Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019 |
Citeertitel | Subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Lokale Educatieve Agenda |
Deze regeling vervangt Subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar
Deze regeling vervangt Subsidieverordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda
Deze regeling heeft een hardheidsclausule.
Deze regeling heeft overgangsrecht.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-06-2019 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 17-06-2019 |
Hoofdstuk 3: Peuter- en VVE arrangementen
Doel van subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is het voor ouders of verzorgers financieel toegankelijk maken van peuter- en VVE-arrangementen voor kinderen van 2 en 3 jaar in Enschede.
Artikel 5 Begripsomschrijvingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
peuterarrangement: de opvang van 2- en 3-jarigen waarbij op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden die gericht zijn op het stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Een peuterarrangement bestaat uit minimaal twee dagdelen van 2,5 uur per week gedurende tenminste 40 weken per jaar.
VVE (voor- en vroegschoolse educatie) arrangement: de opvang van 2 en 3 jarigen waarbij op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden die gericht zijn op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen tot 4 jaar en 6 weken kunnen gebruik blijven maken van een peuter- of VVE arrangement indien het kind is ingeschreven op een school voor primair onderwijs. Een VVE-arrangement is minimaal 10 uur per week, verdeeld over 4 verschillende weekdagen, gedurende tenminste 40 weken per jaar.
Artikel 6 Vereisten subsidieaanvrager
Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen dient een aanvrager aan de volgende criteria te voldoen:
Artikel 7 Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt verstrekt voor het uitvoeren van een peuter- en/of VVE-arrangement in Enschede.
Artikel 9 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag
Het college kan jaarlijks een subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststellen;
Doel van subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is aan leerlingen met een grote taalachterstand in het primair onderwijs intensief taalonderwijs te geven waardoor deze leerlingen voldoende hebben bijgeleerd om op hun eigen niveau deel te nemen aan het primair onderwijs.
Artikel 15 Vereisten subsidieaanvrager
Aanvragen kunnen worden ingediend door schoolbesturen voor primair onderwijs in Enschede.
Artikel 16 Subsidiabele activiteiten en kosten
Het college kan nadere regels stellen voor de maximale hoogte van de subsidiabele kosten.
Artikel 17 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag
Het college kan jaarlijks een subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststellen.
Hoofdstuk 5 Opbrengstgericht Werken
Doel van subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is het verbeteren van de onderwijskwaliteit binnen het primair onderwijs en het doelgericht begeleiden en stimuleren van kinderen in de kinderopvang op een manier die ervoor zorgt dat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen in taal, rekenen en executieve functies.
Artikel 22 Vereisten subsidieaanvrager
Aanvragen kunnen worden ingediend door schoolbesturen voor primair onderwijs en/of houders van een kinderopvangorganisatie. Houders van een kinderopvangorganisatie dienen te voldoen aan de vereisten zoals genoemd in artikel 6 van deze verordening.
Artikel 25 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag
Het college kan jaarlijks een subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststellen.
Artikel 27 Beslistermijn; subsidieverlening of subsidievaststelling; voorschotten of subsidiebedrag
Hoofdstuk 6 Onderwijsbegeleiding
Doel van subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is onderwijsbegeleiding te bieden aan kinderen vanaf groep 7 van het basisonderwijs tot en met leerlingen in de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs, voor zover de ouder(s) van deze kinderen een besteedbaar gezinsinkomen heeft/hebben dat minder is dan 120% van het geldende bijstandsniveau.
Artikel 30 Vereisten subsidieaanvrager
Aanvragen kunnen worden ingediend door naar het oordeel van het College professionele aanbieders van onderwijsbegeleiding.
Artikel 31 Subsidiabele activiteiten
Subsidie wordt verstrekt voor het leveren van onderwijsbegeleiding aan in Enschede woonachtige kinderen. Ieder kind komt maximaal één maal per schooljaar in aanmerking om gebruik te maken van gesubsidieerde onderwijsbegeleiding”.
Artikel 34 Beslistermijn; voorschotten of subsidiebedrag
De subsidieontvanger informeert de gemeente maandelijks over de realisatie van de geleverde diensten. Het College kan besluiten tussentijds de beschikking en bevoorschotting aan te passen wanneer de realisatie afwijkt van de in de subsidieaanvraag genoemde aantallen kinderen en/of de geleverde onderwijsbegeleiding per kind.
