Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaat-, volmacht- en machtiging gemeente Smallingerland 2019 |
Citeertitel | Mandaatregeling Gemeente Smallingerland 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-08-2022 | bijlage 1, 3, 4 | 12-07-2022 | 2022-031786 | ||
07-04-2022 | 01-01-2022 | 02-08-2022 | artikel 5, 7, bijlage 1, 3 | 01-02-2022 | 2021- 050748 |
01-04-2022 | 07-04-2022 | bijlage 1, 4 | 22-03-2022 | ||
25-01-2022 | 16-02-2021 | 01-04-2022 | bijlage 5 | 21-12-2021 | |
01-01-2020 | 25-01-2022 | artikel 1, 5, 8, bijlage 1, 3, 4 | 12-12-2019 | ||
01-07-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 11-06-2019 | 43475 |
Het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland en de burgemeester van Smallingerland, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
gelet op de artikelen 59a, 168 en 171 van de Gemeentewet;
gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van de gemeente Smallingerland van d.d. 7 juni 2019 zaaknummer 43475;
vast te stellen het volgende besluit mandaat-, volmacht- en machtiging gemeente Smallingerland 2019
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2 Schakelbepaling volmacht en machtiging
Waar in dit besluit gesproken wordt over mandaat, dient tenzij anders is bepaald, daaronder tevens te worden begrepen volmacht en machtiging.
De bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen omvat tevens de bevoegdheid tot het stellen van voorschriften en beperkingen en het verrichten van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.
Het college en de burgemeester van Smallingerland verlenen de medewerker die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn.
Indien het mandaat, de volmacht of machtiging aan een bepaalde medewerker wordt verleend, wordt daarmee het mandaat, de volmacht of machtiging eveneens geacht te zijn verleend aan de hiërarchisch hoger geplaatsten, zoals de gemeentesecretaris/algemeen directeur, de concerndirecteur en de teammanager van het betreffende team.
Artikel 8 Ondertekeningswijze bij mandaat, volmacht en machtiging
Een krachtens volmacht of machtiging opgedragen en uitgevoerde rechtshandeling vermeldt namens welk bestuursorgaan de rechtshandeling is verricht, als volgt:
"Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland" of "Namens de burgemeester van de gemeente Smallingerland",
Naam volmachthouder of gemachtigde
Een krachtens mandaat genomen besluit en een bij vervanging genomen besluit, of een bij volmacht of machtiging opgedragen en bij vervanging uitgevoerde rechtshandeling, vermeldt de naam, de functie en het team van degene die wordt vervangen met daarachter “bij afwezigheid” (b.a.) en de handtekening van de vervanger.
Artikel 9 Citeertitel en Inwerkingtreding
De Mandatenregeling 2010 Smallingerland, zoals laatstelijk vastgesteld door het college en de burgemeester van Smallingerland op 9 maart 2017 wordt per 1 juli 2019 ingetrokken. Daarnaast worden alle afzonderlijk intern verstrekte mandaten ingetrokken met het vaststellen van de Mandaatregeling Gemeente Smallingerland 2019.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 juni 2019.
Het college van burgemeester en wethouders
de secretaris,
Jelmer Mulder
de burgemeester,
Jan Rijpstra
Respectievelijk de burgemeester
Jan Rijpstra
Bijlage 1 Niet gemandateerde bevoegdheden van het college en de burgemeester
Bijlage 2 mandaat voorbehouden aan de wethouder die de betreffende wetgeving in portefeuille heeft
Bevoegdheden die gelden ten aanzien van de wethouder die de betreffende wetgeving in portefeuille heeft of diens plaatsvervanger.
Bijlage 3 mandaat voorbehouden aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur
Bevoegdheden die gelden ten aanzien van alle (hiërarchisch ondergeschikte) werknemers tenzij anders is vermeld.
Mandaat voorbehouden aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur/concerndirecteur die de taak c.q. team in portefeuille heeft
Bevoegdheden die gelden ten aanzien van alle hiërarchisch ondergeschikte werknemers tenzij anders is vermeld.
