Organisatie | Capelle aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel |
Citeertitel | Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
Geen
CAR/UWO
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-01-2017 | 01-11-2016 | Toegevoegd artikel 10, overige artikelen vernummerd | 05-02-2008 | Berichten uit het college van 04-12-2007, nr. 43 | |
05-02-2008 | 02-02-2010 | nieuwe regeling | 05-02-2008 Berichten uit het college van 05052008, nr. 5 en IJsselpost, 22-10-2008 | Berichten uit het college van 04-12-2007, nr. 43 | |
05-02-2008 | 07-01-2011 | nieuwe regeling | 05-02-2008 Berichten uit het college van 05052008, nr. 5 en IJsselpost, 22-10-2008 | Berichten uit het college van 04-12-2007, nr. 43 |
Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit Besluit wordt verstaan onder:
de gemeente Capelle aan den IJssel;
de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten / de Uitwerkingsovereenkomst;
het college van burgemeester en wethouders dan wel de door deze in mandaat aangewezen medewerker;
de ambtenaar in de zin van de CAR/UWO dan wel de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;
het gebied gelegen op een afstand van minder dan 10 kilometer van de plaats van tewerkstelling van de medewerker, waarbij de afstand wordt vastgesteld aan de hand van de ANWB-routeplanner;
het reizen door de medewerker langs de meest gebruikelijke weg tussen zijn feitelijk woonadres/verblijfadres en de plaats van tewerkstelling;
g.feitelijk woonadres/verblijfplaats:
de vaste woongelegenheid waar de medewerker en het gezin dan wel de partner verblijft;
een naar het oordeel van het bevoegd gezag noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van werkzaamheden buiten de plaats van tewerkstelling, evenals het hiermede verband houdende verblijf buiten deze plaats;
de logieskosten, de kosten van maaltijden (ontbijt, lunch en diner) en kleine kosten overdag / ’s avonds tijdens een dienstreis;
de reisregeling zoals deze door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is vastgesteld en die van toepassing is op de rijksambtenaren ingeval van een binnenlandse dienstreis;
de reisregeling zoals deze door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is vastgesteld en die van toepassing is op de rijksambtenaren ingeval van een buitenlandse dienstreis.
Paragraaf 2 Vervoersvergoeding woon- werkverkeer
De medewerker die voldoet aan de gestelde eisen in artikel 3 dan wel artikel 4 kan eenmaal per kalenderjaar kenbaar maken of hij in aanmerking wenst te komen voor de vervoersvergoeding als bedoeld in artikel 3 of kiest voor de openbaar vervoervergoeding als bedoeld in artikel 4 van dit besluit.
De vaste vervoersvergoeding woon-werkverkeer eigen vervoer is van toepassing voor medewerkers waarvoor geldt dat zij ten minste 70% van het aantal werkdagen per kalenderjaar naar de voor hen geldende plaats van tewerkstelling reizen. Het aantal werkdagen is hierbij vastgesteld op 214 dagen per jaar.
(214 werkdagen x totale reisafstand per dag x € 0,19)/12 maanden.
Hierbij geldt dat de uitkomst (de vaste vervoersvergoeding woon-werkverkeer) wordt gemaximeerd tot de volgende maxima per maand:
De medewerker die niet gedurende een jaar ten minste 150 werkdagen (70% van 214) bij een werkweek van vijf dagen naar de plaats van tewerkstelling reist, kan geen vaste vervoersvergoeding woon-werkverkeer eigen vervoer ontvangen. Deze medewerker krijgt zijn reiskosten vergoed op declaratiebasis. Hierbij geldt een vergoeding van € 0,19 per kilometer met een maximum van de vergoeding zoals weergegeven in de tabel in lid 5 van dit artikel.
De vervoersvergoeding woon- werkverkeer openbaar vervoer is gemaximeerd tot tweemaal het bedrag zoals genoemd in de tabel van lid 5 van artikel 3, zijnde het bedrag bij 20 kilometer of meer in het geval er vier dagen of meer per week wordt gereisd naar de plaats van tewerkstelling. Voor de vervoersvergoeding woon-werkverkeer openbaar vervoer geldt dan de volgende tabel:
3.De vervoersvergoeding woon- werkverkeer openbaar vervoer bestaat uit de door de werkgever te vergoeden vervoersbewijzen, zijnde het OV-jaarabonnement of de NS-trajectkaart of een combinatie daarvan.
