Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Het Hogeland

Subsidieregeling Gemeente Het Hogeland Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHet Hogeland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Gemeente Het Hogeland Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-07-201901-01-201915-02-2020Nieuwe regeling

11-06-2019

gmb-2019-182162

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Gemeente Het Hogeland Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;

 

Overwegende dat:

  • vanaf 2018 de wet Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk en de wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) in werking is getreden. De volgende wijzigingen gelden:

  • Peuterspeelzaalwerk wordt onder de definitie van kinderopvang gebracht, waardoor deze kwaliteitseisen daarop van toepassing worden;

  • Gelijkschakeling financieringsstructuur voor werkende ouders;

  • Gelijkschakeling van kwaliteitseisen via het Wetsvoorstel innovatie en kwaliteit kinderopvang.

  • in 2016 bestuurlijke afspraken zijn gemaakt tussen de Minister van SZW en de VNG om ervoor te zorgen dat alle ouders van peuters die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag een aanbod voor deelname aan peuteropvang krijgen van de gemeente.

  • het college, als gevolg van deze wijzigingen, een nieuwe regeling: “subsidieregeling peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse educatie” wenst vast te stellen. De gemeente Het Hogeland streeft naar een hoog kwalitatief aanbod van Voor- en Vroegschoolse voorzieningen voor alle kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar in haar gemeente.

  • de “Subsidieregeling gemeente Het Hogeland Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie” een uitwerking is van de Algemene Subsidieverordening.

 

besluit vast te stellen de Subsidieregeling gemeente Het Hogeland Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse educatie 2019.

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van de opvang van kinderen, zoals bedoeld in de wet en geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang

  • Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene Wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang.

  • Kinderopvangtoeslagtabel: een tabel waarin terug te vinden is welk bedrag ouders terugkrijgen voor de kinderopvang via de belastingdienst. Dit is inkomensafhankelijk.

  • Landelijk Register Kinderopvang (LRK): het landelijk register, zoals bedoeld in de wet, waarin alle gastouderbureaus, gastouders, kinderdagverblijven en organisaties voor buitenschoolse opvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.

  • Ouder: de juridische ouder of wettelijk verzorger van een peuter.

  • Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de gemeente Het Hogeland.

  • Ouderverklaring: een door de ouder(s) ondertekende verklaring, voorzien van bewijsstukken waaruit blijkt dat geen aanspraak kan worden gemaakt op kinderopvangtoeslag.

  • Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot de basisschool leeftijd en ingeschreven in de gemeente Het Hogeland.

  • Peuteropvang: het aanbod in een kindercentrum, gericht op kinderen vanaf 2 jaar tot de basisschoolleeftijd, waarin met een peuterprogramma de ontwikkeling gestimuleerd wordt.

  • Regulier peuterprogramma: een peuterprogramma dat gedurende 8 uur per week gedurende 40 weken per jaar wordt aangeboden door een kinderopvangorganisatie

  • Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE): educatie verdeeld in een Voor- en Vroegschoolse periode (2,5- en 3-jarigen) doorlopend in de eerste jaren van het basisonderwijs (4- en 5-jarigen), de vroegschoolse periode.

  • Voor- en Vroegschoolse educatie (VE): educatie in de Voor- en Vroegschoolse periode in de vorm van een geïndiceerd peuterprogramma.

  • VVE-indicatie: indicatie van GGD die recht geeft op Voor- en Vroegschoolse Educatie.

  • VVE-overleg: overleg van alle bij de indicering en uitvoering van VVE betrokken partijen in de gemeente Het Hogeland.

  • VVE-peuter: een peuter waarvan GGD heeft vastgesteld dat er sprake is van (een risico op) achterstand in de Nederlandse taal en die derhalve een indicatie heeft gekregen voor VVE-aanbod, zoals bedoeld in artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs.

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1.

    Het verstrekken van de subsidie op basis van deze regeling heeft primair tot doel te zorgen voor kwalitatief hoogwaardige en veilige Voor- en Vroegschoolse educatie voor VVE-geïndiceerde kinderen. Kwalitatief hoogwaardig betekent ook voldoende voorzieningen in aantal en met voldoende spreiding over de gemeente.

  • 2.

    Aanvullend heeft het verstrekken van subsidie mede tot doel om peuteropvang toegankelijk te maken voor niet VVE-geïndiceerde kinderen waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

  • 3.

    De subsidie die door de gemeente wordt verstrekt, heeft betrekking op de activiteiten zoals genoemd in artikel 3A en 3B en is bedoeld voor de doelgroep zoals genoemd in artikel 4 van deze subsidieregeling.

Artikel 3A. Activiteiten Voor- en Vroegschoolse educatie
  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt indien voldaan wordt aan de kwaliteitseisen van de onderwijsinspectie voor Voor- en Vroegschoolse educatie die zijn opgenomen in het Toezichtskader;

  • 2.

