Organisatie | Katwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2015 | Onbekend | 16-12-2010 Katwijksche Post en Rijnsburger 23 december 2010 | 2010-020415 |
Deze verordening verstaat onder:
Cliënt: degene die van de gemeente Katwijk een periodieke uitkering ontvangt op grond van de WWB, alsmede degene die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid, onder a van de WWB. In deze verordening wordt onder cliënt tevens verstaan degene die een periodieke uitkering ontvangt op grond van de IOAW of IOAZ en de jongere als bedoeld in artikel 2 van de WIJ;
Het cliëntenpanel heeft tot doel om op grond van ervaringsdeskundigheid een adviserende en meedenkende rol te spelen bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid op het gebied van werk en inkomen. Hiermee wordt beoogd een meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van het beleid en van de dienstverlening bij de uitvoering van de WWB, WIJ, IOAW en IOAZ.
Artikel 3 Taken, bevoegdheden, advisering
Niet tot de bemoeienis van het cliëntenpanel behoren klachten, bezwaarschriften en andere zaken, die op individuele cliënten betrekking hebben, maar wel de hiervoor gehanteerde procedures, regelingen en richtlijnen. Evenmin horen tot de bemoeienis voorschriften over de uitvoering van wettelijke taken voor zover bij deze uitvoering geen ruimte is gelaten voor gemeentelijk beleid.
Artikel 6 Zittingsduur en schorsing
De leden van het cliëntenpanel worden benoemd voor een periode van drie jaar. Hierna kunnen zij eenmaal worden herbenoemd. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de maximale duur van het lidmaatschap van zes jaar, bijvoorbeeld wanneer de continuïteit van de cliëntenparticipatie in gevaar komt.
• op verzoek van het betreffende lid
• bij uitstroom uit de uitkering dan wel indien artikel 5 lid 4 van toepassing is maximaal 6 maanden daarna
• als de periode verstreken is en het lid niet voor herbenoeming in aanmerking komt
• indien het lid wordt geschorst.
3.Tot schorsing wordt overgegaan:
• indien het lid handelt in strijd met deze verordening
• wanneer het lid herhaaldelijk verzuimt aan vergaderingen deel te nemen
• als het lid spreekt namens het cliëntenpanel zonder machtiging daartoe
• bij het schenden van expliciet afgesproken geheimhouding
• bij herhaaldelijke verstoring van de vergaderorde
• indien het vertrouwen in het functioneren van een lid niet langer voldoende is.
4.Een schorsing kan eerst plaatsvinden nadat het betreffende lid in de gelegenheid is gesteld zich door het college te laten horen.
Artikel 7 Werkwijze en overlegvergadering
De agenda voor een overlegvergadering wordt door het college opgesteld. Het cliëntenpanel heeft de mogelijkheid agendapunten aan te reiken. Dit kan schriftelijk tot twee weken voor de overlegvergadering. Eventueel kunnen tijdens de overlegvergadering agendapunten worden ingebracht. Tijdens de vergadering wordt dan besloten of, hoe en wanneer deze punten behandeld worden.
De Wet werk en bijstand (WWB) schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat, in het verlengde van die verplichting, een verordening dient te worden opgesteld door de raad. Ingevolge die bepaling is de verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand tot stand gekomen.
Cliëntenparticipatie is niet nieuw geïntroduceerd met de WWB. Onder de Algemene bijstandswet (Abw) bestond ook al cliëntenparticipatie, maar deze hoefde niet met een verordening vorm te worden gegeven. In onze gemeente is cliëntenparticipatie al een aantal jaren geleden gerealiseerd. De Stichting StaandeBij SZW fungeert voor de gemeente als gespreks- en adviespartner (cliëntenpanel). Deze verordening sluit aan bij de onder de Abw ontstane praktijk.
Minimaal dient in de verordening te zijn vastgelegd op welke wijze personen met een algemene uitkering op grond van de WWB, personen die gebruik maken van een voorziening, niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:
a.periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers; b. deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden; c. zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
In deze verordening komen deze punten aan bod.
De Wet investeren in jongeren (WIJ) schrijft in artikel 12 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat dit bij verordening moet worden geregeld. Artikel 12 WIJ is op dit punt qua strekking identiek aan artikel 47 WWB. Van de zijde van de regering is op vragen uit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie WWB. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ door het leven gaan. Hierover is met het cliëntenpanel StaandeBij gesproken. Uitkomst is dat het cliëntenpanel in staat en bereid is om deze rol te vervullen. Het panel fungeert voor de gemeente als gespreks- en adviespartner voor de WWB en de WIJ.
Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wet werk en bijstand en/of bestaande regelgeving, die daarop gebaseerd is.
In artikel 7 lid 1 van de WWB staat de doelgroep genoemd. Naast de personen met een bijstandsuitkering behoren hier ook toe de mensen die gebruik maken van een voorziening, zoals bijvoorbeeld gesubsidieerde arbeid, de niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) en de mensen met een uitkering op grond van de Anw. De WWB is nauw verwant aan de IOAW en IOAZ. Het ligt daarom voor de hand om de cliëntenparticipatie voor de WWB, IOAW en IOAZ bij elkaar te voegen, ook al is op grond van de IOAW en IOAZ een verordening niet vereist. Personen met een periodieke uitkering op grond van de IOAW of IOAZ behoren derhalve ook tot het begrip cliënt van deze verordening. In de WIJ staat de doelgroep genoemd in artikel 2.
In dit artikel wordt de doelstelling beschreven.
Artikel 3 Taken, bevoegdheden, advisering
In dit artikel wordt beschreven over welk beleid het cliëntenpanel adviseert. Belangrijk is dat het cliëntenpanel ook ongevraagd kan adviseren.
Op herkenbare wijze in het zesde lid houdt in dat het advies van het cliëntenpanel aan B&W plus de reactie daarop van B&W duidelijk terug te vinden moeten zijn in de stukken. De originelen worden bij de stukken gevoegd.
Artikel 4 Informatievoorziening
Van zwaarwegende belangen die naar het oordeel van het college kunnen leiden tot het niet voorafgaand aan een beslissing vragen om een advies van het cliëntenpanel kan bijvoorbeeld sprake zijn wanneer het zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening aan cliënten. In dat geval zal een en ander achteraf aan de orde worden gesteld.
Geheimhoudingsplicht als bedoeld in het derde lid is in elk geval aan de orde bij overhandiging van en overleg over conceptbeleidsstukken. Omdat beleid pas openbaar wordt na besluitvorming door het college, geldt tot dat moment voor het cliëntenpanel de geheimhoudingsplicht.
Omwille van de werkbaarheid is ervoor gekozen het aantal leden beperkt te houden.
De gemeente hecht aan de inbreng op grond van ervaringsdeskundigheid. Vandaar dat de leden van het cliëntenpanel cliënt dienen te zijn. Hierbij wordt gestreefd naar een representatieve afspiegeling van het cliëntenbestand.
Artikel 6 Zittingsduur en schorsing
Een belangrijk uitgangspunt van de WWB en de WIJ is arbeidsreïntegratie. In dit artikel wordt onder meer geregeld dat het lidmaatschap eindigt wanneer het lid geen cliënt meer is. Hierdoor blijft de binding met de doelgroep optimaal gewaarborgd. Om te voorkomen dat leden plotseling wegvallen en het cliëntenpanel haar taak niet meer naar behoren kan uitoefenen, is geregeld dat het lid de functie blijft vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden. Deze bepaling is mede van belang om nieuwe leden te kunnen voorbereiden op hun taak.
Artikel 7 Werkwijze en overlegvergadering
In dit artikel is geregeld dat het cliëntenpanel periodiek overleg heeft met de gemeente/het college. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat het cliëntenpanel en de gemeente, de laatste zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau, in ieder geval vier keer per jaar bijeen komen voor het voeren van overleg. Wanneer het duidelijk is dat bijeen komen niet zinvol is, kunnen partijen in gezamenlijk overleg besluiten dat het overleg niet plaatsvindt.
In het tweede lid wordt geregeld op welke wijze het cliëntenpanel agendapunten kan aanreiken.
Het cliëntenpanel kan niet functioneren als zij niet beschikt over faciliteiten. Jaarlijks zal dan ook, aan de hand van een begroting, subsidie beschikbaar gesteld worden opdat het cliëntenpanel de haar toebedeelde taken kan uitvoeren.
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Het eerste lid geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.
De verordening cliëntenparticipatie WWB is op grond van artikel 8 Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van inwerkingtreding moet daarom, met in acht name van artikel 22 van de Tijdelijke referendumwet, op ten minste zes weken na datum publicatie gesteld worden.