De medewerker is verplicht onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen aan het bevoegd gezag van elke wijziging in zijn omstandigheden en van alle gegevens die van belang kunnen zijn voor de aanspraak op en het bedrag van de vervoersvergoeding.
Paragraaf 3 Vergoeding reis- en verblijfkosten van binnenlandse dienstreizen
1. De medewerker kan gebruik maken van de regeling fiscale uitruil vervoersvergoeding
2. De in het eerste lid bedoelde regeling betekent de mogelijkheid voor de medewerker om de niet benutte fiscale ruimte voor een onbelaste vergoeding woon-werkverkeer in te zetten door uitruil met de eindejaarsuitkering.
3. De medewerker die van de in het eerste lid bedoelde regeling gebruik wil maken dient hiertoe het formulier regeling fiscale uitruil vervoersvergoeding woon-werkverkeer in te vullen en te ondertekenen.
Dienstreizen, die in Nederland zijn begonnen en waarbij het reisgedeelte buiten Nederland beperkt is of waarbij de grensoverschrijding niet noodzakelijkerwijs leidt tot uitgaven voor maaltijden of overnachting in het buitenland, worden voor de toepassing van dit besluit aangemerkt als dienstreizen binnen Nederland.
De vergoedingen eigen vervoer voor dienstreizen in het kalenderjaar die het maximum van het belastingvrij te vergoeden bedrag per kilometer overschrijden, strekken mede tot de vergoeding van reiskosten in het kader van het woon-werkverkeer (saldering).
De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en ’s avonds kunnen voor vergoeding in aanmerking komen.
Paragraaf 4 Vergoeding reis- en verblijfkosten van buitenlandse dienstreizen
Voor zover het dienstbelang dan wel de reisomstandigheden naar het oordeel van het bevoegd gezag daartoe aanleiding geven, worden toeslagen voor bijzondere treinen, kosten van plaatsreservering in treinen en kosten voor het gebruik van een slaapwagon, alsmede extra kosten voor bagage als reiskosten vergoed.
Het bevoegd gezag kan de medewerker die met alle bewijsstukken aantoont dat een vergoeding vastgesteld volgens het tweede lid door bijzondere omstandigheden niet toereikend is om tijdens de dienstreis gemaakte verblijfkosten te bestrijden, toestaan de meerdere kosten, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk in rekening te brengen.
Indien een bewijsstuk van kosten voor logies en ontbijt wordt overgelegd waaruit niet blijkt welk deel van de kosten voor logies en welk deel van de kosten voor ontbijt zijn gemaakt, worden de op het bewijsstuk vermelde kosten vergoed, voor zover deze niet meer bedragen dan de som van de vergoedingen genoemd in het vijfde lid, onder b en c.
De in verband met een dienstreis gemaakte kosten voor interlokale en internationale telefoongesprekken ten behoeve van dienstdoeleinden, alsmede de naar het oordeel van het bevoegd gezag noodzakelijk gemaakte kosten voor vaccinatie en representatie worden op basis van overgelegde bewijsstukken geheel vergoed.
Capelle aan den IJssel, 5 februari 2008.
Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
G.Kruijt. J.J. van Doorne.
Toelichting op het Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007
De begripsbepalingen in paragraaf 1 van het Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007 zijn grotendeels gelijk aan de begripsbepalingen uit de Verordening vervoersvergoeding
woon-werkverkeer gemeente Capelle aan den IJssel 2002. Een uitbreiding van de begripsbepalingen heeft plaatsgevonden met de begrippen “Dienstreis”, “Reisregeling binnenland” en “Reisregeling buitenland”.
