Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving 2019 gemeente Wijchen |
Citeertitel | Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving 2019 gemeente Wijchen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage 1 overzicht capaciteitsramingen Bijlage 2 overzicht prioriteiten Bijlage 3 Werkplan 2019 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-08-2019 | 28-05-2019 | 31-03-2020 | Nieuwe regeling | 28-05-2019 |
1.1 Ambtelijke samenvoeging werkorganisatie Druten — Wijchen (WDW)
Op 30 juni 2016 hebben de gemeenteraden van de gemeenten Wijchen en Druten besloten om te komen tot een ambtelijke fusie. De fusie is in de praktijk per 1 mei 2018 gestart.
Beide gemeenten zijn bestuurlijk / politiek zelfstandig gebleven en blijven zelf hun eigen beleid bepalen.
Lokale dienstverlening aan de inwoners staat centraal.
De werkorganisatie zet zich in voor het bereiken van de ambities zoals gesteld in het bedrijfsplan:
Doordat de ambtelijke samenvoeging op handen was, is voor 2018 geen Vergunningen, Toezicht & Handhaving (VTH)-Uitvoeringsprogramma opgesteld.
1.2 Organisatorische indeling WDW in relatie tot Uitvoeringsprogramma 2019
Dit uitvoeringsprogramma ziet op de uitvoering van VTH-taken. Deze taken zijn binnen de uitvoeringsorganisatie belegd in twee domeinen: Publiekszaken en Fysieke Leefomgeving en daarbinnen bij de teams "Fysiek" en "Juridische advisering FL” (JA-FL). Het programma is tot stand gekomen volgens de principes van programmatisch en cyclisch werken en sluit daarmee aan op de kwaliteitseisen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Duurzaamheid: asbest — de gemeente geeft particulieren antwoord op hun vragen over de sanering van asbestdaken door daartoe een coördinator aan te stellen;
Veiligheid: ondermijning — om criminaliteit die de samenleving ondermijnt een halt toe te roepen, investeren wij met onze buurgemeenten in acties gericht op het ontmantelen van hennepkwekerijen, drugslaboratoria en illegale ondernemingen.
Overlast en veiligheid: om Wijchen een relatief veilige gemeente te houden en verder te verbeteren werkt de gemeente met inwoners aan preventie en veiligheid. Om overlast terug te dringen zet de gemeente in op meer en zichtbare handhaving op bedrijventerreinen en in de wijken. Wijchen maakt geld vrij voor toezichthouders en heeft ook oog voor o.a. ondermijning.
Met het oog op revitalisering van het bedrijventerrein Wijchen-Oost zet de gemeente onder meer in op extra handhaving op dit bedrijventerrein.
De pilot voor extra handhaving wordt omgezet in structurele inzet door toevoeging van 1 extra Fte (Full time equivalent = 1.425 uur).
1.4 Uitvoeringsprogramma in relatie tot het Integraal VT&H beleid
Op 15 december 2015 is door het college van Druten het Integraal Vergunningen, Toezicht & Handhavingsbeleid 2016 — 2018 (VTH-beleid) vastgesteld. Voor de gemeente Wijchen is dit op 16 februari 2016 gebeurd voor de periode 2016 — 2019.
Het VTH-beleid en de capaciteitsramingen zijn de basis voor de vergunningverlening en de uitvoering van de toezichts- en handhavingstaken. De ramingen sluiten aan op de gestelde kwaliteitseisen in de Wabo.
Het opstellen van een uitvoeringsprogramma is een wettelijke verplichting op grond van artikel 7.3 van het Besluit omgevingsrecht. In het uitvoeringsprogramma staan de voorgenomen activiteiten die het bestuursorgaan het komende jaar zal uitvoeren. Bepalend is daarbij ook het in § 1.4 genoemde VTH-beleid. Het bestuursorgaan moet bij de uitvoering van de VTH taken namelijk rekening te houden met de doelen en uitgangspunten die in het beleid opgenomen zijn.
