Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2020

Besluit van het Dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van 19 juni 2019 tot vaststelling van het Besluit mandaat, volmacht, machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2019

Besluit van het Algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van 5 juli 2019 tot intrekking van het Besluit mandaat, volmacht, machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2018

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, ieder voor zover bevoegd;

Gelet op:

Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Titel 3 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Artikelen 57c en 57 d van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

de artikelen 40, 41, 43, 44 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2016;

BESLUITEN VAST TE STELLEN:

Artikel 1 Begripsbepalingen 

In dit besluit wordt verstaan onder:

• 1.

  Adjunct-directeur: een adjunct-directeur als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Organisatieverordening;

• 2.

  Algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied als bedoeld in artikel 5 van de regeling;

• 3.

  Ambtenaren: ambtenaren, als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet;

• 4.

  Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied als bedoeld in artikel 22 van de regeling;

• 5.

  Directeur: de secretaris van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, als bedoeld in artikel 26 van de regeling;

• 6.

  Machtiging: de bevoegdheid om namens het Dagelijks bestuur of Voorzitter handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

• 7.

  Mandaat: de bevoegdheid om namens het Dagelijks bestuur of de Voorzitter een besluit te nemen als bedoeld in artikel 10:1 Algemene Wet Bestuursrecht;

• 8.

  Omgevingsdienst: de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, als bedoeld in artikel 3 van de regeling;

• 9.

  Organisatieverordening: de Organisatieverordening Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2014;

• 10.

  Regeling: de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2016;

• 11

  Teammanager: een teammanager als bedoeld in de artikelen 7, derde lid, 9, derde lid, 11, derde lid en 13, derde lid van de Organisatieverordening;

• 12

  Volmacht: de bevoegdheid om namens het Dagelijks bestuur of Voorzitter privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

• 13

  Voorzitter: de voorzitter van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, als bedoeld in artikel 25 van de regeling;

• 14

  Wob: Wet openbaarheid bestuur.

Artikel 2 Mandaat en volmacht

1. Aan een lid van het Dagelijks bestuur voor zover de aangelegenheid behoort tot zijn desbetreffende portefeuille dan wel de Directeur, voor zover de aard van de bevoegdheid zich niet tegen mandatering verzet,

wordt mandaat respectievelijk machtiging en volmacht verleend voor de bevoegdheid tot:

• a.

  het in dienst nemen en ontslaan van de Ambtenaren van de Omgevingsdienst met uitzondering van de

• b.

  Het nemen van rechtspositionele beslissingen conform de voor de Omgevingsdienst geldende cao en rechtspositieregelingen;

• c.

  het aangaan van detacheringsovereenkomsten;

• d.

  het aanmerken van een ongeval als een dienstongeval;

• e.

  het uitvoeren van de Wet verbetering poortwachter en Arbeidsomstandighedenwet;

• f.

  het beslissen omtrent verzoeken om informatie alsmede het actief openbaar maken van informatie op grond van de Wob;

• g.

  het nemen van alle conservatoire maatregelen en het doen van al wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit;

• h.

  het instellen van bezwaar of een gerechtelijke procedure, voor zover dit recht bestaat ingevolge enig wettelijk voorschrift, alsmede het verzoeken om schorsing van het aangevochten besluit of verzoeken van een voorlopige voorziening ter zake, voor zover de voorschriften dit toelaten.

• i.

  het beheren van de inkomsten, uitgaven en het vermogen van de Omgevingsdienst;

• j.

  het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de Omgevingsdienst, met uitzondering van de bevoegdheid om te besluiten tot:

• *

  het aangaan van geldschulden met een waarde van meer dan € 500.000,-- exclusief BTW;

• *

  het aangaan van een overeenkomst tot koop of verkoop van onroerende zaken;

• *

  het oprichten van of deelnemen in stichtingen, maatschappijen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen;

• *

  het vaststellen van het dienstverleningshandvest.

• k.

  het vertegenwoordigen van de Omgevingsdienst in en buiten rechte, voor zover dit het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen betreft;

• l.

  het vertegenwoordigen van de Omgevingsdienst in en buiten rechte, voor zover dit rechtspositionele beslissingen betreft.

• m.

  het verrichten van de volgende feitelijke handelingen ten behoeve van bovenstaande bevoegdheden:

• *

  behandelen van en voeren van correspondentie/gesprekken van uitvoerende en/of informatieve aard;

• *

  het vragen van aanvullende gegevens;

• *

  de voorbereiding van besluiten;

• *

  het opvragen van informatie bij (overheids)instanties in het kader van de voorbereiding van besluitvorming;

• *

  opschorten beslistermijn;

• *

  het verlengen van beslistermijnen;

• *

  het horen op grond van de artikelen 4:7 en 4:8 Awb;

• *

  het voldoen aan publicatieverplichtingen;

• *

  alle overige procedurestappen en -besluiten.