Artikel 35 Vaststelling van de subsidie
De subsidieontvanger dient uiterlijk 3 maanden na afloop van de subsidieperiode een aanvraag tot vaststelling in bij het College met een door de gemeente beschikbaar gesteld verantwoordingsformulier. Indien de subsidie meer dan 50.000 euro bedraagt, dient de verantwoording door een accountant te zijn gecontroleerd en dient het vaststellingsverzoek door de accountant te zijn gewaarmerkt.
Hoofdstuk 7 Overige activiteiten
Doel van dit hoofdstuk is de mogelijkheid te bieden subsidie aan te vragen voor gevallen die niet zijn beschreven in de voorgaande hoofdstukken van deze verordening en die naar oordeel van het College invulling geven aan de hoofdthema’s van de Lokale Educatieve Agenda.
Artikel 37 Subsidiabele activiteiten en subsidiabele kosten
Subsidie wordt verleend voor activiteiten die passen binnen de geldende Lokale Educatieve Agenda.
De beoordeling welke en/of de mate waarin in de begroting van een subsidieaanvraag opgenomen kosten subsidiabel zijn, is aan het College.
Artikel 39 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag
Het college kan jaarlijks een subsidieplafond en de wijze van verdeling vaststellen.
Artikel 42 Beslistermijn; subsidieverlening of subsidievaststelling; voorschotten of subsidiebedrag
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 17 juni 2019
De Griffier, R.M. Jongedijk
De Voorzitter, dr. G.O. van Veldhuizen
Toelichting op de subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019
De nieuwe subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar 2019 sluit aan op de Lokale Educatieve Agenda 2019-2022 “Kansrijk opgroeien”. Met de totstandkoming van die LEA is de verordening Actielijnen 3a, 3b en 4 Lokale Educatieve Agenda (vastgesteld op 23 maart 2015) niet langer actueel en deze verordening wordt dan ook ingetrokken. Daarnaast bestond reeds een subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar (vastgesteld op 12 juni 2017). Aan de verordening uit 2017 is nu een aantal elementen toegevoegd. Dit betreft een nieuw hoofdstuk 6 (“onderwijsbegeleiding”) en een aangepast hoofdstuk 7 (“overige activiteiten”). Deze toevoegingen leidden tot dusdanig veel hernummeringen van artikelen in de verordening van 2017, dat voor de overzichtelijkheid is gekozen voor een nieuwe verordening in plaats van een wijziging op de bestaande verordening.
Deze hoofdstukken zijn niet inhoudelijk gewijzigd ten opzichte van de subsidieverordening Onderwijs- en ontwikkelkansen voor jongeren van 0 tot 18 jaar zoals vastgesteld op 12 juni 2017.
Hoofdstuk 6 Onderwijsbegeleiding
De vouchers voor onderwijsbegeleiding zijn een instrument in het kader van het kansengelijkheidbeleid. Tot op heden werden deze vouchers verstrekt op basis van de LEA subsidieverordening uit 2015, in het bijzonder Actielijn 4 (“Begeleidingsstructuur”). De uitwerking in deze verordening was echter minimaal. In de LEA 2019-2022 is voorzien dat de vouchers voor onderwijsbegeleiding worden gecontinueerd, maar is ook aangegeven dat de wijze van uitvoering aangepast zou worden. In de nieuwe verordening heeft de subsidieverlening voor dit instrument daarom een expliciete en meer uitgewerkte positie gekregen.
•definiëring doelgroep en gelijkschakeling drempelinkomen met overige maatregelen armoedebeleid (artikel 29)
In artikel 29 is de doelgroep voor de onderwijsbegeleiding gespecificeerd, namelijk kinderen vanaf groep 7 in het basisonderwijs tot aan de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs. Dit was tot op heden niet vastgelegd, maar wel gangbare praktijk.
Eerder werd als inkomensgrens voor de vouchers in de praktijk een bedrag gehanteerd van € 1.550, ongeacht de gezinssamenstelling. In de nieuwe verordening wordt de drempel gelijk getrokken met andere in Enschede geldende maatregelen op het gebied van het armoedebeleid, namelijk 120% van het geldende bijstandsniveau. In 2019 is dit € 1.124,63 voor 1-oudergezinnen en € 1.606,61 euro voor 2-oudergezinnen.
