Organisatie | Texel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling gemeente Texel 2019 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Huiselijk geweld en kindermishandeling |
Externe bijlagen | Afwegingskader Onderwijs en leerplicht Afwegingskader Sociaal Team |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-2019 | Nieuwe meldcode | 11-06-2019 | 1788431 |
De Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is per 1 januari 2019 verbeterd en aangescherpt. De meldcode is een stappenplan waarin staat hoe hulpverleners kindermishandeling signaleren en melden. Er wordt een afwegingskader in opgenomen waardoor de beslissing om al dan niet te melden bij Veilig Thuis ondersteund wordt en bovendien wordt de eigen hulpverlening erin betrokken. Aan de hand van 5 stappen bepalen professionals of ze een melding moeten doen bij Veilig Thuis en of er voldoende hulp kan worden ingezet.
Het hanteren van een afwegingskader is verplicht in de stappen 4 en 5 van de Meldcode. Een andere belangrijke verandering is dat in stap 5 de professional naast melden bij Veilig Thuis tegelijkertijd zelf hulp kan (blijven) bieden of organiseren, al dan niet in samenwerking met Veilig Thuis. Het eerdere onderscheid tussen óf hulpverlenen óf melden vervalt dus. Dit document beschrijft de stappen die een medewerker van de gemeente Texel behoort te zetten bij (vermoedens van) huiselijk geweld en/of kindermishandeling.
De ‘wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ (hierna: Wet meldcode) is een wet die bestaat uit wijzigingen van diverse andere wetten. Met deze wijzigingen wordt de verplichting van het invoeren van een meldcode geregeld voor allerlei instanties. Daarnaast regelen de wijzigingen dat deze instanties de kennis en het gebruik van de meldcode moeten bevorderen binnen hun organisatie. Onder andere zijn aangepast: de leerplichtwet, de jeugdwet en de wet maatschappelijke ondersteuning.
Begripsomschrijving kindermishandeling en huiselijk geweld
In deze meldcode is voor de begrippen ‘kindermishandeling’ en ‘huiselijk geweld’ aansluiting gezocht bij de eenduidige begripsomschrijvingen in respectievelijk de Jeugdwet, artikel 1.1 en in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 1.1.1.
Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel'. Daarbij geldt dat het ook als een vorm van kindermishandeling wordt gezien als een kind getuige is van huiselijk geweld tussen zijn ouders of tussen andere huisgenoten. Onder de begripsomschrijving van huiselijk geweld vallen uitdrukkelijk ook: huwelijksdwang, eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminking, ouderenmishandeling, geweld tegen ouders en seksueel geweld.
De Wet meldcode geldt binnen de gemeentelijke organisatie voor de medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de Leerplichtwet 1969. Daarnaast geldt de Wet meldcode voor medewerkers van de gemeente die meer dan vluchtige contacten hebben met burgers zoals het Sociaal Team.
Dit betreft diverse medewerkers van de gemeente zoals:
De stappen gaan in op het proces vanaf het moment dat er signalen zijn. Het signaleren zelf heeft in het model een andere plaats gekregen. Signaleren wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de beroepshouding van de medewerkers die binnen de gemeente Texel werkzaam zijn. Zo bezien is signalering geen stap in het stappenplan, maar een grondhouding die in ieder contact met cliënten en leerlingen wordt verondersteld. De stappen wijzen de medewerker de weg als hij meent dat er signalen zijn van huiselijk geweld of van kindermishandeling.
De stappen die hieronder worden beschreven zijn in een bepaalde volgorde gerangschikt, maar deze volgorde is niet dwingend. Waar het om gaat, is dat de beroepskracht op enig moment in het proces alle stappen heeft doorlopen, voordat hij besluit om al dan niet een melding te doen. Zo zal het soms voor de hand liggen om meteen met de betrokkene in gesprek te gaan over bepaalde signalen. In andere gevallen zal de beroepskracht eerst overleg willen plegen met een collega en met Veilig Thuis voordat hij het gesprek met de betrokkene aangaat. Ook zullen stappen soms twee of drie keer worden gezet.
