Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent het bodemenergiesysteem (Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Amersfoort 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent het bodemenergiesysteem (Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Amersfoort 2019)
CiteertitelVerordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Amersfoort 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 121 van de Gemeentewet
  2. artikel 147 van de Gemeentewet
  3. artikel 2.2a, zesde lid, van het Besluit omgevingsrecht
  4. artikel 2.2b van het Besluit omgevingsrecht
  5. artikel 18 van de Wet bodembescherming
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-07-201916-07-2020nieuwe regeling

16-07-2019

gmb-2019-184831

5935079

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent het bodemenergiesysteem (Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Amersfoort 2019)

De raad van de gemeente Amersfoort;

 

heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders gelezen van , sector DIR/WW (nr. 1139435),

 

vindt het nodig dat er regels komen voor gebieden waar voorafgaand aan het installeren van gesloten bodemenergiesystemen toestemming wordt verkregen om interferentie tussen gesloten bodemenergiesystemen te voorkomen en om het meest doelmatige gebruik van bodemenergiesystemen te bevorderen;

 

het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 1.4 van het Besluit lozen buiten inrichtingen het bevoegd gezag is voor het installeren en in werking hebben van een gesloten bodemenergiesysteem;

 

het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (Activiteitenbesluit) het bevoegde gezag is voor het installeren en in werking hebben van een gesloten bodemenergiesysteem met een vermogen van meer dan 70 kW of minder dan 70 kW;

 

het wenselijk is nadere voorschriften te geven ter optimalisering van de uitvoering van het Besluit lozen buiten inrichtingen en het Besluit omgevingsrecht;

 

 

heeft de artikel 121 en 147 van de Gemeentewet, artikelen 2.2a zesde lid en 2.2b van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en artikel 18 van de Wet bodembescherming gelezen

besluit vast te stellen:

 

Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Amersfoort 2019

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    In deze verordening en de bijlage met de toelichting wordt verstaan onder:

    • a.

      Gesloten bodemenergiesysteem: installatie waarmee, zonder grondwater te onttrekken en na gebruik in de bodem terug te brengen, gebruik wordt gemaakt van de bodem voor de levering van warmte of koude ten behoeve van de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken, door middel van een gesloten circuit van leidingen, met inbegrip van een bijbehorende warmtepomp circulatiepomp en regeneratievoorziening, voor zover aanwezig.

    • b.

      Open bodemenergiesysteem: installatie waarmee van de bodem gebruik wordt gemaakt voor de levering van warmte of koude ten behoeve van de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken, door grondwater te onttrekken en na gebruik in de bodem terug te brengen, met inbegrip van bijbehorende bronpompen en warmtewisselaar en, voor zover aanwezig, warmtepomp en regeneratievoorziening;

    • c.

      Interferentiegebied: een of meerdere gebieden binnen de gemeente Amersfoort waarin ordening van bodemenergiesystemen wenselijk is met het oog op het voorkomen van negatieve onderlinge beïnvloeding van meerdere bodemenergiesystemen of anderszins ter bevordering van het doelmatig gebruik van bodemenergie.

Artikel 2 Aanwijzing interferentiegebieden

De in bijlage 1 opgenomen omkaderde gebieden worden aangewezen als interferentiegebied in de zin van artikel 2.2b van het Besluit omgevingsrecht.

Artikel 3 Wijzigingsbevoegdheid burgemeesters en wethouders

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de grenzen van een interferentiegebied te wijzigen en opnieuw vast te stellen, indien zij van oordeel zijn dat dit ter voorkoming van interferentie tussen gesloten of open bodemenergiesystemen onderling of anderszins ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie nodig is. Over deze wijziging vindt afstemming plaats met Gedeputeerde Staten.

