Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019
CiteertitelSubsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt Subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar

Deze regeling vervangt Subsidieverordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda

Deze regeling heeft een hardheidsclausule.

Deze regeling heeft overgangsrecht.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Enschede/CVDR405499/CVDR405499_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020Wijz. art.5, lid a,b; art.6, lid a, d

09-12-2019

gmb-2019-308888

27-06-201901-01-2020Nieuwe regeling

17-06-2019

gmb-2019-156906

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019

De raad van de gemeente Enschede;

 

gelezen het voorstel van het college,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2016;

 

Besluit vast te stellen de:

 

Subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het College van burgemeester en wethouders van Enschede;

  • b.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Asv: de op het moment van de subsidieaanvraag geldende algemene subsidieverordening van de gemeente Enschede;

  • d.

    Onderwijs- en ontwikkelactiviteiten: activiteiten op het gebied van onderwijs aan en ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar en het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs aan en begeleiding van die doelgroep;

Artikel 2 Bevoegdheid college

Het college besluit met inachtneming van deze verordening op subsidieaanvragen voor onderwijs- en ontwikkelactiviteiten.

 

Hoofdstuk 2 Algemene subsidiebepalingen

Artikel 3 Toepassingsbereik; doel en werking

  • 1.

    Deze verordening is een bijzondere subsidieverordening als bedoeld in de Asv.

  • 2.

    Subsidieverstrekking op basis van deze verordening heeft als doel het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs en kinderopvang in Enschede en het voorkomen van taal- en ontwikkelachterstanden voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar.

 

Hoofdstuk 3: Peuter- en VVE arrangementen

Artikel 4 Doel

Doel van subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is het voor ouders of verzorgers financieel toegankelijk maken van peuter- en VVE-arrangementen voor kinderen van 2 en 3 jaar in Enschede.

Artikel 5 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    peuterarrangement: de opvang van 2- en 3-jarigen waarbij op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden die gericht zijn op het stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Een peuter-arrangement is maximaal 8 uur per week, verdeeld over twee verschillende werkdagen, gedurende tenminste 40 weken per jaar.

  • b.

    VVE (voor- en vroegschoolse educatie) arrangement: de opvang van 2 en 3 jarigen waarbij op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden die gericht zijn op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen tot 4 jaar en 6 weken kunnen gebruik blijven maken van een peuter- of VVE arrangement indien het kind is ingeschreven op een school voor primair onderwijs. Een VVE-arrangement is 16 uur per week, verdeeld over 4 verschillende weekdagen, gedurende tenminste 40 weken per jaar. Tot 1 augustus 2020 mag een VVE-arrangement nog een omvang hebben van 10 uur per week. Na die datum mag alleen nog 10 uur worden aangeboden aan kinderen die vòòr 1 augustus 2020 al waren gestart met 10 uur VVE per week.

  • c.

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort en die als gekozen partner participeert in een Kindcentrum 0-13 in Enschede.

  • d.

    IKC: (Integraal Kindcentrum 0-13): een door het College erkend samenwerkingsverband tussen organisaties voor kinderopvang en primair onderwijs.

  • e.

    Ouders of verzorgers: degenen die het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefenen.

Artikel 6 Vereisten subsidieaanvrager

Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen:

  • a.

    staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • b.

    voldoet aan de vereisten uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de hier uit voortvloeiende regelgeving;

  • c.

    voldoet aan de aanvullende voorschriften die het college stelt inzake de uitvoering van VVE-arrangementen en

  • d.

    maakt als partner deel uit van een IKC in Enschede.

Artikel 7 Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van een peuter- en/of VVE-arrangement in Enschede.

Artikel 8 Subsidiecriteria

  • 1.

    Peuter- en/of VVE-arrangementen vallend onder deze subsidieverordening zijn bedoeld voor:

    • a.

      peuters die in Enschede wonen;

    • b.

      peuters uit Haaksbergen, Hengelo en Losser, indien de school voor primair onderwijs binnen het IKC waar deze peuters van het aanbod van de peuter- en VVE-arrangementen gebruik maken, de meest nabij gelegen school is ten opzichte van het woonadres van de ouder(s)/verzorger(s) van de peuter;

  • 2.

    De uitvoering van een VVE-arrangement is alleen subsidiabel voor zover het arrangement betrekking heeft op een peuter waarvoor een VVE indicatie is afgegeven door het Consultatiebureau JGZ (Jeugdgezondheidszorg) van de GGD Twente.

