Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zederik

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZederik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003
CiteertitelVerordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

gemeentewet, art. 33, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200301-01-2021Nieuwe regeling

16-12-2002

onbekend

2.07.515 ZED 5363

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Geconsolideerde tekst van de regelingOnderwerp:Verordening ambtelijke bijstand enfractieondersteuning.De Raad der gemeente Zederik;gelezen het voorstel van het presidium van de gemeente Zederik van 16 december 2002;gelet op artikel 33, lid 3 van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen de volgende Verordening op de ambtelijke bijstand en defractieondersteuning 2003

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1  

  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2.

    De informatie, bedoeld in het eerste lid, onder a of b, wordt door de griffier of op verzoek vande griffier door een ambtenaar gegeven. 

  • 3.

    Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in heteerste lid, onder a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis.De secretaris beslist. 

  • 4.

    De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt verleend door de griffier.Indien degevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend kan de griffier de secretarisverzoeken, een of meerdere ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedigmogelijk verlenen. 

Artikel 2  

  • 1.

    Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier, nadat de griffier overleg heeft gepleegdmet de secretaris, ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op dewerkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      de bijstand, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, betreft en het raadslid reeds vollediggebruik heeft gemaakt van de hem op grond van artikel 5, eerste lid, afgesproken tijdambtelijke bijstand.

  • 2.

    De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt. 

  • 3.

    Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit metredenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend. 

Artikel 3  

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan degriffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeesterbeslist zo spoedig mogelijk over het verzoek. 

Artikel 4  

  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij ofde griffier hiervan mededeling aan de secretaris. 

  • 2.

    Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossingleggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijkover deze zaak. 

Artikel 5  

  • 1.

    Elk raadslid heeft recht op ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c. 

  • 2.

    De secretaris houdt een register van de verleende ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1,eerste lid, onderdeel c bij, waarin per verzoek om bijstand aan de reguliere ambtelijkeorganisatie wordt opgenomen:

    • a.

      welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

    • b.

      over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

    • c.

      welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

    • d.

      hoeveel tijd het verlenen van de ambtelijke bijstand heeft gekost;

    • e.

      de reden waarom een verzoek is geweigerd.

Artikel 6  

  • 1.

    Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van hetgegeven advies geheim wordt gehouden. 

  • 2.

    Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek omambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreekstot het betrokken raadslid. 

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 7  

  • 1.

    De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde, ontvangen jaarlijks eenfinanciele bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie. 

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van €1.000,--per jaar voor elke fractie.Daarnaastontvangt elke fractie een bedrag van €200,--per jaar per raadszetel. 

Artikel 8  

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende encontrolerende rol te versterken 

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van :

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen ofnatuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties(diensten engoederen)geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reëledeclaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge hetrechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden;

    • f.

      propaganda.

Artikel 9  

  • 1.

    De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor eind februari van een kalenderjaar, alsvoorschot op dat kalenderjaar verstrekt. 

  • 2.

    In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maandentot en met de maand waarin de verkiezingen plaats vinden.In de eerste maand na de maandwaarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschotverstrekt voor de overige maanden van dat jaar. 

  • 3.

    Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raadde bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 12, derde lid. 

Artikel 10  

  • 1.

    Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage.

    • a.

      Bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin deeerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;

    • b.

      Bij vermeerdering van het zeteltal:op de eerste dag van de maand waarin de eerstevergadering van de nieuw gekozen raad plaats vindt.

  • 2.

    Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 7, tweede lid, vastgestelde bijdragevoor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid vanhet aantal bij de splitsing betrokken leden. 

  • 3.

    Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschotverrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid. 

Artikel 11  

  • 1.

    De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aaneen fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren. 

  • 2

    De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaandekalenderjaar toekwam in artikel 7. 

  • 3.

    Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening alsbedoeld in artikel 12 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats. 

  • 4.

    De reserve blijft na de verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naamterugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolgerdaarvan kan worden beschouwd. 

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in hettweede lid, vervalt het recht op dat meerdere. 

  • 6.

    Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naarevenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve nietmeer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaandekalenderjaar ontving 

Artikel 12  

  • 1.

    Elke fractie legt, legt binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raadverantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onderoverlegging van een verslag. 

  • 2.

    Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van dejaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad. 

  • 3.

    De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangenvoorschot en, voorzover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangenvoorschotten

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 13  

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2003. 

Aldus vastgesteld in de openbarevergadering van de raad van degemeente Zederik, gehouden op 16december 2002.De griffier,                 De voorzitter,