Bevoegdheden o.g.v. de Wet maatschappelijke ondersteuning t.b.v. het beschermd wonen aan de centrumgemeente Leeuwarden, de directeur van de dienst Sociaal domein van de gemeente Leeuwarden en de tot die dienst behorende medewerkers die zijn belast met de taak van beschermd wonen. (m.u.v. het beslissen op bezwaar en het voeren van rechtsgedingen)
Toelichting op het Besluit mandaat-, volmacht- en machtiging Smallingerland 2019
In artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt mandaat omschreven als de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. De bevoegdheid in mandaat wordt uitgeoefend onder verantwoordelijkheid van het oorspronkelijke bevoegde orgaan. De mandaathouder kan namens de mandaatgever besluiten nemen. Deze besluiten worden toegerekend aan het bestuursorgaan zelf. Het bestuursorgaan verliest de bevoegdheid om zelf het besluit te nemen niet en kan dit ook te allen tijde doen. Ook betekent dit dat bezwaar en beroep tegen een in mandaat genomen besluit wordt ingesteld tegen het bestuursorgaan zelf en niet tegen de ambtenaar die het besluit feitelijk heeft genomen. Voor de gemeente Smallingerland is behoefte aan een nieuwe mandaatregeling, die aansluit op de nieuwe organisatiestructuur.
De Leiderschapsvisie vraagt van medewerkers het tonen van eigenaarschap en verantwoordelijkheid en hier ook persoonlijk leiderschap in naar voren te brengen. Leidinggevenden begeleiden dit via coachend leiderschap binnen heldere kaders. Essentieel is het geven van ruimte, vertrouwen en meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De mandaatregeling gaat uit van deze kernpunten.
De methodiek die in deze mandaatregeling wordt toegepast wijkt af van de methodiek die tot nu toe in de gemeente werd gehanteerd. Tot nu toe is het in de gemeente gebruikelijk om in de mandaatregeling alle gemandateerde bevoegdheden expliciet te benoemen, vaak onder verwijzing naar het wetsartikel waarin die bevoegdheid is neergelegd, het zogenaamde "positief mandaatstelsel". Deze methode heeft vanzelfsprekend voor- en nadelen. Voordeel van deze methode is dat kan worden nagegaan aan welke medewerker welke bevoegdheid is gemandateerd. Het leidende principe was dat veel bevoegdheden aan het afdelingshoofd was gemandateerd met de mogelijkheid tot ondermandaat. Is een bepaalde bevoegdheid niet opgenomen in de mandaatregeling dan is uitsluitend het college of de burgemeester bevoegd om de besluiten te nemen. Nadeel van deze methode is dat dergelijke mandaatbesluiten snel “verouderen” en daardoor onderhouds gevoelig zijn. Daar komt bij dat de huidige mandaatregeling is beschreven op de vorige functiebeschrijvingen en daardoor niet meer aansluit op de huidige vijf functiefamilies. Wetten worden voortdurend gewijzigd, er komen steeds nieuwe wetten of wetten worden juist ingetrokken. Dit alles maakt dat de mandaatregeling vrijwel voortdurend aan wijzigingen onderhevig is.
De gemeente Smallingerland kent een besturingsfilosofie, waarbij op basis van integraliteit wordt gewerkt. Volgens dit organisatiebeginsel worden de bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd om de organisatie zo slagvaardig mogelijk te maken. De Teammanagers, maar ook de onder hen ressorterende medewerkers, moeten over die bevoegdheden beschikken om de hen toegekende taken adequaat en efficiënt uit te voeren.
Dat impliceert tevens dat het bestuur haar medewerkers het vertrouwen schenkt dat zij op gepaste en verstandige wijze gebruik maken van en omgaan met hun bevoegdheden. Daarom wordt een zeker inschattingsvermogen en politieke sensitiviteit verlangd van de betrokken medewerker. Waar dat in een incidenteel geval verkeerd wordt ingeschat, heeft dat naar derden geen gevolgen. Immers, de betreffende medewerker was formeel bevoegd. Intern kan de medewerker echter aangesproken worden op een onjuist of onterecht gebruik van zijn bevoegdheden.
Belangrijk is ook dat van een mandaat gebruik kan worden gemaakt; het is geen verplichting. Dit dient van geval tot geval bekeken te worden door de medewerker. In bijlage 1 wordt in de lijst van niet gemandateerde bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders onder het kopje Algemeen een kader gegeven waardoor de medewerker een afweging te maken.
De nieuwe, omgekeerde methodiek is minder onderhoudsgevoelig, geeft een duidelijk en helder kader en komt beter tegemoet aan de uitgangspunten van integraliteit. Alle collegebevoegdheden worden gemandateerd tot op medewerkers-niveau, tenzij de bevoegdheid expliciet wordt voorbehouden aan een ander (leidinggevend) niveau. Dit is het zogenaamde "negatief mandaatstelsel". Bovendien wordt in de mandaatregeling zo min mogelijk verwezen naar wetsartikelen e.d. Het directe gevolg van deze methode is natuurlijk dat alle bevoegdheden die niet zijn uitgezonderd van het mandaat, zijn gemandateerd tot op medewerkers-niveau en dus zo laag mogelijk in de organisatie komen te liggen.
