Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijk bij Duurstede

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent uitvoering afvalstoffenverordening (Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2019 Wijk bij Duurstede)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijk bij Duurstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent uitvoering afvalstoffenverordening (Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2019 Wijk bij Duurstede)
CiteertitelUitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2019 Wijk bij Duurstede
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Wijk%20bij%20Duurstede/CVDR626842/CVDR626842_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-08-2019nieuwe regeling

16-07-2019

gmb-2019-193934

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede houdende regels omtrent uitvoering afvalstoffenverordening (Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2019 Wijk bij Duurstede)

Het college van de gemeente Wijk bij Duurstede,

 

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen over de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening 2019 van de gemeente Wijk bij Duurstede;

 

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening 2019 van de gemeente Wijk bij Duurstede;

 

B E S L U I T:

 

Vast te stellen het volgende Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2019 Wijk bij Duurstede.

 

§ 1. Algemeen

Artikel 1. Begrippen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    verordening: Afvalstoffenverordening 2019 van de gemeente Wijk bij Duurstede;

  • b.

    milieustraat: brenglocatie ingericht voor de gescheiden inzameling van grof huishoudelijk afval en kca.

§ 2. Huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

  • 1.

    Als inzameldienst op grond van artikel 3, eerste lid, van de verordening wordt aangewezen SUEZ Nederland Holding BV gevestigd te Arnhem.

  • 2.

    Als inzamelaar op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de verordening wordt aangewezen

    • Afvalverwijdering Utrecht (AVU) te Utrecht of door haar aangewezen derde, voor de inzameling van glas (via collectieve glascontainers) en voor de inzameling van huishoudelijk oud papier en karton.

  • 3.

    Vrijgesteld zijn op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de verordening organisaties:

    • a.

      non-profitorganisaties voor de inzameling van huishoudelijk oud papier en karton, waarmee de gemeente schriftelijke afspraken heeft vastgelegd;

    • b.

      organisaties, die voor de huis-aan-huis inzameling van textiel of voor het hebben van een inzamelvoorziening op een inzamellocatie een inzamelcontract hebben afgesloten met de gemeente;

    • c.

      kringloopbedrijven, waarmee de gemeente een contract heeft afgesloten voor de inzameling van de herbruikbare fractie uit het grof huishoudelijk afval.

Artikel 3. Aanwijzing van inzamelplaats

Als plaats voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen wordt op grond van artikel 5 van de verordening aangewezen: de gemeentelijke milieustraat aan de Middelweg-Oost 1 te Wijk bij Duurstede.

Artikel 4. Afvalscheiding

De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 7, eerste lid, van de verordening vastgesteld:

  • a.

    groente-, fruit- en tuinafval: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • b.

    klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen waar chemische stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie;

  • c.

    glas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels, kunststofflessen;

  • d.

    oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

  • e.

    PMD: verpakkingsafval van Plastic, Metalen (blikjes) en Drankenkartons (PMD) zoals bedoeld in de Raamovereenkomst verpakkingen;

  • f.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • g.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;

  • h.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals puin, gasbeton, dakpannen, serviesgoed, gips en isolatiematerialen;

  • i.

    hout (A-hout): massief hout dat geen oppervlaktebehandeling heeft ondergaan;

  • j.

    hout (B-hout):, massief hout dat is gelakt, gelijmd of gelamineerd;

  • k.

    verduurzaamd hout (C-hout): hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

  • l.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval en snoeihout, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

  • m.

    asbest en asbesthoudend materiaal: afval waarin zich asbest bevindt;

  • n.

    grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden;

  • o.

    huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen genoemd in artikel 7 lid 2 van de verordening;

  • p.

    metalen/oud ijzer: ferro en non -ferro metalen;

  • q.

    herbruikbaar huisraad: bruikbaar huisraad en meubilair;

  • r.

    autobanden: schone banden van motoren, personenauto’s, vrachtvoertuigen, tractoren en shovels, zonder velgen;

  • s.

    vlakglas: venster-, dubbel-, draad, gekleurd en gefigureerd glas;

  • t.

    grond/zand: grond die niet zichtbaar vermengd is met resten puin, kool, glas, hout, ijzer of asbest en niet verontreinigd is op basis van het historisch gebruik van de locatie van herkomst en/of op basis van uitgevoerd milieukundig onderzoek (conform NEN 5740 of AP04). Onder deze categorie worden ook graszoden (afkomstig uit particuliere tuinen) verstaan;

  • u.