Artikel 9 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag

Het college kan jaarlijks een subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststellen;

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de soort opvang, de mate waarin ouder(s) recht hebben op een eventuele kinderopvangtoeslag en de hoogte van het gezamenlijke inkomen van de ouder(s)/verzorger(s).

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks de normtarieven voor peuter- en VVE-arrangementen vast, alsmede de subsidie per arrangement en de daaruit resulterende eigen bijdrage per kind per arrangement.

Artikel 11 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie voor peuter- en VVE-arrangementen kan door de houder schriftelijk of digitaal worden ingediend tot uiterlijk 1 november voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • 2.

    de subsidieaanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier dat volledig ingevuld en ondertekend is.

Artikel 12 Beslistermijn; subsidieverlening; voorschotten of subsidiebedrag

  • 1.

    Het college beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag of, indien de aanvraag niet volledig is, na aanvulling van de aanvraag;

  • 2.

    Het college kan voornoemde termijn, met redenen omkleed, eenmalig met 4 weken verlengen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager;

  • 3.

    Het college beslist in geval van toekenning tot subsidieverlening;

  • 4.

    De subsidieverleningsbeschikking vermeldt de eventuele voorschotverlening en de wijze van betaling ervan;

Artikel 13 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De houder dient uiterlijk 15 maart na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college met een door de gemeente beschikbaar gesteld verantwoordingsformulier, door een accountant gecontroleerd en gewaarmerkt;

  • 2.

    De vaststelling van de subsidie voor peuter- en/of VVE-arrangementen gebeurt op basis van het aantal gerealiseerde arrangementen en het gemiddelde gezamenlijke gezinsinkomen van de ouders;

  • 3.

    Het college stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling;

  • 4.

    De subsidievaststellingsbeschikking vermeldt het uiteindelijke subsidiebedrag en de wijze waarop verrekening van betaalde voorschotten plaatsvindt.

 

Hoofdstuk 4 Schakelklassen

Artikel 14 Doel

Doel van subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is aan leerlingen met een grote taalachterstand in het primair onderwijs intensief taalonderwijs te geven waardoor deze leerlingen voldoende hebben bijgeleerd om op hun eigen niveau deel te nemen aan het primair onderwijs.

Artikel 15 Vereisten subsidieaanvrager

Aanvragen kunnen worden ingediend door schoolbesturen voor primair onderwijs in Enschede.

Artikel 16 Subsidiabele activiteiten en kosten

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van deeltijd- of voltijds schakelklassen in Enschede.

  • 2.

    Tot de subsidiabele kosten worden gerekend:

    • a.

      7de groepsvergoeding;

    • b.

      Loonkosten schakelklasleerkracht;

    • c.

      Verbruiksmateriaal;

    • d.

      Scholing;

    • e.

      ICT.

Het college kan nadere regels stellen voor de maximale hoogte van de subsidiabele kosten.

Artikel 17 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag

Het college kan jaarlijks een subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststellen.

Artikel 18 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie voor schakelklassen kan door het schoolbestuur worden ingediend tot uiterlijk 1 november voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • 2.

    De subsidieaanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier dat volledig ingevuld en ondertekend is.

Artikel 19 Beslistermijn; subsidieverlening; voorschotten of subsidiebedrag

  • 1.

    Het college beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag of, indien de aanvraag niet volledig is, na aanvulling van de aanvraag;

  • 2.

    Het college kan voornoemde termijn, met redenen omkleed, eenmalig met 4 weken verlengen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager;

  • 3.

    Het college beslist in geval van toekenning tot subsidieverlening;

  • 4.

    De subsidieverleningsbeschikking vermeldt de eventuele voorschotverlening en de wijze van betaling ervan.

Artikel 20 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    het schoolbestuur dient uiterlijk 15 maart na afloop van het kalenderjaar een aanvraag tot vaststelling in bij het college met een door de gemeente beschikbaar gesteld verantwoordingsformulier, door een accountant gecontroleerd en gewaarmerkt;

  • 2.

    De vaststelling van de subsidie voor schakelklassen vindt plaats op basis van de gemaakte kosten zoals opgenomen in artikel 16 tot het maximale bedrag waarvoor subsidie is verleend;

  • 3.

    Het college stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling;

  • 4.

    De subsidievaststellingsbeschikking vermeldt het uiteindelijke subsidiebedrag en de wijze waarop verrekening van betaalde voorschotten plaatsvindt.