Ondertekening- en beslissingsmandaat
In het mandaatbesluit is degene die bevoegd is in mandaat een besluit te nemen tevens bevoegd dit besluit te ondertekenen. Uitgangspunt van het mandaatbesluit is dat alle bevoegdheden beslissings-mandaten zijn. Met beslissingen worden hier zowel beslissingen gericht op rechtsgevolg bedoeld (besluiten in de zin van de Awb) als beslissingen die niet zijn gericht op rechtsgevolg.
Dit artikel vormt een weerslag van artikel 10:12 Awb, de zgn. schakelbepaling. Door dit artikel wordt duidelijk dat de mandaatregeling niet alleen betrekking heeft op het publiekrechtelijk handelen van de gemeente maar op al het handelen, dus ook privaatrechtelijk en feitelijk handelen.
Volmacht is geregeld in titel 3.3 van het Burgerlijk wetboek en betekent: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten.
Volmacht heeft altijd betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen, bijvoorbeeld het sluiten van een onderhoudsovereenkomst, het aanschaffen van boeken of het kopen van grond. In artikel 160 lid 1 sub e gemeentewet is bepaald dat het college bevoegd is te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente. Als het college een privaatrechtelijk besluit heeft genomen vertegenwoordigd de burgemeester de gemeente.
De burgemeester is degene die de gemeente als rechtspersoon, en dus niet als bestuursorgaan, vertegenwoordigt in en buiten rechte (artikel171 gemeentewet). Dit betreft formele proces vertegenwoordiging maar ook vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen zoals het sluiten van overeenkomsten. Partij bij de overeenkomst is de gemeente. Omdat de burgemeester de gemeente vertegenwoordigt, is hij degene die overeenkomsten namens de gemeente ondertekent. De burgemeester kan voor het verrichten van rechtshandelingen een volmacht verlenen aan een ander.
De regels van mandaat gelden ook voor volmachten voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen.
Een machtiging is een handeling die geen besluit en ook geen privaatrechtelijke rechtshandeling is. Het gaat dan om feitelijk handelen. Hierbij kan gedacht worden aan een handeling die geen rechtsgevolg heeft zoals het geven informatie, het versturen van een ontvangstbevestiging, de gemeente vertegenwoordigen bij de rechtbank, het bijhouden van de administratie.
De regels van mandaat gelden ook voor deze machtigingen.
Het ligt voor de hand dat bij mandatering van een bevoegdheid ook de daarbij behorende handelingen, bijvoorbeeld ondertekening van de stukken, door de mandaathouder worden verricht. In plaats van per gemandateerde bevoegdheid ook de bijbehorende handelingen te mandateren, is deze algemene bepaling in het mandaatbesluit opgenomen.
In het eerste artikellid worden de bevoegdheden die bij het college en de burgemeester berusten, gemandateerd aan de medewerkers van de gemeente Smallingerland en aan ingehuurde medewerkers die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.
In het tweede lid is opgenomen dat de voorwaarden en uitzonderingen die in artikel 5 zijn opgenomen in acht dienen te worden genomen bij de uitoefening van het mandaat.
In het derde lid is opgenomen dat er geen onderscheid bestaat tussen een beslis- en ondertekenings-mandaat.
In het eerste lid is de voorwaarde opgenomen dat pas gebruik kan worden gemaakt van een mandaat als de uitoefening van een bevoegdheid overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden van de desbetreffende organisatie-eenheid dan wel taakveld. In het Uitvoeringsbesluit, vastgesteld door het Directieteam, als bijlage behorende bij het Organisatiebesluit, zijn de Teams en de daarbij behorende taken en opgaven beschreven.
Het uitgangspunt van de regeling is dat de bevoegdheden zodanig in de organisatie zijn neergelegd dat het slechts in uitzonderingssituaties nodig moet zijn om terug te vallen op een hoger bevoegdhedenniveau. Dit past ook bij de uitgangspunten van de organisatie wijziging #INBEWEGING.
In het tweede lid wordt verwezen naar bijlage 1, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn uitgezonderd van mandaat.
In het derde lid wordt verwezen naar bijlage 2, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn gemandateerd aan de wethouder die de betreffende wetgeving in portefeuille heeft.
In het vierde lid wordt verwezen naar bijlage 3, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn gemandateerd aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris en het Directieteam.
In het vijfde lid wordt verwezen naar bijlage 4, waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die zijn gemandateerd aan de Teammanagers.
In het zesde lid is opgenomen dat ondermandaat niet is toegestaan, tenzij dit expliciet is aangegeven.
