Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zederik

Verordening op de raadscommissies 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZederik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies 2002
CiteertitelVerordening op de raadscommissies 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-200302-01-2019art. 17

24-11-2003

onbekend

2.07.515 ZED 5361

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2002

Onderwerp:Verordening op de raadscommissies 2002.De Raad der gemeente Zederik;gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 23 oktober 2003;gelet op het instemmend advies van de Commissie Bestuur, Veiligheid en Leefbaarheid d.d. 3 november 2003;gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen de volgende Verordening op de raadscommissies 2002

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Bestuur, Veiligheid en Leefbaarheid;

    • b.

      Ruimte, Economie en Duurzaamheid;

  • 2

    De raadscommissie Bestuur, Veiligheid en Leefbaarheid adviseert en overlegt over devolgende onderwerpen:Coördinatie en beleid; Algemeen Bestuurlijke zaken; Openbare orde en veiligheid;Voorlichting, PR en media; Volksgezondheid GGD; Statushouders; Kunst en Cultuur;Muziekschool; Recreatie en Toerisme; Personeel en Organisatie; Automatisering;Werkgelegenheid; Onderwijs; Sociaal beleid; Sociale Zaken en WVG; Welzijn en Sportzaken;Financiën en Belastingen.

  • 3

    De raadscommissie Ruimte, Economie en Duurzaamheid adviseert en overlegt over devolgende onderwerpen:Project Open Vensters; Project Lexmond ; Ruimtelijke Ordening; Stads - en Dorpsvernieuwing; Volkshuisvesting; Afdeling Bouw- en Woningtoezicht; Woningstichting Goed Wonen Zederik; Milieubeheer; Project Centrumplan Ameide; Bedrijfsterrein ontwikkeling; Economische Zaken; Agrarische Zaken; Verkeer en Vervoer en Civiele Werken.

  • 4

    Indien een onderwerp de twee raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 5

    Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede of derde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid of derde lid, genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1

    Een raadscommissie bestaat uit maximaal twee leden per fractie.

  • 2

    De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3

    Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie. De in het eerste lid genoemde leden dienen daarnaast tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie.

  • 4

    De raad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie tenminste een plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid. Het plaatsvervangend lid voldoet aan de in het derde lid, genoemde vereisten.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd. 

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de raadscommissie. 

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid , de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder gevalaan het einde van de zittingsperiode van de raad. 

  • 2.

    Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij nietmeer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen. 

  • 3.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid isbenoemd. 

  • 4.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan. 

  • 5.

    Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doendaarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijkemededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd. 

  • 6.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijkover de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5. 

  • 7.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langervertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht vandie fractie is benoemd, van rechtswege. 

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    Ter ondersteuning van iedere raadscommissie fungeert de griffier als commissiegriffier. 

  • 2.

    De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig. 

  • 3.

    Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door daartoe door de raadaangewezen waarnemend griffier. 

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1.

    De voorzitter kan de burgemeester en één of meer wethouders uitnodigen in de vergaderingaanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen. 

  • 2.

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wildeelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de voorzitter. 

  • 3.

    De voorzitter neemt zo spoedig mogelijk een voorlopige beslissing op het verzoek. 

  • 4.

    De raadscommissie kan bij aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester enéén of meer wethouders niet in de vergadering aanwezig mogen zijn of aan deberaadslagingen mogen deelnemen. 

Artikel 9 Gemeentesecretaris

De raadscommissie kan het college verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn in devergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening. 

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1.

    In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie plaats op een volgens eenjaarlijks vast te stellen schema.De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 20.00 uur en vindenplaats in het gemeentehuis.

  • 2.

    Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indientenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken. 

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of eenandere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier. 

Artikel 11 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijkeoproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. 

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd metde schriftelijke oproep aan de leden verzonden 

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid,worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedigmogelijk, doch uiterlijk twee werkdagen voor aanvang van de vergadering aan de ledengezonden. 

Artikel 12 De agenda

  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van devergadering voorlopig vast. 

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep totuiterlijk twee werkdagen voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agendaopstellen. 

  • 3.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel vaneen lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agendaonderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. 

  • 4.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel vaneen lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agendaonderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. 

  • 5.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandelingvan de agendapunten wijzigen. 

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, wordengelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproepvoor een ieder op het gemeentehuister inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbarekennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproepstukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zomogelijk in een openbare kennisgeving. 

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht. 

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewetgeheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onderberusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage. 

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt door aankondiging in de gemeentelijke informatierubriek in een huisaan huisblad en via de kabelkrant ter openbare kennis gebracht. 

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      ijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukkenkan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het eindevan elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekeningvastgesteld. 

Artikel 16 Nieuw Artikel

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van hetaantal zitting hebbende leden aanwezig is. 

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is,bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen derafwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minstevierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen. 

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Deraadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten,indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende ledenaanwezig is. 

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijkgedurende maximaal dertig minuten het woord voeren. 

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep openstaat of heeftopengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrechtkan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van devergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en hetonderwerp, waarover hij het woord wil voeren. 

  • 4.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgordeafwijken, indien dit i het belang is van de orde van de vergadering. 

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijdevenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens inbijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. 

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of eenlid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. 

Artikel 18 Notulen

  • 1.

    De ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk, aan de ledentoegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De ontwerpnotulen worden op hetzelfdemoment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden. 

  • 2.

    Bij het begin van de vergadering worden, zo mogelijk, de notulen van de vorige vergaderingvastgesteld. 

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders , hebben het recht, een voorsteltot wijziging van de notulen aan de raadscommissie te doen, indien de notulen onjuisthedenbevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel totverandering dient voor de vaststelling van de notulen bij de commissiegriffier te wordeningediend. 

  • 4.

    De notulen moeten inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en dewethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzoveraanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijkwordt vermeld welke leden afwezig waren;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen deraanwezigen die het woord voerden;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van deleden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekeningvan de namen van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aanwie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaandeel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5.

    De notulen worden opgesteld onder de zorg van de griffier. 

  • 6.

    De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend. 

Artikel 19 Spreekregels

  • 1.

    Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder en de secretaris spreken vanaf hunplaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter. 

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemdepersonen vanaf een andere plaats spreken. 

Artikel 20 Volgorde sprekers

  • 1.

    Een lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, voeren het woord na het aan devoorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben 

  • 2.

    De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over deorde van de vergadering. 

Artikel 21 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen,tenzij de raadscommissie anders beslist. 

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. 

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfdeonderwerp of voorstel 

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeftgevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde. 

Artikel 22 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden. 

Artikel 23 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van ordedoen, dat kort kan worden toegelicht. 

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen. 

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond. 

Artikel 24 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening teherinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdereinterrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt vanhet in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, danwel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien despreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarinzulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. 

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalentijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergaderingsluiten. 

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen degeregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid devergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijngedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergaderingworden ontzegd.

Artikel 25 Beraadslaging

  • 1.

    De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meeronderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen 

  • 2.

    voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslagingvoor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden degelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadatde schorsingsperiode verstreken is. 

Artikel 26 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging. 

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens metde beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordtgenomen. 

Artikel 27 Advies

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluithij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist. 

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raadwordt uitgebracht. 

  • 3.

    Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstelvan de voorzitter over de inhoud van het advies. 

  • 4.

    In het advi es worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen 

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 28 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstigetoepassing voorzover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van devergadering.

Artikel 29 Notulen

  • 1.

    De notulen van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggenuitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier. 

  • 2.

    Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststellingaangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het aldan niet openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door devoorzitter en de commissiegriffier ondertekend. 

Artikel 30 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandeldegeheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. 

Artikel 31 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens isde geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhoudingheeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleggevoerd. 

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 32 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor henbestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen. 

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de ordeis verboden. 

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergaderingverstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergaderingverstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen. 

Artikel 33 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willenmaken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. 

Artikel 34 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik,alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, dieinbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niettoegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 35 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van deverordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter. 

Artikel 36 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2003. 

Aldus vastgesteld in de openbarevergadering van de raad van degemeente Zederik, gehouden op 24november 2003De griffier,                        De voorzitt