Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Vrijlaten giften |
Citeertitel | Vrijlaten giften |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-08-2019 | nieuwe beleidsregel | 20-08-2019 | geen |
In principe worden giften geheel vrij gelaten (Participatiewet, artikel 31 lid 2 onder m ). Giften en vergoedingen die bestemd zijn voor het algemene levensonderhoud worden wel als middelen in aanmerking genomen als de hoogte van die giften uit oogpunt van bijstandverlening niet verantwoord is.
De hoogte van een gift is verantwoord als deze per kalenderjaar beneden de voor die persoon geldende bijstandsnorm per maand blijft.
Jan woont zelfstandig en krijgt een uitkering van € 950,- per maand. Hij krijgt ook elke maand € 70,- van zijn moeder als gift. Opgeteld is haar gift aan hem € 840, - per kalenderjaar. Jan kan nog voor € 110, - aan vrij te laten geld ontvangen in dat jaar.
De moeder van Jan mag ook in één keer € 950,- naar hem overmaken. Krijgt hij daarna nog meer geld van zijn moeder, dan wordt dat wel meegenomen bij het inkomen.
In de beoordeling of er sprake is van een gift moet het volgende worden meegewogen.
Jongeren van 18 t/m 20 jaar die bij hun ouder(s) wonen hebben in beginsel recht op algemene bijstand. Aangezien deze groep geacht wordt een beroep te kunnen doen op hun ouders zijn de jongerennormen afgestemd op de niveaus van de Algemene Kinderbijslagwet. Ouders betalen bijv. een telefoonabonnement voor hun kind, betalen een winterjas en/of betalen nog zakgeld door (zie Nibud richtlijnen). Als ouders structureel periodiek meer bijdragen dan de jongerennorm per maand, dan geldt bovengenoemd gemeentelijke beleid omtrent giften.
Ook bij woonsituaties van inwonende kinderen vanaf 21 jaar, waar de kostendelersnorm van toepassing is, zal er niet snel sprake zijn van giften over en weer. Belanghebbenden worden geacht de kosten te delen: hoe ze dat doen is aan de belanghebbenden zelf.
Bij giften van externe personen of instanties is het wél van belang om de hoogte van de giften vast te stellen.
Het Schadefonds Geweldsmisdrijven is een zelfstandig onderdeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en verstrekt eenmalige financiële tegemoetkomingen aan mensen die door een
geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of psychisch letsel hebben opgelopen. Ook verstrekt het Schadefonds tegemoetkomingen aan nabestaanden van slachtoffers die door een geweldsmisdrijf
of dood door schuld zijn overleden. De tegemoetkoming is een maatschappelijke uiting van solidariteit en een blijk van erkenning van het onrecht en leed dat een slachtoffer of nabestaande is overkomen. Deze tegemoetkoming wordt door de Rijksoverheid gefinancierd en heeft niet tot doel alle schade te dekken. De tegemoetkoming is bedoeld om het geschade vertrouwen enigszins te herstellen en het slachtoffer of de nabestaande (financieel) vooruit te helpen, zodat de blik weer op de toekomst kan worden gericht. De ontvanger is vrij in de besteding ervan en in beginsel is de tegemoetkoming belastingvrij. De tegemoetkomingen bedragen minimaal € 5000,- tot max. € 35.000,-, afhankelijk van de duur en de ernst van de gevolgen van het geweld.
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na hun bekendmaking.