met betrekking tot hennep wordt in de 'Aanwijzing Opiumwet' onder een handelsvoorraad verstaan een hoeveelheid van meer dan 5 gram. Echter, bij hoeveelheden tussen de 5 en 30 gram wordt aangenomen dat deze niet gebruikt worden om te verkopen of anderszins te verstrekken. Omdat bij een hoeveelheid onder de 30 gram de zogenoemde overdraagbaarheid gering is, wordt in dat geval niet overgegaan tot sluiting van het pand. Daarnaast wordt aangenomen dat bij een hoeveelheid van meer dan 5 hennepstekjes of -planten sprake is van beroeps- en bedrijfsmatige hennepteelt.
In de 'Aanwijzing Opiumwet' wordt met betrekking tot harddrugs onder een gebruikershoeveelheid verstaan een hoeveelheid/dosis die doorgaans wordt aangehouden als gebruikershoeveelheid. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld één bolletje, één ampul, één wikkel of één pil/tablet. Het gaat in elk geval om een aangetroffen hoeveelheid van maximaal 0,5 gram. Ook bij meer dan 5 ml GHB wordt uitgegaan van een handelshoeveelheid.
Bij de aanwezigheid van een hoeveelheid drugs in een pand die groter is dan een hoeveelheid voor eigen gebruik is in beginsel aannemelijk dat de drugs bestemd is voor verkoop, aflevering of verstrekking, indien het tegendeel niet aannemelijk is gemaakt (omgekeerde bewijslast) (ABRvS 11 december 2013, ECLI:RVS:2013:2365).
Artikel 5 Handhavingsrichtlijn drugs in lokalen en woningen
De doelstellingen van de sluiting zijn opgenomen in artikel 1 van dit beleid. Bij woningen of lokalen waar overtredingen van de Opiumwet worden geconstateerd zal na een eerste overtreding in beginsel worden overgegaan tot het opleggen van een last onder dwangsom. Hier kan van worden afgeweken in bepaalde situaties, zoals uitgelegd in artikel 2 van dit beleid.
Artikel 6 Geldigheidstermijn overtreding
Voor het beantwoorden van de vraag of er sprake is van recidive, worden alle typen overtredingen uit de handhavingsrichtlijn meegenomen
Artikel 7 Vervangende woonruimte
Indien een woning wordt gesloten op grond van artikel 13b Opiumwet dan zal in beginsel geen vervangende woonruimte worden aangeboden. Het is aan de overtreder en/of eigenaar zelf te zorgen voor andere woonruimte. Omstandigheden van het geval kunnen ertoe leiden dat een andere keuze wordt gemaakt hierover, denk hierbij bijvoorbeeld aan de gezinssamenstelling. In beginsel dienen betrokkenen zelf voor hun huisraad en huisdieren te zorgen.
In dit artikel wordt weergegeven wanneer het moment van sluiting is. De sluiting zal minimaal binnen 24 of 48 uur nadat het besluit tot sluiting is bekendgemaakt aan de overtreder plaatsvinden.
Er kunnen redenen zijn om de sluiting op te heffen. In beginsel legt de burgemeester de sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet op voor de periode zoals genoemd in de handhavingsrichtlijn. De omstandigheden van het geval kunnen aanleiding zijn hiervan af te wijken. Op grond van dit artikel wordt de mogelijkheid geboden om een verzoek in te dienen de sluiting op te heffen. In dit artikel wordt weergegeven welke voorwaarden in ieder geval worden gesteld aan de beoordeling van een dergelijk verzoek.
Iedere overheidsinstantie die publiekrechtelijke beperkingen mag opleggen moet hier een administratie van bijhouden. Daarnaast is het verplicht de gegevens over kadastrale objecten, waarop een beperking rust, te melden aan de zogenaamde Landelijke Voorziening. Elk besluit dat wordt genomen inhoudende een beperking wordt geregistreerd en een melding wordt verzorgd aan de Landelijke Voorziening. Wanneer de sluitingstermijn is verstreken wordt dit opgenomen in het register.
Buurtbewoners van een pand dat is gesloten op grond van artikel 13b van de Opiumwet worden in beginsel geïnformeerd over de sluiting. Dit gebeurt veelal via een bewonersbrief. Er is niet voor gekozen om iedere sluiting breed te communiceren met de media of op de gemeentelijke website. Onderzoek wijst uit dat een beperkte lokale bekendmaking het veiligheidsgevoel vergroot, terwijl een algemene bekendmaking voor alle bewoners in de gemeente juist het veiligheidsgevoel verkleint.
Artikel 11 Natraject last onder bestuursdwang
In dit artikel is opgenomen welke stappen worden ondernomen nadat de sluitingstermijn van de last onder bestuursdwang is afgelopen. Van belang is om een mogelijkheid te bieden om afspraken te maken over wat er gaat gebeuren nadat de sluitingstermijn is beëindigd. Uiteraard dient bij de inzet van dit artikel gekeken te worden naar de behoefte en noodzaak die er is dit te doen.