Organisatie | Molenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Molenlanden 2019 |
Citeertitel | Nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Wet maatschappelijek ondersteuning |
Geen
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-39230
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-07-2019 | 01-01-2019 | 31-12-2019 | vervangt regeling van Giessenlanden en Molenwaard | 23-07-2019 | 1026398 |
Het college van de gemeente Molenlanden,
overwegende dat in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Molenlanden 2019 het college de bevoegdheid is gegeven Nadere regels te stellen voor in de Verordening genoemde onderwerpen;
besluit vast te stellen de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Molenlanden 2019.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg voor overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Artikel 2 Persoonsgebonden budget
2.1 Persoonsgebonden budget zelfredzaamheid, participatie en kortdurend verblijf
(artikel 4.3, lid 3 van de Verordening)
2.1.1 Kwaliteit voor Pgb-arrangementen zelfredzaamheid, participatie en kortdurend verblijf
De noodzakelijke functionele en kwaliteitseisen van Begeleiding in de vorm van een Persoonsgebonden budget moeten worden vermeld in het Persoonsgebonden budgetplan (Pgb-plan) van cliënt waardoor veiligheid, doeltreffendheid en cliëntgerichtheid zijn gewaarborgd. De begeleider dient over competenties en vaardigheden te beschikken die nodig zijn voor het bereiken van de doelen van Begeleiding.
Cliënt dient het Pgb-plan binnen twee weken nadat het gesprek met de gemeente heeft plaatsgevonden aan te leveren. In het Pgb-plan staan de doelen, te behalen resultaten en de termijn waarin die te behalen zijn.
2.1.2Tarieven voor Arrangementen zelfredzaamheid, participatie en kortdurend verblijf
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een arrangement zelfredzaamheid, participatie en/of kortdurend verblijf wordt bepaald op basis van een kostprijs per uur wanneer deze voorziening in natura zou zijn verstrekt.
Hiervoor gelden de volgende percentages:
Tabel van de verschillende arrangementen met de bijbehorende tarieven.
-cliënt heeft beperkt tot geen inzicht in de eigen vermogens | ||||
Naar en van de locatie waar het arrangement participatie wordt geboden | ||||
Naar en van de locatie waar het arrangement participatie wordt geboden |
Hotelfunctie exclusief benodigde ondersteuning ten behoeve van zelfredzaamheid en/of participatie | ||||
Hotelfunctie inclusief benodigde ondersteuning ten behoeve van zelfredzaamheid en/of participatie |
2.1.3Omvang arrangementen zelfredzaamheid en participatie en kortdurend verblijf
Er wordt rekening gehouden met de stabiliteit van de situatie, het lerend vermogen van de cliënt, de prognose van de -beperkingen, de mogelijkheden van voorliggende voorzieningen en dagbesteding. Extra inzet kan nodig zijn wanneer sprake is van een zeer intensieve begeleidingsbehoefte, die meer inzet vereist dan het arrangement zelfredzaamheid intensief. In dat geval kan er op urenbasis extra tijd worden geïndiceerd bovenop dit arrangement.
De omvang is afhankelijk van de gestelde doelen van cliënt en/of zijn netwerk. Er wordt geïnventariseerd waar de cliënt en/of zijn netwerk behoefte aan heeft in relatie tot participeren in de samenleving, een zinvolle dagbesteding, de ontlasting van de mantelzorger en de aanwezigheid en mogelijkheden van voorliggende voorzieningen. Maximaal kunnen negen dagdelen per week worden geïndiceerd.
2.2 Persoonsgebonden budget huishoudelijke ondersteuning
2.2.1.Tarief huishoudelijke ondersteuning
2.2.2.Resultaatgebieden huishoudelijke ondersteuning
De huishoudelijke ondersteuning is onderverdeeld in een basisarrangement en zeven verschillende resultaatgebieden (bouwstenen).
Het behalen van een basisniveau van een schoon en leefbaar huis, waaronder het aanleren van huishoudelijke taken.
Ondersteuning wordt geleverd in een basisarrangement aangevuld met bouwstenen wanneer de situatie daarom vraagt. De frequentie en omvang per taak in de verschillende resultaatsgebieden is weergegeven in onderstaande tabellen. De uiteindelijk te verstrekken indicatie huishoudelijke ondersteuning wordt afgerond op een veelvoud van 15 minuten, naar boven afgerond.
Afhankelijk van de situatie van de cliënt kan gemotiveerd worden afgeweken.
2.2.3. Omvang huishoudelijke ondersteuning
Bron: Protocol Indicatiestelling voor Huishoudelijke Verzorging, Centrum Indicatiestelling Zorg, 2005
2.3 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en woningaanpassingen
De hoogte van een Pgb voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel of woningaanpassing wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de voorziening die de cliënt op dat moment zou hebben ontvangen als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. Het bedrag is inclusief aanpassing, onderhoud en verzekering van de voorziening.