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening heet “Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Amersfoort 2019”.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 juli 2019

de griffier, de voorzitter,

BIJLAGE 1: KAARTEN MET AANGEWEZEN INTERFERENTIEGEBIEDEN

 

 

Interferentiegebied 1: Laakse Tuinen, Velden 1F en Waterdorp (Vathorst)

 

 

Interferentiegebied 2: Laak 3

 

 

Interferentiegebied 3: Overige

 

De aangewezen gebieden vormen samen het grondgebied van de gemeente Amersfoort met uitzondering van de grondwaterbeschermingsgebieden (blauw).

 

 

BIJLAGE 2: TOELICHTING OP VERORDENING GESLOTEN BODEMENERGIESYSTEMEN AMERSFOORT 2019

Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Op 1 juli 2013 is het Besluit bodemenergiesystemen in werking getreden. Het besluit bevat regels over het installeren en in werking hebben van bodemenergiesystemen en heeft geleid tot wijzigingen in zeven bestaande AMVB’s, namelijk het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit omgevingsrecht, Besluit hernieuwbare energie, Besluit lozing afvalwater huishoudens en het Waterbesluit (zie Staatsblad nr 112, d.d. 25 maart 2013).

 

Met dit besluit wil de rijksoverheid de toepassing van bodemenergie stimuleren en een impuls geven aan duurzaamheidsambities gericht op de besparing van fossiele brandstoffen en CO2-reductie. Daarnaast dient door de introductie van een aantal algemene regels die een bepaald beschermingsniveau waarborgen aantasting van de bodem door bodemenergiesystemen te worden voorkomen. Het besluit draagt bij aan de

realisatie van de doelstellingen van de EG-richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare energiebronnen.

 

Gemeente Amersfoort heeft als doelstelling: energieneutraal in 2050. De toepassing van bodemenergie levert een bijdrage aan de realisatie van die doelstelling. Het toepassen van bodemenergie leidt echter tot een toename van het ondergrondse ruimtegebruik. Omdat de druk op de beschikbare ruimte in bepaalde delen van Amersfoort groot is, willen we dit gebruik sturen.

 

Bodemenergiesystemen

Er bestaan twee typen bodemenergiesystemen, open en gesloten systemen.

 

Open bodemenergiesystemen

Bij open bodemenergiesystemen wordt grondwater tussen één of meerdere bronnen in de bodem heen en weer gepompt. Het water ter hoogte van de bronnen verschilt van temperatuur. Het water uit de koudere bron wordt opgepompt ten behoeve van koeling, waarna het opgewarmde water teruggepompt wordt in de warmere bron (ca. 14 -15 graden). Andersom wordt het water uit de warmere bron opgepompt ten behoeve van verwarming, waarna het afgekoelde water teruggepompt wordt in de koudere bron (ca. 8-9 graden). Open bodemenergiesystemen worden voornamelijk toepast bij grotere panden (bedrijven, kantoren, ziekenhuizen), appartementencomplexen en woonwijken.

 

Voor open bodemenergiesystemen is Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht het bevoegd gezag. Voor open bodemenergiesystemen is een vergunning vereist op grond van de Waterwet, omdat in een dergelijk systeem grondwater wordt onttrokken aan de bodem. De provincie Utrecht stelt tevens beleidsregels op, die zij hanteert bij de vergunningverlening voor open bodemenergiesystemen. Een belangrijke wijziging met de introductie van het Besluit bodemenergiesystemen is dat de bestaande vergunningprocedure wordt verkort.

 

Afbeelding 1: open bodemenergiesysteem (bron: SIKB Cahier “Bodemenergie, warm aanbevolen”)

 

Gesloten bodemenergiesystemen

Bij gesloten bodemenergiesystemen wordt water, vaak gemengd met een antivriesmiddel, door buizen (lussen) in de bodem geleid. Terwijl de vloeistof door de lussen gaat, wordt warmte uitgewisseld met het grondwater water en de bodem. Als koude vloeistof door de lussen wordt geleid, warmt de bodem de vloeistof op (terwijl de bodem plaatselijk afkoelt). De vloeistof wordt gebruikt voor verwarming van de woning. Als warme vloeistof door de lussen wordt geleid, wordt de vloeistof door de bodem afgekoeld (terwijl de bodem opwarmt). De opgewarmde vloeistof wordt daarna gebruikt voor koeling. Gesloten bodemenergiesystemen worden veelal toegepast bij individuele woningen en kleinschalige kantoorgebouwen.