Aanvullend kunnen de volgende kwaliteitsdoelstellingen worden onderscheiden:
Het geven van vertrouwen en het versterken van eigen verantwoordelijkheid — We willen aanspraak maken op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven. Goed naleefgedrag willen we mee laten tellen in de prioriteiten. We willen alternatieve manieren van toezicht, zoals geprivatiseerd toezicht, versterken. Dit kan gemeten worden door het aantal versoepelde of verzwaarde controles, door een vermindering van het aantal controles op lage risico's en een toename van het aantal controles op hoge risico's.
Het uitvoeren van wettelijke taken —We willen voldoen aan wettelijke kwaliteitsverplichtingen, zoals vastgelegd in het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht ( Mor) en we willen een minimaal benodigd, adequaat niveau van toezicht leveren. Dit kan gemeten worden door het niveau van het uitgevoerde toezicht te vergelijken met het minimale toereikende niveau.
Het in de hand houden van kosten en vergroten van efficiency
Het kwaliteitsniveau waar we naar streven moet liggen binnen de bestaande formatieruimte. Preventie en vertrouwen moeten leiden tot minder controles. Nieuwe werkwijzen zoals mobiel digitaal toezicht worden ingevoerd als dit efficiënt is. Uit de jaarlijkse begrotingen moet blijken dat de kosten voor handhaving niet toenemen. Efficiency kan gemeten worden indien meer zaken in dezelfde tijd kunnen worden behandeld.
Communicatie als preventief handhavingsinstrument
Door goede communicatie worden vervelende en kostbare juridische handhavingstrajecten voorkomen. Deze communicatie gaat over de inhoud van wet- en regelgeving, verwachtingen naar elkaar en de noodzaak om de regelgeving na te leven. Het gebruik van de gemeentelijke website, internet, email en sociale media worden daarbij ingezet. De werking van de preventie kan gemeten worden door het aantal zaken bij te houden dat is opgelost zonder gebruikmaking van een last onder dwangsom, last onder bestuursdwang of boete.
Beide gemeenten zien dienstverlening als belangrijkste taak. In het proces van advisering en als inwoners of ondernemers niet tevreden zijn over onze dienstverlening, willen wij met elkaar in gesprek om tot een gezamenlijk gedragen advies of oplossing te komen. We richten ons op het voorkomen van - vaak lange - bezwaarprocedures en handhavingstrajecten en hechten daarom veel waarde aan de inzet van professionele mediators. Wij willen in gesprek met de belanghebbende partijen om de kwaliteit van onze besluitvorming te vergroten, om problemen te voorkomen of in een vroeg stadium op te lossen. Binnen onze organisatie maken we daarom tijd vrij om onze medewerkers te trainen in mediation/gespreksvaardigheden.
2. Beleids- en Uitvoeringscyclus
In het VTH-beleid is aangegeven dat het beleid en het hierop gebaseerde uitvoeringsprogramma onderdeel zijn van een beleidscyclus. Dit betekent concreet dat het de bedoeling is om het uitvoeringsprogramma jaarlijks te evalueren. Deze evaluatie kan ertoe leiden dat het beleid en/of het uitvoeringsprogramma op bepaalde aspecten (visie, prioriteiten, strategieën) moet worden bijgestuurd. Hiermee willen we komen tot een zo efficiënt en effectief mogelijke inzet van mensen en middelen in overeenstemming met het VTH-beleid. De evaluatie is tevens nodig om er voor te zorgen dat het beleid en de uitvoeringsprogramma's blijven aansluiten op de bestuurlijke wensen en ambities en die van onze organisatie en daarmee op de actuele situatie in de gemeenten Druten en Wijchen. Dit vloeit ook voort uit de kwaliteitseisen die hierover in de Wabo en het Bor zijn opgenomen.
We verwijzen hiervoor naar de dubbele regelkring ("Big Eight", zie figuur hieronder), waarin de verschillende stappen uit de beleids- en uitvoeringscyclus zijn vastgelegd
Bovenste heft: strategisch beleid. Opdrachtverlening (tactisch beleid) en evaluatie.