2.Vervoersvergoeding woon-werkverkeer
Op 29 oktober 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten tot het vaststellen van de Verordening vervoersvergoeding woon-werkverkeer gemeente Capelle aan den IJssel 2002. Deze verordening werd vastgesteld op grond van de noodzaak om goede secundaire arbeidsvoorwaarden met betrekking tot woon-werkverkeer voor de medewerkers van de gemeente te creëren. Op deze wijze diende de gemeente Capelle aan den IJssel aantrekkelijker te worden gemaakt voor zowel het zittende personeel als voor het nieuw te werven personeel ofwel de gemeente diende concurrerend te zijn ten opzichte van andere gemeenten.
De betreffende verordening werd vastgesteld met inachtneming van de fiscale wetgeving, wat in concreto betekende dat alle begrippen en termen uit de fiscale wetgeving werden overgenomen.
De Verordening vervoersvergoeding gemeente Capelle aan den IJssel 2002 die is ingegaan op 1 januari 2002, bevatte in hoofdlijnen de volgende bepalingen:
De ambtenaar die naar zijn vaste arbeidsplaats reist en waarvan de afstand naar het feitelijk woonadres/verblijfplaats meer dan 10 kilometer bedraagt, derhalve een afstand vanaf 10,1 kilometer, heeft de keuze uit een vervoersbijdrage ter grootte van 50% van de fiscale forfaitaire tabel, dan wel indien gebruik wordt gemaakt van een vorm van openbaar vervoer, uit een OV-jaarabonnement of een NS-trajectkaart. De OV-jaarkaart geldt voor het vaste woon-werkverkeer-traject en is op basis van de tweede klasse. De OV-jaarkaart wordt verstrekt door de werkgever.
De reiskostenvergoeding op grond van de verordening wordt niet afhankelijk gesteld van het gebruikte vervoermiddel en is evenmin afhankelijk van de intentie om te verhuizen naar de standplaats als bedoeld in de Verplaatsingskostenverordening 1991. Op grond van de Verplaatsingskostenverordening bestond de mogelijkheid om indien een dergelijke intentie werd uitgesproken, een tegemoetkoming in de reiskosten te ontvangen voor de duur van twee jaar. Deze tegemoetkoming in de reiskosten wordt met de inwerkingtreding van de Verordening vervoers-vergoeding gemeente Capelle aan den IJssel 2002 derhalve niet meer toegekend.
Volgens de bepalingen van de Verordening vervoersvergoeding woon-werkverkeer gemeente
Capelle aan den IJssel 2002 was er sprake van woon-werkverkeer als de werknemer ten minste eenmaal per week op dezelfde dag langs de snelste weg heen en weer reist tussen zijn woning of verblijfplaats en de arbeidsplaats. De afstand woon-werkverkeer werd door de werkgever bepaald aan de hand van een zeer nauwkeurige routeplanner, zijnde de ANWB-routeplanner (snelste route). Inzake het begrip feitelijk woonadres/verblijfplaats ging het bij een woning om een vaste woongelegenheid waar het gezin dan wel de partner verbleef en kon het om een verblijfplaats gaan als de medewerker door de week in de buurt van zijn werk een kamer aanhield. In de laatstgenoemde situatie gold de vergoeding voor de reizen die bij deze kamer beginnen.
Aan de onderhavige verordening is toepassing gegeven doordat na het besluit van het college van burgemeester en wethouders aan alle medewerkers een besluit is toegezonden inzake het al dan niet toekennen van een vergoeding op grond van de verordening. Vanaf dit moment wordt de toekenning van een vergoeding en de hoogte van de vergoeding op grond van de verordening vastgesteld bij de indiensttreding van een medewerker en maakt als zodanig onderdeel uit van de aanstellingsbrief.
Inmiddels zijn de fiscale spelregels inzake de vergoedingen voor het woon-werkverkeer aanzienlijk veranderd en voldoet de Verordening vervoersvergoeding woon-werkverkeer gemeente
Capelle aan den IJssel 2002 niet meer aan de huidige fiscale wet- en regelgeving. Het reiskostenforfait was van toepassing tot 1 januari 2004. Sedert deze datum bestaat dit niet meer. Een werkgever mag een onbelaste vergoeding geven voor de kosten woon-werkverkeer tot een maximumbedrag van € 0,19 per daadwerkelijk afgelegde kilometer. Nu het gaat om een onbelaste vergoeding van de daadwerkelijk afgelegde kilometers, betekent dit dat de gemeente gedwongen wordt tot het voeren van een administratie waarin is vastgelegd het aantal dagen dat een medewerker op zijn werk is geweest en de afgelegde afstand wordt vastgelegd.
