Organisatie | Woensdrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, IOAW en IOAZ |
Citeertitel | Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, IOAW en IOAZ |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting bij Beleidsregels inkomensvrijlating |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-07-2019 | 01-01-2019 | Nieuwe beleidsregels | 15-01-2019 | 2019.02499 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;
overwegende dat uitstroom van uitkeringsgerechtigden zoveel mogelijk dient te worden bevorderd;
gelet op het bepaalde in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
de Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, IOAW en IOAZ vast te stellen.
Artikel 1. Algemene bepalingen
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3. Reguliere vrijlating en aanvullende vrijlating alleenstaande ouders
Als de vrijlatingstermijn van 6 maanden in het vorige lid is verstreken, worden inkomsten uit arbeid van de alleenstaande ouder die de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind jonger dan 12 jaar, gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 30 maanden vrijgelaten tot 12,5% van deze inkomsten met een maximum als genoemd in artikel 31, lid 2, onder r, PW, artikel 8, lid 5, IOAW en artikel 8, lid 9, IOAZ voor zover dit bijdraagt aan de arbeidsinschakeling van de uitkeringsgerechtigde.
Inkomsten die voortvloeien uit illegale activiteiten (bijvoorbeeld diefstal/heling of drugsverkoop) alsmede inkomsten uit arbeid waarvan geen, niet tijdig of onvolledig opgave is gedaan waardoor sprake is geweest van schending van de inlichtingenplicht en teveel uitkering is verstrekt, worden niet geacht bij te dragen aan de arbeidsinschakeling van de uitkeringsgerechtigde.
Het recht op de inkomstenvrijlating bestaat bij gehuwden voor ieder van de partners afzonderlijk met dien verstande dat als beide partners in dezelfde maand recht hebben op deze vrijlating het maximale vrijlatingsbedrag voor beide partners tezamen over die maand niet hoger is dan het maximale vrijlatingsbedrag als vermeld in artikel 31, lid 2, onder n, PW, artikel 8, lid 2, IOAW of artikel 8, lid 3, IOAZ.
Artikel 4. Inkomstenvrijlating medisch urenbeperkte persoon
Het recht op de inkomstenvrijlating bestaat bij gehuwden voor ieder van de partners afzonderlijk met dien verstande dat als beide partners in dezelfde maand recht hebben op deze vrijlating het maximale vrijlatingsbedrag voor beide partners tezamen over die maand niet hoger is dan het maximale vrijlatingsbedrag als vermeld in artikel 31, lid 2, onder y, PW, artikel 8, lid 7, IOAW of artikel 8, lid 11, IOAZ.
Artikel 6. Gelijkstelling met inkomsten uit arbeid
In dit verband wordt onder marginale zelfstandige verstaan de uitkeringsgerechtigde die niet voldoet aan het urencriterium als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en daarmee niet als zelfstandige in de zin van artikel 1, onder b, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 kan worden aangemerkt.
Artikel 7. Gelijkstelling met uitkeringsperiode
Onder dezelfde uitkeringsperiode wordt verstaan de situatie dat:
In bijzondere gevallen wordt met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht ten gunste van belanghebbende afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels vrijlating inkomsten uit arbeid Participatiewet, IOAW en IOAZ”.