Onderste helft: uitvoering. Uitvoeringsbeleid, uitvoering / productie en monitoring
Beiden doorlopen de 'plan-do-check-act' cyclus
2.2 Uitwerking beleids- en uitvoeringcyclus
Binnen de beleids- en uitvoeringscyclus waarin het VTH-beleid en het uitvoeringsprogramma zijn opgenomen, worden de volgende fasen onderscheiden:
In deze fase wordt het beleidsplan uitgewerkt in een jaarlijks op te stellen Uitvoeringsprogramma waarin concreet wordt vastgelegd en uitgewerkt hoe de beschikbare capaciteit aan de hand van de in het beleid vastgestelde prioriteiten en strategieën wordt ingezet op de verschillende VTH-taken. Met dit Uitvoeringsprogramma VT&H 2019 wordt ook aan de tweede fase door de WDW invulling gegeven.
In fase drie worden de resultaten uit de eerste twee fasen geëvalueerd en op uitvoeringsniveau gemonitord. In deze fase wordt ook een evaluatierapport opgesteld, waarin onder andere wordt vastgelegd of en in hoeverre de mensen en middelen op efficiënte en effectieve wijze zijn ingezet volgens de prioriteiten en strategieën zoals deze in het beleid en het uitvoeringsprogramma zijn bepaald. Ook wordt in de evaluatie ingegaan op eventuele ontwikkelingen die zich gedurende het jaar hebben voorgedaan en die van invloed zijn geweest op het al dan niet waarmaken van het Uitvoeringsprogramma. Uiteindelijk kunnen op basis van voorgaande conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan over de mogelijke bijsturing (fase 4) die plaats dient te vinden. Indien bijsturing noodzakelijk is, wordt dit zo concreet mogelijk uitgewerkt in het evaluatierapport (zie ook hoofdstuk 6).
In de laatste fase worden aan de hand van de uitkomsten van het evaluatierapport uit fase 3 de in het beleid en uitvoeringsprogramma genoemde aspecten uit fase 1 en 2 waar nodig bijgestuurd. leder jaar kan de evaluatie leiden tot aanpassing van het VTH-beleid en/of het Uitvoeringsprogramma. Dit betekent concreet dat er bijsturing plaats kan vinden op beleidsaspecten als visie, uitgangspunten, handhavingsthema's en —taken, prioriteiten en strategieën, maar ook op uitvoeringsaspecten als capaciteit, middelen en organisatie.
2019 zal een uitdagend jaar worden voor zover het gaat om de uitvoering, voortgang, monitoring en bijsturing van de VTH taken. Weliswaar is er formeel nu sprake van één werkorganisatie; in de praktijk is er een aantal zaken die een risico kunnen vormen bij de uitvoering van de VTH taken.
De werkorganisatie werkt volgens het principe van zelforganiserende teams. Er is geen sprake meer van, coördinatoren of teamleiders waardoor de teams zelf verantwoordelijk zijn voor het opstellen van werkafspraken, planningen en de monitoring en bijsturing van de verrichte werkzaamheden. De werkprocessen worden steeds meer op elkaar afgestemd. Dit vraagt veel van de teams omdat de uitvoering van VTH taken ondertussen gewoon doorgaan.
De twee gemeenten kennen verschillende systemen waarmee de omgevingsvergunningen afgehandeld worden. Ten tijde van het schrijven van dit programma is nog niet duidelijk welk systeem op termijn gehanteerd zal worden. Totdat dat wel duidelijk is, blijft er gewerkt worden met twee systemen waardoor het lastig blijft om tot één integraal werkproces en daarmee onderlinge inzetbaarheid van collega's te komen.
Ontwikkelingen in de maatschappij
De bouwmarkt is al een aantal jaren aan het aantrekken wat grote gevolgen heeft voor de aanvragen van omgevingsvergunningen en daarmee samenhangend, het toezicht daarop. Het team is door personeelswijzigingen en ziekteverzuim in 2018 onderbezet geweest. Het aantrekken van kundig gekwalificeerd personeel in de huidige arbeidsmarkt, vormt een grote uitdaging.
Door veranderingen in de Wabo zijn er meer bouwactiviteiten te ondernemen zonder dat daar een omgevingsvergunning voor nodig is. Dit wil echter niet zeggen dat alles wat gebouwd wordt, past binnen de wettelijke voorschriften. Vergunningsvrij bouwen legt een grotere druk op de toezichtscapaciteit omdat veelal blijkt dat de huidige regelgeving voor vergunningvrij bouwen niet bij iedereen duidelijk is. Tevens moeten de werkzaamheden wel blijven voldoen aan het bouwbesluit.