Al voor de invoering van de nieuwe wetgeving was het duidelijk dat de beoogde vereenvoudiging zo niet haalbaar was. In plaats van het voeren van een administratie waarin alles nauwkeurig wordt vastgelegd met betrekking tot de woon-werkvergoedingen is het mogelijk om een praktische regeling te hanteren.
Door middel van deze regeling is het mogelijk om onder bepaalde voorwaarden een vaste vergoeding uit te betalen voor reiskosten, zonder dat een nauwkeurige administratie van werkelijk gewerkte dagen en afgelegde afstanden noodzakelijk is. Deze praktische regeling is vastgelegd in artikel 3 van het
Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007.
Met de inwerkingtreding van het Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007 is de Verordening vervoersvergoeding woon-werkverkeer gemeente Capelle aan den IJssel 2002 ingetrokken.
De hoogte van de maandelijkse vervoersvergoeding woon-werkverkeer eigen vervoer op basis van een vaste vervoersvergoeding wordt als volgt bepaald:
(214 werkdagen x totale reisafstand x € 0,19)/12 maanden.
Deze praktische regeling is echter alleen toepasbaar voor medewerkers die ten minste 70% van het aantal werkdagen per kalenderjaar ofwel 150 dagen op jaarbasis naar de vaste arbeidsplaats reizen.
Vastgesteld kan worden dat voor bijna alle medewerkers van de gemeente deze regeling toepasbaar is.
Echter, voor de medewerker die niet voldoet aan het criterium van 70% van het aantal werkdagen per kalenderjaar geldt dat hij zijn reiskosten vergoed krijgt op declaratiebasis. Hierbij geldt een vergoeding van
€ 0,19 per kilometer met een maximum van de vergoeding als weergegeven in de tabel in artikel 3, lid 5 van het Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007.
In het Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007 blijft de maximale hoogte van de vervoersvergoeding gelijk aan de maximale vervoersvergoeding zoals deze werd bepaald volgens de Verordening vervoersvergoeding woon-werkverkeer gemeente Capelle aan den IJssel 2002 op basis van het voorheen geldende reiskostenforfait. Er zijn derhalve geen financiële consequenties.
Het Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007 kent, voor wat betreft de vervoersvergoeding woon-werkverkeer, ten opzichte van de voorheen geldende regeling voor de vervoersvergoedingen woon-werkverkeer drie wijzigingen:
Onder saldering wordt verstaan de mogelijkheid om met ingang van het jaar 2008 de vervoersvergoedingen woon-werkverkeer te salderen met de vergoedingen voor dienstreizen. Met salderen wordt het volgende bedoeld: als gevolg van het beschikbare budget voor woon-werkverkeer de medewerkers ontvangen niet de maximaal mogelijke fiscale onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer. Omdat meer zou mogen worden vergoed voor de woon-werkvergoeding dan momenteel wordt gedaan ontstaat er een fiscale ruimte. Voor de vergoedingen voor dienstreizen geldt dat deze worden vergoed tegen een bedrag van
31 eurocent. Dit is € 0,12 meer dan de fiscale wetgeving voorschrijft. Deze € 0,12 wordt dan ook bruto uitgekeerd. De nieuwe fiscale wetgeving biedt de mogelijkheid om de ongebruikte fiscale ruimte in het
woon-werkverkeer te salderen met het belaste deel van de zakelijke kilometers.
Het volgende voorbeeld kan dit verduidelijken.
Medewerker A reist vijf dagen per week 10 kilometer van zijn huis naar de arbeidsplaats (en andersom) en zou derhalve een onbelaste vergoeding kunnen krijgen, gelet op de fiscale wetgeving, van maximaal
(214 werkdagen x 20 kilometer x € 0,19)/12 maanden) € 67,67 per maand ofwel € 812,04 per jaar.