 

Hoofdstuk 5 Opbrengstgericht Werken

Artikel 21 Doel

Doel van subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is het verbeteren van de onderwijskwaliteit binnen het primair onderwijs en het doelgericht begeleiden en stimuleren van kinderen in de kinderopvang op een manier die ervoor zorgt dat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen in taal, rekenen en executieve functies.

Artikel 22 Vereisten subsidieaanvrager

Aanvragen kunnen worden ingediend door schoolbesturen voor primair onderwijs en/of houders van een kinderopvangorganisatie. Houders van een kinderopvangorganisatie dienen te voldoen aan de vereisten zoals genoemd in artikel 6 van deze verordening.

Artikel 23 Subsidiabele activiteiten en kosten

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor activiteiten die:

    • a.

      bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijspersoneel binnen het primair onderwijs, en/of

    • b.

      bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de pedagogisch medewerkers binnen de kinderopvang, en/of

    • c.

      bijdragen aan de kennis op het gebied van opbrengstgericht werken binnen primair onderwijs en kinderopvang, en/of

    • d.

      helpen bij het bevorderen van de ontwikkeling van kinderen in de kinderopvang en het primair onderwijs, en/of

    • e.

      bijdragen aan het betrekken van ouders of verzorgers van kinderen in de kinderopvang en het primair onderwijs.

  • 2.

    subsidiabele kosten zijn kosten die direct toe te rekenen zijn aan subsidiabele activiteiten zoals genoemd in lid 1;

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen voor de maximale hoogte van de subsidiabele kosten.

Artikel 24 Subsidiecriteria

Het college kan jaarlijks nadere criteria vaststellen ten aanzien van de subsidiabele activiteiten.

Artikel 25 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag

Het college kan jaarlijks een subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststellen.

Artikel 26 Aanvraag subsidie

  • 1.

    een aanvraag voor subsidie in het kader van opbrengst gericht werken kan door het schoolbestuur of door de houder van een kinderopvangorganisatie worden ingediend tot uiterlijk 1 november voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • 2.

    de subsidieaanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier dat volledig ingevuld en ondertekend is.

Artikel 27 Beslistermijn; subsidieverlening of subsidievaststelling; voorschotten of subsidiebedrag

  • 1.

    Het college beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag of, indien de aanvraag niet volledig is, na aanvulling van de aanvraag;

  • 2.

    Het college kan voornoemde termijn, met redenen omkleed, eenmalig met 4 weken verlengen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager;

  • 3.

    Het college beslist in geval van toekenning tot subsidieverlening;

  • 4.

    De subsidieverleningsbeschikking vermeldt de eventuele voorschotverlening en de wijze van betaling ervan.

Artikel 28 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    het schoolbestuur of de houder van een kinderopvangorganisatie dient uiterlijk 15 maart na afloop van het kalenderjaar een aanvraag tot vaststelling in bij het college met een door de gemeente beschikbaar gesteld verantwoordingsformulier, door een accountant gecontroleerd en gewaarmerkt;

  • 2.

    De vaststelling van de subsidie in het kader van opbrengst gericht werken vindt plaats op basis van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten zoals benoemd in artikel 23 tot het maximale bedrag waarvoor subsidie is verleend;

  • 3.

    Het college stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling;

  • 4.

    De subsidievaststellingsbeschikking vermeldt het uiteindelijke subsidiebedrag en de wijze waarop verrekening van betaalde voorschotten plaatsvindt.

 

Hoofdstuk 6 Onderwijsbegeleiding

Artikel 29 Doel

Doel van subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is onderwijsbegeleiding te bieden aan kinderen vanaf groep 7 van het basisonderwijs tot en met leerlingen in de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs, voor zover de ouder(s) van deze kinderen een besteedbaar gezinsinkomen heeft/hebben dat minder is dan 120% van het geldende bijstandsniveau.

Artikel 30 Vereisten subsidieaanvrager

Aanvragen kunnen worden ingediend door naar het oordeel van het College professionele aanbieders van onderwijsbegeleiding.

Artikel 31 Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt verstrekt voor het leveren van onderwijsbegeleiding aan in Enschede woonachtige kinderen. Ieder kind komt maximaal één maal per schooljaar in aanmerking om gebruik te maken van gesubsidieerde onderwijsbegeleiding”.

