Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heumen

Beleidsregels oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op openbaar terrein gemeente Heumen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeumen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op openbaar terrein gemeente Heumen
CiteertitelBeleidsregels oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op openbaar terrein gemeente Heumen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-07-2019laadpalen

09-07-2019

gmb-2019-183824

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op openbaar terrein gemeente Heumen

 

 

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen;

 

overwegende:

  • dat de gemeente Heumen in de ‘Routekaart Klimaatneutraal Heumen 2050’ de ambitie heeft vastgelegd om in 2050 geen broeikasgassen meer uit te stoten;

  • dat verwacht wordt dat het aantal elektrische voertuigen de komende jaren fors toeneemt, waardoor er meer behoefte bestaat aan infrastructuur om elektrische voertuigen op te laden;

  • dat de benodigde oplaadinfrastructuur in een aantal gevallen op openbaar terrein op het grondgebied van de gemeente Heumen geplaatst wordt;

  • dat het wenselijk is om kaders te stellen onder welke voorwaarden er wordt meegewerkt aan het realiseren van de laadinfrastructuur op openbaar terrein;

 

gelet op het bepaalde in artikel 160 van de Gemeentewet en het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluiten vast te stellen de volgende ‘Beleidsregels oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op openbaar terrein gemeente Heumen’:

 

Artikel 1. Begripsomschrijving

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvraag: verzoek aan het college tot het beschikbaar stellen van een openbare parkeerplaats ten bate van een openbare oplaadpaal/-infrastructuur op grond die in eigendom is van de gemeente Heumen en om in te stemmen met het aangaan van een overeenkomst hiervoor;

  • b.

    Aanvrager: de aanbieder van de oplaadpaal/-infrastructuur, die instemming vraagt aan het college voor het aangaan van een overeenkomst voor het plaatsen van openbare oplaadpalen of andere oplaadinfrastructuur. Na het aangaan van de overeenkomst en het plaatsen van de oplaadpaal/-infrastructuur wordt de aanvrager tevens de eigenaar en de beheerder van de oplaadpaal/-infrastructuur.

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen.

  • d.

    Elektrisch voertuig: een voertuig dat op de openbare weg mag rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kan rijden en voorzien is van een stekker om op te laden (uitgezonderd in deze beleidsregels zijn fietsen en snor-/bromfietsen).

  • e.

    Gebruiker:

    • een particulier die eigenaar of bezitter is van een elektrisch voertuig en woonachtig of werkzaam is in de gemeente Heumen;

    • een bedrijf of organisatie die is gevestigd in de gemeente Heumen en eigenaar of bezitter is van één of meerdere elektrische voertuigen, of werknemer(s) in dienst heeft die beschikken over een elektrisch voertuig;

    • een bezoeker aan de gemeente Heumen met een elektrisch voertuig.

  • f.

    Oplaadinfrastructuur: het geheel van oplaadpalen, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of aan de weg bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen (denk aan inductieladen of aan andere toekomstige laadmogelijkheden).

  • g.

    Oplaadpaal: een oplaadobject in de vorm van een paal met minimaal één aansluiting, en de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen, voor het gelijktijdig opladen van elektrische voertuigen.

  • h.

    Verkeersbesluit: het besluit dat op grond van wettelijke regels verplicht door de gemeente moet worden genomen om op de openbare weg een bepaald verkeersteken te plaatsen, te wijzigen of in te trekken of een bepaalde fysieke maatregel te treffen op of aan de weg.

 

Artikel 2. Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag kan alleen worden ingediend door een aanbieder van de oplaadpaal/-infrastructuur.

  • 2.

    Een aanvraag wordt ingediend voor het nemen van een verkeersbesluit, waarbij één of meer openbare parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen, én voor het aangaan van een overeenkomst voor het plaatsen van één of meer oplaadpalen of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg.

 

Artikel 3. Behoeftebepaling oplaadpaal/-infrastructuur

  • 1.

    De aanvrager toont aan dat op dit moment of in de nabije toekomst bij gebruikers behoefte bestaat aan oplaadinfrastructuur op de betreffende locatie. Dit kan onder meer worden aangetoond met een afschrift van één of meer verzoeken hiertoe van potentiële gebruikers (naam en adresgegevens), of met een duidelijk onderbouwde prognose van het toekomstige gebruik.

  • 2.

    Het college verleent in principe geen medewerking aan het realiseren van de gevraagde oplaadinfrastructuur, wanneer gebruikers mogelijkheden hebben om hun elektrische voertuigen op eigen terrein of in de semi-openbare ruimte te parkeren en op te laden. Hieronder valt ook de situatie dat men woonachtig is in een gebouw met parkeergelegenheid in het gebouw, of de situatie dat er in de nabije omgeving van dat gebouw parkeerruimte kan worden gehuurd, geleased of gekocht, of anderszins ter beschikking staat van de gebruiker.