Stap 1. Breng de signalen in kaart
Leg de (uitkomsten van) gesprekken die je over de signalen voert en de besluiten die je neemt vast. Leg ook de gegevens die de signalen weerspreken vast. Worden ook hypothesen en veronderstellingen vastgelegd, vermeld dan uitdrukkelijk dat het gaat om een hypothese of veronderstelling. Maak een vervolgaantekening als een hypothese of veronderstelling later wordt bevestigd of ontkracht. Vermeld ook de bron als er informatie van derden wordt vastgelegd. Leg diagnoses alleen vast als ze zijn gesteld door een bevoegde beroepskracht.
De vastlegging van de gegevens gebeurt door middel van een gesprek met de aandachtsfunctionaris. De aandachtsfunctionaris hanteert hierbij een meldingsformulier kindermishandeling of huiselijk geweld. De gegevens worden vervolgens opgeslagen in een map waar de aandachtsfunctionaris toegang tot heeft.
Vraag de betrokkene of er minderjarige kinderen aan zijn zorg zijn toevertrouwd, in alle gevallen waarin zijn medische conditie of andere omstandigheden een risico vormen op een bedreiging in de ontwikkeling of de veiligheid van deze kinderen. Indien er kinderen zijn die van de betrokkene afhankelijk zijn, leg dan in het dossier vast:
Heb je zelf geen contact met de kinderen van de betrokkene, leg dan eventuele ‘oudersignalen’ vast als de lichamelijke of geestelijke conditie of andere omstandigheden, een bedreiging kunnen vormen voor de veiligheid of de ontwikkeling van de kinderen die van de betrokkene afhankelijk zijn. De stappen van de meldcode zijn ook van toepassing op deze ‘oudersignalen’.
Stap 2. Overleg met een collega en zo nodig raadplegen Veilig Thuis of een deskundige op het gebied van letselduiding
Om de signalen die in kaart zijn gebracht goed te kunnen duiden, is overleg met een deskundige collega noodzakelijk. Bespreek zo snel mogelijk het vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling met de aandachtsfunctionaris, Vraag zo nodig ook advies aan Veilig Thuis of aan een deskundige op het gebied van letselduiding, als er behoefte is aan meer duidelijkheid over (aard en oorzaak van) letsel.
Is er binnen de gemeente Texel onvoldoende kennis aanwezig over de aanpak van specifieke vormen van geweld, zoals eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, seksueel misbruik en vrouwelijke genitale verminking, of ouderenmishandeling, vraag dan altijd advies aan Veilig Thuis over de vervolgstappen. Dit advies is ook van belang om mogelijke veiligheidsrisico’s van eventuele vervolgstappen zorgvuldig te kunnen afwegen.
Stap 3. Gesprek met de cliënt/betrokkene of ouder(s) en/of het kind/de jongere
Omdat openheid een belangrijke grondhouding is in de verschillende vormen van dienstverlening aan de cliënt of betrokkene, is het belangrijk om zo snel mogelijk contact te zoeken met de betrokkene (of met de ouders) om de signalen te bespreken. Bespreek de signalen met de betrokkene. Heb je ondersteuning nodig bij het voorbereiden of het voeren van het gesprek met de betrokkene, raadpleeg dan een deskundige collega en/of Veilig Thuis.
Het gesprek met de ouders/betrokkene wordt bij voorkeur gevoerd door de medewerker die de signalen heeft opgevangen, samen met de aandachtsfunctionaris. In sommige gevallen zal het vermoeden door het gesprek worden weggenomen. Dan zijn de volgende stappen in het stappenplan niet nodig. Worden de zorgen over de signalen door het gesprek niet weggenomen, dan worden ook de volgende stappen ingezet.
Overweeg bij het zetten van stap 3 of het noodzakelijk is om, gelet op de bedreiging van de ontwikkeling van de jeugdige(n), ook een melding te doen in de verwijsindex risico-jongeren.
