Organisatie | Westerwolde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Delegatiebesluit gemeente Westerwolde 2019 |
Citeertitel | Wijzigingsbesluit Delegatiebesluit Westerwolde 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-05-2023 | 01-05-2022 | artikel 2 | 26-04-2023 | ||
20-06-2019 | 01-01-2019 | 23-05-2023 | Nieuwe regeling | 29-05-2019 |
Artikel 1 Algemene wet bestuursrecht
Aan het college van burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd de bevoegdheid, indien een aanvraag of bezwaarschrift is gericht tot de raad:
Aan het college van burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd de bevoegdheid van de raad om op grond van artikel 4.1 e.v. van de Wet open overheid te beslissen omtrent verzoeken om informatie die zijn gericht tot de gemeenteraad, inclusief het uitvoeren van alle proceshandelingen in bezwaar- en beroepsprocedures.
Aan het college van burgemeester en wethouders wordt de bevoegdheid gedelegeerd om een locatie aan te wijzen die voor de duur van een huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie wordt aangemerkt als “gemeentehuis” als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, Boek 1, artikel 63 en om zodanige aanwijzingsbesluiten in te trekken.
Aan het college van burgemeester en wethouders te delegeren de bevoegdheid inzake uitvoeringshandelingen milieueffectrapportage, zoals omschreven in de Wet milieubeheer: § 7.2 M.E.R.-plichtig besluit § 7.5, Voorbereiding M.E.R., § 7.6 Beoordeling M.E.R., § 7.9 Evaluatie.
Hierbij geldt de volgende voorwaarde:
De raad stelt richtlijnen voor de M.E.R. vast. De raad beslist over het al dan niet nemen van het M.E.R.-plichtigebesluit met inachtneming van artikel 7.27, 7.28, 7.35, 7.36 en 7.37. De raad beslist, op basis van het voorgeschreven evaluatieonderzoek naar de gevolgen van de ondernomen activiteit, over eventueel te treffen maatregelen.
Aan het college van burgemeester en wethouders te delegeren de bevoegdheden tot het vaststellen dan wel het niet-vaststellen van een exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening, voor die gevallen waarin zij gebruik maken van hun bevoegdheid om omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan of een beheersverordening met de uitgebreide procedure, zoals bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° of 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of van hun bevoegdheid een wijzigingsplan vast te stellen, zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.