Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor Statenleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
Het Presidium kan ten aanzien van de vergoeding voor de werkzaamheden van Statenleden als bedoeld in artikel 2.1.1 van het Besluit besluiten dat ten hoogste 20% van deze vergoeding wordt uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde vergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen.
Artikel 3 Toelage lid onderzoekscommissie
- 1.
Het Statenlid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 151a, derde lid, van de Provinciewet, ontvangt per jaar voor dat lidmaatschap een toelage die overeenkomt met maximaal 300% van de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, genoemd in artikel 2.1.1 lid 1 van het Besluit.
- 2.
Indien de commissaris de duur van de activiteiten voor de onderzoekscommissie niet op een heel kalenderjaar vaststelt, wordt de omvang van de toelage naar rato aangepast.
Artikel 4 Toelage lid bijzondere commissie
Het Statenlid dat lid is van een bijzondere commissie, bedoeld in artikel 2.1.4, lid 1 van het Besluit, ontvangt per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage die gelijk is aan de maximum toelage, genoemd in artikel 2.1.4 lid 1 van het Besluit.
Artikel 5 Verzekering arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
Jaarlijks ontvangt het Statenlid een bedrag gelijk aan de vergoeding van hun werkzaamheden, bedoeld in artikel 2.1.1 lid 1 van het Besluit, om voorzieningen te kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
Hoofdstuk 4 Gemeenschappelijke voorzieningen
Artikel 8 Vergoeding kosten scholing
- 1.
Van scholing als bedoeld in dit artikel is sprake als de scholing niet-partijpolitiek georiënteerd is en gericht is op de vervulling van de functie van de ambtsdrager of het commissielid.
- 2.
De kosten van scholing die door of namens de provincie wordt verzorgd of aangeboden aan de ambtsdrager of het commissielid, komen voor rekening van de provincie.
- 3.
De ambtsdrager die, of het commissielid dat scholing wenst, die niet door of namens de provincie wordt verzorgd of aangeboden, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij gedeputeerde staten onderscheidenlijk Provinciale Staten.
- 4.
De aanvraag bedoeld in het derde lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
- 5.
De kosten komen voor rekening van de provincie als deelname naar het oordeel van gedeputeerde staten onderscheidenlijk Provinciale Staten van belang is in verband met de vervulling van de functie van de ambtsdrager of het commissielid.
- 6.
Provinciale Staten stellen een scholingsplan op dat nadere regels bevat ten aanzien van de scholingsmogelijkheden en de wijze van vergoeden voor Staten- en commissieleden.
Artikel 9 Informatie- en communicatievoorzieningen
Voor de informatie- en communicatiemiddelen die door gedeputeerde staten onderscheidenlijk Provinciale Staten ter beschikking worden gesteld, ondertekent de ambtsdrager of het commissielid een door gedeputeerde staten onderscheidenlijk Provinciale Staten opgestelde bruikleenovereenkomst.
Artikel 10 Geschikte vervoersvoorziening
- 1.
De ambtsdrager of het commissielid dat tijdelijke functionele beperking heeft en niet in staat is met het openbaar vervoer of met eigen vervoer te reizen voor woon- en werkverkeer of voor de uitoefening van de functie, kan op kosten van de provincie gebruik maken van een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening.
- 2.
Indien het een Staten- of commissielid betreft, is het aan Provinciale Staten om te beoordelen of de gewenste vervoersvoorziening, bijvoorbeeld een taxi of een dienstauto, geschikt geacht kan worden en door de provincie kan worden vergoed of ter beschikking gesteld.
- 3.
Indien het de commissaris of een gedeputeerde betreft, maken Gedeputeerde Staten de in het tweede lid genoemde beoordeling.
Artikel 11 Bedrijfsgeneeskundige zorg
De ambtsdrager kan voor bedrijfsgeneeskundige zorg gebruik maken van de voorzieningen die voor de provinciale medewerkers zijn getroffen.