     

Artikel 4. Bij aanvraag in te dienen gegevens

Een aanvraag voor het beschikbaar stellen van een locatie voor het plaatsen van oplaadinfrastructuur bevat in ieder geval de volgende informatie:

  • a.

    een foto of tekening van de betreffende locatie, waarop de exacte plek van de gewenste oplaadpaal/-infrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en) zijn aangegeven.

  • b.

    verklaringen van potentiële gebruikers of duidelijk onderbouwde prognose van het toekomstige gebruik.

  • c.

    alle technische specificaties van de te plaatsen oplaadpaal/-infrastructuur.

 

Artikel 5. Plaatsing en beheer oplaadpaal/-infrastructuur

  • 1.

    Het college bepaalt de definitieve locatie van de oplaadpaal/-infrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en). Het college weegt mee in hoeverre potentiële gebruikers de beschikking (kunnen) hebben over een eigen parkeergelegenheid bij de woning of het bedrijf.

  • 2.

    Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:

    • a.

      de behoefte aan de oplaadinfrastructuur moet blijken uit de behoefte van de potentiële gebruikers van de aangevraagde locatie;

    • b.

      er wordt geen oplaadpaal/-infrastructuur geplaatst binnen een straal van 250 meter rond de bestaande oplaadpaal/-infrastructuur, tenzij aantoonbaar is gemaakt dat dit vanwege de grote behoefte bij gebruikers noodzakelijk is;

    • c.

      de oplaadpaal/-infrastructuur wordt alleen geplaatst op de ondergrond die in eigendom is van de gemeente;

    • d.

      de locatie moet voldoende vindbaar en zichtbaar zijn. De voorkeur gaat uit naar strategische, goed zichtbare en goed bereikbare locaties in de nabijheid van de woningen of bedrijven van potentiële gebruikers, zoals langs wijkontsluitingswegen, op een parkeerplein of langs doorgaande wegen;

    • e.

      de locatie moet het gebruik door meerdere gebruikers mogelijk maken, en niet impliceren dat de paal tot het eigendom van een individuele gebruiker behoort;

    • f.

      parkeerdruk (bezetting van 95% van de beschikbare openbare parkeerplaatsen in woonwijken en 85% op parkeerterreinen);

    • g.

      de oplaadpaal/-infrastructuur moet beschikken over twee of meer aansluitpunten, waardoor – eventueel op termijn – twee of meer parkeerplaatsen worden bediend;

    • h.

      de locatie betreft een bestaand parkeervak of bestaande parkeervakken;

    • i.

      de doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel etc.) moet gewaarborgd blijven;

    • j.

      er zijn geen belemmeringen ten aanzien van ander straatmeubilair of (openbaar) groen;

    • k.

      de oplaadpaal/-infrastructuur wordt aangesloten op het hoofdstroomnetwerk;

    • l.

      het uiterlijk van de oplaadpaal/-infrastructuur past in het straatbeeld. Daarbij kijkt het college naar de omvang en de kwaliteit van de oplaadpaal/-infrastructuur en naar beschermde stads- en dorpsgezichten. Oplaadpalen moeten worden geleverd in de basiskleur RAL9006 (‘white aluminium’);

    • m.

      de volgende bovengrondse afmetingen van een oplaadpaal zijn toegestaan, waarvan in uitzonderlijke gevallen en in overleg met de gemeente kan worden afgeweken:

      • maximale hoogte: 1,6 meter boven maaiveld;

      • maximale diepte: 0,25 meter;

      • maximale breedte: 0,36 meter.

  •  

  • 3.

    In beginsel wordt bij nieuw te realiseren oplaadpaal/-infrastructuur één parkeerplaats aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen. Indien is aangetoond of onderbouwd dat het (verwachte) gebruik dit toelaat, kan het college meerdere parkeerplaatsen reserveren voor het opladen van elektrische voertuigen. Hiertoe overlegt de aanvrager het aantal uren dat de oplaadpaal/-infrastructuur effectief in gebruik is, verzoeken van nieuwe potentiële gebruikers of goed onderbouwde prognoses van het toekomstige gebruik.

     

Artikel 6. Plaatsing en beheer oplaadpaal/-infrastructuur

  • 1.

    De aanvrager wordt eigenaar en beheerder van de geplaatste oplaadpaal/-infrastructuur. De gemeente wordt geen beheerder en geen economisch of juridisch eigenaar.

  • 2.

    De aanvrager is verantwoordelijk voor het veilig werken aan en bedienen van de installaties.