NB: Dit zal voornamelijk van toepassing zijn op leerplichtambtenaren. Hier moet in acht genomen worden dat een melding in de verwijsindex geen alternatief is voor het doen van een melding van kindermishandeling bij Veilig Thuis. Ga daarom, ook als je besluit tot een melding in de verwijsindex, door met stap 4 en 5 van de meldcode als je vermoeden van kindermishandeling door het gesprek met de ouders en/of de jeugdige niet zijn weggenomen.
Stap 4. Weeg de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling en vraag in geval van twijfel altijd (opnieuw) advies aan Veilig Thuis.
NB: In de verbeterde meldcode wordt gebruik gemaakt van een afwegingskader. Dit afwegingskader beschrijft wanneer een melding noodzakelijk is en hoe goede hulp eruit ziet. De afwegingskaders zijn opgesteld door de verschillende beroepsgroepen. Voor leerplichtambtenaren is vanuit de sector onderwijs een apart afwegingskader opgesteld (zie bijlage 1). Overige medewerkers van de Gemeente Texel die met de meldcode werken maken gebruik van het afwegingskader voor pedagogen, psychologen, (psycho)therapeuten, sociaal werkers en jeugd- en gezinsprofessionals (zie bijlage 2).
Stap 5 Beslissen: zelf hulp organiseren of melden
Voor zover afweging 3 met JA is beantwoordt maakt de beroepskracht afspraken met betrokkene over ketenpartners (waaronder in ieder geval Veilig Thuis) waarmee wordt samengewerkt, doelen, resultaten, monitoring resultaten en termijn waarop resultaten geëvalueerd worden.
Bij iedere stap van de meldcode geldt dat er altijd contact kan worden opgenomen met Veilig Thuis, het advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Bij Veilig Thuis is veel kennis aanwezig over mogelijke signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. De medewerkers kunnen ook adviseren over de te zetten stappen en over het voeren van gesprekken met betrokkenen over de signalen. Als een beroepskracht advies vraagt aan Veilig Thuis, zet Veilig Thuis zelf geen stappen in de richting van de betrokkene of die van anderen. Het advies is dus uitsluitend gericht tot de adviesvrager. Adviesgesprekken vinden plaats op basis van anonieme cliëntgegevens, voor een adviesgesprek behoef je je beroepsgeheim dus niet te verbreken. Wel kunnen, met instemming van de adviesvrager, de contactgegevens van de adviesvrager worden vastgelegd, vooral ook met het oog op een eventueel vervolgadvies over dezelfde casus.
Als er bij het volgen van de stappen wordt besloten tot het doen van een melding, neemt Veilig Thuis de zaak over. Veilig Thuis is wettelijk bevoegd om onderzoek te doen naar het huiselijk geweld of de kindermishandeling. Daarbij kan Veilig Thuis informatie opvragen bij andere instanties en organisaties. Veilig Thuis houdt melders op de hoogte van de uitkomsten van het onderzoek en van de acties die in gang worden gezet.
Op 25 mei 2018 is de nieuwe privacywetgeving (AVG) van kracht geworden. De AVG is een algemeen kader dat niet inspeelt op specifieke situaties, zoals een vermoeden van kindermishandeling. Daarom geldt als algemene regel dat een specifieke wet voor een bepaalde sector prevaleert boven de algemene norm van de AVG. Dat geldt dus bijvoorbeeld voor de Leerplichtwet 1969. Zo geldt dit ook voor de wet Meldcode, deze gaat dus ook vóór de AVG. Het recht om dossier aan te maken en te melden bij Veilig Thuis is dus onverminderd van toepassing. In beginsel worden de betrokken personen altijd geïnformeerd over het feit dat er gegevensverwerking plaats vindt. Tenzij er gevreesd wordt voor gevaar voor de veiligheid van de betrokkene(n).
De Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling gemeente Texel 2019 gaat, met terugwerkende kracht, in per 1 januari 2019;
De Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling gemeente Texel 2013 wordt, per genoemde datum, ingetrokken.