Artikel 32 Aanvraag en hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidieaanvraag wordt ingediend middels een door de gemeente beschikbaar gesteld aanvraagformulier dat volledig is ingevuld en ondertekend is. Subsidie kan worden aangevraagd voor de duur van maximaal het lopende schooljaar.

  • 2.

    Het College stelt jaarlijks een maximale vergoeding per kind vast.

Artikel 33 Subsidieplafond

Het College kan per jaar een subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststellen.

Artikel 34 Beslistermijn; voorschotten of subsidiebedrag

  • 1.

    Het College beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag of, indien de aanvraag niet volledig is, na aanvulling van de aanvraag,

  • 2.

    Het College kan voornoemde termijn, met reden omkleed, eenmalig met 4 weken verlengen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvragen,

  • 3.

    Het College beslist in geval van toekenning tot subsidieverlening,

  • 4.

    De subsidiebeschikking vermeldt de eventuele voorschotverlening en de wijze van betaling ervan,

  • 5.

    De subsidieontvanger informeert de gemeente maandelijks over de realisatie van de geleverde diensten. Het College kan besluiten tussentijds de beschikking en bevoorschotting aan te passen wanneer de realisatie afwijkt van de in de subsidieaanvraag genoemde aantallen kinderen en/of de geleverde onderwijsbegeleiding per kind.

Artikel 35 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De subsidieontvanger dient uiterlijk 3 maanden na afloop van de subsidieperiode een aanvraag tot vaststelling in bij het College met een door de gemeente beschikbaar gesteld verantwoordingsformulier. Indien de subsidie meer dan 50.000 euro bedraagt, dient de verantwoording door een accountant te zijn gecontroleerd en dient het vaststellingsverzoek door de accountant te zijn gewaarmerkt.

  • 2.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van het werkelijk aantal uren en de daarbij behorende kosten, met inachtneming van de maxima genoemd in artikel 32.

  • 3.

    Het College stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling.

  • 4.

    De subsidievaststellingsbeschikking vermeldt het uiteindelijke subsidiebedrag en de wijze waarop de verrekening van betaalde voorschotten plaatsvindt.

 

Hoofdstuk 7 Overige activiteiten

Artikel 36 Doel

Doel van dit hoofdstuk is de mogelijkheid te bieden subsidie aan te vragen voor gevallen die niet zijn beschreven in de voorgaande hoofdstukken van deze verordening en die naar oordeel van het College invulling geven aan de hoofdthema’s van de Lokale Educatieve Agenda.

Artikel 37 Subsidiabele activiteiten en subsidiabele kosten

Subsidie wordt verleend voor activiteiten die passen binnen de geldende Lokale Educatieve Agenda.

De beoordeling welke en/of de mate waarin in de begroting van een subsidieaanvraag opgenomen kosten subsidiabel zijn, is aan het College.

Artikel 38 Vereisten subsidieaanvrager

Aanvragen kunnen worden ingediend door:

  • schoolbesturen voor primair onderwijs,

  • schoolbesturen voor voortgezet onderwijs,

  • houders van een kinderopvangorganisatie, mits voldoend aan de vereisten zoals genoemd in artikel 6 van deze verordening,

  • organisaties die op verzoek van en in samenwerking met één of meerdere schoolbesturen of kinderopvangorganisaties activiteiten uitvoeren voor kinderen in Enschede.

Artikel 39 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag

Het college kan jaarlijks een subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststellen.

Artikel 40 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt maximaal 20% van het subsidieplafond.

Artikel 41 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Een aanvraag heeft betrekking op één of meerdere Integrale Kindcentra en/of een combinatie van een school/scholen en andere partijen die actief zijn in de wijk.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidie in het kader van overige activiteiten kan door de aanvrager worden ingediend tot uiterlijk 4 weken voordat de activiteit plaatsvindt;

  • 3.

    de subsidieaanvraag wordt ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier dat volledig ingevuld en ondertekend is.

Artikel 42 Beslistermijn; subsidieverlening of subsidievaststelling; voorschotten of subsidiebedrag

  • 1.

    Het college beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag of, indien de aanvraag niet volledig is, na aanvulling van de aanvraag;

  • 2.

    Het college kan voornoemde termijn, met redenen omkleed, eenmalig met 4 weken verlengen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager;

  • 3.

    Het college beslist in geval van toekenning tot subsidieverlening of tot subsidievaststelling;

  • 4.