 

Een belangrijke wijziging die het Besluit bodemenergiesystemen voor gesloten bodemenergiesystemen met zich mee brengt, is dat een melding of vergunning vereist is, waar dat eerder niet het geval was. Of een melding dan wel een vergunning vereist is, hangt af van het vermogen en de locatie van het systeem. Heeft het gesloten bodemenergiesystemen een bodemzijdig vermogen minder dan 70 kW meldingsplichtig. Voor systemen met een bodemzijdig vermogen groter dan 70 kW geldt een vergunningplicht (OBM). In interferentiegebieden (zie Interferentie) geldt een vergunningplicht voor alle gesloten systemen, ongeacht het bodemzijdig vermogen.

 

Afbeelding 2: gesloten bodemenergiesysteem (bron: SIKB Cahier “Bodemenergie, warm aanbevolen”)

 

Voor het plaatsen van gesloten bodemenergiesystemen in Amersfoort is het college het bevoegd gezag. Zodra het gesloten bodemenergiesysteem is geplaatst, is de vergunning uitgewerkt. Voor de werking en instandhouding van het gesloten bodemenergiesysteem gelden dan alleen nog de algemene regels uit het Besluit bodemenergiesystemen. Het Besluit bodemenergiesystemen bevat tevens, zowel voor open als gesloten bodemenergiesystemen en ongeacht of ze wel of niet vergunningsplichtig zijn, uniforme voorschriften die gericht zijn op het voorkomen van aantasting van de bodemkwaliteit en voorschriften die het duurzaam gebruik van bodemenergie bevorderen. Er is gekozen voor zoveel mogelijk direct werkende algemene regels, waarmee is voorzien in een algemeen beschermingsniveau voor alle systemen.

 

Interferentiegebied

Bodemenergiesystemen hebben een thermisch invloedsgebied. Dat zijn relatief koude en/of warme zones in de bodem (inclusief grondwater), doordat de vloeistof in het buizenstelsel of het water dat direct in de grond wordt gebracht dat een andere temperatuur heeft dan de van nature aanwezige bodemtemperatuur. Bij bodemenergiesystemen in elkaars nabijheid bestaat het risico dat thermische invloedsgebieden van de verschillende systemen elkaar overlappen (interferentie). Interferentie tussen thermische invloedsgebieden van verschillende temperatuur is ongewenst, omdat één zone dan zowel wordt gekoeld als opgewarmd. Hierdoor vermindert het energierendement van de betrokken bodemenergiesystemen.

 

Het risico dat thermische invloedsgebieden elkaar overlappen neemt toe als bodemenergiesystemen dichter bij elkaar worden geplaatst. Realisatie van een groot aantal bodemenergiesystemen in een druk gebied kan alleen wanneer de systemen ‘slim’ ten opzichte van elkaar worden gepositioneerd. In gebieden waar dergelijke druk op de (energieopslag)capaciteit van de bodem wordt voorzien, is het wenselijk dat regie wordt gevoerd om vraag naar en beschikbaarheid van ruimte voor bodemenergie op elkaar af te stemmen.

 

Artikel 2 Aanwijzing interferentiegebieden

 

Algemeen

In artikel 2 is weergegeven dat als gevolg van de aanwijzing van interferentiegebieden voor het installeren van een klein gesloten bodemenergiesysteem een vergunning is vereist.