Binnen de WDW is de volgende capaciteit beschikbaar voor de uitvoering van de VTH-taken:
(1) Voor toezichthouders / BOA's is in totaal 7,83 in de begroting beschikbaar. 0,83 Fte is voor de BOA Sociaal domein. Deze functie maakt verder geen onderdeel uit van dit uitvoeringsprogramma.
(2) De juridisch adviseurs A en B werken zowel voor team Fysiek als voor het domein Fysieke Leefomgeving. Zij adviseren op de juridische aspecten van vergunningverlening maar hebben ook een rol in het toezichtsproces en handhavingsprocedures. Dit specifieke overzicht laat hun inzet zien m.b.t. VTH-taken en geeft dus geen overzicht van de totale capaciteit en inzet van team JA-FL.
4. Programma vergunningverlening
In dit hoofdstuk staat een toelichting op het werk van de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de vergunningverlening.
Bouwwerken moeten passen in hun omgeving en mogen geen gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van bewoners en gebruikers. Het (ver)bouwen en gebruik van woningen en andere gebouwen is daarom aan regels geboden. Alle bouwwerken moeten aan die regels voldoen. Meestal is voor bouwen een omgevingsvergunning nodig. In een aantal gevallen kan echter gebouwd worden zonder vergunning omdat deze vergunningsvrij zijn.
De gemeenten Druten en Wijchen hebben alle milieu gerelateerde taken overgedragen aan de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). Beide gemeenten hebben de ODRN hierbij een ruimhartig mandaat toegekend. De ODRN stelt zelf een uitvoerings- / werkprogramma op, waarbij ze de opdrachtgevende gemeenten consulteert. Tevens voert zij in opdracht van de opdrachtgevende gemeenten een programma uit van reguliere controles en toezichtstaken. Binnen de ODRN bestaat er daarnaast ruimte voor het oppakken van projecten. Het werkprogramma van de ODRN zal, na gereedkomen, als bijlage bij dit stuk gevoegd zal worden.
In dit hoofdstuk staat een toelichting op het werk van de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het uitoefenen van toezicht. Wij onderscheiden in dit document de programma's 'toezicht' en 'handhaving'. In het bestuursrecht wordt gesproken over 'Handhaving' maar dit omvat zowel toezicht, bestuursrechtelijke handhaving als opsporing. Deze begrippen moeten niet met elkaar verward worden, want ze hebben allemaal een andere betekenis.
Onder 'toezicht'( ook wel 'handhavingstoezicht') verstaan we dat door het bestuur bij particulieren, bedrijven, inrichtingen (door tussenkomst van toezichthouders) wordt nagegaan of zij de bestuursrechtelijke voorschriften die van toepassing zijn, daadwerkelijk naleven.
Toezichthouders voeren regelmatig controles uit, waar een preventief effect van uitgaat. Het uitvoeren van goed toezicht kan ertoe bijdragen dat de wettelijke voorschriften zonder inzet van andere sancties worden nageleefd.
Binnen team Fysiek kennen we drie soorten toezichthouders:
De BOA's zijn, anders dan de bouwinspecteurs, ook bevoegd tot het opleggen van sancties in de strafvorderlijke zin, door het opmaken van een proces verbaal.
In dit hoofdstuk staat een toelichting op het werk van de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de handhaving.
Bestuursrechtelijke handhaving in de 'enge' zin van het woord ziet toe op het opleggen van bestuursrechtelijke sancties (zoals een last onder bestuursdwang / dwangsom of het intrekken van vergunningen) door een bestuursorgaan, zonder tussenkomst van een rechter. Het opleggen van zulke sancties wordt gezien als het nemen van een besluit. Besluiten zijn vatbaar voor bezwaar en beroep. De juridisch adviseurs van team Juridische Advisering — Fysieke Leefomgeving (JA-FL) zijn voor een deel van de formatie belast met de handhaving en ondersteuning van team Fysiek. Team JA-FL ondersteunt echter ook het gehele domein Fysieke Leefomgeving op juridische vlak. Het is op voorhand moeilijk in te schatten hoeveel tijd de juridisch adviseurs van team JA-FL in 2019 werkzaam zullen zijn voor dit VTH-programma.