    EPS (piepschuim): gebruikt EPS afkomstig uit huishoudens;

  • v.

    medicijnen en injectienaalden: medicijnen en injectienaalden afkomstig uit huishoudens; .

  • w.

    matrassen: lichaamondersteunend onderdeel van een bed, afkomstig van huishoudens gemaakt van polyetherschuim, traagschuim, koudschuim of latex.

Artikel 5. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen

  • 1.

    Op grond van artikel 10, eerste lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:

    • a.

      voor inzameling van huishoudelijk restafval een daartoe bestemde minicontainer (meestal van 140 of 240 liter) of een (ondergrondse) verzamelcontainer die met een elektronische containerpas toegankelijk is;

    • b.

      voor inzameling van GFT-afval een daartoe bestemde minicontainer (meestal 140 of 240 liter) of afvalemmer (meestal 40 liter);

    • c.

      voor inzameling van PMD-verpakkingsafval een daartoe bestemde minicontainer (meestal 240 liter) of de (bovengrondse of ondergrondse) PMD-verzamelcontainer in de wijken en op de milieustraat;

    • d.

      voor klein chemisch afval: het kca-depot op de milieustraat;

    • e.

      voor oud papier en karton: verzamelcontainers op de milieustraat en verzamelcontainers bij scholen en verenigingen die daarvoor door het college zijn aangewezen;

    • f.

      voor glas de boven- of ondergrondse glasbakken in de wijk en op de milieustraat;

    • g.

      voor textiel de boven- of ondergrondse textielbakken in de wijk en op de milieustraat en de textielzakken van de inzamelende organisaties;

    • h.

      voor de inzameling van gescheiden en ongescheiden grofvuil: de milieustraat;

    • i.

      oude medicijnen en gebruikte injectienaalden: apotheken en apotheekservicepunten die met de gemeente afspraken hebben gemaakt voor de inzameling.

  • 2.

    Op grond van artikel 10, eerste lid, van de verordening gelden de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

    • a.

      het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij de gemeente. De gemeente heeft dit contractueel uitbesteed aan een extern containerregistratiebedrijf;

    • b.

      het containerregistratiebedrijf is bevoegd de inzamelmiddelen te voorzien van een registratiechip en -sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het containervolume, de postcode, de plaatsnaam, de straatnaam en het huisnummer;

    • c.

      de door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen horen bij de woning;

    • d.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot het containerregistratiebedrijf te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel wordt aangetroffen, bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel;

    • e.

      de inzamelmiddelen blijven eigendom van de gemeente en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

    • f.

      de gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

    • g.

      voor beschadiging of verdwijning van een door of namens de gemeente vertrekt inzamelmiddel is de gebruiker aansprakelijk, tenzij de gebruiker via een aangifte bij de politie kan aantonen dat dit buiten zijn schuld is gebeurd;

    • h.

      de gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaakt;

    • i.

      de verstrekte inzamelmiddelen voor rest-, PMD- en GFT-afval mogen alleen worden gereinigd met water;

    • j.

      ter voorkoming van stank en ongedierte dienen in een warme periode vlees- en visresten goed in plastic te worden afgesloten voordat dit in de restafvalcontainer wordt aangeboden;

Artikel 6. aanwijzing inzamelmiddel per perceel

Op grond van artikel 10, eerste lid, van de verordening zijn de volgende inzamelmiddelen aangewezen:

  • 1.

    Bij laagbouwwoningen wordt gebruik gemaakt van minicontainers: één voor restafval, één voor GFT-afval en één voor PMD-afval;

  • 2.

    Bij hoogbouwwoningen en gestapelde bouw wordt gebruik gemaakt van (ondergrondse) verzamelcontainers voor restafval en van zakken voor PMD en van verzamelbakken voor GFT-afval en PMD-afval;

  • 3.

    Bij hoogbouwwoningen en gestapelde bouw wordt indien mogelijk ook gebruik gemaakt van minicontainers voor GFT-afval en PMD-afval.