    Subsidie wordt verleend per kindplaats in de gemeente Het Hogeland die wordt bezet door een door GGD geïndiceerd VVE-peuter.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van lid 2 dient de kinderopvang 40 weken per jaar Voor- en Vroegschoolse educatie aan te bieden. Het gaat dan per week om een aanbod van tenminste 8 uur.

  • 4.

    De gesubsidieerde activiteit dient te voldoen aan de volgende eisen:

  • a.

    Aansluiting bij lokale overleggen

  • b.

    Goede overdracht volgens gemeente brede afspraak.

  • c.

    Meewerken aan resultaatafspraken-traject.

  • d.

    Beschikken over geactualiseerd beleidsplan Voor- en Vroegschoolse educatie.

  • e.

    Inzet methodiek om ouders te betrekken.

  • f.

    Deelname aan relevante overleggen over VVE-kinderen.

  • g.

    VVE kinderen met voorrang plaatsen op beschikbare plekken.

  • h.

    Meewerken aan de jaarlijkse VVE-monitor.

Artikel 3B. Activiteiten Peuteropvang
  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt indien voldaan wordt aan de kwaliteitseisen van de GGD-inspectie voor peuteropvang die zijn opgenomen in het Toezichtskader;

  • 2.

    Subsidie wordt verleend per kindplaats in de gemeente Het Hogeland die wordt bezet door een niet VVE-geïndiceerd peuter waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

  • 3.

    Om in aanmerking te komen voor subsidieverlening op grond van lid 2 dient de kinderopvang 40 weken per jaar peuteropvang aan te bieden. Het gaat dan per week om een aanbod van tenminste 8 uur.

  • 4.

    De gesubsidieerde activiteit dient te voldoen aan de volgende eisen:

  • a.

    Aansluiting bij de lokale overleggen.

  • b.

    Verzorgen goede overdracht volgens gemeente brede afspraken.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de kinderopvangorganisaties ten behoeve van (doelgroep)peuters van de volgende groepen ouders:

  • 1.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een doelgroep peuter.

  • 2.

    Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en een doelgroep peuter;

  • 3.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een peuter;

Artikel 5. Subsidie verlening

  • 1.

    De hoogte van de subsidie per kindplaats heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van ouders en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor:

  • a.

    het zorgen voor kwalitatief hoogwaardige en veilige Voor- en Vroegschoolse educatie voor VVE geïndiceerde kinderen of/en

  • b.

    het zorgen voor kwalitatief hoogwaardige peuteropvang voor niet VVE-geïndiceerde kinderen waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    Subsidieverlening vindt plaats voor een tijdvak van één jaar.

  • 3.

    De subsidie die een subsidieontvanger ontvangt, is bedoeld voor:

  • a.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een doelgroep peuter.

  • Het totaal bedrag per uur voor peuteropvang (na aftrek van inkomensafhankelijke ouderbijdrage) voor maximaal 8 uur per week, alsmede voor Voor- en Vroegschoolse educatie maximaal 8 uur per week.

  • b.

    Ouders met recht op kinderopvangtoeslag met een doelgroep peuter;

  • Het totaalbedrag per uur voor Voor- en Vroegschoolse educatie maximaal 8 uur per week (Voor deze groep ouders wordt de vergoeding voor peuteropvang via de fiscus bekostigd en komen deze ouders derhalve niet meer in aanmerking voor een gemeentelijke bijdrage)

  • c.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een peuter;

  • Het totaal bedrag per uur voor peuteropvang (na aftrek van inkomensafhankelijke ouderbijdrage) voor maximaal 8 uur per week (Voor deze groep ouders van een niet-doelgroep peuter is geen reden aanwezig om extra uren VVE aan te bieden)

  • 4.

    De totale subsidie Voor- en Vroegschoolse Educatie per uur en de totale subsidie Peuteropvang per uur worden jaarlijks bepaald aan de hand van de ouderbijdrage die genoemd wordt in de tabel kinderopvangtoeslag van de gemeente Het Hogeland.

  • 5.

    Het college kan bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen die betrekking hebben op de onderwerpen genoemd in artikel 6, lid 1.

Artikel 6 Aanvraag subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt aangevraagd door de houder van de geregistreerde kinderopvang;

  • 2.

    De aanvraag voor subsidie Voor- en Vroegschoolse Educatie en voor Peuteropvang wordt op basis van het beleidsplan van de kinderopvang op kwaliteit beoordeeld. In het beleidsplan dient de aanvrager in te gaan op de volgende onderwerpen:

Voor- en Vroegschoolse educatie:

  • a.

    de wijze waarop wordt voldaan aan de eisen uit het Toezichtskader van de onderwijsinspectie;

  • b.

    omvang en samenstelling VVE-groep;

  • c.

    differentiatie uitvoering VVE-programma;

  • d.

    volgen van brede ontwikkeling van het kind

  • e.

    evaluatie van begeleiding, kwaliteit en resultaten;

  • f.

    gericht ouderbeleid;

  • g.

    informatieoverdracht bij overgang van kindercentrum naar basisschool;

  • h.

    samenwerking met andere organisaties. Voor Peuteropvang:

  • i.

    omvang en samenstelling groep;

  • j.

    volgen van brede ontwikkeling van het kind

  • k.

    evaluatie van begeleiding, kwaliteit en resultaten;

  • l.

    gericht ouderbeleid;

  • m.

    informatieoverdracht bij overgang van kindercentrum naar basisschool;

  • n.

    samenwerking met andere organisaties.

