Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Wegsleepverordening Breda 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWegsleepverordening Breda 2019
CiteertitelWegsleepverordening Breda 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 173, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994
  3. Besluit wegslepen van voertuigen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2023artikel 4

11-12-2023

gmb-2023-559332

05-07-201928-12-2023nieuwe regeling

20-06-2019

gmb-2019-165684

2019-2455

Tekst van de regeling

Intitulé

Wegsleepverordening Breda 2019

De raad van de gemeente Breda,

 

Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeers- wet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

 

Overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Wegsleepverordening Breda 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;

  • e.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Aanwijzing van weggedeelte waar voertuigen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen het terrein van de firma Van Eijck BV gelegen aan de Graaf Engelbertlaan 167 te Breda.

  • 2.

    De openingstijden van de in eerste lid bedoelde bewaarplaats:

    maandag tot en met vrijdag van 08:00 uur tot 18:00 uur.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

  • 1.

    De kosten voor voertuigen tot 3500 kg GVW (Gewicht Volle Wagen):

    • -

      Het wegslepen van een gekentekend voertuig, € 218,23,-;

    • -

      Toeslag voor het wegslepen van een gekentekend voertuig buiten openingstijden  € 54,56,-

    • -

      Bewarings- en administratiekosten tot 23:59 uur op dag van wegslepen €32,73,-;

    • -

      De stallingskosten, € 17,46,- per dag of een deel daarvan;

    • -

      De kosten voor een loze rit, € 130,94,-.

  • 2.

    De kosten voor voertuigen boven 3500 kg GVW (Gewicht Volle Wagen);

    • -

      Het wegslepen van vrachtwagencombinatie / touringcar, uitrijden, € 436,45,-;

    • -

      Toeslag voor het wegslepen van een gekentekend voertuig buiten openingstijden € 109,11,- 

    • -

      Bewarings- en administratiekosten tot 23:59 uur op dag van wegslepen € 65,47,-; 

    • -

      De stallingskosten, € 34,92,- per dag of een deel daarvan;

    • -

      De kosten voor een loze rit bedragen € 130,94,-

  • 3.

    Toeslag voor voertuigen retourgeven vanuit bewaarplaats buiten de openingstijden zoals genoemd in artikel 3, tweede lid bedraagt € 87,29,-.

  • 4.

    De in het eerste, tweede en derde lid genoemde kosten zijn exclusief BTW.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken ongeschiktheid of rijvaardigheid dan het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, artikel 164, zevende lid, en artikel 174, eerste lid van de wet, zijn de artikelen 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn mede de door burgemeester en wethouders aangewezen personen belast.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze verordening is bekend gemaakt. Bij inwerkingtreding van deze verordening wordt de verordening ‘Wegsleep verordening 2002’ ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening Breda 2019.

 

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 20 juni 2018

, voorzitter

, griffier

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    RVV 1990: Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al RVV 1990;

  • e.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders.

Toelichting

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

 

Voertuig

Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.

Ook in de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 (hierna: APV) is een bepaling opgenomen over de verwijdering van geplaatsen en geparkeerde overlast gevende fietsen en bromfietsen in het door het college aangewezen gebieden of van de openbare weg (zie artikel 5:11 APV). Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In artikel 5:11 van de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals

de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

 

Motorrijtuig

Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

 

 

Artikel 2 Aanwijzing van weggedeelte waar voertuigen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.

Toelichting

De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt met uitzondering van wegen waarvan Rijkswaterstaat het bevoegd gezag is.

 

Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijk verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke.

 

Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken.

 

In de tekst van de verordening zijn alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen. Kortom, een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten én behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, én zijn aangewezen in de wegsleepverordening.

 

Voor de volledigheid wordt nog eens opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bijvoorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken niet weggesleept mogen worden. Het voertuig zal doorgaans pas mogen worden weggesleept wanneer de winkels en bedrijven weer opengaan of enige tijd daarvoor. Het wegslepen van het voertuig is het laatste middel om de overtreding te beëindigen (Ultimum remedium).

 

 

Artikel 3Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

Toelichting

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk.

In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.

 

De openingstijden kunnen wel nader door het college van burgemeester en wethouders worden vast- gesteld omdat ze niet expliciet genoemd zijn in artikel 173 WVW 1994. De openingstijden van de bewaarplaats zijn vastgesteld op: maandag tot en met vrijdag van 08:00 uur tot 18:00 uur. Ook buiten deze openingstijden is het mogelijk op een voertuig retour te krijgen. Hiervoor geldt echter een toeslag op de stallings- en bewaarkosten.

 

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

Toelichting

In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, W.A-verzekering en dergelijke.

 

In de wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds.

 

In het eerste lid zijn de kosten bepaald voor het slepen en stallen van voertuigen tot 3500 kg. Het tweede lid bepaald de kosten voor het slepen en stallen van voertuigen boven 3500 kg. Het derde lid bepaald de toeslag voor het retour geven van het voertuig buiten openingstijd van de stallingslocatie. Deze toeslag is gebaseerd op het feit dat buiten openingstijden mogelijk geen personeel aanwezig is op de stallingslocatie. Deze dient dan te worden opgeroepen. In verband met de veiligheid van het personeel op de stallingslocatie worden er altijd twee personen opgeroepen om het voertuig buiten openingstijd retour te geven.

 

 

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken ongeschiktheid of rijvaardigheid dan het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.

Toelichting

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

 

het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

 

de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het knoeien met kentekens in geval van autodiefstal.

 

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuurs- dwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt. Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Het is raadzaam om ook in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing te verklaren.

 

Artikel 6 Toezichthouders

De basis voor deze bevoegdheid wordt gevonden in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 7Inwerkingtreding

De Wegsleepverordening 2019 treedt in werking op de dag nadat deze verordening is bekend gemaakt op www.overheid.nl. De Wegsleepverordening 2002 is bij inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

 

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening Breda 2019.

 

 

 

Bijlage bij toelichting van de Wegsleepverordening 2019

In deze bijlage worden concrete gevallen aangegeven waarin er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding van de wegenverkeerswetgeving.

 

Artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994

Gevallen waarin gemotiveerd kan worden overgegaan tot het verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:

 

Plaats op de weg (zie artikel 5 tot en met 7 en artikel 10 RVV 1990).

een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft

 

Laten stilstaan (Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990).

een voertuig is tot stilstand gebracht:

  • -

    op een kruispunt, rotonde of een overweg;

  • -

    op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

  • -

    op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

  • -

    in een tunnel;

  • -

    bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk in- en uitstappen van passagiers;

  • -

    op de rijbaan langs een busstrook;

  • -

    op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

  • -

    op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of – behoudens in noodgevallen- op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg.

Parkeren (Zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990).

een voertuig is geparkeerd:

  • -

    bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

  • -

    voor een inrit of een uitrit;

  • -

    buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

  • -

    op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

  • -

    binnen een erf, waarbij – voorzover het een motorvoertuig betreft – geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

  • -

    op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

  • -

    zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld.

Bevel of aanwijzing (Zie artikel 82 RVV 1990).

een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon;

 

Gevaarlijk of hinderlijk gedrag (Zie artikel 5 WVW 1994, het zogenaamde kapstokartikel).

een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd.

 

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de algemene toelichting is aangegeven, zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.

 

 

Artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen)

Gevallen waarin kan worden overgegaan tot het verwijdering, overbrengen en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:

 

 

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.