Artikel 12 Parkeerfaciliteiten
De ambtsdrager of het commissielid kan gebruik maken van het parkeerterrein van de provincie op momenten dat hij uit hoofde van zijn functie aanwezig moet zijn in het provinciehuis.
Hoofdstuk 5 De procedure van declaratie en betaling
Artikel 13 Rechtstreekse facturering aan de provincie
- 1.
Wat betreft gemaakte kosten, die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de provincie in aanmerking komen, draagt de ambtsdrager of het commissielid zo veel als mogelijk zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie.
- 2.
Verantwoording van de vergoeding door de ambtsdrager of het commissielid vindt plaats door het volledig invullen en ondertekenen van een door gedeputeerde staten vastgesteld formulier.
- 3.
De ambtsdrager of het commissielid dient het formulier voor de kosten gemaakt voor activiteiten in een kalenderjaar voor 1 april van het daaropvolgende jaar in bij de griffier, onderscheidenlijk de provinciesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.
- 4.
Niet tijdige verantwoording heeft, tenzij er sprake is van overmacht, tot gevolg dat de gemaakte kosten voor rekening van de ambtsdrager of het commissielid komen.
Artikel 14 Gebruik creditcard
- 1.
Gedeputeerde Staten stellen aan de commissaris en de gedeputeerden op aanvraag een provinciale creditcard ter beschikking voor het doen van uitgaven als bedoeld in artikel 13 lid 1 waarvan rechtstreekse facturering niet mogelijk is.
- 2.
De provinciesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar draagt zorg voor de aanvraag, verstrekking en intrekking van provinciale creditcards. Met de creditcard kan geen contant geld opgenomen worden.
- 3.
Reis- en verblijfkosten in het buitenland kunnen worden betaald door gebruikmaking van de creditcard.
- 4.
Verantwoording van de creditcarduitgaven door de commissaris of gedeputeerde vindt plaats door het volledig invullen en ondertekenen van een door gedeputeerde staten vastgesteld formulier.
- 5.
De commissaris of de gedeputeerde dient de inhouding door de creditcardmaatschappij in een kalenderjaar voor 1 april van het daaropvolgende jaar ter goedkeuring in bij de provinciesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.
- 6.
Niet tijdige inlevering van het formulier heeft, tenzij er sprake is van overmacht, tot gevolg dat de gemaakte kosten voor rekening van de commissaris of de gedeputeerde komen.
- 7.
Bij beëindiging van het ambt van commissaris of gedeputeerde levert de commissaris of gedeputeerde de creditcard onverwijld in.
- 8.
De commissaris of gedeputeerde meldt verlies of diefstal van de creditcard direct bij de provinciesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar. Indien dat niet mogelijk is, meldt hij verlies of diefstal direct bij de creditcardmaatschappij.
- 9.
Het eigen risico bij verlies en diefstal van de creditcard komt, mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels, voor rekening van de provincie.
Artikel 15 Declaratie van vooruitbetaalde kosten
- 1.
De ambtsdrager of het commissielid voldoet kosten alleen uit eigen middelen als rechtstreekse facturering aan de provincie en gebruik van de provinciale creditcard niet mogelijk zijn.
- 2.
Declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van de reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door gedeputeerde staten vastgesteld formulier.
- 3.
De ambtsdrager of het commissielid levert het volledige ingevulde en ondertekende declaratieformulier voor (reis)kosten gemaakt in een kalenderjaar voor 1 april van het daaropvolgende jaar in bij de griffier, onderscheidenlijk de provinciesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 16 Intrekking
De Verordening regelende de geldelijke en andere rechtspositionele voorzieningen ten behoeve van gedeputeerden, Staten- en commissieleden 2018 wordt ingetrokken met ingang van 28 maart 2019.
Artikel 17 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 28 mei 2019.
Artikel 18 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers Provincie Limburg 2019.