  • 3.

    De aanvrager is installatieverantwoordelijke en toont aan dat het onderhoud dusdanig wordt uitgevoerd dat de veiligheid in de openbare ruimte wordt geborgd conform NEN 3140 (of minimaal vergelijkbaar).

  • 4.

    De aanvrager plaatst alleen oplaadpalen/-infrastructuur die is goedgekeurd door de netbeheerders.

  • 5.

    De aanvrager beschikt over een aantoonbaar geldige CE-markering, onder de bepalingen van het Bouwbesluit, waarbij aanvullend alle bepalingen van de NEN 1010 in de opdracht naar de plaatsende partij privaatrechtelijk worden aangewezen.

  • 6.

    De aanvrager draagt voor eigen rekening en risico zorg voor:

    • a.

      het aanvragen en naleven van de benodigde meldingen, ontheffingen en/of vergunningen voor het plaatsen, aansluiten en in gebruik nemen van de oplaadpaal/-infrastructuur;

    • b.

      de vakkundige en veilige plaatsing en installatie van de oplaadpaal/-infrastructuur inclusief het laten maken van een aansluiting op het net van de netbeheerder en het opbreken en herstellen van verhardingen. Hierbij geldt de inspanningsverplichting om de oplaadpaal/-infrastructuur in bedrijf te stellen binnen 12 weken na definitieve instemming van de gemeente;

    • c.

      het beheer, het onderhoud en de exploitatie van de oplaadpaal/-infrastructuur. Hieronder valt ook het:

      • realiseren van de aansluitingen bij de netbeheerder;

      • beschermen van de oplaadpaal/-infrastructuur via hekjes, biggenruggen, e.d.;

      • tegengaan van corrosie, graffiti, vuil, onkruid, verzakking of scheefstand. Aanstootgevende tekst wordt binnen 72 uur na melding verwijderd. Overige meldingen worden binnen 10 werkdagen opgelost;

      • oplossen van schade aan de laadvoorziening als gevolg van bijvoorbeeld aanrijding of vandalisme.

    • d.

      het bekendmaken aan gebruikers van elektrische voertuigen van de locatie en de actuele beschikbaarheid van de geplaatste oplaadpaal/-infrastructuur;

    • e.

      het 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk zijn van de oplaadpaal/-infrastructuur, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het laden van zijn elektrische voertuig;

    • f.

      het 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar zijn voor gebruikers, hulpdiensten en gemeente in geval van storingen of calamiteiten. De contactgegevens van de storingsdienst en helpdesk zijn vermeld op de oplaadpaal/-infrastructuur;

    • g.

      het verhelpen van storingen en, bij een calamiteit, binnen 3 uur na melding (elektrisch) veilig stellen van de installatie;

    • h.

      het voorzien van de oplaadpaal/-infrastructuur met groene stroom, waarvan de certificaten van Nederlandse oorsprong zijn;

    • i.

      het voldoen aan de nationale en internationale standaarden en voorschriften op het gebied van veiligheid;

    • j.

      het voldoen aan de nationale en internationale afspraken op het gebied van Interoperabiliteit;

    • k.

      het voldoen in de voorwaarden om slim laden te ondersteunen;

    • l.

      op verzoek van het college inzicht geven in het feitelijke gebruik per locatie;

    • m.

      het verwijderen van de oplaadpaal/-infrastructuur die niet meer in gebruik is en waarvan de overeenkomst is ontbonden en/of het verkeersbesluit is ingetrokken, en daarbij voor zover mogelijk in redelijkheid de ondergrond in oorspronkelijke staat terugbrengen.

 

Artikel 7. Inrichting en beheer parkeerplaatsen

  • 1.

    Indien het college instemt met de aanvraag, neemt het een verkeersbesluit om één of meer parkeervakken bij de oplaadpaal/-infrastructuur te reserveren voor het opladen van elektrische voertuigen.

  • 2.

    De gereserveerde parkeerplaats(en) zijn niet kenteken gebonden.

  • 3.

    De gemeente voorziet het bijbehorende parkeervak van een verkeersbord ten behoeve van parkeren voor het opladen van elektrische auto’s.

  • 4.

    De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit en voor het plaatsen van een verkeersbord, tegel en/of markering op de aangewezen parkeerplaats(en) zijn voor rekening van de gemeente.

  • 5.

    De gemeente stelt de oplaadlocaties om niet ter beschikking aan de aanvrager.

  •  

Artikel 8. (Verlengde) private oplaadpaal/-infrastructuur

  • 1.

    Er wordt geen medewerking verleend aan het realiseren van een (verlengde) private oplaadpaal/-infrastructuur in de openbare ruimte.

  • 2.