 

De algemene weigeringsgronden voor deze vergunning zijn opgenomen in artikel 5.13b van het Besluit omgevingsrecht. De gronden voor weigering zijn:

  • het veroorzaken van interferentie waardoor het functioneren van een ander bodemenergiesysteem kan worden geschaad, en;

  • het ondoelmatig gebruik van bodemenergie.

Het gaat in algemene zin om de vraag of het juiste bodemenergiesysteem op de juiste plaats wordt geïnstalleerd. Hieruit volgt dat geen voorschriften aan de vergunning kunnen worden verbonden en dat de vergunning ook niet onder beperkingen kan worden verleend. Het besluit kan alleen toestemming voor de installatie inhouden of weigering van die toestemming. In die zin heeft de vergunning alleen betrekking op de aanleg van het bodemenergiesysteem en ziet niet toe op het gebruik van dat systeem.

 

In aanvulling op deze algemene weigeringsgronden die in het Besluit omgevingsrecht zijn opgenomen, heeft de gemeente in de beleidsregels specifieke weigeringsgronden opgenomen, die zij noodzakelijk acht om te komen tot een juiste ordening van bodemenergiesystemen in de ondergrond en tot een goede uitvoering van het besluit.

 

Interferentiegebieden kunnen zowel bij gemeentelijke als provinciale verordening worden aangewezen. In het Besluit bodemenergiesystemen is ervoor gekozen dat interferentiegebieden in beginsel worden aangewezen bij gemeentelijke verordening (artikel 2.2b van het Besluit omgevingsrecht).

 

Een belangrijke reden waarom de gemeente in het Besluit bodemenergiesystemen het initiatief heeft bij de aanwijzing van interferentiegebieden, is dat de aanwijzing van een interferentiegebied vooral gevolgen voor de gemeente heeft. Het rechtsgevolg van de aanwijzing van een interferentiegebied is dat voor het installeren van een klein gesloten bodemenergiesysteem met een bodemzijdig vermogen van minder dan 70 kW een omgevingsvergunning (OBM) krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verplicht. Het college van Burgemeester en Wethouders is hiervoor het bevoegd gezag. Daarnaast is de gemeente de lokale regisseur, zeker als het gaat om de afstemming van lokaal gebruik van schaarse (onder)grond. De aanwijzing van een interferentiegebied leunt sterk aan tegen de taken van de gemeente in het kader van de ruimtelijke ordening, vooral het opstellen van een bestemmingsplan of een structuurvisie, en moet daarop worden afgestemd.

 

De aanwijzing van de in deze verordening opgenomen interferentiegebieden is afgestemd met de provincie Utrecht, zodat overlap in interferentiegebieden is voorkomen en geen interferentiegebied is aangewezen dat overlapt met een milieubeschermingsgebied voor drinkwaterwinning.

 

De provincie Utrecht houdt bij het verlenen van vergunningen voor open bodemenergiesystemen rekening met de door Amersfoort aangewezen interferentiegebieden. Schematisch ziet de vergunningplicht er als volgt uit:

 

 

Open Systeem

Gesloten systeem

Buiten interferentiegebied

Vergunningsplicht (GS)

<70 kW meldingsplichtig (B&W)

≥70 kW meldingsplichtig (B&W)

Binnen interferentiegebied

Vergunningsplicht (GS)

Vergunningsplicht (B&W)

Tabel vergunningsschema

 

Artikel 3

Verwacht wordt dat de grenzen van de interferentiegebieden met enige regelmaat zullen wijzigen. Daarom wordt de bevoegdheid de grenzen van interferentiegebieden te wijzigen gedelegeerd aan het college van Burgemeester en Wethouders. De delegatie wordt beperkt tot de bevoegdheid om de begrenzing van de aangewezen gebieden te veranderen. Het College is dus niet bevoegd om buiten de Raad om nieuwe interferentiegebieden aan te wijzen.

 

Afstemming met de provincie Utrecht is nodig, omdat de aanwijzing mede is bedoeld ter bescherming van open bodemenergiesystemen, waarvoor Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag zijn.