Organisatie | Woensdrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2019) |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt het Uitvoeringsbesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-07-2019 | 30-12-2019 | nieuwe regeling | 27-11-2018 | 2018.48583 |
Het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht;
gelet op artikel 12 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2018;
het navolgende Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2019 vast te stellen.
Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2019
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN
In dit besluit de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
niet-professionele zorgverlener: zorgverlener (persoon) welke niet in het bezit is van branche-specifieke diploma’s voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning en/of welke voor het verlenen van de betreffende ondersteuning niet in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of detacheringsbureau, of hiervoor niet als ZZP’er geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;
professionele zorgverlener: zorgverlener (persoon) welke in het bezit is van branche-specifieke diploma’s voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning en welke voor het verlenen van de betreffende ondersteuning in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of detacheringsbureau, of hiervoor als ZZP’er geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;
HOOFDSTUK 3: PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Overeenkomstig artikel 12, lid 5, van de Verordening, is de hoogte van een pgb:
Overeenkomstig artikel 12, lid 4, sub a, van de Verordening, dient in het door de cliënt aangeleverde budgetplan in ieder geval vermeld te worden:
Verantwoording van het pgb voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen vindt plaats door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld formulier waarbij de in het formulier opgenomen gegevens dienen te worden vermeld. De SVB beoordeelt of het door de cliënt gedeclareerde pgb overeenkomt met het verstrekte pgb.
Verantwoording van het pgb voor een aard- en nagelvaste voorziening ten behoeve van wonen of het bezoekbaar maken van een woning door de cliënt aan het college vindt plaats binnen zes maanden (bij kosten minder dan € 20.000,00) of twaalf maanden (bij kosten vanaf € 20.000,00) na dagtekening van het besluit en omvat minimaal: .
Het college kan ter verantwoording van het pgb voor (rolstoel)taxivervoer of een alternatieve vervoersvoorziening binnen 3 maanden na dagtekening van het besluit en daaropvolgend ieder kwartaal bij cliënt opvragen; een (verzamel)factuur en een rittenregistratie (bij (rolstoel)taxivervoer) of (bij een alternatieve vervoersvoorziening) een rittenregistratie, waaruit moet kunnen worden opgemaakt wat het aantal kilometers is dat in de afgelopen maand is afgelegd met het betreffende vervoersmiddel.
Het college vraagt (aanvullend) verantwoording voor de besteding van het pgb op indien daar naar aanleiding van de declaratie/verantwoording (bij de SVB en/of het college) van het pgb door de cliënt reden toe bestaat. De cliënt zal worden verzocht andere gegevens zoals bijvoorbeeld een bankafschrift te overleggen aan het college ten behoeve van de controle van de verantwoording.