Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpen aan den IJssel

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent het aanwijzingsbesluit heffings-/invorderingsambtenaar, medewerkers belastingen en inning en inlichtingenverplichtingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpen aan den IJssel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent het aanwijzingsbesluit heffings-/invorderingsambtenaar, medewerkers belastingen en inning en inlichtingenverplichtingen
CiteertitelAanwijzingsbesluit heffings-/invorderingsambtenaar, medewerkers belastingen en inning en inlichtingenverplichtingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit besluit vervangt voorgaande versies.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  2. artikel 231, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 2, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
  4. artikel 246a van de Gemeentewet
  5. artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
  6. artikel 63a van de Invorderingswet 1990
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-06-2019nieuwe regeling

25-06-2019

gmb-2019-160275

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent het aanwijzingsbesluit heffings-/invorderingsambtenaar, medewerkers belastingen en inning en inlichtingenverplichtingen

Het college van burgemeester en wethouders Krimpen aan den IJssel  

gelet op:  

artikel 2, lid 3, onderdeel b van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen juncto artikel 231, lid 2, onderdeel b van de Gemeentewet;  

artikel 2, lid 1, onderdeel i van de Invorderingswet 1990 juncto artikel 231, lid 2, onderdeel c van de Gemeentewet;  

artikel 231, lid 2, onderdeel d van de Gemeentewet;  

artikel 231, lid 2, onderdeel e van de Gemeentewet;  

artikel 246a van de Gemeentewet;  

artikel 56 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen;  

artikel 63a van de Invorderingswet 1990;  

 

b e s l u i t : 

 

aan te wijzen als:  

  • 1.

    de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de gemeentewet (de "heffingsambtenaar"), de volgende ambtenaar:  

    Beleidsmedewerker B van het team Belastingen;

    als eerste vervanger wordt aangewezen de medewerker Bedrijfsvoering C van het team Financieel Beheer. 

  • 2.

    de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet (de "invorderingsambtenaar"), de volgende gemeenteambtenaar:  

    Medewerker bedrijfsvoering C van het team Financieel Beheer;

    als eerste vervanger wordt aangewezen Beleidsmedewerker B van het team Belastingen. 

  • 3.

    de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 231, lid 2, onderdeel d van de Gemeentewet, de volgende ambtenaren:  

    • a.

      de medewerker Administratie B van het team Belastingen; 

    • b.

      de medewerkers beleid advies en projecten A en B van het team Belastingen; 

    • c.

      de secretaresse A van het team Belastingen; 

    • d.

      de medewerkers team Financieel Beheer; 

    • e.

      de medewerkers Dienstverlening E van het team Burgerzaken.  

te bepalen dat jegens de hiervoor bedoelde gemeenteambtenaren onder a tot en met d mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49, 50, 51 en 53a van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 31 van de wet waardering onroerende zaken, de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaart in de Algemene Maatregel van Bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet.  

 

te bepalen dat jegens de hiervoor bedoelde gemeenteambtenaren onder e mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49, en 50 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaart in de Algemene Maatregel van Bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet. 

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en vervangt voorgaande versies. 

 

Krimpen aan den IJssel,25 juni 2019

Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel, 

De secretaris,

A. Boele

De burgemeester, 

M.W. Vroom