  • 4.

    In uitzondering op de bepalingen in lid 1 is de functionaris die belast is met de regie op de afvalinzameling gemachtigd te bepalen dat bij specifieke laagbouwwoningen gebruik wordt gemaakt van (ondergrondse) verzamelcontainers voor restafval en dat voor papier een minicontainer wordt verstrekt.

  • 5.

    Voor een besluit over een (ondergrondse) verzamelcontainer wordt de “richtlijn locatiekeuze ondergrondse containers” (zie bijlage) gehanteerd en wordt de afdeling 3:4 uniforme openbare voorbereidingsbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd.

Artikel 7. inzamelfrequentie

  • 1.

    Op grond van artikel 7, eerste lid van de verordening wordt de frequentie van inzameling vastgesteld van de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen bij of nabij elk perceel:

    • a.

      huishoudelijk restafval bij percelen waar minicontainers als inzamelmiddel is aangewezen: 1x per 4 weken;

    • b.

      huishoudelijk GFT-afval bij percelen waar minicontainers als inzamelmiddel is aangewezen: 1x per 2 weken;

    • c.

      PMD-afval bij percelen waar minicontainers als inzamelmiddel zijn aangewezen: 1x per 4 weken;

    • d.

      oud papier en karton bij elke perceel: 1x per twee weken in de kern Wijk bij Duurstede, 1x per maand in de kern Langbroek, 1x per vier weken in de kern Cothen en 4x per jaar in Overlangbroek;

    • e.

      grof huishoudelijk afval: op afroep via de in artikel 2 van de verordening aangewezen inzamelaar;

    • f.

      snoeihout: ten minste 3x per jaar, inclusief kerstbomen.

    • g.

      textiel: 4x per jaar bij elk perceel waar een minicontainer als inzamelmiddel is aangewezen;

  • 2.

    De inzamelfrequentie van verzamelcontainers (voor restafval, PMD, textiel, glas) is dusdanig dat deze worden geleegd voordat ze vol raken;

  • 3.

    De inzameldagen worden gecommuniceerd via de gemeentelijke website en via een afvalwijzerapp.

Artikel 8. afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Op grond van artikel 8, tweede lid, van de verordening worden de volgende categorieën personen vrijgesteld van de gescheiden inzameling van GFT-afval:

  • a.

    personen die woonachtig zijn in de hoogbouw en die zijn aangewezen op (ondergrondse) verzamelcontainers;

  • b.

    personen die woonachtig zijn in de binnenstad en niet zijn aangewezen op minicontainers.

Artikel 9. Gebruik afvalpassen voor ondergrondse containers en milieustraat

  • 1.

    Op grond van artikel 10, eerste lid, van de verordening is voor het gebruik van een ondergrondse container een containerpas nodig en om toegang te krijgen tot de milieustraat is een milieustraatpas nodig. Hiervoor gelden de volgende regels:

    • a.

      de containerpassen en milieustraatpassen worden door het containerregistratiebedrijf in opdracht van de gemeente in bruikleen verstrekt;

    • b.

      de gebruiker is verantwoordelijk voor de in bruikleen ontvangen containerpas of milieustraatpas;

    • c.

      de containerpas of milieustraatpas behoort bij het perceel waarvoor deze is versterkt en moet bij verhuizing van de gebruiker van dat perceel in de originele staat op het perceel worden achtergelaten;

    • d.

      voor het beschadigen of verdwijnen van de containerpas of milieustraatpas is de gebruiker aansprakelijk;

    • e.

      beschadiging of verdwijnen van de containerpas of milieustraatpas dient te worden gemeld bij het containerregistratiebedrijf;

    • f.

      bij beschadiging of verdwijning kan tegen betaling een nieuwe containerpas of milieustraatpas bij het containerregistratiebedrijf worden aangevraagd.

Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Op grond van artikel 10, eerste lid, van de verordening gelden de volgende regels over de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in containers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de container op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

    • b.

      bij het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in minicontainers dient het handvat van de minicontainer naar de rijweg zijn gericht;

    • c.

      inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn en inzamelingvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

    • d.

      uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen afval steken; Is het woord huishoudelijk hier niet overbodig?

