Verordening Rekenkamercommissie gemeente Almelo 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. rekenkamercommissie: de commissie ter uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet;

b. intern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.3, eerste lid door de gemeenteraad uit zijn midden is aangewezen;

c. extern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.3, tweede lid door de gemeenteraad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen.

Artikel 2.1 Taak van de rekenkamercommissie

• 1.

  De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk door de gemeente worden bekostigd.

• 2.

  Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    doelmatigheid (efficiency): het streven met een zo gering mogelijke inzet van middelen een bepaald resultaat te bereiken dan wel met een bepaalde inzet van middelen een optimaal resultaat te bereiken;

  • b.

    doeltreffendheid (effectiviteit): de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • c.

    rechtmatigheid: het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving.

• 1.

  De rekenkamercommissie bestaat uit maximaal 6 leden, waarvan drie externe leden en drie interne leden.

Artikel 2.3 Benoeming leden rekenkamercommissie

• 1.

  De interne leden worden door de gemeenteraad uit zijn midden gekozen voor een periode die gelijk is aan de duur van de raadsperiode. De interne leden beschikken bij voorkeur over bestuurlijke ervaring en onderzoeksaffiniteit.

• 2.

  De externe leden worden door de gemeenteraad benoemd voor een periode van vier jaar. Vanwege de continuïteit wordt er gewerkt met een rooster van aftreden.

• 3.

  De interne en externe leden kunnen slechts eenmaal herbenoemd worden voor een periode van vier jaar.

• 4.

  De interne en externe leden zijn vervolgens minimaal een raadsperiode niet benoembaar in de rekenkamercommissie.

• 5.

  De gemeenteraad besluit op voordracht van het presidium tenminste zes maanden voor afloop van de benoemingsperiode over het al dan niet herbenoemen van de externe leden.

• 1.

  De rekenkamercommissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, zijnde externe leden.

• 2.

  De voorzitter is verantwoordelijk voor het bijeenroepen van de vergadering van de rekenkamercommissie.

• 3.

  De voorzitter leidt de vergaderingen, bewaakt het onderzoeksprogramma, treedt op als woordvoerder namens de rekenkamercommissie en bevordert een zorgvuldige besluitvorming.

• 1.

  Besluitvorming binnen de rekenkamercommissie vindt plaats bij meerderheid van stemmen.

• 2.

  Interne leden stemmen en nemen standpunten in zonder last of ruggespraak met de gemeenteraad of hun fractie.

• 3.

  Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

• 4.

  Besluitvorming vereist een quorum van tenminste twee derde van de leden.

• 1.

  Het lidmaatschap van een intern lid eindigt:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    indien het lid aftreedt als lid van de gemeenteraad, dan wel deel gaat uitmaken van een commissie waaraan bestuursbevoegdheden zijn toegekend;

  • c.

    indien de gemeenteraad met redenen omkleed van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamercommissie te vervullen.

2. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

• d.

  op eigen verzoek;

• e.

  bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie zoals omschreven in art 2.7;

• f.

  wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

• g.

  indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

• h.

  indien het lid naar het oordeel van de gemeenteraad ernstig nadeel toebrengt aan het in de rekenkamercommissie te stellen vertrouwen;

• i.

  De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de gemeenteraad met redenen omkleed worden ontslagen wanneer zij door ziekte of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

• 1.

  Een extern lid van de rekenkamercommissie kan in ieder geval niet tevens een betrekking vervullen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder a tot en met h van de Gemeentewet. De uitzonderingen zoals bedoeld in het tweede lid van dat artikel zijn van toepassing.

• 2.

  Het is de externe leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De gemeenteraad kan, gehoord de rekenkamercommissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod uit zijn functie ontslaan.

• 3.

  Externe leden overleggen aan de gemeenteraad halfjaarlijks een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen.

• 1.

  De externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden.

• 2.

  De vergoeding is gebaseerd op schaal 12 BBRA. In de vacaturetekst zal het bedrag worden vermeld. Op basis van een gemiddelde van 200 uur per jaar. De vergoeding van eventuele reiskosten wordt geacht te zijn inbegrepen in de vergoeding voor de werkzaamheden.

• 3.

  De vergoeding wordt jaarlijks aangepast volgens de BBRA schalen van de gemeente.

• 4.

  De vergoedingen bedoeld in dit artikel komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie bedoeld in artikel 5.

Artikel 3.1 Selectie van onderwerpen

• 1.

  Suggesties tot het verrichten van een rekenkameronderzoek kunnen worden gedaan door:

  • a.

    de rekenkamercommissie;

  • b.

    de gemeenteraad;

  • c.

    het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    de burgemeester;

  • e.

    commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet waaraan

• bestuursbevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders zijn toegekend;

  • f.

    inwoners uit de gemeente Almelo.

• 2.

  De rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast.

• 3.

  De rekenkamercommissie bepaalt haar onderzoeksprogramma aan de hand van een aantal selectiecriteria. Eventuele verzoeken worden aan deze criteria getoetst.