Om reden dat de vaste vergoeding voor het woon-werkverkeer in onze regeling is gemaximeerd tot € 32,50 per maand, is derhalve een fiscale ruimte aanwezig van € 35,17 per maand ofwel € 422,04 per jaar.
Eenmaal per maand gedurende het gehele jaar maakt deze medewerker een dienstreis van 100 kilometer waarvoor gedeclareerd mag worden een bedrag van € 0,31 per kilometer (€ 0,19 belast en € 0,12 onbelast). Gelet op het belaste deel van de kilometervergoeding (€ 0,12) wordt op maandbasis belast een bedrag van 100 x € 0,12 = € 12,-- en op jaarbasis derhalve een bedrag van € 240,--. Gelet echter op de fiscale ruimte van € 35,17 per maand ofwel € 422,04 per jaar had de vergoeding voor de dienstreis onbelast kunnen worden uitbetaald. Dit wordt op het einde van het jaar alsnog gecorrigeerd.
De salarisadministratie draagt zorg voor de uitbetaling van de vervoersvergoeding en derhalve ook voor de uitbetaling van de saldering. Van de zijde van de medewerker is derhalve geen actie noodzakelijk.
Vervoersvergoeding woon-werkverkeer openbaar vervoer
Medewerkers kunnen voor het woon-werkverkeer gebruik maken van het openbaar vervoer.
Hiervoor dienen zij een abonnement (maandkaart dan wel jaarkaart) aan te schaffen van het betreffende openbaar vervoersmiddel. Na overhandiging van een kopie van een dergelijke kaart zal de gemeente overgaan tot het vergoeden van de gemaakte kosten. Na afloop van de geldigheidstermijn van het abonnement dient de medewerker het originele exemplaar te overhandigen aan de salarisadministratie. Losse kaartjes dan wel strippenkaarten komen niet in aanmerking voor een vergoeding. Indien wordt gekozen om te reizen met het openbaar vervoer dient deze keuze in beginsel gedurende een jaar
(12 maanden) gehandhaafd te blijven. Na afloop van het jaar (12 maanden) dient de medewerker opnieuw zijn keuze kenbaar te maken.
De vervoersvergoeding op grond van het Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007 is niet afhankelijk van het gebruikte vervoermiddel. De vervoersvergoeding is eveneens niet afhankelijk van de noodzaak casu quo de intentie om te verhuizen naar de standpplaats als bedoeld in de Verplaatsingskostenverordening 1991. Op grond van de Verplaatsingskostenverordening bestond de mogelijkheid om bij aanwezigheid van de noodzaak van een verhuizing, een tegemoetkoming te verstrekken in de reiskosten voor de duur van twee jaar. In artikel 9 van het Besluit kostenvergoedingen is vastgelegd dat indien een vervoersvergoeding wordt toegekend de in de Verplaatsingskostenverordening genoemde reiskostenvergoeding niet wordt toegekend.
3.Vergoeding reis- en verblijfkosten van binnenlandse dienstreizen
In paragraaf 3 van het Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007 is vastgelegd aan welke voorwaarden een binnenlandse dienstreis dient te voldoen voordat wordt overgegaan tot een vergoeding van de hieraan verbonden reiskosten en (eventueel) de verblijfkosten. Een dergelijke vastlegging van de voorwaarden voor een dienstreis heeft tot op heden niet plaatsgevonden en is noodzakelijk geacht om alle mogelijke onduidelijkheden weg te nemen.
De hoogte van de kilometervergoeding voor dienstreizen is afgeleid van de Reisregeling binnenland die geldt voor de ambtenaren van de sector rijk. Wijzigingen in de hoogte van de vergoeding en/of de voorwaarden voor de vergoeding zijn opgenomen in een circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die (voor dit onderwerp) eenmaal per jaar ter kennis van de gemeente wordt gebracht. De hoogte van de kilometervergoeding voor dienstreizen is momenteel bepaald op € 0,28 per kilometer waarvan € 0,12 belast is. In overeenstemming met de commissie voor Georganiseerd Overleg is enige jaren geleden vastgesteld dat de kilometervergoeding in deze gemeente echter € 0,31 bedraagt.