In het zevende lid is opgenomen dat hetgeen is bepaald in de toedeling van producten en projecten, die in de begroting zijn toegewezen aan medewerkers en in het financiële pakket en die zijn vastgelegd op de economische kostencategorie goederen en diensten of de toedeling via de taakveldenraming en de financiële verordening gemeente Smallingerland in acht wordt genomen bij de uitoefening van een mandaat. De toedeling van producten en projecten en de taakveldenraming wordt opgenomen in de nog vast te stellen Budgethoudersregeling. Zolang wordt er nog gewerkt met de toekenning van mandaat zoals deze was opgenomen in de Mandaatregeling 2010. De taakveldenraming is toegevoegd.
In het achtste lid is geregeld dat de toedeling van producten en projecten en de taakveldenraming voorgaat op het Mandaatbesluit in geval van strijdigheid.
In het negende lid is opgenomen dat het college en de burgemeester ook nog individuele mandatenkunnen verlenen. Een overzicht van deze mandaten wordt achter deze mandatenregeling gevoegd.
In dit artikel zijn de mandaten aan derden geregeld. Het betreft derden die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever. In bijlage 5 is een lijst van mandaten opgesomd.
In het tweede lid is opgenomen dat de mandaten die aan een gemeenschappelijke regeling zijn verleend buiten de reikwijdte van het Mandaatbesluit vallen.
De mandaten aan externe partijen worden niet ingetrokken en blijven dus ook na in werking treden van dit mandaatbesluit gelden. Dit sluit aan bij art. 10:4 Awb. Mandaat aan ondergeschikten is steeds een eenzijdige (publiekrechtelijke) rechtshandeling. Externe partijen zijn geen ondergeschikten. Mandaat aan niet- ondergeschikten is – met uitzondering van de situatie waarin bij wettelijk voorschrift in mandaat is voorzien – alleen mogelijk indien de ander het mandaat ook aanvaardt: wilsovereenstemming is vereist en dat impliceert een afspraak of in de terminologie van het BW een overeenkomst. De omgekeerde methodiek is niet geschikt voor het vastleggen van mandaten aan niet-ondergeschikten.
In deze bijlage staan de bevoegdheden die van mandaat zijn uitgezonderd.
Dit houdt in dat de bestuursorganen zelf deze bevoegdheden blijven uitoefenen. Een portefeuillehouder alleen komen geen bevoegdheden toe op grond van de wet. Deze lijn is doorgetrokken in dit Mandaat-besluit.
Er is een onderverdeling gemaakt in algemeen, publiekrechtelijke bevoegdheden, privaatrechtelijke bevoegdheden, personeelsaangelegenheden en specifieke bevoegdheden van de burgemeester.
Veel van de bevoegdheden spreken voor zich. Een enkele bevoegdheid wordt hieronder nog toegelicht.
Onder 2; de portefeuillehouder kan zelfstandig ook de raad informeren.
Onder 9; het mandaat kan worden uitgeoefend per vordering; er kunnen meerdere vorderingen bestaan op één wederpartij.
Onder 12; onderstaande drempelwaarden dienen in acht te worden genomen bij het aangaan van een verplichting. Zie ook bijlage 4 onder 5.
Onder 1; het betreft een beslismandaat. Het ondertekeningsmandaat is gemandateerd aan de Hulpofficier van Justitie (zie bijlage 5, onder 1).
Onder 3; Het weigeren van een evenementenvergunning risicocategorie C is wel gemandateerd. Ook het verlenen/weigeren van een evenementenvergunning, A en B is gemandateerd. De risicocategorieën zijn opgenomen in de beleidsregels Evenementenveiligheid.
Het besluit om het evenement aan te merken als een A, B of C evenement wordt genomen door de burgemeester.
Onder 4; het betreft een bevoegdheid op grond van de APV.
Onder 5; dit is geregeld in Hoofdstuk XI van de Gemeentewet.
In deze bijlage staan de bevoegdheden die zijn gemandateerd aan een wethouder die besluiten op een bezwaar.
In deze bijlage staan de bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de algemeen directeur/gemeentesecretaris en het Directieteam. De mandaten spreken voor zich.
In deze bijlage staan de bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de teammanagers.
Onder 2: De drempelwaarde van € 50.000,- dient in acht genomen te worden.
Onder 5: zie toelichting bij punt 12 van bijlage 1.
Onder 12; de bevoegdheid ziet ook op het machtigen van derden (zoals advocaten en adviseurs).
In deze bijlage staan de bevoegdheden die aan externen zijn verleend. Het betreft een opsomming van de verleende mandaten. De mandaten zijn niet gedetailleerd beschreven. Hiervoor dienen de afzonderlijke mandaatbesluiten te worden geraadpleegd.
Niet tot de categorie externen behoren de gemeenschappelijke regelingen. Dit is bepaald in artikel 6, tweede lid.