    De subsidieverleningsbeschikking vermeldt de eventuele voorschotverlening en de wijze van betaling ervan.

Artikel 43 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    de aanvrager dient binnen acht weken na afloop van de activiteit waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college;

  • 2.

    De vaststelling van de subsidie in het kader van overige activiteiten vindt plaats op basis van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten zoals benoemd in artikel 37 tot het maximale bedrag waarvoor subsidie is verleend;

  • 3.

    Het college stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling;

  • 4.

    De subsidievaststellingsbeschikking vermeldt het uiteindelijke subsidiebedrag en de wijze waarop verrekening van betaalde voorschotten plaatsvindt.

 

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 44 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 45 Intrekking oude verordening

De subsidieverordeningen

  • Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda, vastgesteld door de raad op 23 maart 2015, en

  • Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar, vastgesteld door de raad op 12 juni 2017,

worden ingetrokken.

Artikel 46 Overgangsrecht

Subsidieaanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld volgens de bepalingen van de subsidieverordeningen “Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda” of “Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar”.

Artikel 47 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 48 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 17 juni 2019

De Griffier, R.M. Jongedijk

De Voorzitter, dr. G.O. van Veldhuizen

Toelichting op de subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019

 

Inleiding algemeen

De nieuwe subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019 sluit aan op de Lokale Educatieve Agenda 2019-2022 “Kansrijk opgroeien”. Met de totstandkoming van die LEA is de verordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda (vastgesteld op 23 maart 2015) niet langer actueel en deze verordening wordt dan ook ingetrokken. Daarnaast bestond reeds een subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar (vastgesteld op 12 juni 2017). Aan de verordening uit 2017 is nu een aantal elementen toegevoegd. Dit betreft een nieuw hoofdstuk 6 (“onderwijsbegeleiding”) en een aangepast hoofdstuk 7 (“overige activiteiten”). Deze toevoegingen leidden tot dusdanig veel hernummeringen van artikelen in de verordening van 2017, dat voor de overzichtelijkheid is gekozen voor een nieuwe verordening in plaats van een wijziging op de bestaande verordening.

 

Hoofdstuk 1 tot en met 5

Deze hoofdstukken zijn niet inhoudelijk gewijzigd ten opzichte van de subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar zoals vastgesteld op 12 juni 2017.

 

Hoofdstuk 6 Onderwijsbegeleiding

De vouchers voor onderwijsbegeleiding zijn een instrument in het kader van het kansengelijkheidbeleid. Tot op heden werden deze vouchers verstrekt op basis van de LEA subsidieverordening uit 2015, in het bijzonder Actielijn 4 (“Begeleidingsstructuur”). De uitwerking in deze verordening was echter minimaal. In de LEA 2019-2022 is voorzien dat de vouchers voor onderwijsbegeleiding worden gecontinueerd, maar is ook aangegeven dat de wijze van uitvoering aangepast zou worden. In de nieuwe verordening heeft de subsidieverlening voor dit instrument daarom een expliciete en meer uitgewerkte positie gekregen.

 

definiëring doelgroep en gelijkschakeling drempelinkomen met overige maatregelen armoedebeleid (artikel 29)

In artikel 29 is de doelgroep voor de onderwijsbegeleiding gespecificeerd, namelijk kinderen vanaf groep 7 in het basisonderwijs tot aan de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs. Dit was tot op heden niet vastgelegd, maar wel gangbare praktijk.

Eerder werd als inkomensgrens voor de vouchers in de praktijk een bedrag gehanteerd van € 1.550, ongeacht de gezinssamenstelling. In de nieuwe verordening wordt de drempel gelijk getrokken met andere in Enschede geldende maatregelen op het gebied van het armoedebeleid, namelijk 120% van het geldende bijstandsniveau. In 2019 is dit € 1.124,63 voor 1-oudergezinnen en € 1.606,61 euro voor 2-oudergezinnen.

 

subsidieaanvragen door professionele onderwijsbegeleidingsdiensten in plaats van door ouders zelf (artikel 30)

Tot op heden werd de subsidie aangevraagd door ouders zelf. Onderwijsbegeleidings-diensten hielpen ouders daar veelal al bij. Administratief was dit voor de gemeente en ook voor ouders en begeleidingsdiensten een behoorlijke belasting. Om het systeem te vereenvoudigen wordt in de nieuwe verordening gewerkt op een wijze die ook bij de peuter- en VVE-arrangementen gebruikelijk is ((hoofdstuk 3 van dezelfde verordening). De onderwijsbegeleidingsdiensten kunnen op basis van de nieuwe verordening zelf subsidie aanvragen voor de diensten die zij leveren, waarbij zij er zelf voor zorgen dat er voor ieder kind een dossier beschikbaar is met daarin de inkomensgegevens van de ouders en de (voortgang in) de geleverde prestatie. De subsidieverlening aan kinderopvangorganisaties voor het leveren van peuter- en VVE-arrangementen verloopt op soortgelijke wijze.

