Uitvoeringsregeling Wegsleepverordening gemeente Oldambt

De gemeenteraad heeft op 8 juli 2019 de Wegsleepverordening gemeente Oldambt vastgesteld. Deze verordening is vastgesteld om uitvoering te kunnen geven aan de wegsleepregeling uit de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994). Het doel van deze regeling is een op de uitvoeringspraktijk gerichte toelichting te geven die tevens dienst doet als handleiding voor de uitvoering. Aangezien bij de uitvoering niet alleen gemeentelijk personeel maar ook personeel van derden, met name te denken aan politiefunctionarissen en aan personeel van het bergingsbedrijf, betrokken is, is het tevens te beschouwen als een vorm van uitvoeringsafspraak tussen alle partijen die bij de uitvoering betrokken zijn. Deze regeling is tot stand gekomen na overleg met alle bij de uitvoering betrokken partijen.

2.1 Hoofdstuk X van de Wegenverkeerswet 1994

Hoofdstuk X van de WVW 1994 vormt de basis voor de wegsleepregeling. Artikel 170, eerste lid van de WVW 1994 bepaalt dat de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een voertuig valt onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders (hierna ‘college’) tot toepassing van bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet.

Hiertoe mag worden overgegaan indien met het voertuig een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met:

• a.

  het belang van de veiligheid op de weg, of

• b.

  het belang van de vrijheid van het verkeer, of

• c.

  het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

De artikelen 170 tot en met 172 van de WVW 1994 geven voorschriften waaraan voldaan dient te worden bij het wegslepen en bewaren van voertuigen. Artikel 173, eerste lid WVW 1994 bepaalt dat een aantal nadere regels bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld. Deze nadere regels zijn opgenomen in het Besluit wegslepen van voertuigen (hierna: Besluit). Het tweede lid van artikel 173 WVW 1994 bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld ter uitvoering van de artikelen 170 tot en met 172 en de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur. Deze nadere regels zijn opgenomen in de Wegsleepverordening gemeente Oldambt.

2.2 Besluit wegslepen van voertuigen

Artikel 2 van het Besluit noemt de soorten van weggedeelten en wegen waar voertuigen weggesleept kunnen worden in het belang van het vrijhouden van deze wegen en weggedeelten (artikel 170, eerste lid, onder c van de WVW 1994). Daarnaast bevat het Besluit regels over de registratie van gegevens bij toepassing van de wegsleepregeling en over de berekening van de kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang.

2.3 Wegsleepverordening gemeente Oldambt

De Wegsleepverordening gemeente Oldambt regelt het volgende:

• a.

  de aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen weggesleept kunnen worden in het belang van het vrijhouden van deze wegen en weggedeelten.

• b.

  dat het college ter uitvoering van deze Wegsleepverordening een uitvoeringsregeling vaststelt.

• c.

  de aanwijzing van het bedrijf die belast is met de uitvoering van het wegslepen van voertuigen.

• d.

  de aanwijzing van de bewaarplaats voor weggesleepte voertuigen.

• e.

  de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en bewaren van voertuigen.

• f.

  vermelding van de artikelen uit de Wegsleepverordening welke van overeenkomstige toepassing zijn bij in beslagname (in geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat).

3.1 Bevoegdheid wegslepen en aanwijzing functionarissen Bevoegdheid college

Op basis van artikel 170, eerste lid van de WVW 1994 is de bevoegdheid tot het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen een vorm van bestuursdwang. Het college is bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang.

Mandatering

Voor de uitvoering van deze uitvoeringsregeling mandateert het college alle functionarissen welke in dienst zijn van de gemeente Oldambt en onderdeel vormen van het team Vergunning, Toezicht en Handhaving (team VTH) in de functie van Medewerker Handhaving I, II, III en IV  en Medewerker Beleidsuitvoering I. Daarnaast verleent het college mandaat aan de Teamchef Basisteam Ommelanden Oost met toestemming tot het verlenen van ondermandaat aan andere politiefunctionarissen.

Feitelijke uitvoering

De gemandateerde functionarissen beoordelen of een voertuig weggesleept dient te worden. De feitelijke uitvoering van de bestuursdwang, het wegslepen van het voertuig, gebeurt door het aangewezen sleepbedrijf. In dit geval Bergingsbedrijf Fruitema te Oude Pekela.

Zorgvuldige afweging

Indien aan de voorwaarden voor het wegslepen van voertuigen, zoals gesteld in artikel 170, eerste lid van de WVW 1994, wordt voldaan betekent dit niet automatisch dat overgegaan kan worden tot het wegslepen van een voertuig. De bevoegde gemeente- of politiefunctionaris dient zeer zorgvuldig om te gaan met deze bevoegdheid. Hij of zij dient in ieder afzonderlijk geval te beoordelen of wegslepen van het betreffende voertuig absoluut noodzakelijk is.

Bezwaar mogelijk

Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, in dit geval het toepassen van de uitvoeringsregeling, wordt op schrift gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Tegen een besluit kan een belanghebbende bezwaar en beroep instellen op grond van de artikelen 8:1 en 7:1 van de Awb.

3.2 PROCEDURE WEGSLEPEN VAN VOERTUIGEN (NIET AUTOWRAKKEN)

De procedure is als volgt:

• 1.

  Constatering van het voertuig

  • a.

    In overtreding en verwijdering noodzakelijk.

  • b.

    Foto’s.

  • c.

    Schrijven van het proces-verbaal.

• 2.

  Wegslepen van het voertuig

• a.

  De berger wordt verzocht het voertuig te verwijderen.

• b.

  Er wordt gewacht tot de berger ter plaatse is.