Een met een Pgb aangeschafte woonvoorziening, vervoersvoorziening of rolstoelvoorziening wordt geacht, bij ongewijzigde omstandigheden, minimaal 7 jaar te voorzien in de opheffing van de beperking, tenzij de leverancier van de voorziening in natura een andere afschrijvingstermijn aangeeft (bijvoorbeeld voor kindvoorzieningen 5 jaar).
2.4 Persoonsgebonden budget verhuiskosten
Het Pgb voor een maatwerkvoorziening als tegemoetkoming in de verhuiskosten bedraagt:
Uitbetaling van de tegemoetkoming vindt plaats na overlegging van het getekende huurcontract of het getekend koopcontract. Indien de verhuizing niet plaatsvindt, dient het uitbetaalde bedrag per omgaande te worden terugbetaald.
2.5 Persoonsgebonden budget individueel vervoer (artikel 4.9 van de Verordening)
Bij de vaststelling van de hoogte van het PGB voor auto- en (rolstoel-)taxikosten wordt op grond van artikel 4.9 lid 5 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2018 uitgegaan van maximaal 2.000 km op jaarbasis:
Personen met een beperking die aantonen dat zij structureel deelnemen aan regulier vrijwilligerswerk, kunnen de voor hun rekening blijvende extra reiskosten, die niet verhaalbaar zijn op de instantie voor wie zij dat vrijwilligerswerk verrichten, declareren tot maximaal 2000 kilometer per jaar. Voor het overige zijn alle voorwaarden van toepassing die ook op de andere vervoersvergoedingen gelden.
Inwoners met een beperking die structureel vrijwilligerswerk doen, kunnen de voor hun rekening zijnde extra reiskosten, die niet verhaalbaar zijn op de instantie voor wie zij dat vrijwilligerswerk verrichten, declareren tot maximaal 2000 kilometer per jaar (afhankelijk van de individuele vervoersvergoeding waar recht op bestaat). Voor het overige zijn alle voorwaarden van toepassing die ook op de andere vervoersvergoedingen gelden.
Een mantelzorger kan in aanmerking komen voor een jaarlijkse vorm van mantelzorgwaardering verstrekt door de gemeente, als wordt voldaan aan de volgende criteria:
Per kalenderjaar mag de budgethouder van uit het toegekende Pgb voor een arrangement huishoudelijke ondersteuning, zelfredzaamheid, participatie en/of kortdurend verblijf maximaal € 272,00 vrij besteden. Indien de budgethouder beschikt over zowel een Pgb voor huishoudelijke ondersteuning als een Pgb voor Begeleiding geldt voor beide Pgb’s het vrij besteedbare bedrag van maximaal € 272,00.
Dit bedrag is bestemd voor kosten die het Pgb eventueel met zich kan meebrengen, waaronder administratieve kosten, werving van een hulpverlener, feestdagenuitkering en dergelijke.
Het is de budgethouder toegestaan uit het toegekende Pgb reiskosten te vergoeden.
Bij terugvordering ingevolge artikel 6.4 van de verordening dient het ten onrechte toegekende Pgb te worden terugbetaald met inachtneming van de reeds betaalde (eigen) bijdrage. Voor zover van toepassing wordt het terug te vorderen Pgb naar rato berekend.
3.1Woningsanering (artikel 4.7 van de Verordening)
Wanneer sprake is van plotselinge beperkingen ten gevolge van COPD of continu rolstoelgebruik waardoor vervanging van vloerbedekking noodzakelijk is kan hiervoor (onder voorwaarden) een maatwerkvoorziening worden verstrekt.
De leeftijd van de huidige vloerbedekking is van belang bij het vaststellen van de hoogte van de vergoedingen. Maximum normbedrag vloerbedekking: € 12,60 per m2. De vloerbedekking mag niet ouder zijn dan 8 jaar.
Vaststelling afschrijvingspercentage:
Leeftijd vloerbedekking Vergoeding op basis van normbedrag
De vergoeding wordt pas uitbetaald als bewijsstukken van de gemaakte kosten worden ingediend.
Artikel 4 Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (artikel 4 en 5.3 lid 2 van de Verordening)
Artikel 5 Grondslag bijdrage maatwerkvoorziening (artikel 5.4 van de Verordening)
Vanaf 2019 geldt van Rijkswege op basis van een AMvB een maximale, niet-inkomensafhankelijke, eigen bijdrage van € 17,50 per periode van vier weken voor iedere periode dat een cliënt gebruik maakt van een Wmo-maatwerkvoorziening.
Overeenkomstig artikel 5.4 lid 6 van de Verordening wordt geen bijdrage gevraagd voor het collectiefvraagafhankelijk vervoer, woonvoorzieningen, de verhuiskostenvergoeding en een sportvoorziening.