De kengetallen van de jaren 2016 en 2017 zullen leidend zijn.
7. Overige werkzaamheden, projecten en onvoorziene taken
De hiervoor genoemde medewerkers zijn naast hun reguliere, uitvoerende taken tevens verantwoordelijk voor andere taken zoals bestuursondersteuning, collegiale advisering, ondersteuning van andere teams, samenwerkingsverbanden met stakeholders, het aanleveren van gegevens t.b.v. team Financieel beheer — (Financiën: begroting, voorjaars- en najaarsnota, leges) en andere taken die weliswaar voornamelijk uitvoerend van aard zijn, doch niet vallen onder de 3 categorieën: Vergunningverlening, Toezicht of Handhaving.
In de rekenmodellen staan de uren die hiervoor begroot zijn.
Met de Omgevingswet bundelt de overheid de regels voor ruimtelijke projecten. Zo wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. De wet treedt in 2021 in werking. De komst van de Omgevingswet betekent dat er veel verandert. De wet bundelt bijvoorbeeld 26 bestaande wetten voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Het is belangrijk dat de overheid nu al begint met de voorbereidingen. Anders lukt het niet om de wet in 2021 goed in te laten gaan. De implementatie van de Wet wordt binnen de WDW in gezamenlijkheid opgepakt. Vanuit de teams Fysiek en JA-FL zullen op termijn medewerkers in het project participeren.
Criminelen maken gebruik van diensten van de 'bovenwereld'. Boven- en onderwereld raken zo met elkaar verweven. Door de invloed en druk die criminelen zo op onze samenleving kunnen uitoefenen, raken normen vervaagd en neemt het gevoel van leefbaarheid en veiligheid af. Dit is ondermijning. Ondermijning heeft ongewenste effecten, bijvoorbeeld:
Het publieke vertrouwen in de overheid wordt hierdoor ondermijnd. Bovendien kan ondermijning tot normvervaging leiden ("iedereen pikt een graantje mee, waarom ik niet").
De aanpak van ondermijning binnen de gemeenten Wijchen en Druten wordt gecoördineerd door medewerkers (00V) van team Strategische projecten en advies. Zij hebben echter aangegeven gebruik te willen maken van de oog- en oorfunctie van de toezichthouders, terwijl ook de juridisch adviseurs een rol kunnen krijgen in de aanpak van ondermijning. Zo zullen bezwaren en voorlopige voorzieningen bij hennepsluitingen door de juridisch adviseurs van JA-FL behandeld worden.
De toezichthouders van de WDW zullen binnen het intergemeentelijk project (IGP) ondermijning onder meer samenwerken met hun collega's van de ODRN en de politie Gelderland-Zuid.
De vacatureruimte van team JA-FL is volledig ingevuld. Omdat het team op sterkte is zal het komend jaar begonnen worden met het actief vergroten van de juridische kwaliteitszorg binnen team Fysiek en het domein Fysieke Leefomgeving. Zo zal team JA-FL aandacht geven aan de (juridische) kwaliteit van besluiten, besluitvorming, uitgaande correspondentie, bezwaar- en beroepsprocedures, vergunningverlening etc.
De colleges van B&W van Druten en Wijchen hechten veel waarde aan het voorkomen van overtredingen. In het VTH-beleid is daarom een preventiestrategie beschreven. Hiermee hopen beide gemeentes ervoor te zorgen dat het burgers, bedrijven en overige instellingen duidelijk is hoe wordt omgegaan met vergunningen, toezicht- en handhaving binnen de gemeentes Druten en Wijchen. Transparantie en duidelijkheid over de invulling en uitvoering van de handhavingstaken leiden uiteindelijk tot een verbetering van de effecten van de geleverde inspanningen, dus een beter naleefgedrag. Zolang beide gemeentes actief met de burgers en bedrijven communiceren over hun visie en het uit te voeren beleid, zal dit duidelijkheid scheppen bij deze doelgroepen en zal dit voorkomen dat overtreders zeggen dat ze niet op de hoogte waren of hadden kunnen zijn.