• c.

  De berger overlegt de vrachtbrief aan de gemeente als bewijs van overdracht.

• d.

  De berger is verplicht het voertuig minimaal 13 weken te bewaren (artikel 5:30 Awb).

• e.

  De politie, wijkteams van de gemeente en het klantencontactcentrum van de gemeente worden op de hoogte gebracht van de uitgevoerde wegsleepprocedure.

• 3.

  Afhandeling (eigenaar van het voertuig wordt WEL bekend tijdens uitvoering procedure)

• a.

  Eigenaar verzoeken voertuig direct te verwijderen.

• b.

  Boete uitschrijven voor overtreding van de wet Mulder en zaak sluiten.

• c.

  Wanneer de berger al ter plaatse is, zullen de voorrijkosten van de berger in rekening worden gebracht.

• d.

  Kosten die in rekening gebracht zijn moeten elektronisch worden voldaan.

• e.

  Zaak sluiten.

• f.

  Wanneer de berger al is begonnen met de handelingen om het voertuig weg te slepen, dan maakt de berger de handelingen af en neemt het voertuig mee naar de aangegeven opslagplaats.

• g.

  Eigenaar krijgt proces-verbaal en kan de kosten voor het wegslepen betalen bij de berger.

• h.

  Na betaling krijgt de eigenaar het voertuig terug.

• i.

  Zaak sluiten.

• 4.

  Afhandeling (eigenaar van het voertuig NIET bekend tijdens uitvoering procedure)

• a.

  Eigenaar krijgt een proces-verbaal en een brief met daarin het besluit tot afvoeren, opslaan en de kostenberekening thuis gestuurd.

• b.

  De kosten voor het wegslepen, opslaan en afvoeren betaalt de eigenaar bij de berger.

• c.

  Na betaling krijgt de eigenaar het voertuig terug.

• d.

  Zaak sluiten.

• 5.

  Niet afgehaalde voertuigen

• a.

  Wanneer een weggesleept voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald door de eigenaar wordt het in bewaring gestelde voertuig getaxeerd door een beëdigd taxateur.

• b.

  Het college kan vervolgens overgaan tot verkoop van het voertuig, tot overdracht aan een derde om niet of tot vernietiging.

• c.

  De opbrengst van verkoop of de geschatte sloopwaarde bij vernietiging wordt in mindering gebracht op de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig.

3.3. PROCEDURE VOERTUIGWRAKKEN

De procedure is als volgt:

• 1.

  Constatering van het voertuig

• a.

  Foto’s .

• b.

  Informeren bij een erkende dealer naar de dagwaarde van het voertuig (wordt bepaald door gemaakte foto’s en omschrijving van het voertuig).

• c.

  Dagwaarde bepaald mede of de staat van het voertuig als ‘wrak’ gedefinieerd kan worden.

• d.

  Achterhalen eigenaar via het kentekenregister, hiervoor politie inschakelen.

• e.

  Wanneer eigenaar bekend is en bereikt kan worden, hem/haar verzoeken het wrak te verwijderen.

• f.

  Wanneer eigenaar bekend is maar niet bereikt kan worden, brief versturen naar adres zoals geregistreerd in het BAG met daarin bestuurlijke uitleg van de overtreding en mogelijke gevolgen. Termijn van twee weken opgeven voor verwijdering wrak.

• g.

  Wanneer termijn uit eerste brief is verstreken een tweede brief, ter herinnering, sturen met daarin besluit tot afvoeren van het wrak, opslaan en berekening van de kosten Nogmaals een termijn van twee weken voor verwijdering opgeven.

• 2.

  Wegslepen

• a.

  Na verstrijken van de tweede termijn en zonder bericht van de eigenaar, het wrak laten wegslepen door de berger.

• b.

  De autosloper overlegt de vrachtbrief aan de gemeente als bewijs van overdracht.

• c.

  De autosloper is verplicht het wrak minimaal 13 weken te bewaren (artikel 5:30 Awb).

• d.

  De politie, wijkteams van de gemeente en het klantencontactcentrum van de gemeente worden op de hoogte gebracht van de uitgevoerde wegsleepprocedure.

• 3.

  Afhandeling wanneer eigenaar van het wrak zich WEL meldt

  • a.

    De kosten voor het wegslepen, opslaan en afvoeren betaalt de eigenaar bij de sloper.

  • b.

    Na betaling krijgt de eigenaar het voertuig terug.

  • c.

    Zaak sluiten.

• 4.

  Afhandeling wanneer eigenaar van het wrak zich NIET meldt

• a.

  Na het verstrijken van het gestelde bewaartermijn mag de autosloper het wrak houden en gebruiken ten behoeve van zijn bedrijfsvoering.

• b.

  De autosloper brengt geen kosten in rekening bij de gemeente.

• c.

  Zaak sluiten.

3.4 Geen kosten verschuldigd

Artikel 172, derde lid van de WVW 1994 bepaalt dat het college het bedrag van de kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, terugbetaalt, indien:

• a.

  niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

• b.

  de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn;

• c.

  aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

In het onder a genoemde geval dient het college op basis van artikel 172, zevende lid van de WVW 1994 tevens een redelijke schadeloosstelling te betalen aan degene die het voertuig heeft afgehaald. Dit geeft nogmaals aan dat zeer zorgvuldig met de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen omgegaan dient te worden.

3.5 Bewaringsregister

Op basis van artikel 170, vierde lid van de WVW 1994 dient het college zorg te dragen voor het bijhouden van een bewaringsregister. In de bijlage staat welke gegevens dit register moet bevatten.

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling Wegsleepverordening gemeente Oldambt’.