In afwijking van artikel 5.1 en overeenkomstig huidig beleid wordt er bij individuele vervoersvoorzieningen ten behoeve van de inwoners van de voormalige gemeente Molenwaard alleen een bijdrage opgelegd bij een eerste verstrekking van een scootmobiel of bij vervanging van een eerder verstrekte scootmobiel indien hiervoor nog geen bijdrage was opgelegd. Deze bijdrage is maximaal €7,50 per periode van vier weken, waarbij 2019 in deze wordt aangemerkt als een overgangsjaar.
Artikel 6 Kwaliteit en deskundigheid beroepskrachten (artikel 7.1 lid 2 van de Verordening)
De zorgaanbieder is verplicht bij het verstrekken van de maatwerkvoorziening de CAO Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg (CAO VVT of soortgelijke), de Collectieve Arbeidsovereenkomst Geestelijke Gezondheidszorg (CAO GGZ), de CAO Gehandicaptenzorg of de CAO Welzijn, afhankelijk van welke CAO van toepassing is, in acht te nemen.
De zorgaanbieder zet personeel in dat beschikt over de gangbare, aantoonbare competenties en vaardigheden die nodig zijn om de benodigde activiteiten uit te voeren. De competentie en vaardigheden moeten in overeenstemming zijn met de functieprofielen in de genoemde CAO’s en/of de wettelijke eisen en/of door de branche vastgestelde basisprofielen.
Deze eisen gelden zowel voor medewerkers als voor ingehuurd personeel zoals zzp’ers. De zorgaanbieder dient zijn dienstverlening van voldoende kwaliteit te laten zijn, blijkend uit het insturen van een geldig, binnen zijn branche gangbaar, kwaliteitscertificaat (HKZ), in ieder geval betrekking hebbend op de zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening of een gelijkwaardig bewijs of certificaat.
Zelfstandige zonder personeel (ZZP’er):
De competenties en vaardigheden van een ZZP’er moeten in overeenstemming zijn met een functieprofiel en/of door de branche vastgesteld basisprofiel voor de betreffende beroepsgroep. De ZZP’er kan gevraagd worden een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te overleggen.
Artikel 7 Indexering (artikel 9.4 Verordening)
De in dit besluit geldende bedragen kunnen jaarlijks door burgemeester en wethouders worden aangepast conform het CBS-indexcijfer ‘cao-lonen particuliere bedrijven, contractuele loonkosten en arbeidsduur (inclusief bijzondere beloningen); indexcijfer (2010 = 100; Q gezondheidszorg en welzijnszorg)’ en conform navolgende formule:
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt met een vastgestelde ondersteuningsbehoefte afwijken van dit besluit, als toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Vastgesteld tijdens de collegevergadering van de gemeente Molenlanden, gehouden op 23 juli 2019.
de secretaris,
drs. F. Jonker
de burgemeester (wnd.),
D.R. van der Borg
Bijlage Lijst van gebruikte afkortingen
Pgb-plan -Persoonsgebonden budgetplan
ZZP’er -Zelfstandige zonder personeel
HO -Huishoudelijke Ondersteuning
HO+ -Huishoudelijke Ondersteuning inclusief ondersteuning bij regievoering
CVV -Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (ook wel MolenHopper genoemd)
CAK -Centraal Administratie Kantoor
Wmo -Wet maatschappelijke ondersteuning
CAO -Collectieve arbeidsovereenkomst
VVT -Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg
GGZ -Geestelijke Gezondheidszorg
HKZ -Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ stelt kwaliteits- En veiligheidsnormen op voor ruim 30 branches in Zorg en Welzijn.
VOG -Verklaring Omtrent Gedrag
CBS -Centraal Bureau voor de Statistiek
ADL A-lgemene Dagelijkse Levensverrichtingen (eten, zich wassen, naar het toilet gaan en het voeren van een huishouden)
CIZ -Centrum Indicatiestelling Zorg (organisatie die o.a. aanvragen beoordeelt voor voorzieningen uit de Wet langdurige zorg (Wlz))
UWV -Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen belast is met de uitvoering van alle werknemersverzekeringen(o.a. WW, WAO, WIA en de Ziektewet.)
IVA -Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten
VPT -Volledig Pakket Thuis. Het VPT omvat welzijn, zorg, maaltijden, huishoudelijke verzorging, wasverzorging (bed en linnengoed) en 24-uurs zorgopvolging
CRvB -Centrale Raad van Beroep De Centrale Raad van Beroep is een van de drie hoogste bestuursrechters die Nederland kent. De Centrale Raad van Beroep oordeelt in hoger beroep over geschillen op het terrein van de sociale verzekeringen, de sociale voorzieningen en ambtenarenzaken