    • e.

      afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de container zijn achtergebleven, dienen door de aanbieder uit de container te worden verwijderd;

    • f.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen die ter inzameling worden aangeboden in een huisvuilzak in een ondergrondse verzamelcontainer mag niet zwaarder zijn dan 7 kilogram en er mogen per perceel maximaal 20 huisvuilzakken per maand worden aangeboden;

    • g.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 80 kilogram;

    • h.

      oud papier en karton dient in samengebonden bundels of dozen te worden aangeboden; de bundels mogen niet zwaarder zijn dan 15 kg;

    • i.

      het is verboden glas, papier, textiel of kunststof verpakking bij de (verzamel)containers achter te laten, indien in de daarvoor bestemde container(s) geen ruimte is;

    • j.

      textiel dient in gesloten zakken te worden aangeboden;

  • grof afval

    • k.

      de inzameling van grof huishoudelijk afval en grof tuinafval vindt op afroep plaats. De aanbieder dient dan voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de inzameldienst;

    • l.

      het grof afval dient op de afgesproken dag en tijd op een voor het inzamelvoertuig goed bereikbare plaats bij de woning klaar te staan;

    • m.

      grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en –gebonden worden overgedragen of aangeboden met maximale afmetingen van 50 x 50 x 200 cm en een maximaal gewicht van 15 kg;

    • n.

      per aanmelding mag op de inzameldag maximaal 1 kubieke meter grof huishoudelijk afval worden aangeboden.

  • milieustraat

    • o.

      klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd op de speciale plaats op de milieustraat;

    • p.

      de openingstijden van de milieustraat zijn aangegeven bij de toegang van de milieustraat, in de afvalwijzerapp en op de gemeentelijke website;

    • q.

      bij de afgifte van afvalstoffen op de milieustraat zijn het acceptatiereglement en het tarievenbeleid van de gemeente van toepassing;

    • r.

      de aanbieder van afvalstoffen heeft alleen toegang tot de milieustraat met een elektronische milieustraatpas. Daarnaast moet de aanbieder zich (kunnen) legitimeren;

    • s.

      de huishoudelijke afvalstoffen dienen zoveel mogelijk op categorie gescheiden te worden aangeboden in de daarvoor bestemde afvalcontainers of daarvoor bestemde plaatsen;

    • t.

      alle aanwijzingen van de op de milieustraat dienstdoende medewerkers dienen stipt te worden opgevolgd;

    • u.

      het vervoeren en storten van afvalstoffen dient op zodanige wijze plaats te vinden dat geen verontreiniging van de toegangswegen, de milieustraat of de omgeving daarvan ontstaat;

    • v.

      nadat de afvalstoffen zijn gestort moet de aanbieder met zijn voertuig onmiddellijk de milieustraat verlaten;

    • w.

      het is een ieder verboden op de milieustraat afvalstoffen te sorteren voor eigen gebruik of verkoop aan derden, of mee te nemen;

    • x.

      het betreden van de milieustraat om zich van afval te ontdoen is voor eigen risico;

    • y.

      niet toegelaten en geweigerde afvalstoffen moeten worden teruggenomen door de aanbieder. Eventuele (verwijderings-)kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

Artikel 11. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Op grond van artikel 11, eerste lid, van de verordening gelden de volgende regels:

  • a.

    inzamelmiddelen en categorieën van huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden op de voor deze afvalstoffen vastgestelde inzameldagen en tijden zoals door de gemeente bekendgemaakt via de afvalwijzerapp, De Wijkse Courant en/of de gemeentelijke website;

  • b.

    inzamelmiddelen en categorieën van huishoudelijke afvalstoffen moeten op de vastgestelde inzameldag uiterlijk om 7.30 uur worden aangeboden;

  • c.

    de inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk aan het einde van de vastgestelde inzameldag, van de weg zijn verwijderd;

  • d.

    grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparatuur worden op afroep ingezameld, deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken;

  • e.

    in verband met geluidhinder mogen glasbakken alleen tussen 7.00 en 20.00 worden gebruikt.

Artikel 12. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen op grond van artikel 16 van de verordening, door de inzameldienst of de gemeente voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, welke aan de gebruikers bekend worden gemaakt.

§ 3. Bedrijfsafvalstoffen

Artikel 13. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Op grond van artikel 13 van de verordening kan de inzameldienst ook bedrijfsafval uit de kantoor-, winkel- en dienstensector inzamelen.

Artikel 14. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Bedrijven die krachtens artikel 13, derde lid, van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels.

Artikel 15. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Op grond van artikel 13, tweede lid, van de verordening gelden de volgende regels:

  • a.

    in de binnenstad (gebied begrensd door de Singel, Walplantsoen, Dijkstraat en Walplantsoen) mag het bedrijfsafval op werkdagen alleen worden ingezameld tussen 9.00 en 12.00 uur;

  • b.

    in de binnenstad mag het bedrijfsafval niet worden ingezameld op openingstijden van de (week)markten en tijdens evenementen. In afwijking van onderdeel a is inzameling toegestaan tot 2 uur na afloop van de markt of het evenement;

  • c.

    inzamelmiddelen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke lediging door de inzamelaar;

  • d.

    de gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk, doch uiterlijk om 12.00 uur te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels.

§ 4. Handhaving en toezicht

Artikel 16  

De buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in domein 1 voor de gemeente worden aangewezen als toezichthouder zoals bedoeld in artikel 21 van de verordening.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 17. Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel 18. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2019 Wijk bij Duurstede.

Bijlage 1: richtlijn en procedure locatiekeuze (ondergrondse) verzamelcontainers

 

De gemeente Wijk bij Duurstede plaatst (ondergrondse) verzamelcontainers voor het inzamelen van restafval en grondstoffen. Het plaatsen van een ondergrondse container kan invloed hebben op de leefomgeving van de direct omwonenden. Een locatie dient dan ook met de juiste zorg te worden gekozen. Naast een duidelijk procedure waarin ook inwoners betrokken worden, zijn er ook richtlijnen nodig om een locatie te kunnen bepalen. Deze richtlijnen staan hieronder vermeld.

 

procedure locatiekeuze verzamelcontainer

Conform artikel 6, vijfde lid, van het uitvoeringsbesluit afvalstoffenverordening Wijk bij Duurstede 2019 wordt de afdeling 3:4 uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht toegepast. Dit bestaat uit een ontwerp-collegebesluit, 6 weken ter inzage leggen met de mogelijkheid tot het indienen van een zienswijze en vervolgens een definitief collegebesluit.

Voorafgaand aan dit formele traject wordt als volgt gezocht naar de meest geschikte locatie:

  • onderzoek naar mogelijke locaties (is er ondergronds en bovengronds ruimte?);

  • overleg met betrokkenen (omwonenden en gebruikers van de verzamelcontainers);

  • afweging van de meest geschikte locaties aan de hand van de richtlijnen voor de locatiekeuze en de inbreng van betrokkenen.

 

richtlijnen voor de locatiekeuze ondergrondse containers

  • 1.

    De locaties voor ondergrondse containers dienen zoveel mogelijk overlast te voorkomen voor aangrenzende percelen. Het risico op schade tijdens het laden en lossen aan overige eigendommen (zoals openbare verlichting, dakgevels e.d.) moet zoveel mogelijk beperkt worden. De ondergrondse container dient voor de gebruikers veilig bereikbaar te zijn.

  • 2.

    De ondergrondse containers moeten vanaf de aangesloten percelen goed te bereiken zijn. Gestreefd wordt naar een maximale loopafstand van 250 meter vanaf de erfgrens. Hier kan van worden afgeweken als er dan te weinig percelen op de ondergrondse container kunnen worden aangesloten of als de ondergrondse container elders in de loop- en rijrichting kan worden geplaatst.

  • 3.

    De afstand van de ondergrondse container tot de gevel van een woning bedraagt minimaal 3.00 meter. Bij een blinde muur kan hiervan worden afgeweken, in dit geval is de afstand bij voorkeur 2.00 meter. De afstand tot de erfgrens bedraagt minimaal 2.00 meter. De horizontale afstand van de ondergrondse container tot een balkon of galerij bedraagt bij voorkeur ten minste 3.00 meter. Afstanden worden gemeten vanaf de rand van de vloerplaat.

  • 4.