De verblijfkosten kunnen bestaan uit de volgende kostensoorten:
De voorwaarden waaraan een dienstreis moet voldoen ten einde te kunnen komen tot een uitbetaling van de reis- en verblijfkosten zijn neergelegd in de artikelen 10 tot en met 13 en 15 van het Besluit kostenvergoedingen en behoeven geen nadere toelichting. De hoogte van de vergoeding voor reiskosten en verblijfkosten is vastgelegd in de artikelen 14 en 18. Bijzondere vermelding verdient het bepaalde in
artikel 15, lid 1 volgens welk artikel de vergoeding van de reiskosten plaatsvindt op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor een plaats in de eerste klasse. Deze bepaling is in overeenstemming met het bepaalde in de Reisregeling binnenland.
De vergoeding van € 0,31 per kilometer bevat ook reeds de kosten voor parkeer-, veer- en tolgelden.
Dit betekent dat deze kosten niet alsnog kunnen worden gedeclareerd.
Volledigheidshalve wijzen wij erop dat in het geval met eigen motorrijtuig in de zin van de
Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen een dienstreis wordt gemaakt, de eventuele schade die geleden wordt als gevolg van deze dienstreis wordt vergoed, tenzij de schade bestaat uit de normale slijtage van het gebruikte motorrijtuig dan wel sprake is van aan opzet of bewuste roekeloosheid grenzende verwijtbaarheid van de medewerker. De medewerker die in de regel meer dan 10.000 kilometers per jaar rijdt ten behoeve van de dienst en hiervoor een vergoeding ontvangt, heeft in het geheel geen recht op vergoeding van schade aan zijn eigen motorrijtuig.
4.Vergoeding reis- en verblijfkosten van buitenlandse dienstreizen
In paragraaf 4 van het Besluit kostenvergoedingen gemeente Capelle aan den IJssel 2007 is vastgelegd aan welke voorwaarden een buitenlandse dienstreis dient te voldoen voordat wordt overgegaan tot een vergoeding van de hieraan verbonden reiskosten en (eventueel) de verblijfkosten. Een dergelijke vastlegging van de voorwaarden voor een dienstreis heeft tot op heden niet plaatsgevonden en is noodzakelijk geacht om alle mogelijke onduidelijkheden weg te nemen.
De hoogte van de vergoedingen voor reiskosten en (eventueel) verblijfkosten voor buitenlandse dienstreizen is afgeleid van de Reisregeling buitenland die geldt voor de ambtenaren van de sector rijk. Wijzigingen in de hoogte van de vergoeding en/of de voorwaarden voor de vergoeding zijn opgenomen in een circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die (voor dit onderwerp) eenmaal per jaar ter kennis van de gemeente wordt gebracht. De werkelijke kosten van de dienstreizen worden geheel vergoed. De hoogte van de verblijfkosten worden bepaald door de Reisregeling buitenland en zijn afhankelijk van het betreffende land dat bezocht wordt (zie bijbehorende tarieflijst).
De verblijfkosten kunnen bestaan uit de volgende kostensoorten:
De Reisregeling buitenland geeft een tweetal bedragen per land of gebiedsdeel weer, te weten een bedrag voor logieskosten en een bedrag voor overige kosten. Het bedrag van de overige kosten ziet op de kostensoorten zoals hierboven genoemd onder a tot en met e. Ieder component vertegenwoordigd een percentage van het bedrag voor overige kosten. De percentages kunnen als volgt worden weergegeven:
De voorwaarden waaraan een dienstreis moet voldoen ten einde te kunnen komen tot een uitbetaling
van de reiskosten alsmede de hoogte van de vergoeding voor reiskosten zijn neergelegd in de
artikelen 19 tot en met 23 van het Besluit kostenvergoedingen en behoeven geen nadere toelichting.
De voorwaarden en de hoogte van de vergoeding voor verblijfkosten zijn vastgelegd in de artikelen 24 tot en met 26.
5.Vergoeding kosten van een warme maaltijd
De vergoeding van de kosten van een warme maaltijd is vastgelegd in artikel 27 van het Besluit kostenvergoedingen. Deze vergoeding is afgeleid van de Reisregeling binnenland die geldt voor de ambtenaren van de sector rijk.