  • 3.

    Wanneer de ouder bezwaar heeft tegen de rechtstreekse aanvraag van subsidie door de houder van de geregistreerde kinderopvang namens hen, kan de ouder, in afwijking van het gestelde onder lid 1, zelf subsidie aanvragen.

  • 4.

    De aanvrager als bedoeld in artikel 6 lid 3 overlegt bij de aanvraag:

  • a.

    actuele inkomensgegevens;

  • b.

    het nummer waaronder het kindercentrum in het landelijk register kindercentra geregistreerd staat;

  • c.

    een gedagtekende offerte of overeenkomst tussen de aanvrager en de betreffende kinderdagopvangorganisatie;

  • 5.

    voor de aanvraag als bedoeld in artikel 6 lid 3 wordt gebruik gemaakt van het daartoe door de gemeente Het Hogeland vastgestelde formulier;

  • 6.

    Het eventueel toe te kennen subsidiebedrag wordt, ook bij aanvraag door de ouder zelf, rechtstreeks beschikbaar gesteld aan de desbetreffende houder van de geregistreerde kinderopvang en de verantwoording van toegekende subsidie vindt plaats op de wijze als omschreven in artikel 8 van deze regeling.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 7 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening wordt de aanvraag om verlening van subsidie uiterlijk ingediend op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Een aanvraag bevat in ieder geval de volgende stukken:

De aanvrager overlegt bij de aanvraag om verlening van subsidie:

  • a.

    een beleidsplan dat voldoet aan artikel 6 lid 1;

  • b.

    een begroting voor de benodigde kindplaatsen Voor- en Vroegschoolse Educatie en/of;

  • c.

    een begroting voor de benodigde kindplaatsen Peuteropvang.

  • 3.

    Het college kan, indien de aanvraag daartoe aanleiding geeft, de aanvrager om nadere informatie verzoeken.

  • 4.

    De aanvrager is verantwoordelijk voor een juiste en volledige informatieverstrekking op grond waarvan het college redelijkerwijs tot een besluit kan komen. Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 8. Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1.

    De subsidie Voor- en Vroegschoolse Educatie en de subsidie Peuteropvang wordt vastgesteld voor het jaar waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden.

  • 2.

    Vóór 1 april van het daaropvolgende jaar dient de kinderopvangorganisatie een aanvraag tot subsidievaststelling in. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bevat in ieder geval de volgende stukken:

  • a.

    Actuele inkomensgegevens van de ouders van het kind dat de kindplaats bezet waarvoor de subsidie wordt aangevraagd in combinatie met een gedagtekende

  • b.

    ‘Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag’;

  • c.

    Het nummer waaronder de kinderopvang in het landelijk register kinderopvang (LRK) geregistreerd staat;

  • d.

    Een gedagtekende overeenkomst tussen de aanvrager en de ouder van het kind.

  • 3.

    De aanvraag gaat vergezeld van een beleidsverslag met onderwerpen zoals genoemd in artikel 6.1 en een financieel verslag over het aantal gebruikte kindplaatsen Voor- en Vroegschoolse Educatie en/of Peuteropvang.

  • 4.

    Het financieel verslag gaat vergezeld van een verklaring van een accountant indien de totale subsidie meer dan € 50.000,- bedraagt.

  • 5.

    De accountantsverklaring heeft de vorm die bedoeld is in lid 6 van artikel 393, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek.

  • 6.

    Het college kan ten behoeve van de subsidievaststelling een door hem aan te wijzen accountant een onderzoek laten instellen naar de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie indien de subsidie meer dan € 50.000,- bedraagt.

  • 7.

    Het college geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2019.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Gemeente Het Hogeland Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie 2019.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Het Hogeland op 5 maart 2019

H.J. Bolding, burgemeester

P.P.M. van Vilsteren, secretaris

Bijlage tabel Ouderbijdrage

 

 

 

Ouderbijdrage peuteropvang 2019 per uur

 

Gezamenlijk toetsingsinkomen gezin 2019

 

1e kind

2e kind e..v

lager dan

€ 19.433

€ 0,32

€ 0,32

€ 19.434

€ 29.879

€ 0,40

€ 0,34

€ 29.880

€ 41.116

€ 0,86

€ 0,43

€ 41.117

€ 55.924

€ 1.34

€ 0,44

€ 55.925

€ 80.387

€ 2,32

€ 0,65

€ 80.388

€ 111.393

€ 3,94

€ 1,01

€ 111.394

en hoger

€ 5,31

€ 1,89