In hoofdstuk 2 is aangegeven dat dit uitvoeringsprogramma onderdeel uitmaakt van een beleids- en uitvoeringscyclus. Bij de evaluatie van het beleid en het uitvoeringsprogramma kan op basis van de ontwikkelingen gedurende het jaar en mogelijke ontwikkelingen in het komende jaar bijsturing op visie, prioriteiten en strategieën plaatsvinden.
Gedurende het lopende jaar is het van belang structureel te evalueren/monitoren. Om goed te kunnen evalueren is er een aantal voorwaarden waaraan de uitvoeringsorganisatie dient te voldoen. Zo is het van belang dat een ieder die met VT&H-taken belast is, zijn werkzaamheden uitvoert op basis van het beleid en het uitvoeringprogramma. Kennis van (de uitgangspunten van) het beleid en het uitvoeringsprogramma is daarom noodzakelijk. Sturing op taken, prioriteiten, strategieën en inzet van capaciteit is ook noodzakelijk. Dit vraagt daarom de nodige aandacht van de teamleden. Het is van belang goed zicht te houden op de werkzaamheden en uit te voeren taken om te kunnen beoordelen of en in hoeverre deze in lijn met het beleid worden uitgevoerd.
Een andere belangrijke voorwaarde is het registreren van uitgevoerde taken. Ten behoeve van de evaluatie, als ook het evaluatierapport/jaarverslag, is het van belang te kunnen beschikken over zoveel mogelijk managementinformatie (kengetallen). Niet alleen ten aanzien van de uitgevoerde taken, maar ook ten aanzien van de tijd die aan deze taken besteedt wordt. Deze zullen dan ook moeten worden bijgehouden en verzameld door teamleden en teamontwikkelaar. Hoe beter dit gebeurt, hoe realistischer het beeld en het programma en hoe beter de bijsturing kan plaatsvinden.
De resultaten van de evaluatie van het uitvoeringsprogramma worden neergelegd in een korte rapportage, zodat op grond daarvan conclusies kunnen worden getrokken die als basis kunnen dienen voor het gemotiveerd bijsturen van het beleid en/of het uitvoeringsprogramma.
9.3 Jaarlijkse planning evaluatie/monitoring en bijsturing
In onderstaand overzicht staat aangegeven hoe de evaluatie- en bijsturingmomenten jaarlijks ingepland worden.
Bijlage 1 Capaciteitsramingen uitvoeringsprogramma 2019
De bijlage is voor de leesbaarheid ook als externe bijlage toegevoegd.
Bijlage 2 Prioriteringslijsten 2019
De bijlage is voor de leesbaarheid ook als externe bijlage toegevoegd.
Bijlage 4 Handreiking hoogte dwangsommen en begunstigingstermijnen
Deze handreiking geeft de hoogte weer van de dwangsombedragen die de gemeenten Wijchen en Druten opnemen als er handhavend opgetreden wordt. Daarnaast staan in deze handreiking de termijnen die beide gemeenten stellen voor het ongedaan maken van overtredingen. Wij sluiten hiertoe aan bij de afdeling 5.3.1 en 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Hierin staat dat het dwangsombedrag in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsom moet staan.
Deze handreiking heeft als doel uniformiteit, transparantie en efficiëntie te realiseren door het stellen van standaardtermijnen en standaardsancties voor veel voorkomende overtredingen. In deze handreiking staat een opsomming van de standaardsancties voor zulke overtredingen.
In onderstaande tabellen zijn de bedragen opgenomen die wij toepassen bij het bepalen van de hoogte van een dwangsom. Wij stemmen de hoogte van de dwangsom doelgericht af op de ernst van de overtreding (evenredigheid). De dwangsommen hebben tot doel de overtreding tegen te gaan of te voorkomen (effectiviteit). Hoe de hoogte van een dwangsom zich exact laat berekenen, kan niet worden vastgelegd.
Duidelijk is dat de volgende elementen de hoogte van een dwangsom bepalen:
Na het opleggen van een dwangsom dient, bijvoorbeeld wekelijks, een hercontrole te worden uitgevoerd, totdat de dwangsom is volgelopen. Als de dwangsom niet effectief blijkt te zijn, dan kan een nieuwe dwangsombeschikking worden opgelegd met hogere dwangsombedragen of kan gekozen worden voor de toepassing van bestuursdwang.
