Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | MANDAATBESLUIT inzake Huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2019 |
Citeertitel | mandaatbesluit huisvestingsverordening Gooi en Vechtstreek 2019 - gemeente Blaricum |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-07-2019 | 01-07-2019 | Nieuwe regeling | 18-06-2019 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Blaricum;
Gelet op het bepaalde in de Huisvestingswet 2014;
Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
Gelezen het bepaalde in de Huisvestingsverordening van de gemeente Blaricum 2019;
Overwegende dat de gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren op het terrein van volkshuisvesting intensief samenwerken en hun volkshuisvestelijk beleid met elkaar afstemmen in nauwe samenspraak en overleg met de woningcorporaties die actief zijn op de regionale woningmarkt;
Overwegende dat de voorbereiding en de uitoefening van een aantal bevoegdheden in de huisvestingsverordening van de gemeente Laren 2019 aan functionarissen binnen de woningcorporaties actief op de regionale woningmarkt binnen de Regio Gooi en Vechtstreek moet worden toebedeeld.
1.De uitoefening van de navolgende bevoegdheden en de uitvoering van de navolgende taken van het college op grond van de Huisvestingsverordening gemeente Blaricum 2019:
toe te kennen aan de directeuren van de woningcorporaties.
2. Ten aanzien van de uitoefening van de onder 1. vermelde bevoegdheden de navolgende voorschriften vast te stellen.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, verordeningen, regelingen, besluiten, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.
Artikel 3 Verantwoordelijkheid
De uitoefening van de bevoegdheden in mandaat vindt plaats in naam en onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders.
“namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ,