Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening Krimpenerwaard 2019 |
Citeertitel | Huisvestingsverordening Krimpenerwaard 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
De Huisvestingsverordening Krimpenerwaard 2015 is verlopen op 30 juni 2019. De nieuwe Huisvestingsverordening Krimpenerwaard 2019 is grotendeels gelijk gebleven op een aantal technische wijzigingen na. De nieuwe verordening wordt vastgesteld voor een periode van 2 jaar. In de periode van juli 2019 tot en met juni 2021 wordt in een participatietraject met woningcorporaties toegewerkt om grotere thema’s die wellicht aanpassing behoeven te bespreken. Dit is de maximale loopduur van het participatietraject, het streven is zo vroeg als mogelijk een nieuwe product op te leveren.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2019 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 11-06-2019 | ZK19002160/ 19-0009785 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
indicatie: een door een onafhankelijke, ter zake deskundig persoon of orgaan opgesteld document waaruit de specifieke fysieke of andere beperkingen van een woningzoekende blijken en waarin is of op basis waarvan kan worden bepaald hoe de huisvesting van de woningzoekende daarop dient te worden afgestemd.
inkomensgrens: het in artikel 4 lid 1 van de Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting genoemde maximale huishoudinkomen of, als Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (kamerstuk dossiernummer 32769) in werking getreden: de inkomensgrens bedoeld in artikel 48, eerste lid van de Woningwet.
woonlasten: huurprijs, servicekosten, reinigingsrechten, energierekening, rekening voor waterleverantie, OZB, bijdrage VVE, opstalverzekering, waterschaps- en polderlasten, aflossing hypotheek en 2/3 van de hypotheekrente, met inbegrip van voorliggende voorzieningen als Huurtoeslag, Woonkostentoeslag;
Hoofdstuk 2 De huisvestingsvergunning
Artikel 2 Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte
Woonruimte van toegelaten en niet toegelaten instellingen en particuliere verhuurders met een huurprijs beneden de huurtoeslaggrens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag mag enkel voor bewoning door een huishouden in gebruik worden genomen of gegeven als daarvoor een huisvestingsvergunning is verleend.
Artikel 4 Aanvraag en inhoud huisvestingsvergunning
Burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet te behandelen indien de aanvrager niet aannemelijk kan maken dat hij, indien hij een huisvestingsvergunning krijgt voor de in de aanvraag aangewezen woonruimte, die woonruimte ook daadwerkelijk in gebruik zal kunnen nemen, één en ander met uitzondering van de gevallen, genoemd in artikel 16 van de Huisvestingswet 2014.
Artikel 6 Verantwoording toegewezen woonruimte
Woningcorporaties en niet toegelaten instellingen verantwoorden achteraf, in hetzelfde medium als waarin zij de woonruimte hebben aangeboden, de toewijzing aan woningzoekenden van de woonruimte als bedoeld in artikel 5 lid 1 door bekendmaking van het aantal geldige reacties dat op de woonruimte is binnengekomen.
Artikel 7 Voorrang bij urgentie
Paragraaf 3.2 Urgentiecategorieën
Artikel 9 Geweld en bedreiging
Het in lid 1 onder b bedoelde geweld of de in lid 1 onder b bedoelde bedreiging daarmee moet aannemelijk gemaakt worden met een proces verbaal van de politie (opgemaakt na een aangifte) waaruit blijkt dat de aanvrager vanwege veiligheidsredenen niet meer in de huidige zelfstandige woonruimte kan blijven wonen.
Artikel 10 Uitstroom van personen die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen, die in verband met problemen van relationele aard of geweld hun woonruimte hebben verlaten
De in de titel van dit artikel bedoelde urgentiegrond doet zich voor als de aanvrager:
De in de titel van dit artikel bedoelde urgentiegrond doet zich voor als de aanvrager naar het oordeel van het bestuursorgaan dringend behoefte heeft aan woonruimte binnen de gemeente Krimpenerwaard, omdat hij of een lid van zijn huishouden mantelzorg ontvangt van of verleent aan een inwoner van de regio.
Artikel 12 Doorstroming vanuit opvanginstellingen
De in lid 1 en lid 2 bedoelde instelling stelt een rapportage op waarin een beschrijving wordt gegeven van het doorlopen of door te lopen traject en, voor zover de zorg of nazorg nog voortduurt, waaruit blijkt waaruit de te verlenen zorg of nazorg bestaat. Het bestuursorgaan kent bij zijn beslissing op de aanvraag om urgentieverklaring zwaarwegend gewicht toe aan de rapportage.
Artikel 13 Achterblijvers MIVA-woning
De in de titel van dit artikel bedoelde urgentiegrond doet zich voor indien een zorgbehoevende(n) duurzaam niet meer woonachtig is in een MIVA-woning (door overlijden, door verhuizing naar instelling of andere woonvorm of andere reden) en achterblijvers die zich contractueel verplicht hebben de woning binnen 6 maanden te verlaten zodra zich een nieuwe kandidaat heeft gemeld.
Artikel 14 Herhuisvesting in verband met sloop of ingrijpende verbetering
De genoemde termijn in het in lid 1 onder a is afhankelijk van de omvang van het te slopen wooncomplex, de fases en de snelheid waarmee woningzoekenden een nieuwe woning kunnen krijgen. Het huisvestingsprobleem van de aanvrager is urgent als de woning binnen 12 maanden gesloopt wordt. Situationeel kan urgentie eerder worden toegekend als de corporatie inschat dat de herhuisvesting van alle bewoners van het complex langer dan 12 maanden gaat duren.
De in de titel van dit artikel bedoelde urgentiegrond doet zich voor als de aanvrager in geval door de instantie die belast is met de uitvoering van de Wet werk en bijstand een woonkostentoeslag met verhuisverplichting is toegekend, of het huishouden houdt in de huidige zelfstandige woonruimte, na aftrek van de woonlasten, minder dan de helft van de voor dat huishouden geldende netto-bijstandsnorm over en de huurprijs van de woonruimte (wanneer het een huurwoning betreft) ligt boven de voor het desbetreffende huishouden geldende aftoppingsgrens volgens de Wet of de huurtoeslag.
Een vergunninghouder wordt gelijkgesteld met de houder van een urgentieverklaring vanaf het moment waarop de vergunninghouder ingevolge de in artikel 28 van de wet bedoelde taakstelling gehuisvest dient te worden door de gemeente Krimpenerwaard tot het moment waarop de vergunninghouder gehuisvest is.
Hoofdstuk 4 Voorrang en rangorde
Artikel 19 Voorrang in verband met slaagkansen
Indien blijkt dat bepaalde (doel)groepen woningzoekenden in onvoldoende mate voor toewijzing in aanmerking komen, kunnen burgemeester en wethouders woonruimte met voorrang voor die (doel)groep bestemmen.
Artikel 20 Rangorde woningzoekenden
Als op grond van de wet of deze verordening meerdere woningzoekenden met voorrang in aanmerking komen voor een huisvestingsvergunning, wordt de rangorde als volgt bepaald:
als op grond van onderdeel b meerdere woningzoekenden met dezelfde rangorde in aanmerking komen, dan gaan woningzoekenden met een eerder afgegeven beschikking tot indeling in een urgentiecategorie voor op woningzoekenden met een later afgegeven beschikking. Daarna komen de andere woningzoekenden in aanmerking, in volgorde van de datum van afgifte van de beschikking tot indeling in een urgentiecategorie.
Artikel 22 Vruchteloze aanbieding
In overeenstemming met artikel 17 van de wet wordt in afwijking van het in artikel 20 bepaalde de huisvestingsvergunning verleend als de woonruimte door de eigenaar overeenkomstig de in het tweede en derde lid weergegeven procedure tenminste 2 maal vruchteloos is geadverteerd aan de woningzoekenden.
Burgemeester en wethouders kunnen voor een bepaalde tijd experimenten binnen de kaders van de wet toestaan, waarin wordt afgeweken van de bepalingen van deze verordening. Belanghebbende partijen kunnen hiertoe een onderbouwd verzoek bij burgemeester en wethouders indienen.
Burgemeester en wethouders kunnen de artikelen in hoofdstuk 3 en 4 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van de bevoegdheden opgenomen in artikel 4 en 7 t/m 18 mandateren aan door hen daartoe speciaal aangewezen uitvoerende instanties, zoals de woningcorporaties en niet-toegelaten instellingen, als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet. Hiertoe worden uitvoeringsafspraken tussen de aangewezen uitvoerende instanties en de gemeente vastgelegd in een convenant.
Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 26 Overgangsbepaling bezwaar en beroep
Op procedures inzake bezwaar en beroep die zijn ingesteld voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 29 en voor zover daarop bij intrekking van deze verordening nog niet is beslist, blijft het recht zoals het gold voor die dag van toepassing.
Artikel 27 Overgangsbepaling urgentieverklaring en huisvestingsvergunning
Aanvragen van woningzoekenden om vaststelling van de urgentie of voorrangsverklaring of om verlening van een huisvestingsvergunning die voor of op de dag van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend worden behandeld volgens het voordien geldende recht, indien dit voor de belanghebbende (aanvrager) gunstiger is.