Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de rechtspositie van raads- en commissieleden (Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019) |
Citeertitel | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2010 en de Verordening voorziening arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden voor gemeenteraadsleden 2019.
Hoofdstuk 2 bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding [6 augustus 2019].
Artikel 4 lid 2 treedt in werking na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-08-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 12-07-2019 |
Gezien de voordracht van het presidium van de gemeenteraad van Amsterdam van 13 mei 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1193);
Mede gezien de aangenomen motie van de leden Ceder, Simons, Taimounti, Nanninga, Roosma, Van Dantzig en De Heer (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1338);
Hoofdstuk 2: Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 5: Reis- en verblijfkosten commissieleden die geen raadslid zijn
Voor reizen in de zin van artikel 3.4.3 van het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers ontvangt een lid van de raadscommissie, niet zijnde een raadslid, een vaste vergoeding. Deze vaste vergoeding wordt berekend op grond van het handboek loonheffingen en wordt gebaseerd op twee dagen per week.
Artikel 8: Intrekken oude verordening
De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2010 en de Verordening voorziening arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden voor gemeenteraadsleden 2019 worden ingetrokken.
Artikel 9: Inwerkingtreding en overgangsbepaling
Deze verordening wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad, treedt op de dag na publicatie in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2019. Dit met uitzondering van de bepalingen in hoofdstuk 2 en artikel 4, tweede lid voor zover het de voorzitter van het presidium betreft. De bepalingen uit hoofdstuk 2 treden op 1 augustus 2019 in werking en artikel 4, tweede lid inzake de voorzitter van het presidium treedt in werking na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019.
Te bepalen dat de besluiten onder I tot en met IV terug werken tot en met 1 januari 2019. Dit met uitzondering van de bepalingen in hoofdstuk 2 en artikel 4, tweede lid van het besluit onder I. De bepalingen uit hoofdstuk 2 treden op 1 augustus 2019 in werking en artikel 4, tweede lid treedt voor de voorzitter van het presidium na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022 in werking.