In het artikel is ook opgenomen dat in aanmerking komen de naar het oordeel van het College professionele aanbieders van onderwijsbegeleiding. De toevoeging “professioneel” is bedoeld om te voorkomen dat de subsidiemogelijkheid misbruikt wordt door personen of organisaties die niet over de juiste kennis en vaardigheden beschikken voor het leveren van onderwijsbegeleiding op een adequaat niveau.

 

maximaal één voucher per jaar (artikel 31)

Dit artikel legt vast dat ieder kind maximaal één maal per schooljaar in aanmerking komt voor gebruik van een voucher. Tot op heden was dit ook gebruikelijk, maar niet expliciet vastgelegd.

 

maximumbedrag per voucher (artikel 32)

Artikel 32 legt vast dat subsidieaanvragen kunnen worden ingediend voor de duur van maximaal het schooljaar en dat het College jaarlijks een maximale vergoeding per kind vaststelt. Tot op heden was dit 600 euro per schooljaar per kind.

 

mogelijkheid instellen subsidieplafond (artikel 33)

Tot nu toe was er geen limiet gesteld op het totale gebruik van vouchers. Daarmee betrof het een “open-einde regeling”. Artikel 33 biedt het College de mogelijkheid een subsidieplafond vast te stellen alsmede een wijze van verdeling.

 

afstemmen beschikking en bevoorschotting op daadwerkelijke realisatie (artikel 34)

Artikel 34 bevat vergelijkbare teksten als bij de andere hoofdstukken. Lid 5 is specifiek voor dit hoofdstuk en is met name bedoeld voor die situaties waarin de onderwijsbegeleidingsdienst het aantal kinderen en/of het aantal geleverde uren bij de aanvraag te hoog heeft ingeschat en het wenselijk is de beschikking en/of bevoorschotting aan te passen.

 

controle verantwoordingen (artikel 35)

De tekst van dit artikel is vergelijkbaar met soortgelijke artikelen in de andere hoofdstukken. Specifiek toegevoegd is de opmerking over de accountantsverklaring bij een subsidie van meer dan 50.000 euro. Dit is een drempel die overeenstemt met de algemene subsidieverordening. De verwachting is dat voor een aantal aanbieders de subsidie aanzienlijk lager zal zijn. Zij hoeven dan geen accountantsverklaring aan te leveren, wat onverlet laat dat de achterliggende stukken bij hun verantwoording wel steeksproefsgewijs door de gemeente kunnen worden gecontroleerd.

 

Hoofdstuk 7 Overige activiteiten

Hoofdstuk 7 is bedoeld voor activiteiten die wel passen bij de Lokale Educatieve Agenda, maar niet vallen onder de activiteiten die in de eerdere hoofdstukken van de verordening al zijn genoemd. De vorige verordening uit 2017 bevatte al een soortgelijk hoofdstuk (destijds hoofdstuk 6). De belangrijkste aanpassingen zijn:

• dat de verordening er nu ook in voorziet dat schoolbesturen uit het voortgezet onderwijs subsidie kunnen aanvragen, evenals organisaties die op verzoek van en in samenwerking met schoolbesturen of kinderopvangorganisaties activiteiten uitvoeren voor kinderen in Enschede (artikel 38),

• dat de subsidie betrekking heeft op één of meerdere IKC’s en/of combinatie(s) van een school/scholen en andere partijen die actief zijn in de wijk (artikel 41). De achterliggende gedachte daarbij is de subsidie-inzet te focussen op activiteiten waarvan ingeschat wordt dat deze een bredere, positieve impact hebben in de wijk, zoals ook beschreven in de Lokale Educatieve Agenda 2019-2022.

 

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Hoofdstuk 8 is soortgelijk aan het betreffende hoofdstuk uit de verordening van 2017. Waar nodig zijn de artikelen geactualiseerd, in het bijzonder de verwijzing in artikel 45 en 46 naar voorgaande verordeningen.