    Er wordt geen medewerking verleend aan het realiseren van een niet-openbaar te gebruiken oplaadpaal/-infrastructuur in de openbare ruimte.

 

Artikel 9. Aanvraagprocedure

  • 1.

    De aanvrager vult het ‘Aanvraagformulier voor het plaatsen van oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur op openbaar terrein’ in.

  • 2.

    De aanvrager dient het ingevulde formulier en de bijbehorende bijlagen bij de gemeente Heumen in. Indienen gebeurt door deze documenten te verzenden t.a.v. afdeling Milieu via e-mail (heumen@heumen.nl) of via post.

  • 3.

    Het college beoordeelt elke aanvraag op basis van de ‘Beleidsregels oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op openbaar terrein gemeente Heumen’ en houdt de aanvrager op de hoogte van de voortgang.

 

 

Artikel 10. Aansprakelijkheid

De aanvrager is aansprakelijk voor alle schade die wordt veroorzaakt door of als gevolg van het gebruik van de oplaadinfrastructuur of anderszins aan derden. Gemeente Heumen is op geen enkele manier aansprakelijk voor eventuele schade die door de oplaadinfrastructuur is veroorzaakt. De aanvrager vrijwaart hiervoor de gemeente en verzekert zich voor eventuele schade voor minimaal een bedrag van € 1.000.000,- per gebeurtenis.

 

Artikel 11. Betaald parkeren/vergunninghouders/gehandicaptenparkeerplaats/ blauwe zone

In gebieden waar betaald parkeren of vergunninghoudersparkeren is ingevoerd of waar een maximale parkeerduur (blauwe zone) of een andere restrictie geldt, geldt deze restrictie onverminderd ook voor de bestuurders van elektrische voertuigen.

 

Artikel 12. Handhaving

  • 1.

    Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden. Met het juiste gebruik wordt bedoeld dat het geparkeerde elektrische voertuig met een kabel is aangesloten op de oplaadinfrastructuur, waarbij de accu van het voertuig wordt opgeladen.

  • 2.

    Het college spant zich in om binnen haar competentie zorg te dragen voor het parkeerbeheer en toezicht op de oplaadlocaties, conform de standaard gemeentelijke werkwijze. Dit bestaat onder meer uit handhavend optreden indien een niet elektrisch voertuig zich op een oplaadlocatie bevindt of indien de aangewezen parkeerplaats ten onrechte bezet wordt gehouden door een elektrisch voertuig dat niet wordt opgeladen.

 

Artikel 13. Aanleg oplaadpaal/-infrastructuur

Met de aanleg van de oplaadpaal/-infrastructuur wordt pas begonnen, nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.

 

Artikel 14. Ontbinden overeenkomst en intrekken/wijzigen verkeersbesluit

  • 1.

    Het college kan de overeenkomst ontbinden en/of het verkeersbesluit wijzigen of intrekken, wanneer de aanvrager zich niet houdt aan de voorwaarden die verbonden zijn aan het gebruik van de parkeerplaats.

  • 2.

    Het college kan de overeenkomst ontbinden en/of het verkeersbesluit wijzigen of intrekken, wanneer uit het door de aanvrager verstrekte overzicht blijkt dat er nauwelijks of geen gebruik wordt gemaakt van de oplaadpaal/-infrastructuur. Het is niet gewenst dat de parkeerplaats(en) nagenoeg onbenut blijven. In deze gevallen heeft de aanvrager het recht en de plicht de oplaadpaal/-infrastructuur binnen een door het college aan te geven termijn te verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van de aanvrager.

  • 3.

    Het college kan de overeenkomst ontbinden en/of het verkeersbesluit intrekken, wanneer een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de aanvrager bezien of er een alternatieve locatie in de directe nabijheid mogelijk is. Kosten voor de verwijdering of verplaatsing zijn voor rekening van de gemeente, wanneer de wegreconstructie binnen 5 jaar na het aangaan van de overeenkomst plaatsvindt. De kosten zijn voor rekening van de aanvrager, wanneer de wegreconstructie later dan 5 jaar na het aangaan van de overeenkomst plaatsvindt.

 

Artikel 15. Bijzondere omstandigheden

Met deze beleidsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van oplaadpalen of andere oplaadinfrastructuur in de gemeente. Het college beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en de oplaadinfrastructuur volop in ontwikkeling zijn. In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten van deze beleidsregels af te wijken.

 

Artikel 16. Bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen op openbaar terrein gemeente Heumen’.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking ervan.

  •  

  •  

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders, d.d.9 juli 2019,

 

 

 

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEUMEN;

 

De secretaris De burgemeester

 

 

 

 

mr. D.C. van Eeten drs. G.M. Mittendorff