Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden(Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2019) |
Citeertitel | Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-07-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 15-07-2019 |
De raad van de gemeente Leiden
Gezien het voorstel van de het presidium (raadsvoorstel 19.0069 van 7 juni 2019), mede gezien het advies van de commissie LB van 27 juni 2019,
gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 97, 98 en 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Het college te verzoeken bij de 2e Bestuursrapportage 2019 middelen ter beschikking te stellen voor de dekking van de jaarlijkse meerkosten van de tegemoetkoming commissievoorzitter , de vergoeding bijzondere commissies, de vergoeding reis-en verblijfskosten binnen het grondgebied van de gemeenten en het in de overgangsperiode (van januari 2019 – april 2022) beschikbaar stellen aan raads- en commissieleden van ICT-voorzieningen;
Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en fractieondersteuning 2019
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden
Artikel 2 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse berekende bedrag op basis van artikel 3.4.1, eerste en derde lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
De leden van de Rekenkamercommissie , en de onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet (niet zijnde commissies op grond van art. 82, 83 en 84 Gemeentewet) ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse berekende bedrag op basis van artikel 3.4.1, eerste en derde lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 en 3.4.4 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe in overleg met de fractie conform het vierde lid vooraf een verzoek in bij het presidium.
Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden
Een raads- of duolid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk III Fractieondersteuning (in financiële zin)
Artikel 11 Bestemming bijdrage
De fracties besteden de tegemoetkoming voor uitgaven conform artikel 3.3.2, 3.3.3 en 3.4. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 5 van deze verordening. Daarnaast wordt de tegemoetkoming gebruikt ten behoeve van hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol.
In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuwe gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat kwartaal.
Artikel 14 Opschorting en terugstorting
Indien een fractie in strijd handelt met het bepaalde in artikel 11 tweede lid kan de raad – al dan niet op voorstel van de voorzitter – besluiten dat de in het geding zijnde uitgaven door de fractie binnen een door de raad te bepalen termijn dienen te worden toegevoegd aan de liquide middelen van de fractie.
Indien een fractie in gebreke blijft de in het geding zijnde uitgaven binnen de in het tweede lid bedoelde termijn toe te voegen aan de liquide middelen van de fractie, wordt de eerstvolgende betaling van de tegemoetkoming aan de betreffende fractie opgeschort totdat de fractie aan haar verplichtingen heeft voldaan.
Indien een fractie op grond van de uitslag van de laatstgehouden verkiezing van de leden van de raad niet terugkeert in de raad, is zij verplicht een eventueel surplus (inclusief een opgebouwde reserve), na aftrek van posten in verband met reeds aangegane verplichtingen die stammen uit de afgelopen zittingsperiode – waaronder begrepen kosten die voortvloeien uit een sociaal plan voor de fractiemedewerker(s) –, binnen drie maanden terug te storten in de gemeentekas.
Een fractie mag het in enig jaar niet-bestede gedeelte van de tegemoetkoming reserveren ter besteding in volgende jaren van de betreffende zittingsperiode. De reserve mag aan het einde van de zittingsperiode van de raad niet groter zijn dan 30% van de tegemoetkoming voor die fractie over de gehele zittingsperiode, zulks met in begrip van de opgebouwde rente. In de tussenliggende jaren wordt geen maximering van de hoogte van de reservering toegepast.
Artikel 16 Verantwoording besteding bijdrage
Jaarlijks vóór 1 april leggen de leden van de fractie dan wel een daartoe gemachtigd lid van de fractie aan de raad, door tussenkomst van de voorzitter van de raad, verantwoording af over de besteding van de tegemoetkoming voor fractieondersteuning over het voorafgaande jaar, onder overlegging van een verslag dat in elk geval een specificatie bevat van de gemaakte kosten en van de niet-bestede middelen, waaronder begrepen ontvangen rente. In het jaar waarin de verkiezing voor de leden van de raad plaatsvindt, heeft de verantwoording over het voorafgaande jaar tevens betrekking op de periode tot en met één week na de dag van de verkiezing, terwijl het verslag in dat jaar wordt ingediend vóór 1 juni.
De fractie is te allen tijde verplicht aan de Accountant desgevraagd inzage te verschaffen in de aan het verslag ten grondslag liggende bescheiden. Voorts is de fractie te allen tijde verplicht – op aanwijzing van de voorzitter van de raad – aan de Accountantsdienst inzage te verschaffen in de fractieadministratie.
Hoofdstuk IV De procedure van declaratie
Artikel 19 Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.
Hoofdstuk V Citeertitel, overgangsrecht en inwerkingtreding
Artikel 22 Intrekking oude regeling
De Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden zoals laatstelijk vastgesteld op 18 december 2014 (RV 14.0137) wordt ingetrokken.
Zolang een raadslid niet is afgetreden, ontslagen of herbenoemd, blijven voor hem artikel 7 en artikel 12, lid 1 (over de vergoeding aanschaf computer) van de Verordening Geldelijke voorzieningen raads-, commissieleden en fractieondersteuning 2015 (RV14.0137), zoals die luidden voor 1 januari 2019 van toepassing, indien hem in 2018 een tegemoetkoming of een vergoeding op grond van dat artikel is verleend.