De dwangsommen kunnen op drie manier worden vastgelegd:
Een bedrag ineens komt in aanmerking als de overtreder een keer voor een bepaalde datum een bepaalde handeling moet verrichten. Voor het bedrag ineens wordt het bedrag gebruikt dat in onderstaande tabellen als maximum bedrag is genoemd.
Als er regelmatig voorschriften worden overtreden dan ligt het voor de hand om de dwangsom te bepalen per overtreding. Worden er diverse voorschriften overtreden dan kan per overtreden voorschrift een dwangsom worden opgelegd. Als het gaat om overtredingen die een continu karakter hebben en dus niet op zichzelf staande overtredingen, dan kan uit het oogpunt van rechtszekerheid geen dwangsom worden opgelegd per overtreding.
Een dwangsom per tijdseenheid komt aan de orde als er sprake is van een continue overtreding van voorschriften. Deze vorm is aan te bevelen als het gaat om overtredingen die niet afzonderlijk zijn te constateren, omdat de overtreder constant in overtreding is. In dit soort situaties kan geen dwangsom per overtreding worden opgelegd.
Als een dwangsom wordt opgelegd dan moet het bestuursorgaan een bedrag te noemen waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd. Dit geldt uiteraard alleen voor de dwangsom per overtreding en de dwangsom per tijdseenheid. Als de dwangsom op één bedrag ineens wordt bepaald, dan is daarmee impliciet het maximum vastgesteld. In onderstaand tabellen is het maximum bedrag de hoogte van de dwangsom vermenigvuldigd met 5.
De toepassing en het verbeuren van een last onder dwangsom kan alleen plaatsvinden nadat de overtreder de gelegenheid heeft gehad om zelf de juiste maatregelen te treffen om de overtreding ongedaan te maken. De enige uitzondering hierop is de spoedeisende bestuursdwang.
De termijn moet zo worden gekozen dat de overtreder voldoende tijd heeft om de overtreding ongedaan te maken of ongedaan te laten maken. In de geest van de wetgeving dient de begunstigingstermijn zo kort mogelijk te zijn. Dit betekent dat de begunstigingstermijn overeen dient te komen met de termijn waarbinnen het voor de overtreder mogelijk is de strijdigheid ongedaan te maken. Een begunstigingstermijn is niet noodzakelijk als de overtreder onmiddellijk tot naleving van de voor hem geldende verplichtingen in staat is of als het gaat om het voorkomen van herhaling.
In onderstaande tabellen zijn de termijnen opgenomen die toegepast moeten worden bij een bestuursrechtelijk handhavingstraject.
Deze handreiking dient als uitgangspunt gebruikt te worden. Indien hiervan afgeweken wordt, dan geldt er een hardheidsclausule. Dit houdt in dat we overeenkomstig deze handreiking moeten handelen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen. Bij afwijking van deze handreiking dient de hoogte van het bedrag en de termijn gemotiveerd worden vastgesteld.
Tabel indicatieve dwangsomhoogten
In onderstaande tabellen zijn niet alle taken genoemd. Zo is handhaving van het illegaal kappen van bomen, handhaving van de Wet op de kansspelen en op de Wet wapens en munitie niet genoemd. Deze zijn niet genoemd omdat wij hier de afgelopen jaren nooit op hebben gehandhaafd. Ook is de handhaving van de Opiumwet niet opgenomen, omdat we hiervoor afzonderlijk beleid hebben opgesteld. Indien een overtreding niet in onderstaande tabel is opgenomen, zullen wij de hoogte van de dwangsom(of een andere sanctie) en de begunstigingstermijn in het besluit motiveren. Als het mogelijk is zal aansluiting worden gezocht bij een gelijksoortige overtreding.
De tabel 'Sanctiemiddelen Milieu' is opgesteld door de ODRN, aangezien zij deze taken voor ons uitvoeren. Het is de bedoeling dat ze deze tabel voor alle deelnemende partijen van de ODRN gaan toepassen.
Sanctiemiddelen bouwen en ruimtelijke ordening
Sanctiemiddelen Apv, bijzondere wetgeving en brandveiligheid
Sanctiemiddelen Milieu (bodem, lucht, water, afval, externe veiligheid, energie en overige overtredingen)