Organisatie | Renkum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Renkum 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting |
Geen
artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-06-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 29-05-2019 |
De raad van de gemeente Renkum
gelezen het voorstel van 20 maart 2019;
gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97,98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1., eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
gezien het advies van het fractievoorzittersoverleg;
besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Renkum 2019.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 3 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De vergoedingen als bedoeld in de artikelen 3.1.1 en 3.1.6 van het Rechtspositiebesluit decentrale politiek ambtsdragers worden maandelijks uitbetaald.
Artikel 4 Toelage raadslid onderzoekscommissie
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 247,64 per maand.
Artikel 6 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden
De kosten voor deelname van een raadslid aan opleiding, cursus, congres, seminar of symposium, die in het gemeentebelang door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente. Hieraan ligt een opleidingsplan ten grondslag, dat door de raad zo spoedig mogelijk na de gemeenteraadsverkiezingen wordt vastgesteld voor de komende raadsperiode. De griffier is verantwoordelijk voor de nadere concretisering en uitvoering van dit plan.
Het raadslid dat wil deelnemen aan een opleiding, cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als het volgen van deze opleiding van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap. Dit staat ter beoordeling van de desbetreffende raadsfractie.
Jaarlijks vindt er verantwoording over de besteding van het budget door de fracties plaats. Deze verantwoording vindt plaats op het zelfde moment als de verantwoording voor de gemeentelijke bijdrage voor fractieondersteuning in artikel 13 Verordening op de ambtelijke ondersteuning en fractieondersteuning 2009.
Artikel 7 Informatie- en communicatievoorzieningen raadsleden
Een raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt, in overleg met de griffier, het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Zolang een raadslid niet is afgetreden, ontslagen of herbenoemd, blijft voor hem het desbetreffende artikel van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dat luidde voor 1 januari 2019, en de op dat artikel gebaseerde nadere regels, van toepassing, indien hem in 2018 een tegemoetkoming of een vergoeding op grond van dat artikel is verleend.
Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor leden van een commissie ingesteld op grond van artikel 82, 83 of 84 van de Gemeentewet
Artikel 9 Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats.
Artikel 10 Vergoeding commissies beroepsmatige deskundigheid
De leden van de Commissie personele aangelegenheden, de Hoorcommissie sociale wetgeving en de Commissie bezwaarschriften ontvangen per zitting een vergoeding ter hoogte van 393% (afgerond op euro’s) van het in artikel 8 lid 1 bedoelde bedrag1.
1 Een zitting is vergadering met een aaneengesloten duur tussen 0-4 uur.
Hoofdstuk 4 Vergoedingen voor leden van een bijzondere commissie (niet art 82,83 of 84 Gemeentewet)
Artikel 13 Vergoedingen voor leden van een bijzondere commissie
Aan de leden van de Woon adviescommissie en de adviesraad Sociaal Domein wordt een vaste vergoeding per jaar toegekend gebaseerd op een gemiddeld aantal van 10 vergaderingen van de commissie per jaar ter hoogte van 67% van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag per zitting in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
De voorzitters van de Woon adviescommissie en de adviesraad Sociaal Domein ontvangen een vaste vergoeding per jaar, gebaseerd op een gemiddeld aantal van 10 vergaderingen van de commissie per jaar, uitgaande van het bedrag van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag per zitting in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Artikel 15 Intrekking oude verordening
De artikelen 2 t/m 13, art. 22 voor zover het raadsleden betreft, art. 23 t/m 25 van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015 wordt ingetrokken.