• 4.

  De rekenkamercommissie neemt geen verzoeken in behandeling die niet tot haar wettelijke taak behoren. De rekenkamercommissie kiest uiteindelijk onderwerpen die voldoen aan de volgende selectiecriteria:

  • a.

    het onderwerp heeft een maatschappelijk en/of politiek belang en/of financieel belang;

  • b.

    de meerwaarde van een onderzoek door de rekenkamercommissie, in plaats van een ander gremium, moet duidelijk zijn;

  • c.

    het onderzoek moet voor de rekenkamercommissie uitvoerbaar zijn en passen binnen haar financiële en organisatorische mogelijkheden.

• 1.

  De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

• 2.

  De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de gemeenteraad tussentijds te informeren.

• 3.

  De rekenkamercommissie doet minimaal twee onderzoeken per jaar met een maximale doorlooptijd van 1 jaar.

• 4.

  De externe leden doen zelf onderzoek.

• 5.

  De rekenkamercommissie kan ook besluiten om onderzoek uit te besteden.

• 6.

  De interne leden doen zelf geen onderzoek maar doen de onderzoeksbegeleiding.

• 7.

  De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar vastgestelde rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de gemeenteraad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hun ter kennis is gebracht.

• 8.

  De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

• 9.

  De rekenkamercommissie stelt betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun ambtelijk hoor en wederhoor op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

• 10.

  Na het ambtelijk hoor en wederhoor gaat het rekenkamerrapport naar de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en wordt deze gepubliceerd op de website.

• 11.

  Na het ambtelijk hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een raadsvoorstel.

• 12.

  De rekenkamercommissie stelt het college van burgemeester en wethouders, dan wel, indien het zijn taakuitoefening betreft, de burgemeester, in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, het bestuurlijk hoor en wederhoor (zienswijze) op het rekenkameronderzoek en het bijbehorende raadsvoorstel aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

• 13.

  Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en het raadsvoorstel met de conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, aan de gemeenteraad aangeboden. Hierbij wordt de zienswijze van het college dan wel de burgemeester gevoegd.

• 14.

  Het definitieve rapport en de conclusies en aanbevelingen van de rekenkamercommissie zijn openbaar, met inachtneming van het bepaalde in artikel 185, eerste lid, van de Gemeentewet.

• 15.

  De gemeenteraad beraadslaagt en besluit over het raadsvoorstel en bepaalt welke gevolgen daaraan zullen worden verbonden.

• 1.

  De rekenkamercommissie is bevoegd om van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het rekenkameronderzoek. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de overeengekomen gestelde termijn te verstrekken.

• 2.

  Het in de artikelen 183 en 184 van de Gemeentewet ten aanzien van de bevoegdheden van de rekenkamer bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de rekenkamercommissie.

Artikel 3.4 Verantwoording rekenkamercommissie

• 1.

  De rekenkamercommissie voert tenminste 1x per kalenderjaar overleg (met een afvaardiging van de gemeenteraad) over haar functioneren, de faciliteiten en over de geleverde onderzoeken.

Artikel 4.1 Ambtelijk secretaris

• 1.

  De taken van de ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie worden bij voorkeur vervuld door medewerkers van de raadsgriffie.

• 2.

  Voor de uitvoering van de taken van de ambtelijk secretaris heeft de raadsgriffie capaciteit beschikbaar vanuit het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 5 Budget

• 1.

  De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

• 2.

  Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

  • a.

    de vergoedingen aan de externe leden van de rekenkamercommissie;

  • b.

    de ambtelijk secretaris;

  • c.

    de kosten van externe deskundigen die mogelijk door de rekenkamercommissie worden ingeschakeld en

  • d.

    de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak

• 3.

  Het budget wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 6 Werving- en selectieprocedure

• 1.

  De profielschetsen die het uitgangspunt zijn voor de werving- en selectieprocedure van de externe leden en de voorzitter van de rekenkamercommissie worden vastgesteld door de gemeenteraad.

• 2.

  De selectiecommissie bestaat uit: een intern lid van de rekenkamercommissie, een extern lid van de rekenkamercommissie en een raadslid dat deel uitmaakt van het presidium.

• 3.

  De adviescommissie bestaat uit: een intern lid van de rekenkamercommissie, een gemeentelijke medewerker belast met advies- en consulttaken op het gebied van personeelszaken en een medewerker van de raadsgriffie.

• 4.

  De vacature wordt openbaar opengesteld.

Paragraaf 7 Citeertitel en inwerkingtreding  

Artikel 7 Intrekking vorige verordening, citeertitel en inwerkingtreding

• 1.

  De verordening rekenkamercommissie 2003, vastgesteld tijdens bij raadsbesluit van 29 januari 2004 en gewijzigd bij raadsbesluiten van 6 februari 2007 en 15 januari 2008, is ingetrokken.

• 2.

  Deze verordening kan worden aangehaald als verordening rekenkamercommissie gemeente Almelo 2019.

• 3.

  Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.