•subsidieaanvragen door professionele onderwijsbegeleidingsdiensten in plaats van door ouders zelf (artikel 30)
Tot op heden werd de subsidie aangevraagd door ouders zelf. Onderwijsbegeleidings-diensten hielpen ouders daar veelal al bij. Administratief was dit voor de gemeente en ook voor ouders en begeleidingsdiensten een behoorlijke belasting. Om het systeem te vereenvoudigen wordt in de nieuwe verordening gewerkt op een wijze die ook bij de peuter- en VVE-arrangementen gebruikelijk is ((hoofdstuk 3 van dezelfde verordening). De onderwijsbegeleidingsdiensten kunnen op basis van de nieuwe verordening zelf subsidie aanvragen voor de diensten die zij leveren, waarbij zij er zelf voor zorgen dat er voor ieder kind een dossier beschikbaar is met daarin de inkomensgegevens van de ouders en de (voortgang in) de geleverde prestatie. De subsidieverlening aan kinderopvangorganisaties voor het leveren van peuter- en VVE-arrangementen verloopt op soortgelijke wijze.
In het artikel is ook opgenomen dat in aanmerking komen de naar het oordeel van het College professionele aanbieders van onderwijsbegeleiding. De toevoeging “professioneel” is bedoeld om te voorkomen dat de subsidiemogelijkheid misbruikt wordt door personen of organisaties die niet over de juiste kennis en vaardigheden beschikken voor het leveren van onderwijsbegeleiding op een adequaat niveau.
•maximaal één voucher per jaar (artikel 31)
Dit artikel legt vast dat ieder kind maximaal één maal per schooljaar in aanmerking komt voor gebruik van een voucher. Tot op heden was dit ook gebruikelijk, maar niet expliciet vastgelegd.
•maximumbedrag per voucher (artikel 32)
Artikel 32 legt vast dat subsidieaanvragen kunnen worden ingediend voor de duur van maximaal het schooljaar en dat het College jaarlijks een maximale vergoeding per kind vaststelt. Tot op heden was dit 600 euro per schooljaar per kind.
•mogelijkheid instellen subsidieplafond (artikel 33)
Tot nu toe was er geen limiet gesteld op het totale gebruik van vouchers. Daarmee betrof het een “open-einde regeling”. Artikel 33 biedt het College de mogelijkheid een subsidieplafond vast te stellen alsmede een wijze van verdeling.
•afstemmen beschikking en bevoorschotting op daadwerkelijke realisatie (artikel 34)
Artikel 34 bevat vergelijkbare teksten als bij de andere hoofdstukken. Lid 5 is specifiek voor dit hoofdstuk en is met name bedoeld voor die situaties waarin de onderwijsbegeleidingsdienst het aantal kinderen en/of het aantal geleverde uren bij de aanvraag te hoog heeft ingeschat en het wenselijk is de beschikking en/of bevoorschotting aan te passen.
•controle verantwoordingen (artikel 35)
De tekst van dit artikel is vergelijkbaar met soortgelijke artikelen in de andere hoofdstukken. Specifiek toegevoegd is de opmerking over de accountantsverklaring bij een subsidie van meer dan 50.000 euro. Dit is een drempel die overeenstemt met de algemene subsidieverordening. De verwachting is dat voor een aantal aanbieders de subsidie aanzienlijk lager zal zijn. Zij hoeven dan geen accountantsverklaring aan te leveren, wat onverlet laat dat de achterliggende stukken bij hun verantwoording wel steeksproefsgewijs door de gemeente kunnen worden gecontroleerd.
Hoofdstuk 7 Overige activiteiten
Hoofdstuk 7 is bedoeld voor activiteiten die wel passen bij de Lokale Educatieve Agenda, maar niet vallen onder de activiteiten die in de eerdere hoofdstukken van de verordening al zijn genoemd. De vorige verordening uit 2017 bevatte al een soortgelijk hoofdstuk (destijds hoofdstuk 6). De belangrijkste aanpassingen zijn:
• dat de verordening er nu ook in voorziet dat schoolbesturen uit het voortgezet onderwijs subsidie kunnen aanvragen, evenals organisaties die op verzoek van en in samenwerking met schoolbesturen of kinderopvangorganisaties activiteiten uitvoeren voor kinderen in Enschede (artikel 38),
• dat de subsidie betrekking heeft op één of meerdere IKC’s en/of combinatie(s) van een school/scholen en andere partijen die actief zijn in de wijk (artikel 41). De achterliggende gedachte daarbij is de subsidie-inzet te focussen op activiteiten waarvan ingeschat wordt dat deze een bredere, positieve impact hebben in de wijk, zoals ook beschreven in de Lokale Educatieve Agenda 2019-2022.
Hoofdstuk 8 is soortgelijk aan het betreffende hoofdstuk uit de verordening van 2017. Waar nodig zijn de artikelen geactualiseerd, in het bijzonder de verwijzing in artikel 45 en 46 naar voorgaande verordeningen.