    De ondergrondse containers moeten vanuit de aangewezen woningen goed bereikbaar zijn. Dat betekent dat op de toe leidende paden geen obstakels mogen staan die de veiligheid in gevaar brengen De ondergrondse container (bruto oppervlak) zelf mag een looppad niet bij voorkeur niet smaller te zijn dan 1.50 meter en mag niet smaller zijn dan 1.20 meter. Er dient rekening te worden gehouden met minder validen, rolstoel- en rollatorgebruikers. Bij het aanbrengen van een oprit bij het trottoir dient de minimale breedte 1.50 meter te bedragen.

  • 5.

    Om schade aan de ondergrondse container te voorkomen en de veiligheid te verbeteren kunnen paaltjes of kattenruggen worden aangebracht.

  • 6.

    De ondergrondse container dient bij voorkeur op gemeentegrond te worden geplaatst. De opstelplaats voor het inzamelvoertuig, met een maximaal gewicht van 36 ton, dient veilig en verkeerstechnisch verantwoord te zijn. Voor het plaatsen op niet-gemeentegrond is een recht van opstal nodig. Dat is een zakelijk recht waarvoor een overeenkomst, notariële akte en inschrijving in het kadaster nodig is.

  • 7.

    Om de ondergrondse container te kunnen legen, mag de afstand vanaf de zijkant van het inzamelvoertuig tot het hart van de container niet meer dan 5.00 meter bedragen.

  • 8.

    Er mag zich tussen de ondergrondse container en het inzamelvoertuig geen rijwielpad bevinden. De locatie moet zodanig zijn gesitueerd dat het inzamelvoertuig de afvalcontainer niet over geparkeerde auto’s takelt.

  • 9.

    Bij het bepalen van de locatie van ondergrondse containers bij bomen wordt rekening gehouden met de uiteindelijke grootte van de bomen, de te verwachten kroonprojectie en de benodigde ondergrondse groeiruimte die de boom nodig heeft om gezond uit te groeien.

  • 10.

    De ondergrondse verzamelcontainers moeten bij voorkeur aan een openbare weg grenzen zodat de containers vanaf de openbare weg kunnen worden opgepakt en geleegd.

  • 11.

    De ondergrondse containers worden zodanig geplaatst dat er geen belemmering voor de verkeersveiligheid zal ontstaan en dat er op ledigingsmomenten minimale verkeershinder en –oponthoud ontstaat. In nauwe straten zou dat kunnen betekenen dat bestuurders achter het ledigingsvoertuig even moeten wachten.

  • 12.

    Achteruit rijden door het inzamelvoertuig moet zoveel mogelijk worden vermeden. Dit in het kader van de bereikbaarheid en veiligheid voor het voertuig en de omgeving.

  • 13.

    In verband met het leegmaken van de ondergrondse container(s) mag ter plaatse niet worden geparkeerd. Dat betekent dat op locatie waar dat noodzakelijk is een verkeersbesluit wordt genomen / parkeerverbod wordt ingesteld. Het inzamelvoertuig is ca. 10.00 meter lang en 2.50 meter breed.

  • 14.

    De afstand tot de riolering (zijkant buis en/of put) bedraagt minimaal 1.00 meter. De afstand tot overige kabels en leidingen bedraagt minimaal 2.00 meter. Bij een kortere afstand tussen 0.50 meter (vanuit de mal gemeten) en 2.00 meter moet er altijd overleg zijn tussen de grondroerder en/of gemeente en de netbeheerder. Het verleggen van kabels en leidingen dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Indien er geen alternatieve locatie voorhanden is dan wordt overgegaan tot aanpassen van de ondergrondse infra.

  • 15.

    Rondom de vloerplaat moet minimaal een hele stoeptegel geplaatst kunnen worden. De container steekt voldoende uit boven het maaiveld om inwateren van de ondergrondse container te voorkomen.

  • 16.

    De ondergrondse container is zodanig gesitueerd dat er voldoende sociale controle en toezicht op het gebruik van de container mogelijk is.

  • 17.

    Gestreefd wordt naar een optimale verdeling van de ondergrondse containers, zodat een dekkend netwerk ontstaat met een minimaal aantal ondergrondse containers in de gemeente.