• 2.

  Het Mandaat, de Volmacht en de Machtiging als bedoeld in het eerste lid zien niet op het nemen van de beslissing op bezwaar ingediend tegen een besluit dat in het kader van de uitoefening van het Mandaat is genomen.

• 3.

  Bij de uitoefening van de bevoegdheden in Mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.

Artikel 3 Financiële Kaders

1. De uitoefening van de bevoegdheden op grond van dit besluit geschiedt met:

• *

  inachtneming van de ter zake geldende instructies per geval of in algemene zin van het Dagelijks bestuur onderscheidenlijk de Voorzitter;

• *

  inachtneming van de door het Algemeen bestuur vastgestelde begroting;

• *

  inachtneming van de nadere invulling blijkend uit het directiereglement en het treasurystatuut en de geldende personeelsformatie.

• 2.

  Voor het aangaan van financiële verplichtingen gelden in ieder geval de volgende instructies:

• *

  verplichtingen boven de € 100.000,-- exclusief BTW worden vooreerst aangegaan nadat de adjunct-directeur schriftelijk toestemming heeft gegeven;

• *

  verplichtingen tot € 50.000,-- exclusief BTW kunnen enkelvoudig onderhands worden aangegaan;

• *

  verplichtingen van € 50.000,-- tot € 221.000,-- exclusief BTW dienen meervoudig onderhands te worden aangegaan;

• *

  verplichtingen vanaf € 221.000,-- exclusief BTW dienen eerst Europees te worden aanbesteed.

Artikel 4 Informatieplicht

• 1.

  De Directeur en het lid van het Dagelijks bestuur verschaffen het Algemeen of Dagelijks bestuur onderscheidenlijk de Voorzitter gevraagd en ongevraagd informatie over de uitvoering van de taken en bevoegdheden die zijn gemandateerd.

• 2.

  De Directeur en het lid van het Dagelijks bestuur informeren het Algemeen of Dagelijks bestuur onderscheidenlijk de Voorzitter bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 5 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit wordt met Mandaat gelijkgesteld de verlening van Volmacht om namens de Omgevingsdienst privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten en Machtiging om namens de Omgevingsdienst handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 6 Ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht

• 1.

  De directeur dan wel diens plaatsvervanger kan de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, in ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht opdragen aan ondergeschikten, tenzij dit is uitgesloten.

• 2.

  De artikelen 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht.

• 3.

  Een besluit tot verlening van ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht wordt bekend gemaakt in het publicatieblad van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 7 Plaatsvervanging

In geval van afwezigheid van de directeur dan wel het lid van het Dagelijks bestuur genoemd in artikel 3 eerste lid, kan het Mandaat respectievelijk Machtiging en Volmacht worden uitgeoefend door de plaatsvervanger op grond van de vervangingsregelingen, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Organisatieverordening Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2018, tenzij bij de plaatsvervanging anders is bepaald.

Artikel 8 Vervallen van het (onder)mandaat 

Het (onder)Mandaat vervalt indien:

• 1.

  De Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied is opgeheven.

• 2.

  Het Dagelijks bestuur het Mandaat intrekt.

• 3.

  De functionaris die het ondermandaat heeft verleend deze intrekt.

• 4.

  De functionaris die het ondermandaat heeft verleend niet meer onder de verantwoordelijkheid van de Omgevingsdienst valt.

Artikel 9 Ondertekening

1. Indien een besluit krachtens Mandaat dan wel ondermandaat zoals aangegeven in artikel 2, eerste lid onder a t/m j wordt genomen, luidt de ondertekening: 

Het Dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

namens deze de Directeur/het lid van het Dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

gevolgd door:

• 1.

  de handtekening;

• 2.

  de naam van de Directeur.

• 2.

  Indien gebruik wordt gemaakt van (onder)Volmacht of (onder)Machtiging zoals aangegeven in artikel 2, eerste lid onder k en l luidt de ondertekening:

De Voorzitter van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

namens deze de Directeur/het lid van het Dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

gevolgd door:

• 1.

  de handtekening;

• 2.

  de naam van de Directeur.

Artikel 10 Slotbepalingen

• 1.

  Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en treedt in werking op 1 januari 2020.

• 2.

  Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2018 van 26 januari 2018 wordt ingetrokken.

• 3.

  Deze regeling wordt aangehaald als: Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2020.            

  Zaandam, 21 juni 2019

   

  Het bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,

  Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks bestuur op 21 juni 2019

de secretaris   

Mevrouw drs. E.M.J. Meijers

de voorzitter

De heer O. Hoes

Aldus besloten in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 5 juli 2019 voor zover het betreft de intrekking van het besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van 26 januari 2018.

Mevrouw drs. E.M.J. Meijers

De heer O. Hoes